• No results found

Vergadering algemeen bestuur 17 februari 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergadering algemeen bestuur 17 februari 2021"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kenmerk: B2021/3954

Notulen van: Datum:

Vergadering algemeen bestuur 17 februari 2021

Locatie: Tijd:

Digitaal, via ZOOM 20.00 uur

Aanwezige

AB-leden: De heer S.M.M. Kuks (voorzitter), mevrouw B.H.M. Aarnink (lid dagelijks bestuur/

Water Natuurlijk), de heer J. van Agteren (lid dagelijks bestuur/AWP), de heer H. Alberts (Natuur), de heer R.I. Andringa (secretaris), de heer J.A.G. Arkink (CDA), de heer C. Bos (CDA), mevrouw A.A. Broekman-Veltman (VVD), mevrouw M. van Dijk (Water Natuurlijk), de heer F. Ensink (CDA), de heer W.E. van de Griendt (Water Natuurlijk), mevrouw E. Hemmers-Markerink (CDA), de heer J. van Keulen (Bedrijven), mevrouw H. Kramer-Brunink (Landbouw), mevrouw A. Kranenburg (Water Natuurlijk), de heer D.E.J. Lievers (lid dagelijks bestuur/Bedrijven), de heer E.J. Meijboom

(50PLUS), de heer C.H.M. Mentink (Landbouw), mevrouw R.B.J. Merz (AWP), de heer J. Nicolaï (Water Natuurlijk), mevrouw E.F.M. Pot (Water Natuurlijk), de heer P.F.

Rijtema (VVD), mevrouw J.H.M. Rikkink-Knippers (VVD), de heer P.R.C.M. Schnellen (Bedrijven), de heer A.W.J. Schoo (OUDERENPARTIJ), de heer W.A. Siebring

(Landbouw), de heer W. Stegeman (lid dagelijks bestuur/CDA), de heer W.H. Tromp (ChristenUnie), de heer M.G.T. Wispels (AWP)

Afwezige AB-leden:

Verder

aanwezig: Mevrouw A. Wullink (bestuurssecretaris)

I. Algemeen

1. Opening en vaststelling agenda

De voorzitter: Dames en heren. Het is 20.00 uur. Welkom bij de algemeen bestuursvergadering van het waterschap Vechtstromen op 17 februari 2021. Wij hebben vanavond 57 deelnemers in deze Zoom bijeenkomst. Dus buiten het algemeen bestuur en fractieondersteuners zijn er ook diverse andere belangstellenden. Ook aan hen van harte welkom. Zoals gebruikelijk ga ik eerst aan de hand van de namenlijst op alfabetische volgorde inventariseren wie aanwezig is. Wilt u daarvoor allemaal alvast uw microfoon openzetten. Daardoor gaat het iets sneller. Als u aangeeft dat u aanwezig bent zorgt u dan ook dat uw camera aanstaat zodat ik u kan zien. Ik heb geen bericht van afmelding ontvangen dus veronderstel ik dat u er allemaal bent, maar dat gaan wij nu verifiëren. Allereerst mevrouw Aarnink.

Mevrouw Aarnink: Aanwezig.

De voorzitter: De heer Van Agteren.

De heer Van Agteren: Aanwezig.

(2)

De voorzitter: De heer Alberts.

De heer Alberts (Natuurterreinen): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Arkink.

De heer Arkink (CDA): Ook aanwezig.

De voorzitter: De heer Bos.

De heer Bos (CDA): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Broekman-Veldman.

Mevrouw Broekman-Veldman (VVD): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Van Dijk.

Mevrouw Van Dijk (Water Natuurlijk): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Ensink.

De heer Ensink (CDA): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Van de Griendt.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Hemmers-Markerink.

Mevrouw Hemmers-Markerink (CDA): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Van Keulen.

De heer Van Keulen (Bedrijven): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Kramer-Brunink.

Mevrouw Kramer-Brunink (Landbouw): Aanwezig.

De voorzitter: Dan mevrouw Kranenburg.

Mevrouw Kranenburg (Water Natuurlijk): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Lievers.

De heer Lievers: Aanwezig.

De voorzitter: De heer Meijboom.

(3)

De heer Meijboom (50PLUS): Ja hoor aanwezig.

De voorzitter: De heer Mentink.

De heer Mentink (Landbouw): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Merz.

Mevrouw Merz (AWP): Ik ben er.

De voorzitter: De heer Nicolaï.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Pot.

Mevrouw Pot (Water Natuurlijk): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Rijtema.

De heer Rijtema (VVD): Aanwezig.

De voorzitter: Mevrouw Rikkink-Knippers.

Mevrouw Rikkink-Knippers (VVD): Aanwezig.

De voorzitter: De heer Schnellen. De heer Schnellen hoor ik niet.

De heer Schnellen (Bedrijven): Ja, ik had het geluid niet aanstaan meneer de voorzitter.

De voorzitter: Ah, u bent er wel. Ja, ik hoor u ook. Ik zie het dank u.

De voorzitter: De heer Schoo.

De heer Schoo (OUDERENPARTIJ): Ook aanwezig.

De voorzitter: De heer Siebring.

De heer Siebring (Landbouw): Ja, present.

De voorzitter: De heer Stegeman.

De heer Stegeman: Aanwezig.

De voorzitter: De heer Tromp.

De heer Tromp (ChristenUnie): Aanwezig.

De voorzitter: En de heer Wispels.

De heer Wispels (AWP): Appél.

(4)

De voorzitter: Nou fantastisch u bent er allemaal. Dan hebben wij een volle bezetting vanavond. Dan aan u de vraag of u kunt instemmen met de agenda zoals die voorligt en of dat ook betekent dat de hamerstukken, hamerstukken kunnen blijven. Daarbij wil ik opmerken dat ik nog wel de

hamerstukken één voor één zal langslopen zodat u, als u dat wilt, in de gelegenheid bent een stemverklaring af te leggen bij een betreffend hamerstuk. Nogmaals als u dat wenst. Een reactie op de agenda? Allereerst mevrouw Kranenburg.

Mevrouw Kranenburg (Water Natuurlijk): Dank voorzitter. Zoals medegedeeld ben ik van plan samen met een aantal medebestuursleden een zogeheten motie vreemd in te dienen.

De voorzitter: Helder. Dat zou procedureel betekenen dat die motie dan aan het einde van de vergadering na de reguliere agenda in behandeling komt. Dan voegen wij dat toe als agendapunt na het laatste agendapunt, dus na negen en voor tien. Nou, wie weet wordt het ook voor negenen. Nee, dat denk ik niet. Na negenen en voor tienen bedoel ik. Nog iemand anders over de agenda?

De heer Van de Griendt: Ja, ik had mijn hand opgestoken voorzitter. Ik neem aan dat u nog een officiële mededeling... Sorry, dat u nog de officiële mededeling gaat doen dat de beleidslijn bronaanpak vandaag van de agenda afgaat?

De voorzitter: Ja, dat ga ik nu doen. Het dagelijks bestuur heeft u een mail gestuurd waarin is

aangegeven dat het dagelijks bestuur graag een aantal zaken in dit voorstel nader wil verduidelijken, om die reden het onderwerp van de agenda wil halen en de volgende keer weer in bespreking wil brengen. Mijn vraag aan u is of u daarmee kunt instemmen. Dat betreft dus agendapunt 6 om het dagelijks bestuursvoorstel te laten vervallen. Als ik geen reactie van uw kant zie ga ik er vanuit dat u allen kunt instemmen. Zo ja, dan is dat een wijziging op de agenda. Inclusief de wijziging van

mevrouw Kranenburg. Zijn er nog andere wijzigingsvoorstellen? Zo niet, dan wordt dit de agenda en stellen wij die vast. Bij deze.

2. Verslag openbare vergadering 16 december 2020 + toezeggingenlijst

De voorzitter: Dan is aan de orde het verslag van de vergadering van 16 december 2020. Allereerst het verslag en daarna de actiepuntenlijst. Is er iemand van u die een opmerking heeft bij het verslag van 13 pagina’s? Ik zie van niemand een hand of enig signaal dus veronderstel ik dat u allen kunt instemmen met het verslag. Dan stellen wij dat vast. Aldus besloten. Dan de toezeggingenlijst. Is er van uw kant een opmerking naar aanleiding van die toezeggingslijst? Zo niet, dan kunnen wij door naar agendapunt 3.

3. Vragenhalfuur

De voorzitter: Agendapunt 3 betreft het vragenhalfuur. Er is een vraag aangemeld door de heer van de Griendt. Ik geef hem nu graag het woord.

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk): Ja dank u voorzitter. Voorzitter wij hebben de afgelopen week uit het nieuws vernomen dat de Nederlandsche Waterschapsbank is opgelicht voor 12 miljoen euro. Daar zal de bank zelf nog het meest van geschrokken zijn en ondertussen zijn zij volgens mij druk aan het zoeken naar de oorzaak om nieuwe gevallen te voorkomen. Ons bereikt wel het bericht dat de woordvoerder van de informatiebeveiligingsdienst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangeeft dat het zo goed als zeker is dat het verificatieproces, het controlemechanisme voor het aanvragen van leningen, van de Nederlandse Waterschapsbank heeft gefaald. Vandaar dat wij toch enkele vragen willen stellen om van de portefeuillehouder te horen dat wij nog steeds op de

(5)

bank en haar systeem mogen vertrouwen. Wanneer bent u door de Nederlandsche

Waterschapsbank geïnformeerd over het fraudegeval? Bent u als aandeelhouder op de hoogte van de aanpak van het onderzoek van de NWB? Heeft u vertrouwen in dit onderzoek naar de oorzaak van het fraudegeval? Heeft u enige aanwijzingen dat hier iets meer aan de hand is dan een zeer

jammerlijk incident? Weet u of er al aanvullende maatregelen zijn getroffen om dit soort fraudegevallen in de toekomst te voorkomen? Dat waren onze vragen voorzitter.

De voorzitter: Dank u. Voor beantwoording van uw vragen geef ik het woord aan de heer Stegeman die als portefeuillehouder Financiën ons ook vertegenwoordigt als aandeelhouder bij de

Nederlandsche Waterschapsbank. Het woord is aan de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Dank u wel voorzitter. Ik ben voor het eerst op de hoogte gebracht via een algeheel persbericht dat zondagavond 20.04 uur is verspreid. Ik vond het een bijzonder opmerkelijk tijdstip. Achteraf is mij duidelijk geworden dat zij op dat moment daartoe hebben beslist omdat hen duidelijk was geworden dat dagblad De Stem met deze mededeling naar buiten zou komen hoe het een gemeente in Brabant betrof. Opvolgend heb ik op dinsdag als aandeelhouder nog een formele een brief gekregen van de directievoorzitter. Dit is een eenzijdig iets dat echt hun aandacht heeft. Zij hebben het bij alle toezichthouders gemeld. Zij hebben aangifte gedaan. Juist vanwege het feit dat aangifte is gedaan zijn zij ontzettend terughoudend in het doen van mededelingen hoe het nu precies zit en wat er aan de hand is. Zij hebben ons verzekerd dat het de bedrijfsvoering in totaliteit niet zal schaden. Het was een stabiel bedrijf en het blijft een stabiel bedrijf. En dat zij zich binnenkort beraden hoe zij de aandeelhouders verder willen informeren. De vraag of ik er vertrouwen in heb. In de jaren dat ik aandeelhouder mocht zijn heb ik alle vertrouwen gehad in de Nederlandsche

Waterschapsbank. Ik heb geen reden op dit moment dat vertrouwen niet meer te hebben. Het is een incident. De suggestie die van de zijde van de woordvoerder van het VNG is gedaan moet ik voor kennisgeving aannemen. Ik denk dat het gepast is dat de Nederlandsche Waterschapsbank daar zelf op reageert en daarmee naar buiten treedt. Ik denk niet dat het een goede zaak is als wij gaan suggereren wat het mogelijk is geweest. Nogmaals, zij zijn op dit moment absoluut terughoudend in het geven van informatie om het proces dat zij bij justitie hebben lopen niet te doorkruisen. Te zijner tijd zullen wij daarover nadere uitleg krijgen en ik ga er vanuit dat dit voor hen een heel onplezierig leermoment is geweest en dat zij daaruit de nodigde lering zullen trekken. Tot zover voorzitter.

De voorzitter: Dat is het antwoord. Ik ga eerst naar de heer Van de Griendt. Ik zie ook een hand van de heer Schoo maar ik ga eerst met de heer Van de Griendt verder. Zijn hiermee uw vragen

voldoende beantwoord?

De heer Van de Griendt (Water Natuurlijk): Ja voorzitter. Ze zijn voldoende beantwoord. Ik begrijp de situatie. Ik ben blij dat de portefeuillehouder er nog steeds vertrouwen in heeft. Wij hebben dat vertrouwen ook en zien het ook als leermoment. Nou, wij gaan met zijn allen volgen wat er gebeurt.

Dank u wel.

De voorzitter: Ik zag een hand van de heer Schoo. Ik neem aan in relatie tot dit onderwerp. De heer Schoo van de OUDERENPARTIJ.

De heer Schoo (OUDERENPARTIJ): Ja, ik had ook vragen in deze richting. Dat heb ik al telefonisch aangegeven maar de vragen zijn door de heer Van de Griendt goed gesteld. Alleen heb ik nog geen vertrouwen. Ik wil graag tekst en uitleg hebben en als bestuurslid en als algemeen bestuurslid weten wat er nu precies gebeurd is. Als dat niet openbaar kan dan zou ik dat in vertrouwen willen weten.

Maar ik vind dit nogal shockerend. Daarbij komt nog een opmerking van mij. Ik hoorde in de

berichtgeving dat zij een eigen kapitaal hebben van 1,7 miljard euro. Ik vraag mij wel af of wij daar als

(6)

waterschap gebruik van kunnen maken. Ik zal een voorstel doen. Wij gaan een lening aan van 20 miljoen euro voor 0% rente en als wij te zijner tijd weer dividend krijgen betalen wij dat terug. Maar ik vind 1,7 miljard van zo’n bank wel heel veel geld.

De voorzitter: De portefeuillehouder de heer Stegeman.

De heer Stegeman: De heer Schoo doet een suggestie. Laat ik eerst zeggen dat ik graag bereid ben op het moment dat zij mededelingen doen die openbaar worden behandeld deze met u te delen. Ik moet wel de codes in acht nemen die de bank ook in acht moet nemen. Ook in relatie tot hun toezichthouders. Daaraan zijn zij ook gehouden. De suggestie om nu te vragen om een renteloze lening en die in een later stadium te betalen met het dividend is een idee maar volgens mij hebben zij een bepaalde regeling, een bepaalde treasury die je niet zomaar ad hoc kunt doorkruisen. Het is een zeer solide beleid dat zij voeren. Zij zijn een zogenaamd triple A orgaan. In die zin denk ik dat wij dit echt als een incident moeten beschouwen en dit incident niet een aanleiding zal zijn om de financiering en de financieringsvoorwaarden aan instellingen als de onze te veranderen. Die mening deel ik niet met u.

De voorzitter: Dat is de reactie van de portefeuillehouder. De heer Schoo?

De heer Schoo (OUDERENPARTIJ): Ja, bedankt voor uw reactie maar ik ben het daarmee natuurlijk niet eens. Ik wil niet zeggen dat wij dat nu direct moeten doen maar er komen in de toekomst zaken aan en dan lijkt het mij verstandig daar eens goed over na te denken als algemeen bestuur en als dagelijks bestuur. Om gebruik te maken van die mogelijkheid als dat kan. Ik vind 1,7 miljard euro reserve in deze tijd heel veel geld.

De heer Stegeman: Maar als je het in hun wereld beschouwd zijn zij nog een kleine speler in het kader van de hele bankwereld.

De voorzitter: Dan ga ik naar de heer Meijboom van 50PLUS.

De heer Meijboom (50PLUS): Nou ja, wij kunnen die lening misschien niet direct makkelijk van hen krijgen maar als wij ons voordoen als de gemeente Steenbergen moet dat toch wel lukken. Zou het ook een vraag zijn over de governance van de bank, want er zit wel een Raad van Commissarissen boven die hier kennelijk totaal niet van de op de hoogte was en erdoor verrast is. Dat is niet de bedoeling van een Raad van Commissarissen.

De voorzitter: De portefeuillehouder de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Ik wel even melden dat zij het gelijktijdig bij hun toezichthouders zowel intern als extern hebben gemeld. Ik kan mij ook voorstellen dat bij de toezichthouders ook de bellen zijn gaan rinkelen en dat zij de nodige maatregelen zullen nemen en afspraken zullen maken. Dat zij misschien correcties in het bedrijfsvoeringproces moeten maken om in ieder geval te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt.

De heer Meijboom (50PLUS): Maar zijn er in het verleden nooit vraagtekens gezet bij de governance van deze bank?

De heer Stegeman: Dit is de eerste keer dat het ons als Nederlandsche Waterschapsbank overkomt en het is ook de eerste keer dat dit naar buiten komt.

(7)

De heer Meijboom (50PLUS): De taak is niet te reageren bij de eerste keer maar men moet bekijken of de systemen op orde zijn.

De heer Stegeman: Ja, ik ga er vanuit dat die interne controle maximaal is. Hier is op een of andere wijze iets misgegaan. Ik weet de oorzaak niet. Het zal zeker onderzocht worden. De oorzaak wordt dus onderzocht. Er wordt natuurlijk gekeken in hoeverre het nog terug te vorderen is en dat soort zaken. In dit stadium is daarover niets bekend. Men is ook niet bereid in dit stadium uitlatingen daarover te doen om het proces dat onder justitiële handen ligt nu niet te doorkruisen.

De heer Meijboom (50PLUS): Nee dat bedoel ik ook niet maar ik wil er alleen op wijzen dat wij als aandeelhouder en u als aandeelhoudersvertegenwoordiging in de toekomst, als deze zaak voorbij is, nog eens in gesprek moet gaan met de Raad van Commissarissen wat hun beleving hiervan is.

De heer Stegeman: U mag er vanuit gaan dat dit onderwerp zeker op de agenda komt bij het

eerstvolgend overleg dat wij in april gaan voeren als aandeelhouders binnen de waterschapswereld.

Wij hebben regelmatig onderling overleg in Houten. Het zal dit keer misschien digitaal moeten gebeuren waarbij de aandeelhouders afkomstig van de waterschappen met elkaar overleggen. Mij is ook uit app-verkeer gebleken dat de afgelopen dagen een aantal mensen zich daarvoor hebben ingespannen. Ik heb de formele weg bewandeld en heb rechtstreeks contact gezocht met de

Nederlandsche Waterschapsbank en dit is de officiële mededeling die zij op dit moment willen doen.

Uiteraard komt dit terug in een later stadium.

De voorzitter: Is dit onderwerp voor dit vragenhalfuur voldoende besproken? Is er nog iemand anders die gebruik wil maken van dit vragenhalfuur? Ik zie de heer Arkink van het CDA. Aan u het woord.

De heer Arkink (CDA): Ja, goedenavond allemaal. Het gaat er mij even om dat ik een bericht in de krant las over de RWZI Tubbergen. Gisteren stond daarover een verhaal in de Tubantia. Mijn vraag is in hoeverre zijn wij als Vechtstromen of de gemeente Tubbergen daarvoor verantwoordelijk. Er staan allerlei verhalen in over maatwerkbesluiten en normoverschrijdingen. Wij hebben het er al eerder over gehad maar wat is de duiding? Hoe moet ik dat zien?

De voorzitter: Dat lijkt mij een vraag voor de heer Lievers als portefeuillehouder Waterketen en Zuivering. Het woord is aan de heer Lievers.

De heer Lievers: Ja, dank u wel. Bij de RWZI Tubbergen spelen twee zaken. Een heeft te maken met de overstort. Dat is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarover voeren wij op dit moment ook gesprekken met de gemeente. En het functioneren van de RWZI zelf. U heeft in het

krantenbericht kunnen lezen dat wij hier te maken hebben met een verouderde installatie. Die staat ook hoog op onze lijst om gerenoveerd te worden. Wij beginnen dit jaar al met het maken van concrete plannen en volgend jaar met de renovatie. Dat is in 2024 afgerond. Maar dat betekent wel dat wij op dit moment niet aan de wettelijke criteria voldoen en daarvoor een maatwerkbesluit hebben genomen. Dat hebben wij met een aantal zuiveringen gedaan. Maar wel een

maatwerkbesluit tot aan de termijn dat de zuivering gereed is. Dus tot 2024. Het klopt, er zijn overschrijdingen van de normen. Zij zijn niet zo ernstig als uit het krantenartikel wellicht zou kunnen worden opgemaakt. Maar de zuivering wordt op zeer korte termijn gerenoveerd en daarmee gaan wij dan ook voldaan aan die wettelijke criteria.

De voorzitter: Is daarmee uw vraag beantwoord meneer Arkink? Ja? Zie ik nog iemand anders in het kader van dit vragenhalfuur? Zo niet, dan sluiten wij het vragenhalfuur af en gaan wij door naar agendapunt vier Ingekomen stukken en mededelingen. Er staan twee stukken op de agenda.

(8)

4. Ingekomen stukken en mededelingen

4a. Besluit dagelijks bestuur over uitvoeringsplan Vergunningverlening Toezicht en Handhaving 2021.

De voorzitter: Allereerst het besluit van het dagelijks bestuur over uitvoeringsplan

Vergunningverlening Toezicht en Handhaving voor 2021. Is er iemand die daarover het woord wil voeren? Ik zie de heer Van Keulen. Aan u het woord. En daarna de heer Rijtema.

De heer Van Keulen (Bedrijven): Ja, dank u wel voorzitter. Een ambitieus plan waar wij volledig achterstaan als Bedrijven. Ik heb alleen twee opmerkingen. In de agenda die net behandeld is door punt 6 te schrappen denk ik ook dat dit stuk daarop nog even gescreend moet worden want er wordt gesproken over de aanpak van de bron. Dat is dus puur een gevolg van het schrappen. Dan heb ik een vraag over punt 1 B punt 1: De slimme Vecht. Er staat: “Het project de slimme Vecht kan alleen uitgevoerd worden als er gebruik zal worden gemaakt van het Innovatiebudget.” Mijn vraag is of dat het innovatiebudget van Vechtstromen is waarop wij zuinig moeten zijn of dit een innovatiebudget van alle clubs bij elkaar is?

De voorzitter: Ja, dan ga ik door naar de heer Rijtema van de VVD en daarna de heer Nicolaï. De heer Rijtema.

De heer Rijtema (VVD): Dank u wel voorzitter. Het stuk is op zich helder. Ik ben een groot voorstander van een beknopte weergave maar om nou alleen onder de speerpunten onder het derde bullit ‘discrepantie’ te zetten is mij wel heel erg kort door de bocht. Ik ken het begrip

‘discrepantie’ maar ik zou toch graag willen weten hoe dat hier gebruikt wordt en discrepantie waartussen? Dat zou wat verheldering kunnen geven. Vooral omdat er in de rest van het stuk niet nader op ingegaan wordt of in ieder geval geen uitleg over gegeven wordt. De tweede vraag die ik heb. Kunnen wij over dit uitvoeringsplan zo rond november, net als vorig jaar, ook weer een voortgangsrapportage tegemoet zien? Dat waren mijn vragen.

De voorzitter: Helder. Dan gaan wij door naar de heer Nicolaï van Water Natuurlijk. Aan u het woord.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Dank u voorzitter. Allereerst een mooi overzichtelijk plaatje. Ik moest eerst wel even kijken een uitvoeringsplan met al die wieltjes en raderen en schematisch hoe het nu precies in elkaar zat maar uiteindelijk blijkt het toch best een duidelijk overzicht te zijn.

Tevreden dat er flink geïnvesteerd wordt in taak en toezicht op de Vecht. In het verleden hebben wij weleens kritiek geuit op de portefeuillehouder maar wij zien dat er nu wel 460 uren voor

uitgetrokken worden. Wij hebben nog wel een vraag. Wij komen de kreet ‘slimme Vecht’ tegen. Ja, slim. Slim is in Drenthe in ieder geval geen positieve kreet. Laat ik het zo zeggen. Dus een slimme Vecht, wat wordt daarmee bedoeld? Dat is mijn vraag.

De voorzitter: Ja. Die uitleg van slim kennen wij denk ik allemaal in Oost-Nederland. Als er geen verdere vragen of opmerkingen zijn geef ik het woord aan de portefeuillehouder. Dat is de heer Van Agteren. Die kan wel uitleg geven over slim denk ik.

De heer Van Agteren: Ja, dat is wel slim meneer Nicolaï hé? Ja voorzitter. Ik begin even met meneer Van Keulen met betrekking tot de bronaanpak. Wij hadden die inderdaad al opgenomen maar wij starten daar natuurlijk niet eerder mee dan op het moment dat het stuk ook aangenomen is. Als de behandeling doorschuift dan schuift dat ook met een maand door in de aanpak daarvan rondom handhaving en toezicht. Dan de slimme Vecht en dat is niet in een negatieve maar in een positieve

(9)

zin bedoeld. Dat is een traject waarbij met name gebruik wordt gemaakt van de digitale

mogelijkheden. Waarbij wij een beroep doen op ons eigen innovatiefonds want dat was de vraag van meneer Van Keulen. Dat ligt bij de commissie voor. Wij hebben goede hoop dat het voldoet aan de criteria zoals wij die met elkaar hebben afgesproken. Wij hebben dus ook goede hoop dat de onafhankelijke commissie dat gaat honoreren. Zo gauw dat gehonoreerd is pakken wij dat op.

Waarbij wij dan nog extra aandacht rondom ons gebruik van de Vecht kunnen hanteren. Ik denk dat het een mooi project is waar wij ook met elkaar en andere waterschappen wat van kunnen leren. Het heeft een multifunctionele invulling. Als wij toch bij de Vecht zijn dan naar wat de heer Nicolaï zei dat wij nu 460 uren hebben. Dat hadden wij vorig jaar ook en dat was een stijging van 50%. Wij vonden het belangrijk dat te continueren omdat er veel rondom de Vecht speelt. Dat vonden wij belangrijk en nog steeds belangrijk. Vandaar dat wij dat ook continueren. Het slimme Vecht project komt daar dan nog bij. Uiteindelijk worden de handhavingszaken bij de Vecht daarmee alleen maar versterkt.

Ja, als het meneer Rijtema goed is zal ik u de exacte uitleg van ‘discrepantie’ per memo doen toekomen. Ik heb daar op dit moment geen direct antwoord op.

De voorzitter: Ja, dan ga ik naar de heer Van Keulen en daarna de heer Rijtema. De heer Van Keulen van Bedrijven.

De heer Van Keulen (Bedrijven): Ja voorzitter wij hebben een aanvullende vraag over het

innovatiefonds. Ik begrijp dus dat het inderdaad het innovatiebudget van Vechtstromen is. Dan neem ik ook aan dat het alleen bedoeld is voor de VTH-ambtenaren van Vechtstromen en niet voor de andere van de RUD’s? En dat het een solitair gebeuren is van Vechtstromen.

De voorzitter: De heer Van Agteren.

De heer Van Agteren: Het is een project van Vechtstromen meneer Van Keulen. Dus het

innovatiefonds waarop wij een beroep doen is het eigen innovatiefonds en bedoelt voor ons eigen slimme Vecht project.

De voorzitter: En het is een innovatie in handhaving. Dus het moet ook iets opleveren op andere plekken waar wij moeten handhaven. Dan de heer Rijtema van de VVD en daarna de heer Nicolaï van Water Natuurlijk.

De heer Rijtema (VVD): Dank u wel voorzitter. Ik heb op één vraag nog geen antwoord gekregen. Ik heb ook gevraagd of wij rond november weer een voortgangsrapportage over dit uitvoeringsplan tegemoet kunnen zien.

De heer Van Agteren: Sorry, deze vraag heb ik over het hoofd gezien. Inderdaad krijgt u dat aan het einde van het jaar weer te zien. Wij evalueren altijd in augustus hoe dan de stand van zaken is en in september, oktober wordt u dat aangereikt ter informatie.

De voorzitter: Ja, mooi. Dat was inderdaad de tweede vraag van de heer Rijtema. Dan de heer Nicolaï van Water Natuurlijk.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ja, ik heb nog een opmerking over de slimme Vecht. Ik denk dat het een mooie manier is om toch te kijken wat wij meer kunnen doen in minder tijd. Dat zal ook met slim bedoeld worden denk ik. Wij zijn heel benieuwd naar de terugkoppeling die wij aan het einde van het jaar zullen krijgen neem ik aan. Dus dank voor het antwoord.

De heer Van Agteren: Zeker.

(10)

De voorzitter: Mooi, dan is dit onderwerp voldoende besproken denk ik en hebben wij het stuk voor kennisgeving aangenomen. Aldus besloten. Dan komen wij bij het tweede ingekomen stuk.

4b. Besluit dagelijks bestuur aanpak Jaarverslag 2020

De voorzitter: Dat betreft het besluit ven het dagelijks bestuur aanpak Jaarverslag over 2020. Is er iemand die daarover het woord wil voeren? Ik zie niemand. Dan hebben wij daar ook kennis van genomen. Aldus besloten. Verder zijn er van mijn kant geen mededelingen. Dan gaan wij door naar de bespreekstukken.

II. Bespreekstukken (besluitvormend) 5. Nota grondbeleid Vechtstromen

De voorzitter: Allereerst is aan de orde agendapunt 5 de nota Grondbeleid van Vechtstromen.

Portefeuillehouder is de heer Stegeman. Het ligt voor ter bespreking. Ik stel voor dat in twee termijnen te doen. Ik ga eerst vragen wie in eerste termijn het woord wil voeren. Ik zie de heer Nicolaï van Water Natuurlijk, de heer Ensink CDA. Ja, dan begin ik bij de heer Nicolaï. Daarna de heer Siebring en de heer Wispels, die volgen dan. De heer Nicolaï.

In eerste termijn

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ik dank u voorzitter. Tijdens de PEIL-dag hebben wij al uitgebreid gereageerd. Onze conclusie was toen dat wat vergroening betreft er in de paragraaf over de

geliberaliseerde pacht erg weinig terug te vinden was. Dat vonden wij toen teleurstellend en eigenlijk ook niet in lijn met ons bestuursprogramma. Er wordt in het stuk steeds verwezen naar de

uitvoeringsagenda maar die kennen wij nog niet. Om die reden hebben wij toen de

portefeuillehouder ook te kennen gegeven dat wij in deze onvoldoende informatie gekregen hebben.

Dat heeft vervolgens geresulteerd, op uitnodiging van de portefeuillehouder, in een gesprek met de grondaankopers van Vechtstromen, met de portefeuillehouder en met twee vertegenwoordigers van Water Natuurlijk. Het is een prima gesprek geweest. De onduidelijkheden zijn voor een groot deel uit de weg geruimd en wij willen de portefeuillehouder daarvoor dan ook danken. Wij zijn vooral op zoek gegaan naar de mogelijkheden die er voor de begroting dan wel liggen. Wij zijn tot een drietal verzoeken gekomen en die willen wij graag doen aan de portefeuillehouder. Allereerst verzoek 1. Wij zouden graag zien dat geliberaliseerde pachtgronden liggend aan onze schouwsloten waar wij in het verleden en ook nu nog een schouwpad naast hadden dat daar een spuit- en mestvrije zone komt van drie meter. Eigenlijk behoort die er denk ik nog steeds te zijn voor een groot deel. Daarmee voorkomen wij uitspoeling in ons oppervlaktewater. Dat is voor ons de reden hiervoor te pleiten.

Verzoek 2 is dat op geliberaliseerde grond geen lelies, bollen en asperges toegestaan worden. De reden is dat dit dusdanig veel gewasbestrijdingsmiddelen nodig heeft dat dit te belastend is en de grond voor agro daardoor wellicht minder geschikt gemaakt is. Dan hebben wij nog een punt. In Noord-Brabant maar ook in andere provincies is er een convenant tussen alle gemeentes, de provincie en de inliggende waterschappen betreffende de pachtvoorwaarden. Ook groene

pachtvoorwaarden. Dat geeft eenduidigheid, dat geeft duidelijkheid voor iedereen in dat gebied. Wij roepen de portefeuillehouder op te onderzoeken of een dergelijk convenant ook in Overijssel en Drenthe mogelijk is zodat op termijn wellicht ook hier overal dezelfde pachtvoorwaarden gelden want wat in de ene gemeente kan, kan in de andere gemeente niet. Bij de buurman wel en bij de ander niet. Dat geeft onduidelijkheid. Wij willen graag vragen of hij eens wil kijken of daar

mogelijkheden voor zijn. Wij wachten graag de reactie van de portefeuillehouder in deze af om er in tweede termijn verder over te praten.

De voorzitter: Helder. Dan gaan wij naar de heer Ensink van het CDA.

(11)

De heer Ensink (CDA): Ja, dank u wel voorzitter. In de jongstleden gehouden commissievergadering hebben wij als CDA-fractie een aantal opmerkingen gemaakt ten aanzien van het te voeren beleid met betrekking tot het verpachten van de in ons bezit zijnde landbouwgronden. Vorig jaar november hebben wij als algemeen bestuur ook op een PEIL-dag dit onderwerp besproken. Als CDA-fractie hebben wij toen reeds via een memo een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld. Uit de beantwoording van het dagelijks bestuur blijkt dat het lastig is om voor zogenaamde strategische grondvoorraad nadere voorwaarden te verbinden aan het gebruik van deze gronden. Immers zijn deze gronden per definitie tijdelijk in bezit van het waterschap en dienen als ruilgrond te worden ingezet voor het prioriteren van diverse doelen van ons waterschap bijvoorbeeld in zogenaamde gebiedsprocessen. Op 2 februari heeft het dagelijks bestuur hier een presentatie gegeven over het grondbeleid en het daarbij behorend beleid ten aanzien van het verpachten van deze gronden.

Hieruit blijkt dat het dagelijks bestuur voornemens is via een zogenaamde uitvoeringsagenda een aantal uitgangspunten c.q. kenmerken op te nemen. Wij noemen onder andere het hanteren van een maximumtermijn van vier jaren per eigenaar voor die gronden die niet tot de strategische gronden worden gerekend en het onder de aandacht brengen van het begrip ‘gegadigdenlijst’. In de

jongstleden gehouden commissievergadering hebben wij ten aanzien van het pachtbeleid als CDA-fractie vanuit het begrip ‘goed rentmeesterschap’ de nadruk gelegd op het in standhouden c.q.

het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid van onze in bezit zijnde gronden. Dat geldt voor zowel het gebruik van grasland als voor akkerbouwland. Met name voor het gebruik van akkerbouwland blijven wij een ruime vruchtwisseling bepleiten. Daarom herhalen wij nogmaals onze wensen om via een bijlage bij het afgeven van een pachtovereenkomst aandacht te geven wat de intenties van het waterschap in deze zijn. Bijvoorbeeld een bouwplanregistratie uitgaande van een ruime

vruchtwisseling met veel graan in het bouwplan en verder geen intensieve teelten als bloembollen en uien. Verder willen wij voorstellen een aantal hectares uit te geven met de doelstelling

weidevogelgebied. Bijvoorbeeld rondom het zogenaamd Kloosterbos aan het Schoonebeeker Diep en de grond direct gelegen ten oosten van de Lauensteinstraat in Schoonebeek. In deze vergadering willen wij ons voorstel herhalen dit jaar ten aanzien van het gebied Coevorden, Schoonebeek, Nieuw Schoonebeek de balans op te maken over de opdracht hoeveel hectaren strategische grond

daadwerkelijk benodigd zijn en wij als waterschap moeten leveren. Zoals door ons vermeld is de herinrichting Nieuw Schoonebeek middels een akte van Toedeling eind vorig jaar gepasseerd en is het voor alle partijen niet duidelijk wat er van iedereen gevraagd wordt. Tot slot willen wij

voorstellen aan het einde van het jaar het grondbeleid en het daarbij behorend beleid ten aanzien van het verpachten van de gronden uitvoerig te evalueren. Dank u wel.

De voorzitter: Dan gaan wij naar de heer Siebring van de fractie Landbouw.

De heer Siebring (Landbouw): Ja, dank u wel voorzitter. Ja, ik was van plan te zeggen dat wij als fractie Landbouw het goed vinden dat er nu eindelijk een beslissing kan worden genomen over het grondbeleid. Dat mensen die de verpachting kunnen regelen voor ons waterschap morgen op pad kunnen maar als ik deze verzoeken van de fractie Water Natuurlijk en ook van het CDA zo hoor dan ga ik eerst afwachten wat de portefeuillehouder in eerste termijn antwoordt. Dank u wel.

De voorzitter: Ja, dan gaan wij naar de heer Wispels van de fractie AWP.

De heer Wispels (AWP): Dank u wel voorzitter. Wij hebben als AWP in samenspraak met andere fracties op 25 november een motie in stelling gebracht maar die brengen wij in principe nu weer in.

De motie is ook behandeld tijdens de commissie en de PEIL-dag. Daar heeft de portefeuillehouder tekst en uitleg gegeven hoe hij ernaar keek. Dat gaf voor ons nog geen verheldering waarom het nu niet zou kunnen. Ik wil benadrukken dat er sprake is van een motie en niet van een amendement want wij willen graag zien dat deze motie in bespreking wordt gebracht om te onderzoeken wat daarin kan. Ik neem aan dat de motie bij iedereen bekend is en dat ik die niet opnieuw letterlijk hoef

(12)

voor te lezen. Ik kan alleen aangeven dat ik er een geel zinnetje bij heb gezet in relatie tot het navolgende agendapunt dat is komen te vervallen. Dat er sprake is van een bronaanpak van gewasbeschermingsmiddelen waaraan wij prioriteit zouden stellen. Ik ben benieuwd hoe de portefeuillehouder naar deze motie kijkt en of hij het omarmt of negatief adviseert. Dank u voorzitter.

De voorzitter: Ja, meneer Wispels. De motie brengt u nu in dus die wordt op dit moment via iBabs aan alle leden van het algemeen bestuur en ook fractieondersteuners ter beschikking gesteld. Dat gebeurt nu. Heb ik iedereen het woord gegeven die dat wilde in eerste termijn? Zo ja, dan geef ik het woord bij beantwoording in eerste termijn aan de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Dank u wel. Voorzitter ik denk dat ik nog wel even tijd moet hebben om de motie nog exact te lezen. Ook gezien het feit dat de motie gemuteerd is. Ik hoop dat ik daarvoor nog even tijd krijg. Voorzitter, inderdaad hebben wij tijdens de laatst gehouden PEIL-dag uitvoerig en

diepgaand gesproken over de nota Grondbeleid. Wat daarin cruciaal is, is dat wij graag in ieder geval ten aanzien van verpachting daarover vanavond duidelijkheid willen bieden en ten aanzien van de overige zaken in relatie tot onze vergroeningsstrategie het graag met u willen doornemen in de uitvoeringsagenda die wij de komende maanden verder hopen voor te bereiden en met u te bespreken. Ik heb heel nadrukkelijk de gevoelens van in ieder geval een deel van uw algemeen bestuur gehoord. In die zin kan ik een aantal vragen beantwoorden zoals u die heeft gesteld. Laat ik beginnen met het verzoek of wij in Overijssel ook in staat zijn de situatie zoals die in Brabant

inmiddels is gerealiseerd ook hier te bewerkstelligen. Ik ben graag bereid een inspanningsverplichting op mij te nemen om het overleg met de collega waterschappen hierop aan te gaan. Ik kan hier uiteraard geen resultaatverplichting neerleggen. Als u aan mij vraagt of ik bereid ben daartoe het initiatief te nemen en met mijn collega’s in conclaaf te gaan om te zien hoever wij daarin kunnen komen heeft u mijn zegen. Dat wil ik graag doen. Er is ook een vraag gesteld ten aanzien van de maximale duur van de pacht. Wij zijn in principe bereid de maximale duur van de pacht op vier jaren te stellen mits er geen afspraken zijn gemaakt met de eigenaar van wie wij de grond hebben

verworven want in een aantal situaties zijn er een andere bindende afspraken gemaakt waar wij niet onderuit kunnen. Voor zover het mogelijk is bij nieuwe te verpachten situaties, willen wij dat

hanteren. Wij zijn met u van mening dat wij de verlangens die men in het kader van de vergroening graag zouden willen realiseren het voor ons geen bezwaar is die van toepassing te verklaren op gronden die al in ons bezit zijn en die op de goede plek liggen. Ik moet even … een moment. Dus in die zin is het voor ons niet bezwaarlijk vanavond in de nota Grondbeleid een aanvulling op te nemen.

Die wil ik nu heel letterlijk met u doornemen. Dat vanaf 2021, dus vanaf nu, in alle af te sluiten geliberaliseerde pachtcontracten voor ruilgrond wordt opgenomen dat wij, dan praten wij over niet structurele grond, het verbouwen van lelies, bollen en uien verbieden. Wij weten dat die vorm van landbouw vaak veel gewasbeschermingsmiddelen vraagt en ik denk dat het niet absoluut

noodzakelijk is die gronden daarvoor aan te wenden. Wij zijn ook van mening dat

landschapselementen die op die gronden staan beschermd dienen te worden. Ten aanzien van schouwpaden zou ik willen zeggen dat voor schouwpaden in ons werkgebied generiek geldt dat daar niet mag worden bemest en dat daar geen gewasbeschermingsmiddelen opgebracht mogen worden.

In die zin zal dat voor de pachtgronden niet anders zijn. Dat is gewoon een generieke toezegging die wij in zijn algemeenheid doen. Op gronden die op de goede plek liggen die wij niet meer hoeven te ruilen, kunnen wij dit van toepassing verklaren. Wat wij echter graag van deze mogelijkheden willen uitzonderen zijn de zogenaamd niet-structurele gronden, de ruilgronden, dat zijn ruilgronden die vaak niet direct aan een waterloop liggen maar elders. Waarom vinden wij dat? Wij vinden dat wij daar heel moeilijk meer voorwaarden kunnen opleggen als wat generiek landelijk beleid vraagt. Om die aantrekkelijk te laten zijn voor de toekomstige eigenaar, om die in stand te laten want wij hebben een ander belang. Wij hebben namelijk een belang, om de grond die wij willen verwerven in bezit te krijgen. Die zijn nodig in verschillende situaties om bijvoorbeeld aan onze KRW-doelstelling te kunnen

(13)

voldoen. Wij hechten er waarde aan op minnelijke wijze die gronden te verwerven en dat betekent automatisch dat wij aan hetgeen waarmee wij willen compenseren zo min mogelijk voorwaarden willen verbinden. Samengevat zou ik willen zeggen de zaken die u graag verlangd, die genoemd zijn kan ik ook in het kader van de wens de bodem zo vruchtbaar mogelijk te houden zeggen dat daarvoor vruchtwisseling zeer gewenst is en hebben wij de beschikking over het gebruik van

afgelopen jaren en kunnen wij ook best een appél doen de grond niet uit te mergelen maar die grond zo waardevol mogelijk te beheersen. Ten aanzien van de uiteindelijke situatie rond het

Schoonebeeker Diep heb ik u al toegezegd dat wij op een zo snel mogelijke termijn zullen komen met een voorstel hoe wij met de gronden zullen omgaan die dan verder niet als ruilgrond noodzakelijk zijn. Daarbij moet ik er wel de nadruk op leggen dat er veel grond ligt waarover al bindende

afspraken zijn gemaakt op het moment dat wij ze niet voor het project Schoonebeeker Diep zouden willen gebruiken. De vraag was of ik dat voor de zomer kon maar dat heb ik niet toegezegd.

Voorzitter, ten aanzien van de motie is het misschien toch goed dat die hier voorgelezen wordt want ik heb die niet direct bij de hand.

De voorzitter: Dan vraag ik aan de indiener van de motie de tekst van de motie voor te lezen dan kunnen wij er allemaal direct naar luisteren. De heer Wispels.

De heer Wispels: Dank u wel voorzitter. Daar gaat ie.

Naar aanleiding van de vergroeningsstrategie en grondbeleid. Het algemeen bestuur van het

waterschap Vechtstromen in vergadering bijeen op 17 februari 2021, gehoord de beraadslaging in de commissies ten aanzien van het grondgebruik op gronden die wij verpachten ten behoeve van het landbouwgebruik.

Is van oordeel dat:

- wij met onze vergroeningsstrategie onder andere de biodiversiteit willen stimuleren ten gunste van de waterkwaliteitsopgave vanuit de KRW. Hiervoor gaan wij onder andere overhoekjes inzaaien met bloemenmengsels;

- om de KRW-doelen en afname van de stikstofuitstoot te behalen willen wij bijdragen aan de transitie om te komen tot een samenleving die een natuur inclusieve kringlooplandbouw omarmt;

- de noodzaak van biodiversiteit ons zowel vanuit het Planbureau voor de Leefomgeving, als ook door de Unie van Waterschappen wordt geadviseerd. Dat tegelijkertijd het areaal

landbouwgrond zal slinken en de behoefte naar een gezonde en afdoende voedselproductie in Nederland des te prangender wordt. Dit is ook benoemd tijdens de Twentse Klimoat Proat;

- landgebonden landbouw gestimuleerd moet worden om minder intensief en meer extensief c.q.

natuur inclusief te gaan verbouwen. Hier komt dan de nieuwe regel: een bronaanpak van gewasbeschermingsmiddelen;

- glyfosaat is weliswaar wettelijk toegestaan, maar is maatschappelijk zeer omstreden als zijnde een stof die schadelijk is voor de gezondheid van mens en dier en grote nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit. Het is giftig voor in het water levende organismen en veroorzaakt op lange termijn schadelijke effecten in het aquatisch milieu. Dat moet ons als waterschap direct

aanspreken;

(14)

- op 5 maart 2020 heeft de Centrale Grondkamer geoordeeld dat het gebruik van glyfosaathoudende stoffen, zoals Roundup, mag worden verboden bij eenjarige pachtovereenkomsten;

- ook waterschap Vechtstromen de in eigendom zijnde gronden via tijdelijke contracten verpacht;

roept het dagelijks bestuur op bij motie;

Het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden uit te sluiten bij nieuwe pachtcontracten op eigen gronden en bij reeds lopende contracten naar mogelijkheden van compensatie te kijken.

Dank u wel voorzitter.

De voorzitter: Dat is de tekst van de motie. Dan wil ik alsnog de heer Stegeman gelegenheid geven voor beantwoording in eerste termijn om ook op de motie te reageren. Intussen zie ik ook een hand van de heer Nicolaï. Dan kom ik daarna bij hem. Ik zie de heer Meijboom ook. Ik kom straks bij u maar ik neem aan dat u dan bij interruptie in de eerste termijn wilt reageren want er komt ook een tweede termijn. Ik wil eigenlijk aan het begin van de tweede termijn eerst een ordevoorstel doen.

Het woord is nu eerst aan de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Voorzitter, ik was nog één punt vergeten te beantwoorden in eerste termijn. Het betreft de vraag in relatie tot mogelijk weidevogelbeheer. In de praktijk lopen wij er al tegenaan dat wij een aantal stukjes grond in bezit hebben, vaak lager gelegen gronden, die wij moeilijk kunnen verpachten. Er zijn ook al voorbeelden waarbij wij het hebben toegepast. Dat wij die in relatie tot weidevogelbeheer al een invulling geven. Wij hebben al enkele percelen ingezaaid met een

zogenaamd ‘patrijzenmengsel’ om met name de patrijzen te beschermen. Ik kan mij ook voorstellen dat we ten aanzien van algemene bescherming van de weidevogels in bepaalde gebieden extra aandacht vragen de nesten te beschermen en met name te jonge kuikens te beschermen. Ten aanzien van de motie. Wij als dagelijks bestuur kunnen heel ver met u meegaan. Dat wil zeggen op het merendeel van onze in bezit zijnde gronden vinden wij dat aanvaardbaar maar wij vragen u met klem de zogenaamde strategische ruilgronden niet onder die voorwaarden te laten vallen omdat wij daarmee het proces van ruiling moeilijker maken omdat wij daarmee extra kosten zien ontstaan. En omdat wij daarmee ook het doel dat wij uiteindelijk willen realiseren, de herinrichtingsprojecten want daar heb je de ruilgronden voor nodig, te verwezenlijken. Die herinrichtingsprojecten gaan vaak gepaard met juist de voorwaarden die de KRW eraan stelt en op die gronden dan wel al die

biodiversiteitsmaatregelen te nemen en die niet te frustreren. Dat is kort samengevat het standpunt van het dagelijks bestuur.

De heer Wispels (AWP): Voorzitter bij interruptie.

De voorzitter: Ja, bij interruptie maar als u in discussie met de portefeuillehouder is dat eigenlijk bedoeld voor de tweede termijn. Want er zijn meer mensen die willen reageren. Tenzij het iets toevoegt aan de eerste termijn kan het. Die vraag stel ik u dan ook.

De heer Wispels (AWP): Misschien dat de heer Stegeman nog kan verduidelijken om hoeveel arealen het gaat bij de strategische ruilgronden?

De voorzitter: De heer Stegeman.

De heer Stegeman: Bij het totale grondbezit gaat het over een areaal van circa 70 hectaren.

(15)

De voorzitter: Dan de heer Nicolaï. Ik neem aan ook bij interruptie in eerste termijn?

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ja, dit gaat over de eerste termijn. Het gaat over de toezegging die de heer Stegeman deed. Allereerst dank daarvoor. Voor mij is er nog een onduidelijkheid. Het gaat om de drie meter zones, die schouwpadzones die aan onze sloten liggen. Dat geldt voor onze strategische ruilgronden of geldt dat daar niet voor? Die toezegging begreep ik niet helemaal.

De voorzitter: Dat is een verhelderende vraag aan de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Ja voorzitter. Het is zo dat als er een schouwpad ligt het in alle situaties verboden is te bemesten dan wel gewasbeschermingsmiddelen van toepassing te laten zijn. Dat geldt dan ook voor ruilgronden met een schouwpad.

De voorzitter: De portefeuillehouder zegt dat het al vigerend beleid is. Dan de heer Meijboom van 50PLUS. Ik neem aan alleen bij interruptie in de eerste termijn? Want er komt nog een tweede termijn.

De heer Meijboom (50PLUS): Praten wij in de tweede termijn over de motie?

De voorzitter: Uiteraard.

De heer Meijboom (50PLUS): Dan wil in tweede termijn spreken.

De voorzitter: Goed, dan wil ik allereerst een ordevoorstel doen voor de tweede termijn. Dat betekent dat ik u de vraag stel of u behoefte heeft aan een schorsing om in fractieverband over de motie te kunnen spreken. Is die behoefte er? Ik zie u nee schudden. Niemand heeft die behoefte?

Dan beginnen wij gewoon aan de tweede termijn. Wie wil in tweede termijn het woord voeren? Ja, de heer Meijboom was de eerste dus begin ik bij hem. Dan zie ik de heer Ensink en de heer Nicolaï. Ik zie nu in de namenlijst allerlei namen. Ik begin toch bij de heer Meijboom en dan in volgorde de heer Siebring, de heer Nicolaï, mevrouw Broekman, de heer Wispels en de heer Alberts. De heer

Meijboom van 50PLUS allereerst.

In tweede termijn

De heer Meijboom (50PLUS): In reactie op de door de fractie AWP ingediende motie omtrent het opnemen van een verbod op het gebruik van het gewasbeschermingsglyfosaat in de nieuwe pachtcontracten op eigen gronden het volgende. 50PLUS realiseert zich dat dit een maatregel is welke diep ingrijpt in het eigenstandig handelen van de betreffende partners, maar realiseert zich tevens dat dit ondergeschikt moet zijn aan het belang van de volksgezondheid en biodiversiteit. Het gebruik van glyfosaat brengt grote schade toe aan de biodiversiteit van het betreffende perceel en de volstrekt levenloze bruine percelen vormen een doorn in het oog voor de passant. Glyfosaat is schadelijk voor in het water levende organismen waarbij met name een onderdrukkende werking op de embryogenese van amfibieën valt op te merken. Bij amfibieën en diverse vissoorten. En zo de voortplanting van deze organismen verstoord. Als wij kijken naar de mens dan blijkt dat langdurige blootstelling aan glyfosaat bij mensen wordt geassocieerd met een verhoogde kans op het Non Hodgkin lymfoom, een vorm van leukemie, en vervroegd optreden van de ziekte van Parkinson. The International Agency for Research on Cancer heeft voorgesteld dat glyfosaat moet worden ingedeeld in de klasse 2A, waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens. Dit forum is gebaseerd op in een 2.500 in 2001 gepubliceerde studies inzake mensen die blootgesteld zijn aan glyfosaat en enkele studies in de laboratoriumwereld. In de Verenigde Staten heeft dit geleid tot rechtszaken waarin de producent van glyfosaat tot schadevergoeding aan de slachtoffers is veroordeeld.

(16)

50PLUS is van mening dat met grote terughoudendheid moet worden omgegaan met het gebruik van glyfosaat en realiseert zich dat andere waterschappen reeds dergelijke verbodsmaatregelen hebben genomen. Welke maatregelen achtereenvolgens in de pachtkamer en de centrale grondkamer zijn behandeld en gesanctioneerd bij kortdurende pachtcontracten. Ook in een aantal van de ons omringende landgoederen zijn dergelijke verbodsbepalingen opgenomen in kortdurende

pachtovereenkomsten waarbij diverse compensatievormen zijn toegevoegd. In het kader van het feit dat 50PLUS de wereld leefbaar wil houden voor de huidige en toekomstige generaties sluiten 50PLUS en de OUDERENPARTIJ zich aan bij deze motie. Dank u.

De voorzitter: Ja, dan gaan wij door naar de heer Siebring fractie Landbouw.

De heer Siebring (Landbouw): Dank u voorzitter. Ik wil graag reageren op de motie van de AWP en op de beantwoording van de portefeuillehouder in eerste termijn. Ik begin met de motie. De fractie AWP heeft in haar motie een aantal stellingen geponeerd. Eén daarvan is het gebruik van glyfosaat.

De motie stelt dat het wettelijk is toegestaan maar het maatschappelijk omstreden is. Dit is blijkbaar voor de AWP voldoende om gelijk alle, ik citeer: “synthetische gewasbeschermingsmiddelen en herbiciden uit te sluiten bij het verpachten van gronden van het waterschap. Het doet mij denken aan de maatregelen tijdens de coronacrisis. Deze zijn eigenlijk ook wel maatschappelijk omstreden.

Op een bepaald moment leek het erop dat er 17 miljoen virologen in Nederland waren. Die overal een mening over hebben. En toch laten wij ons allemaal, bijna allemaal, vaccineren met een middel dat door onze overheid is getest en goedgekeurd. Voorzitter, het gebruik en de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen is in Nederland streng gereguleerd door de Nederlandse en Europese overheid. Dat betekent dat middelen al of niet synthetisch dan wel biologisch onder strikte

voorwaarden mogen worden toegepast. Ook aan de apparatuur die regelmatig moet worden gekeurd en aan de toepasser die regelmatig wordt bijgeschoold zijn strenge eisen gesteld. Dit alles wordt regelmatig gecontroleerd onder andere door de NVWA. Op deze manier is de kans dat middelen, gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht minimaal. Daarom is het zeer interessant te zien dat afgelopen zomer een onderzoek is gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek waarin is onderzocht wat de herkomst was van het glyfosaat in het

oppervlaktewater. Het bleek dat 99% van het glyfosaat in het oppervlaktewater niet uit de landbouw afkomstig was maar via de rioolwaterzuiveringen en de riooloverstorten in ons oppervlaktewater terechtkomt. Onze rioolwaterzuiveringen voorzitter. Blijkbaar wordt en nog steeds glyfosaat op opritten en bestratingen in het stedelijk gebied gebruikt. Voorzitter, als er rood staat kun je niet groen doen. Dat geldt voor heel veel landbouwers op dit moment. Het had de fractie AWP gesierd als zij bij deze motie ook een voorstel hadden gedaan de pachters een forse reductie van de pachtprijs te bieden. Heeft de fractie AWP ook nagedacht hoe dit verbod moet worden gehandhaafd? Het lijkt mij ondoenlijk om een gewasspecialist die de overtreding kan waarnemen en beoordelen elke dag bij de pachtgronden langs te laten rijden. Ondoenlijk. Dan de kernzin van deze motie. Die is: “om het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden uit te sluiten”. Voorzitter, deze zin is niet correct. Naast herbiciden zijn er nog insecticiden, nematiciden, fungiciden en nog meer. Wat is nu de bedoeling? Wilt u een verbod op glyfosaat? Wilt u een verbod op alle

gewasbeschermingsmiddelen? Wilt u een verbod op alle herbiciden? Er is bij de fractie, de geborgde fractie Landbouw veel kennis over dit onderwerp aanwezig. Als de AWP nog een keer een motie van deze strekking wil indienen zijn wij van harte bereid er van tevoren een blik op te werpen zodat die technisch in ieder geval correct is. Resumerend: wij zullen deze motie niet ondersteunen. Dan de reactie van de portefeuillehouder. Dat gaat vooral over het verbieden van bepaalde gewassen die geteeld worden op de gronden. Tot mijn grote verbazing is er opeens de teelt van uien meegefietst.

Waar komt dit weg? Ik heb zojuist even gekeken op de website van het Centrum voor Landbouw en Milieu waarin de milieubelastingpunten van alle teelten in Nederland worden getoond in

overzichtelijke sheets. Daar springen de uien er niet negatief uit. Ik begrijp niet waar dit weg komt.

Wilt u hier iets op verhelderen? Tot zover mijn reactie meneer de voorzitter. Dank u wel.

(17)

De voorzitter: Dank u. Dan geef ik het woord aan de heer Nicolaï van de fractie Water Natuurlijk.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ik dank u voorzitter. Ieder voorjaar worden wij geconfronteerd met enorme oranje vlaktes akkerland, grasland. Allemaal landerijen die bespoten zijn met glyfosaat.

Het gaat ons echt om het glyfosaat akkerland, grasland. De laatste tien jaren is dit naar onze indruk in ieder geval verergerd. En is dat erg? Ja, wij vinden van wel. Allereerst onze gezondheid maar dat hoef ik niet te herhalen. Daarover heeft de heer Meijboom al heel veel vertelt. Het gaat ons vooral ook om de natuur. Ja, wat ons tegenstaat van glyfosaat is dat op zo’n land echt alles gedood wordt. Op grasland, op akkerland, op beiden. Daarmee ook alle insecten die er op dat moment leven en daarmee voedsel voor vogels, voor jonge weidevogels. Het bespoten land is letterlijk ‘dood’ en blijft ook gedurende lange tijd dood. Ook pieren kunnen er niet tegen. Het bodemleven verdwijnt langzamer maar zeker. Het is giftig voor waterbeestjes, kikkers, salamanders en vele soorten meer.

Ja, wij weten dat het goedkoop en makkelijk in gebruik is maar wij vinden dat het niet alleen bij ons maar Europees verboden zou moeten worden. Er zijn overigens landen waar het verboden is. Dat is niet aan ons maar wij vinden wel dat op gronden van het waterschap geen glyfosaat gebruikt zou moeten worden. Ja, wij zien het niet als bezwaar voor de te ruilen grond omdat de nieuwe eigenaar daarna met zijn grond weer kan doen wat hij wil. Als er drie of vier jaren geen glyfosaat op gebruikt zou zijn kan het niet zo bezwarend zijn dat de grond daardoor minder gewild zou zijn om te ruilen.

Het zal duidelijk zijn dan wij deze motie ondersteunen.

De voorzitter: Dan ga ik naar mevrouw Broekman van de fractie VVD.

Mevrouw Broekman (VVD): Ja, dank u voorzitter. Wij gaan ook even in op de motie. Ik begrijp ook waarom het geen amendement is want het is inderdaad zo dat je ook tegemoetkomt aan het feit dat je af en toe maatwerk moet leveren. Het gaat ons natuurlijk ook om dat glyfosaat. Ik denk dat de heer Meijboom het keurig uitgelegd heeft en de heer Nicolaï die ook aangeeft dat het zeker niet moet in de gronden die in ons bezit zijn. Dat je al die bruine velden zou zien. Alleen qua

beeldvorming zou je het al niet moeten willen. Het gaat er altijd om: bij twijfel niet doen. Heel veel gemeenten hebben al jarenlang glyfosaat verboden. Natuurlijk is het een makkelijk middel maar als je twijfelt moet je het niet doen. Het is in ieder geval omstreden. Wij vinden dat de

portefeuillehouder het zodanig moet lezen dat het inderdaad gaat over nieuwe pachtcontracten. Bij lopende contracten moet er gekeken worden naar mogelijkheden niet naar onmogelijkheden. Dus, de mogelijkheden onderkennen. Daarom is het ook een motie. Ik denk dat de belangrijkste zin is dat het erop neerkomt dat je glyfosaat uitsluit bij nieuwe pachtcontracten. Ik denk dat dat wel te handhaven is. De VVD ondersteunt deze motie.

De voorzitter: Dank u wel. Dan ga ik naar de fractie Natuurterreinen de heer Alberts.

De heer Alberts (Natuurterreinen): Dank u wel meneer de voorzitter. Ja, ik hoef eigenlijk weinig toe te voegen aan hetgeen gezegd is. Ik wil er nog wel twee dingen bijzetten. Ooit ben ik zelf

glyfosaatstrooier geweest of heb ik in ieder geval opdracht daartoe gegeven. En ik ben er toen al heel gauw weer vanaf gestapt. Dat was in mijn tijd van Staatsbosbeheer. Maar dat is lang geleden. Kort geleden was er op televisie, dat is misschien een aanvulling op datgene wat gezegd is, een zeer indringende reportage over twee boeren. Een boer had Parkinson en de andere Alzheimer. De directe relatie werd gelegd met het gebruik van glyfosaat. In dezelfde periode was er ook een reportage over bodemvruchtbaarheid. En ook daar werd een relatie gelegd bij de afname van de bodemvruchtbaarheid met het gebruik van glyfosaat. Verder is, dat werd ook al door Eric Jan Meijboom gezegd, Monsanto die in America heel veel van dit middel heeft verkocht, enorme schadeclaims heeft gehad omdat daar relatie werd gelegd door het optreden van carcinogenen. Dit alles bij elkaar, mijn eigen ervaring in het verleden en hetgeen ik recent heb gehoord en gelezen heeft mij doen besluiten deze motie te gaan ondersteunen.

(18)

De voorzitter: Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Tromp van de fractie ChristenUnie.

De heer Tromp (ChristenUnie): Ja, dank u wel voorzitter. Wij willen ook graag reageren op de motie.

De motie riep bij ons in eerste instantie ook wat verwarring op over welke gronden het precies gaat en om welke stoffen het precies gaat. Zoals mevrouw Broekman van de VVD omschrijft is het een motie, het roept op en het zegt iets over het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen en om die uit te sluiten bij nieuwe pachtcontracten. Onze redenering is en blijft dat vergroenen en versterken van de biodiversiteit en daarbij het gebruiken van dit soort middelen die staan

omschreven niet samengaan. Daarmee kan de ChristenUnie de motie ondersteunen.

De voorzitter: Dank u, ik zie van de heer Wispels een hand maar ik veronderstel dat hij eerst de andere fracties graag zou willen horen over de motie die hij heeft ingediend. Ik ga nu eerst naar de heer Ensink van de fractie CDA.

De heer Ensink (CDA): Ja, dank u wel voorzitter. Allereerst ook dank voor de beantwoording van onze opmerkingen. U heeft het al begrepen, wij hebben er bewust voor gekozen niet met een motie nog met een amendement ten aanzien van dit onderwerp te komen. Wij hebben zowel in de

commissievergadering alsook daarvoor geprobeerd via het inbrengen van ideeën en opmerkingen tot een behoorlijk goed beleid te komen. Wij danken ook de portefeuillehouder voor de toezeggingen die aan ons zijn gedaan. Nou, u heeft het ook kunnen horen, wij hebben heel duidelijk als CDA-fractie gekozen voor het in goede staat houden van onze grond ten aanzien van de bodemvruchtbaarheid.

Dat is wel een belangrijk teken en dat gaat met name over die gronden die niet tot de strategische grondvoorraad worden gerekend. Wij zijn als fractie ook overtuigd dat je daarop geen beperkingen moet leggen gezien het feit dat ze doorgeruild moeten worden. Dat hebben wij ook in eerste termijn al gezegd. Voor de overige gronden hebben wij enkele suggesties gedaan en die zijn dan ook

verwoord. Ik wil nog even iets naar de fractie Ongebouwd aangeven. Sinds de vorige PEIL-dag verscheen er in het blad Nieuwe Oogst een groot artikel over gewasrotatie. De schrijver van dat artikel was iemand van het Louis Bolk instituut en die pleit heel duidelijk voor een ruimere

vruchtwisseling. Men noemde ook even dat er geen uien in het bouwplan zouden moeten komen.

Nou wij hebben daarvoor gekozen gezien dat in grote delen van ons waterschap geen formeel bouwplan is dat je dan een ruimere vruchtwisseling wilt hanteren dan geven wij de prioriteit aan de suikerbieten en voor de rest granen. Vandaar even die opmerking. Wat dat betreft laten wij ons ook leiden door wat in de media van de LTO wordt geschreven. Tot slot voorzitter over de motie van de AWP. In de commissievergadering hebben wij als CDA-fractie al heel duidelijk aangegeven dat wij ons blijven conformeren aan het beleid zoals dat landelijk is vastgelegd ten aanzien van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het is uitermate arbitrair om één middel eruit te lichten en de overige misschien wel of niet. Daarover kun je ook nog een hele discussie houden. Wat dat betreft zullen wij de motie dan niet steunen.

De voorzitter: Dank u. Dan ga ik naar de heer Wispels van de fractie AWP.

De heer Wispels (AWP): Dank u wel voorzitter. Fijn alle inbreng te horen. Ik vind de inbreng goed dat het gaat om de volksgezondheid. Ik kan mij nog herinneren dat onze voorzitter ooit heeft gezegd dat met de komst van de groeperingen in het bestuur het technocratische aspect van ons waterschap zal verminderen en wij meer maatschappelijk bewust zullen worden. Nou, dat maatschappelijke

bewustzijn dat gaat om wat hier speelt, dat wij in de gaten krijgen wat voor een krachtenveld er in het volk gaande is en hoe wij hiernaar kijken. Dat staat los van de techniek. Als wij dan zien dat wij al 20 jaren kijken hoe Bayer en Monsanto juridische steekspellen voeren over dit soort middelen. Dat wij sinds de jaren vijftig van DDT zijn opgetrokken naar Diuron en naar deze stof die ook alweer verfijnd is want vroeger hadden wij Roundup, nu heb je Roundup Evolution, dan zijn er gewoon nog

(19)

heel veel dingen die wij niet weten. Het televisieprogramma waar de heer Alberts het over had ging inderdaad over het brede aspect pesticiden en wat de gevolgen daarvan zouden kunnen zijn op onze hersenen. Wij weten het niet alleen geeft het volk wel een signaal af dat men het niet vertrouwd. Als je daarnaar kijkt moet je gaan nadenken hoe je hiermee omgaat en zeker hoe je als waterschap dit wilt gaan uitstralen richting degene die hiervoor belastingen betalen. Dan denk ik dat je dus een goed standpunt moet gaan innemen om het water te gaan beschermen. En daarmee eigenlijk ook onszelf.

Ik snap heel goed hoe het CDB werkt. Ik heb begrepen dat het hier gaat om 70 hectaren waar wij eventueel zouden moeten gaan handhaven. Maar in mijn beleving is het een stuk contractbeheer en moet dat wel te doen zijn. Ik heb het idee dat de landbouw in reactie daarop vanaf 25 november zeker al de tijd heeft gehad ons daarin te adviseren. Voor de beeldvorming van landbouw: “Ik heb er uuts verstand van.” Het is een hele discussie die je kunt voeren over gewasbeschermingsmiddelen en ook over wat synthetisch is en wat biologisch is. Wat dat betreft is biologische gewasbescherming alweer een stuk beter voor de biodiversiteit want dan ga je toch weer zuren hebben. Ik ben echt heel benieuwd naar de portefeuillehouder hoe de verhoudingen zijn. Ik kan mij bij de

commissiebehandeling herinneren dat er sprake was van 235.000 hectaren grond die wij hebben.

Van die 235.000 hectaren is 1 promille ruilgrond. Bij elkaar was dat ongeveer 290 hectaren. Van die 290 hectaren is 150 hectaren bij het Schoonebeeker Diep die wij al 10 tot 15 jaren in ons bezit hebben en iets van 140 hectaren divers in ons gebied. Die hebben een gemiddelde levensduur van 4 tot 5 jaren voordat wij van eigenaar vertrekken. Met andere woorden: Die ruilgrond heb je dus gemiddeld 4 tot 5 jaren en dan vraag je aan die pachters geen waterverstorende stoffen te gebruiken want daarvoor ben je een waterschap. Dan is mijn vraag of ik het nu verkeerd zie? Is het zo’n groot probleem om dat te gaan gebruiken bij die ruil, bij het verkrijgen van de grond voor de KRW- opgaves? Dat is mijn vraag die ik graag aan de portefeuillehouder wil stellen.

De voorzitter: Heb ik iedereen gehad in tweede termijn? Dan geef ik het woord weer aan de portefeuillehouder de heer Stegeman.

De heer Stegeman: Dank u wel. Voorzitter, ik heb waardering hoe Wilbert Siebring als akkerbouwer de materie hier heeft belicht. Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik die kennis niet heb. Dus die vaktechnische kennis die hij hier ten toon heeft gespreid moet ik voor kennisgeving aannemen. Maar de rechtstreekse vraag hoe ik aan uien kom. Ik denk dat het al door Freek Ensink is toegelicht. In de voorbereiding hiervan werd mij duidelijk dat je uien in dezelfde orde moet plaatsen als lelies en bollen. Goed, maar ik ga absoluut niet in discussie hierover met een expert in het vakgebied. Daaraan moet u uw eigen interpretatie geven. Voorzitter, het is mij nog even niet duidelijk of de motie alleen betrekking heeft op glyfosaat of op alle gewasbeschermingsmiddelen. Misschien dat de heer Wispels daarop nog een antwoord kan geven.

De voorzitter: De heer Wispels van de AWP.

De heer Wispels (AWP): Jazeker. Wij geven dus aan dat het gaat om het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden. Dat is natuurlijk een breed bord maar de maatschappelijke beleving is gekoppeld aan glyfosaat. Dat is helder. Dat is woordgebruik dat het volk hanteert. Als je er technisch ingaat dan zou het heel goed kunnen zijn dat de heer Siebring kan aangeven dat het synthetisch gewasbeschermingsmiddel breed is. Ja, dat klopt want je hebt ook biologische

gewasbeschermingsmiddelen. Pesticiden is een breder woord. Herbiciden is weer het smalle woord waaronder glyfosaat valt. Dus, als het specifiek gaat om het woord glyfosaat vind ik dat goed maar zoals mevrouw Broekman ook aangaf gaat het om het terugbrengen van dit soort stoffen.

De voorzitter: Is dit voor de heer Stegeman een helder antwoord?

De heer Stegeman: Voorzitter, maar het maakt natuurlijk wel verschil of je een verbod vraagt voor

(20)

enkel en alleen glyfosaat of voor alle gewasbeschermingsmiddelen.

De voorzitter: Dan bij interruptie de heer Mentink van de fractie Landbouw.

De heer Mentink (Landbouw): Ja voorzitter, dankjewel. Ja, ik zit hierbij in de eerste termijn en de tweede termijn en je hoort hier dingen over tafel gaan waar ik van schrik. Waarom realiseren de bestuurders die hier een aantal uitspraken doen, zich niet dat zij een beroepsgroep bovenmatig frustreren en ja, iets doen toekomen waar het volgens mij niet op zijn plek is? Verwachten jullie van die beroepsgroep dan nog enige medewerking? Er worden hier dingen beweerd en zeg maar vastgelegd uit nieuws, uit media. Dan wil ik toch de toeslagenaffaire hierbij betrekken. Bij de toeslagenaffaire werden ze ook naar programma’s verwezen, naar media maar blijf eens bij de feiten. Daar zou ik de bestuurders toch graag op aanspreken. Dankjewel.

De voorzitter: Ik zie ook bij interruptie de heer Schoo van de OUDERENPARTIJ.

De heer Schoo (OUDERENPARTIJ): Ja, ik waardeer collega Mentink altijd heel goed maar dit mag toch geen dreigement zijn naar de bestuurders toe als die voor een goede zaak, in dit geval het milieu en zeker de gezondheid van ons en onze kinderen opkomen. Dat wij dat niet mogen neerleggen. Als die beroepsgroep dat nou gaat gebruiken en ons gaat zeggen dat wij dat niet moeten doen want dat wij anders geen medewerking krijgen van ze. Ja, dan zijn wij ver van huis. Tot zover.

De voorzitter: Voordat wij teruggaan naar de portefeuillehouder denk ik dat het helpt in het debat helderheid te krijgen. als ik de motie zie dan staat daar dat het dagelijks bestuur wordt opgeroepen het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden uit te sluiten bij een nieuw pachtcontract. Er staat dus niet alleen glyfosaat. Dat staat helemaal niet genoemd in de oproep maar er staat breed geformuleerd synthetische gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden. Ik denk dat wij voor de helderheid van de discussie dit wel moeten constateren. Dat dit er staat. Ongeacht wat u daarvan vindt maar het leek mij dat dat een beetje in het midden bleef hangen. Of het nou een oproep is alleen glyfosaat uit te sluiten of een bredere groep middelen uit te sluiten. Volgens mij is de oproep om een bredere groep middelen uit te sluiten. Ik veronderstel dan inclusief glyfosaat. Nou, dat is voor de verdere discussie. Ik geef nu het woord aan de heer Meijboom van 50PLUS bij

interruptie.

De heer Meijboom (50PLUS): Ik wil even terugkomen op wat de heer Siebring zei dat het glyfosaat in Nederland is goedgekeurd. Dat is niet helemaal het geval. Het is niet verboden, dat is net weer iets anders dan goedgekeurd. Hetzelfde is het in de Europese Gemeenschap. Daar is een beslissing daarover aangehouden. Ik ben het eens met de heer Mentink dat we niet moeten uitgaan van enkele gevallen op de televisie maar ons moeten houden aan grote organisaties die zich met de bestrijding van kanker bezighouden, die gedegen onderzoeken doen en tot dezelfde conclusies komen. Ja, aan de ene kant wordt er een soort ‘stimmung’ gemaakt door dit soort televisieprogramma’s en aan de andere kant zijn er wel degelijk instituten die daarnaar onderzoek doen en tot dezelfde resultaten komen. Ik blijf bij mijn standpunt dat ik deze motie ga steunen en om dezelfde redenen.

De voorzitter: Dan bij interruptie de heer Nicolaï van Water Natuurlijk.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ja, dank u voorzitter. Ja, wij hebben het echt zo bedoeld als zijnde glyfosaat. Ik kan mij bij landbouw voorstellen dat als je akkerland hebt, je aardappels verbouwt en je daarop niets zou mogen gebruiken het een lastig verhaal wordt. Wat ons betreft hebben wij het hier vooral over glyfosaat in de breedste zin van het woord. Dat zul je wel in soorten en maten hebben maar het gaat ons expliciet om het glyfosaat.

(21)

De voorzitter: Maar dan constateer ik alleen voor de goede orde dat degene die hun steun hebben uitgesproken voor de motie wel met elkaar in beraad moeten over wat uiteindelijk de oproep moet worden aan het dagelijks bestuur. De exacte formulering van de tekst dus. Even kijken, waar zijn wij gebleven. De heer Arkink van het CDA bij interruptie.

De heer Arkink (CDA): Ja, ik wil daar ook even op reageren want zoals ik de motie heb gezien ging het eigenlijk om Roundup maar hier lees ik gewoon duidelijk alle synthetische middelen uit te sluiten.

Dus dan is eigenlijk alleen biologische landbouw nog maar mogelijk op dit soort gronden. Dat wordt een behoorlijke degradatie.

De voorzitter: Ik zie ook nog een hand van de heer Mentink staan maar ik neem aan dat dat was waar u net voor had ingezet of wilt u nog een keer het woord?

De heer Mentink (Landbouw): Ja, de heer Schoo maakte een opmerking. Zij moeten het absoluut niet als een dreigement zien. Laat ik dat voorop stellen.

De voorzitter: Oké, dat was uw reactie. Dan de heer Nicolaï van Water Natuurlijk. Dit is even een debat onder u allen.

De heer Nicolaï (Water Natuurlijk): Ja, die onduidelijkheid proef ik heel duidelijk bij heel velen. Mijn voorstel zou zijn een moment te schorsen zodat wij hierover een stukje duidelijkheid hebben.

Volgens mij praten wij nu over een aantal zaken door elkaar en dat kan niet de bedoeling zijn van een motie.

De voorzitter: Wordt die behoefte aan een schorsing ondersteund? En wilt u die schorsing dan per fractie? Nou, voordat wij dat doen nog even de heer Van Keulen van Bedrijven bij interruptie. En daarna de heer Siebring ook.

De heer Van Keulen (Bedrijven): Voorzitter bedankt. Ik heb geen verstand van landbouwachtige zaken en ook geen verstand van dit soort bestrijdingsmiddelen maar ik bespeur in de discussie dat er een discussie gaat ontstaan van plussen en minnen waarvan wij allen niet echt verstand hebben. Ik vraag mij dan ook af of dit de verkeerde kant op gaat want dan is alleen maar tellen voor en plus, terwijl de echte discussie er niet komt. Ik heb veel liever een echte discussie over dit soort middelen en ook ten aanzien van de vrije markt van de ruilgronden dan op deze manier over glyfosaat of andere bestrijdingsmiddelen te discussiëren. Ik bespeurde duidelijk een gigantisch verschil tussen de landbouwers en de natuurmannen. Ik denk dat die discussie niet terecht is.

De heer Nicolaï: Bij interruptie. Wij hebben het niet over natuurmannen maar wij hebben het over een behoorlijk breed gedragen motie die ik niet allemaal onder natuur zou willen scharen meneer Van Keulen.

De voorzitter: Het zijn mannen en vrouwen.

De heer Meijboom : Dood hout wordt soms ook tot natuur gerekend hé?

De voorzitter: Ik ga naar de heer Siebring nu.

De heer Siebring (Landbouw): Ja, dank u wel. Ik ga over de natuurmannen geen opmerking maken of vrouwen maar wel over de motie. Ik hoor de heer Nicolaï zeggen: “wij dit … en wij dat.” Is de motie een gezamenlijke actie van AWP en Water Natuurlijk? Ik vind het fijn dat even helder te krijgen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Voorzitter bedankt iedereen voor zijn inbreng en zijn aanwezigheid sluit

De heer Van Praag geeft aan dat niet alleen voor het huidige N2-gebied deze regeling geldt, maar dat die straks ook geldt voor het gebied dat nog als N2 zal worden aangeduid als

De heer Euser proeft hieruit laten we nu maar snel kiezen voor de WVG dan hebben we misschien nog een kans dat er van de kant van de provincie geen inpassingsplan komt anders gaat de

Groot bent U, Heer en waard onze lofprijs.. Groot bent U, Heer en waard

[r]

Wanneer zich problemen met mogelijk vallende takken voordoen, is het op zijn zachts gezegd merkwaardig dat, er onderzocht wordt of complete bomen zullen omvallen bij windkracht

Met het vinden van de recente dakkapel op één huis in een rij in de Spicastraat is sprake van een vergelijkbaar geval in een vergelijkbare wijk en een vergelijkbare straat op

Concreet betekent deze wijziging het volgende: Per 1 januari 2017 stellen we voor de totale begroting Veilig Thuis te verdelen naar inwonertal, exclusief de bijdrage vanuit