• No results found

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Het eerste herstelbesluit van 13 juli 2018, waarbij doseringsvoorschriften zijn gegeven voor de toepassing van de toevoegingsstof BCP Oil 850, wordt hersteld. In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift is voor “Andere gewassen” een maximale dosering opgenomen van 2 - 10 liter/hectare per

gewasbehandeling.

Deze dosering wordt verlaagd tot: maximaal 3 liter /hectare per gewasbehandeling.

1. tweede HERSTELBESLUIT TOELATINGToevoegingsstof

Op d.d. 20 mei 2015 is een aanvraag 20150858 TT voor de toelating van een toevoegingsstof ontvangen van:

BELCHIM Crop Protection nv/sa Technologielaan 7

B-1840 LONDERZEEL BELGIE

De aanvraag heeft betrekking op de toevoegingsstof BCP OIL 850

Bij herstelbesluit van 13 juli 2018 zijn voor de toepassing bij andere gewassen ontbrekende doseringsvoorschriften alsnog opgenomen in het WGGA.

Deze doseringsvoorschriften van 2-10 l/ha leveren echter strijd op met het recht, omdat naar het oordeel van het college de minerale olie in concentraties boven 3L/ha als werkzame stof moet worden beschouwd, tenzij de niet-werkzaamheid wordt aangetoond.

Een toevoegingsstof mag geen werkzame stof zijn.

Naar aanleiding van de bezwaren van Certis BV en de instemmende reactie hierop van het Ctgb heeft de toelatinghouder zich akkoord verklaard met een beperking van de

doseringsvoorschriften tot maximaal 3L/ha.

(2)

formuleringshulpstof bevat, die in bijlage III van de verordening (EG) 1107/2009, is opgenomen.

* art 2 (3) (d) 1107/2009: Toevoegingsstoffen zijn stoffen en preparaten die bestaan uit formuleringshulpstoffen of preparaten die een of meer formuleringshulpstoffen bevatten, (…)

* art 2(3) (c) 1107/2009: Formuleringshulpstoffen zijn stoffen of preparaten die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt in een gewasbeschermingsmiddel of toevoegingsstof, maar die geen werkzame stoffen, beschermstoffen of synergisten zijn.

* artikel 11.10b van de Regeling toelating gewasbeschermingsmiddel bepaalt dat een toelating van een toevoegingsstof kan worden gewijzigd indien

a. aanwijzingen bestaan dat de toevoegingstof mogelijk een risico inhoudt voor mens, dier of milieu;

b. onjuiste of misleidende informatie is verstrekt met betrekking tot de gegevens op basis waarvan de toelating is verstrekt; of

c. niet voldaan is aan een voorwaarde in de toelating.

OVERWEGINGEN van het college:

* het betreft hier een minerale olie die in een dosering van meer dan 3L/ha beschouwd kan worden als werkzame stof tegen insecten. De toelatinghouder heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt.

Een toevoegingsstof is een formuleringshulpstof. Een formuleringshulpstof mag geen werkzame stof zijn..

Er is bij deze hogere doseringen dus niet voldaan aan de toelatingsvoorwaarde dat het hier een toevoegingsstof moet betreffen.

* vergelijkbare minerale olies zijn goedgekeurde werkzame stoffen, waarbij de dosering vanwege milieubezwaren is gemaximeerd op 6,25 L/ha. Nu de dosering om de hierboven genoemde reden met instemming van beide partijen zal worden aangepast, behoeft de vraag naar mogelijke ernstige milieubezwaren geen verdere behandeling.

HET COLLEGE BESLUIT daarom als volgt:

1.1 Toelating

De toevoegingsstof wordt toegelaten onder nummer 14907 N

tot het moment dat er een toelating volgens de Europese regelgeving kan worden verleend.

1.2 Samenstelling, functie en etikettering

De toelating geldt uitsluitend voor de toevoegingsstof zoals dat ten aanzien van de

samenstelling, functie en etikettering door de toelatingshouder is aangevraagd en door Ctgb is verleend.

(3)

Etikettering:

de identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel:

Minerale olie

Pictogram GHS08

Signaalwoord GEVAAR

Gevarenaanduidingen H304 Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.

Voorzorgsmaatregelen P301 + P310 NA INSLIKKEN: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of arts raadplegen.

P331 GEEN braken opwekken.

P405 Achter slot bewaren.

P501 Inhoud en verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval.

Aanvullende etiketelementen

-

Kinderveilige sluiting verplicht Nee Voelbare gevaarsaanduiding verplicht Nee

1.3 Gebruik

Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I bij dit besluit is voorgeschreven.

1.4 Beoordeling

Zolang nog geen beoordelingskader voor de toelating van toevoegingsstoffen in Europese procedures is vastgelegd, is de toets op toelaatbaarheid door het Ctgb beperkt tot de voorwaarden

- dat het een formuleringshulpstof moet betreffen en dus geen werkzame stof, synergist of safener;

- dat de toevoegingsstof geen formuleringshulpstof bevat, die in bijlage III van verordening (EG) 1107/2009 is opgenomen.

Het door de aanvrager ingediende wettelijk gebruiksvoorschrift, de gebruiksaanwijzing en de etikettering zijn dus niet beoordeeld op mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu.

(4)

Bezwaarmogelijkheid

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA, EDE.

Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.

Ede, 14 december 2018

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor deze:

de secretaris, voor deze:

dr. ir. M.C. van Eerd-van Putten,

Teamleider collegeadvies en projectplanning

(5)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

BIJLAGE I bij het tweede herstelbesluit tot toelating van de toevoegingsstof BCP OIL 850, toelatingsnummer 14907 N

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Bieten

BCP OIL 850 wordt gebruikt na de opkomst in menging met erkende herbiciden tegen tweezaadlobbige onkruiden.

a) In een onkruidbestrijdingssysteem met gesplitste toepassingen (LDS) zal per toepassing de dosering van BCP OIL 850 maximaal 0,3-0,5 L/ha bedragen, dit in functie van het gewas en de klimatologische omstandigheden.

b) Op grote onkruiden en bieten in voldoende mate ontwikkeld (> 2 echte bladeren) kan de dosering aangepast worden tot 0,5 a 2 L/ha, dit in functie van de klimatologische

omstandigheden.

c)Toevoegen aan grassenbestrijdingsmiddelen in een dosering van 0,5-1,0 L/ha indien noodzakelijk.

Granen

Toepassen in een dosering van 1 L/ha in menging met een naopkomst herbicide indien noodzakelijk.

Andere gewassen

Daarnaast kan BCP OIL 850 worden toegepast in tal van andere gewassen als toevoeging van gewasbeschermingsmiddelen tegen onkruiden, schimmels en insecten. Dosering:

maximaal 3 L/ha per gewasbehandeling.

De adviesdosering is afhankelijk van de omstandigheden tijdens toepassing, de afharding van het gewas, de weersinvloeden, de spuittechniek, de dosering en combinaties van de gewasbeschermingsmiddelen waaraan het wordt toegevoegd, etc. Hierbij kan enige fytotoxiteit niet worden uitgesloten. Voor meer informatie raadpleeg uw leverancier.

Indien nog geen ervaring in een bepaald gewas is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd te worden teneinde de verdraagzaamheid van het gewas te testen.

Aangezien de regels voor toevoegingstoffen nog in Europese procedures moeten worden vastgelegd, heeft er geen risicobeoordeling kunnen plaatsvinden en is de werkzaamheid niet beoordeeld. Er is uitsluitend gekeken of de toevoegingstof een formuleringshulpstof is of uit formuleringshulpstoffen bestaat, die niet in bijlage III van verordening (EG) 1107/2009 is opgenomen. Het door de aanvrager ingediende wettelijk gebruiksvoorschrift, de

gebruiksaanwijzing en de etikettering zijn dus niet beoordeeld op mogelijke risico’s en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de respijttermijnen vastgesteld voor het oude etiket volgens het besluit beleidsregel respijttermijnen voor gewasbeschermingsmiddelen wordt verwezen naar bijlage I bij

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene

The acute and long-term risks of DIFURE SOLO to wild mammals were assessed using the ‘Guidance of EFSA – Risk assessment for Birds and Mammals’(EFSA 2009) by calculating the

The acute and long-term risks of DIFURE SOLO to wild mammals were assessed using the ‘Guidance of EFSA – Risk assessment for Birds and Mammals’(EFSA 2009) by calculating the

Based on the risk assessment, it can be concluded that no adverse health effects are expected for the unprotected bystander, nor for nearby non-work related bystanders and

Table E.15a-b show the estimated daily uptake values (ETE, Estimated Theoretical Exposure) for acute and long-term exposure, using the Food Intake Rate of the indicator species (FIR)

The proposed extension for use involves an application on soybean for which the risk assessment for the bystander, resident and worker can be extrapolated from the

- minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in de eerste 20 meter van de boomgaard in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel