Vrije scholen Zwevezele Interventierooster
Hannelore Benoit
Datum uur Klas Onderwerp doelen
Maandag 08/03/2021
8.35 5b Wiskunde : breuken, procenten en
decimale getallen - WDgk4: Eenvoudige breuken lezen, schrijven en
berekenen: als een deel van, een verdeling en daarbij de termen breuk, teller, noemer, breukstreep, stambreuk, gelijkwaardige breuk kennen en gebruiken – de symbolen
÷ en ⁄ lezen en gebruiken.
- WDgk4: Breuken lezen en berekenen als een getal met een plaats op de getallenlijn, als een quotiënt van een deling.
- WDgk4: Breuken herstructureren zoals bij bv 7/4 is 1 en
¾.
- WDgk4: Eenvoudige breuken gelijknamig maken, in functie van het optellen en aftrekken van breuken of in functie van het ordenen en vergelijken van breuken en op een getallenlijn plaatsen en daarbij de term ‘ gelijknamige breuk’ kennen en gebruiken.
- WDgk4: Breuken lezen, schrijven en berekenen als een verhouding, onder meer als aanduiding voor een kans en daarbij de termen ‘verhouding’ en ‘kans’ kennen,
gebruiken en illustreren.
- WDgk4: Kommagetallen interpreteren en gebruiken als uitbreiding van het getallenbereik in het tiendelig plaatswaardensysteem.
- WDgk4: Kommagetallen met hoogstens drie decimalen lezen en schrijven en daarbij de termen en symbolen tiende (t), honderdste (h), duizendste (d), komma, kommagetal kennen en gebruiken.
- WDgk4: Kommagetallen met hoogstens drie decimalen vergelijken, ordenen en op een getallenlijn plaatsen.
- WDgk4: Een procent interpreteren en gebruiken : als een deel van een hoeveelheid, als een verhouding en daarbij de term procent kennen en gebruiken.
- WDgk4: Eenvoudige procenten lezen, schrijven, op een getallenlijn plaatsen en berekenen en het symbool % lezen en gebruiken.
- 9.00 5b Spelling : werkwoorden in de
tegenwoordige en verleden tijd - TOtn2: Werkwoordspelling onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten:
persoonsvormen met hoorbare –t , -te, -de, -ten, -den en met stam op –t en –d : tegenwoordige tijd en verleden tijd + werkwoordsvormen met hoorbare –t die geen
persoonsvormen zijn.
-
9.25 6a Co-teaching -
9.50 6a Co-teaching -
10.30 3a Klasinterne zorg wiskunde
Les 113 : breuken -
Een breuk lezen als '… van de … gelijke delen van het geheel' en de functie van teller en noemer kennen - Bij een verdeling van zowel continu als discontinu
materiaal de passende breuk noteren en omgekeerd - Een breuk nemen van een getal
- Een aangeboden stappenplan systematisch toepassen als oplossingswijze
11.20 2ab Wiskunde
Getallen tot 100 - WDgk1: een rangorde aangeven met rangtelwoorden.
- WDgk3: Inzicht verwerven in de tientalligheid en het plaatswaardensysteem van ons talstelsel en daarbij de termen en symbolen ‘eenheid’ (E) , ‘tiental’ (T),
‘honderdtal’ (H), ‘natuurlijk getal’ kennen en gebruiken.
- WDgk3: Hoeveelheden voorstellen met telwoorden, getalbeelden en cijfersymbolen.
- WDgk3: Natuurlijke getallen lenzen en schrijven tot 100.
- WDgk3: Natuurlijke getallen tot 100 ordenen en op een getallenlijn plaatsen.
- WDgk3: Natuurlijke getallen (her)structureren om vlot bewerkingen uit te voeren en de splitsingen en andere herstructureringen paraat kennen van : getallen ≤ 10 en getallen > 10 bij veel voorkomende getallen.
- Dinsdag
09/03/2021
8.35 3ab Spelling :
Katten- en apenafspraak - TOtn2: Spelling van medeklinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten:
tweelettergrepige woorden met verdubbeling van de medeklinker ( bv knorren)
- TOtn2: Spelling van klinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten : tweelettergrepige woorden met ongedekte klinker in open lettergrepen ( bv jagen)
- 9.25 4ab Wiskunde:
Getallen tot 10000 - WDgk3: Inzicht verwerven in de tientalligheid en het plaatswaardensysteem van ons talstelsel en daarbij de termen en symbolen ‘eenheid’ (E) , ‘tiental’ (T),
‘honderdtal’ (H), ‘duizendtal’ (D), ‘tienduizendtal’ (TD),
‘honderdduizendtal’ (HD), ‘natuurlijk getal’ kennen en gebruiken.
- WDgk3: Hoeveelheden voorstellen met telwoorden, getalbeelden en cijfersymbolen.
- WDgk3: Natuurlijke getallen lenzen en schrijven tot 100 000.
- WDgk3: Natuurlijke getallen tot 100 000 ordenen en op een getallenlijn plaatsen.
-
9.50 6ab Verlengde instructie wiskunde leerlijn wiskunde 10.30 1c Wiskunde :
Getallen tot 10 Rekenbegrippen
- WDgk1: een rangorde aangeven met rangtelwoorden.
- WDgk3: Inzicht verwerven in de tientalligheid en het plaatswaardensysteem van ons talstelsel en daarbij de
termen en symbolen ‘eenheid’ (E) , ‘tiental’ (T), ‘natuurlijk getal’ kennen en gebruiken.
- WDgk3: Hoeveelheden voorstellen met telwoorden, getalbeelden en cijfersymbolen.
- WDgk3: Natuurlijke getallen lenzen en schrijven tot 10.
10.55 -
11.20 3c Wiskunde : Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 100
- WDiw5: Symbolen zoals < > + - x : = correct noteren en gebruiken.
- WDrv4: Optellingen met een som ≤ 100 uitvoeren volgens standaardprocedures – de oplossing wiskundig correct noteren.
- WDrv4: aftrekkingen met een aftrektal ≤ 100 uitvoeren volgens standaardprocedures – de oplossing wiskundig correct noteren.
- Ikid1: Vertrouwen hebben in zichzelf – zichzelf
aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen – zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen – voor zichzelf opkomen.
- IKid2: Reflecteren op eigen mogelijkheden en
beperkingen en daaruit leren over zichzelf – over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren.
- Ivzv2: De eigen leerwinst juist inschatten met oog voor wat men (nieuw) heeft geleerd, over zichzelf heeft geleerd en over wat men verder nodig heeft.
13.15 -
Woensdag 10/03/2021
8.35 5c Wiskunde
Les 78: remediëring en verrijking - Een percent nemen van een hoeveelheid of een getal door het percent eerst om te zetten naar een breuk
- Een percent interpreteren en gebruiken als een verhouding (o.a. een kans)
- Twee of meer numerieke verhoudingen vergelijken - Bij gelijkwaardige verhoudingen een ontbrekend getal vinden - De zakrekenmachine efficiënt en met inzicht gebruiken om
percentages te berekenen, vooral als handig en veilig hulp- en controlemiddel
- Een kommagetal delen door 10 en 100
- Een kommagetal delen door 5, 25 en 50
- Een kommagetal van 3 cijfers cijferend vermenigvuldigen met een ander kommagetal met hoogstens 3 cijfers (maximum 3 cijfers na de komma in het product)
- Maten correct noteren met verschillende maateenheden - De omtrek van vierkant, rechthoek, driehoek en
parallellogram meten en berekenen en daarbij de eigenschappen van de zijden gebruiken
- De oppervlakte van een rechthoek en een parallellogram berekenen en inzien dat de oppervlakte van een
parallellogram berekend kan worden via omstructurering naar een rechthoek
- De oppervlakte van een driehoek berekenen en inzien dat de oppervlakte van een driehoek gelijk is aan de helft van de oppervlakte van een parallellogram of rechthoek met dezelfde basis en hoogte
- Vierhoeken vergelijken volgens de eigenschappen van zijden en hoeken en ze benoemen
- De diagonalen van een vierkant, rechthoek, ruit, parallellogram en trapezium tekenen en onderzoeken - Driehoeken vergelijken volgens de eigenschappen van
zijden en hoeken en ze benoemen - Driehoeken tekenen -
9.25 6c Wiskunde:
Remediërend werken : uitleggen en hernemen van de voorbije lessen
-
9.50 1c Wiskunde : Getallen tot 10 Rekenbegrippen
- WDgk1: een rangorde aangeven met rangtelwoorden.
- WDgk3: Inzicht verwerven in de tientalligheid en het plaatswaardensysteem van ons talstelsel en daarbij de termen en symbolen ‘eenheid’ (E) , ‘tiental’ (T), ‘natuurlijk getal’ kennen en gebruiken.
- WDgk3: Hoeveelheden voorstellen met telwoorden, getalbeelden en cijfersymbolen.
- WDgk3: Natuurlijke getallen lenzen en schrijven tot 10.
10.30 2c Spelling : klank- letterkoppeling - TOtn2: Spelling van klankzuivere woorden onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle
schrijfopdrachten :
Medeklinker-klinker / tweetekenklank – medeklinker medeklinker - klinker
klinker-medeklinker
- TOtn2: Spelling van medeklinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten : eenvoudige woorden met meer dan twee opeenvolgende medeklinkers.
10.55 2c Wiskunde Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 20
- WDgk1: Gestructureerde en ongestructureerde hoeveelheden onderzoeken, schatten, vergelijken en sorteren door actief ervaringen op te doen en daarbij woorden gebruiken zoals veel, weinig, niets, evenveel, niet evenveel, te veel, te weinig, over, te kort, meer, minder, meest, minst, is meer dan, is minder dan, is gelijk aan, is niet gelijk aan.
- WDgk1 : Een rangorde aangeven met rangtelwoorden en de termen eerste, middelste, laatste, vorige, volgende, voorlaatste, juist voor, juist na kennen en gebruiken.
- WDgk1: Een hoeveelheid tot 5 onmiddellijk herkennen zonder te tellen ( = subiteren)
- WDgk2 : Synchroon en resultatief tellen en terugtellen binnen het bereik tot 10.
- WDgk3: Natuurlijke getallen (her)structureren om vlot bewerkingen uit te voeren en de splitsingen en andere herstructureringen paraat kennen van getallen ≤ 10.
- WDiw3 : Eenvoudige gegevens wiskundig vertalen.
- WDiw5 : Eenvoudige wiskundetaal gebruiken.
- WDrv4 : Optellingen met een som ≤ 10 paraat kennen.
- WDrv4 : Aftrekkingen met een som ≤ 10 paraat kennen.
- Ikid1: Vertrouwen hebben in zichzelf – zichzelf
aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen – zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen – voor zichzelf opkomen.
- IKid2: Reflecteren op eigen mogelijkheden en
beperkingen en daaruit leren over zichzelf – over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren.
- Ivzv2: De eigen leerwinst juist inschatten met oog voor wat men (nieuw) heeft geleerd, over zichzelf heeft geleerd en over wat men verder nodig heeft.
- Donderdag
11/03/2021
8.35 Secretariaat De Horizon
+ zorgraad -
13.15 6a Vervanging -
13.40 6a Vervanging -
14.05 5c Online overleg met Reva -
14.30 -
15.10 zorgraad -
Vrijdag
12/03/2021 8.35 4c Wiskunde:
Hoofdrekenen tot 10000 - WDrv4: Eenvoudige optellingen en aftrekkingen uitvoeren door flexibel een functionele oplossingsweg te kiezen op basis van inzicht in de eigenschappen van bewerkingen en in de structuur van getallen – de oplossing wiskundig correct noteren.
- WDiw5: Symbolen zoals < > + - x : = ( ) / % correct noteren en gebruiken.
- Ikid1: Vertrouwen hebben in zichzelf – zichzelf
aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen – zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen – voor zichzelf opkomen.
- IKid2: Reflecteren op eigen mogelijkheden en
beperkingen en daaruit leren over zichzelf – over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren.
- Ivzv2: De eigen leerwinst juist inschatten met oog voor wat men (nieuw) heeft geleerd, over zichzelf heeft geleerd en over wat men verder nodig heeft.
9.00 3c Spelling :
Katten- en apenafspraak - TOtn2: Spelling van medeklinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten:
tweelettergrepige woorden met verdubbeling van de medeklinker ( bv knorren)
- TOtn2: Spelling van klinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten : tweelettergrepige woorden met ongedekte klinker in open lettergrepen ( bv jagen)
- 9.25 3c Wiskunde :
Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 100
- WDiw5: Symbolen zoals < > + - x : = correct noteren en gebruiken.
- WDrv4: Optellingen met een som ≤ 100 uitvoeren volgens standaardprocedures – de oplossing wiskundig correct noteren.
- WDrv4: aftrekkingen met een aftrektal ≤ 100 uitvoeren volgens standaardprocedures – de oplossing wiskundig correct noteren.
- Ikid1: Vertrouwen hebben in zichzelf – zichzelf
aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen – zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen – voor zichzelf opkomen.
- IKid2: Reflecteren op eigen mogelijkheden en
beperkingen en daaruit leren over zichzelf – over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren.
- Ivzv2: De eigen leerwinst juist inschatten met oog voor wat men (nieuw) heeft geleerd, over zichzelf heeft geleerd en over wat men verder nodig heeft.
9.50 3c Opstart sprint -
10.30 1c Schrijven - MZkm4 : vloeiend schrijven
10.55 2c Wiskunde Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 20
- WDgk1: Gestructureerde en ongestructureerde hoeveelheden onderzoeken, schatten, vergelijken en sorteren door actief ervaringen op te doen en daarbij woorden gebruiken zoals veel, weinig, niets, evenveel, niet evenveel, te veel, te weinig, over, te kort, meer,
minder, meest, minst, is meer dan, is minder dan, is gelijk aan, is niet gelijk aan.
- WDgk1 : Een rangorde aangeven met rangtelwoorden en de termen eerste, middelste, laatste, vorige, volgende, voorlaatste, juist voor, juist na kennen en gebruiken.
- WDgk1: Een hoeveelheid tot 5 onmiddellijk herkennen zonder te tellen ( = subiteren)
- WDgk2 : Synchroon en resultatief tellen en terugtellen binnen het bereik tot 10.
- WDgk3: Natuurlijke getallen (her)structureren om vlot bewerkingen uit te voeren en de splitsingen en andere herstructureringen paraat kennen van getallen ≤ 10.
- WDiw3 : Eenvoudige gegevens wiskundig vertalen.
- WDiw5 : Eenvoudige wiskundetaal gebruiken.
- WDrv4 : Optellingen met een som ≤ 10 paraat kennen.
- WDrv4 : Aftrekkingen met een som ≤ 10 paraat kennen.
- Ikid1: Vertrouwen hebben in zichzelf – zichzelf
aanvaarden met zijn mogelijkheden en beperkingen – zichzelf durven zijn, alleen en tussen anderen – voor zichzelf opkomen.
- IKid2: Reflecteren op eigen mogelijkheden en
beperkingen en daaruit leren over zichzelf – over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren.
- Ivzv2: De eigen leerwinst juist inschatten met oog voor wat men (nieuw) heeft geleerd, over zichzelf heeft geleerd en over wat men verder nodig heeft.
- 11.20 4c Spelling :
Klasinterne zorg
Katten- en apenafspraak
- TOtn2: Spelling van medeklinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten:
tweelettergrepige woorden met verdubbeling van de medeklinker ( bv knorren)
- TOtn2: Spelling van klinkers onderzoeken en deze inzichten gebruiken in betekenisvolle schrijfopdrachten :
tweelettergrepige woorden met ongedekte klinker in open lettergrepen ( bv jagen)
-