• No results found

MOEHAMMAD DE PROFEET.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MOEHAMMAD DE PROFEET."

Copied!
377
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

- * f l o

# 7

(4)
(5)

M O E H A M M A D DE PROFEET.

(6)
(7)

M O E H

DE PROFEET

D OOR

M A U L A N A M O E H A M M A D ALI u

M.A., LL.B.

v e r t a l e r v a n p e x i i e i l i g e n u o e ra x I X IIE T e x g e l s c h E X S C H R IJ V E R V A X E E X O E R D O E T A F S IR

V E R T A A L D D OO R

S O E D E W O

M ET T W E B Iv A A R T E X , EKN R E P R O D U C T IE E X E E X G E X E A L O G IS C H E T A B E L V

{ '

AHMADIJJAH ANDJOEMAN-I-ISJA’AT-I-ISLAM

(8)

GEDRUKT BIJ :

ELECTR. D R U K K EK IJ TAN SOEI.J BIN G SOKK A JiOEM I

1 9 3 2.

FAK. HUKIW Han PENG. MASJ.

Tsn gga l ...^..5 . .... a ...

i

...

No. Sllsilah :.... ..3 2 9 .1 _____ _

(9)

o

I N H 0 U D.

Voorwoord

H’oofdstuk Biz.

I t A R A B IE EN DE ARA BIEREN . . . 1

I I DE DON KERE EEU W . . . . 10

I I I GOLVEN VAN HERVORM IN G IN A RA BIE 27

IV PROFF/HEEN OMTRENT DE KOMST

VAN DEN H E IL IG E N PROFEET . . 3 o

V AFKOMST EN GEBOORTE . . ! 48

VI VOOR D E R O E P IN G ... 53 V II DE R O E P I N G ... l>4

v j i i DE EERSTE BEICEERLINGEN . . 71

I X V E K V O L G I N G ... S3 X E M IG R A T IE N AAR ABESSYN IE . . SS X I POGINGEN TOT O N D ERD RU K K IN G . 97 X I I D E LAT ERE M EK K ASCHE PE R IO D E . 109 X I I I DE VLUCHT... 120 X I Y DE N IE U W E A E R A ... L33 X V DE SLAG B IJ B A D R ... 141 X V I D E SLAG B IJ OEH OED . . . . 155 X V I I D E A R A B IS C H E STAMMEN EN DE

M O E S L I M S ... 1(19 X V I I I D E OORLOG VAN AHZAB OF BOND-

GENOOTEN ... . ISO X I X BE T RE K K IN G E N MET D E jp D E N . 1S7

X X D E W APENRTILSTAND VAN IIOEDAI- B I J J A ... 19S X X I UITN OODIGING A AN VERSCIIILLEN-

D E V O R S T E N ... 215 X X I I D E V E R O V E R IN G VAN MEIvKA . . 224 X X I I I D E SLAG B IJ H O E N A IN . . r. . . 23G X X I V D E A LG EM EEN E V E R S P R E ID IN G VAN

DEN ISLAM IN A R A B IE . . . . 247

X X V D E SLAG B IJ TABOEK . . . . 252

(10)

°X X V I DE H U IC H E L A A R S ...257 XXVTI HET JA A R D ER DEFT'TATIES . . 204 X X Y III ])E AFSC'HEIDSBEDEVAART . . . 2T1 X X J X DE DOOD VAN DEN PRO FEET . . 27c.

XXX DE ECHTGENOOTEN VAN DEN P R O ­

FEET . . ' 2S2

X X X I DE ZEDEN EN GEW OONTEN VAN D EN P R O F E E T ... MO X X X II DE K EN M ERKKXDE KARAKT ERT REK-

KEN VAN DEN PROFEET ALS HER- Y O R M E R ... 31X I N D E X ... 331

(11)

E R K A T A.

*Blz. Kegel

22 15 v.l>. staat : de slant, moot zijn: den slant.

21) 1 v.o. staat: godsdiestige, lees: godsdienstige.

40 lti v.l). staat: voonianisto, lees: vooniaaniste.

57 10 v.o. weglaten: „en’' achtev „v\i'

til 11 v.o. staat: Hakim-hin-llazan, lees: Hakim-Km-Riuftm.

104 8 v.o. staat: stanvastighcid. lees: staiulvaslighe'ul.

141 8 v.o. 11a: troep, hij to voegen: Moeslims. ' 171 11 v.b. m i: gemeensi-hn ppen, hij tevoegen: van Medina,

v.o. staat: gij, lees: liij.

v.l). staat: Mukoukos, lees: Mukoukns.

v.b. staat: Mekka, moet zi.jn: Medina v.l). na: Bahrein, hij te voegen: ‘Oennnan.

285 17 v.o. staat: eehgenoot, moot zijn: echtgenoot.

292 12 v.b. staat: tuschen, lees: tussehen.

29(3 4 v.b. staat: Hamza, lees: llafsa.

304 10 v.b. staat: aidenken, lees: atdnnken.

(12)
(13)

V O O R W O O R D .

I le t denkbeeld om een uitgebreid werk over het leven van den Stichter van den Islam te schrijven had ik steeds in mijn geest, sinds ik vijftien ja a r ge- leden de vertaling van den ITeiligen Q oer’an in het E ngelsch ter hand lieb gen om en, doch door verschil- lende andere w erkzaam heden ben ik niet in staat gew eest om daar practischen vorm aan te geven. De korte .sehets, die nu uitgegeven w ordt, is geenszins een vervu llin g van dat denkbeeld. H et is slechts een zeer kort en haastig versing van een leven, dat vol is van de edelste leeringen v oor de m enschheid en een gezich t in vogelv lu ch t van de grootste hervorm ing, die in de gesehiedenis van den m ensch tot stand is gebiaeht. Ik weet niet, o f ik lung g en oeg leven zal om het ingew ikkeldere werk op te vatten, die ver- edelende geschiedenis in al haar hijzonderheden aan te b ie d e n ; v oor het oogen b lik hied ik deze bescheiden bijdrage aan ter gedaehtenis aan hem , die zijn geheele leven wijdde aan den besten dienst v oor het m enschdom .

Evenals ieder M oeslim g e lo o f ik, dat iedere natie haar „U berm en sch ” had, de lich ten de star, die haar lich t gaf, de hervorm er, die haar ’ m et edele denkbeel- den bezielde, de profeet, die haar zedelijk verhief. Maar M oeharam ad, m ogen vrede en de zegeningen G ods op hem zijn, is -par excellence DE PRC)FEET, omdat- liij n iet de P rofeet is van een natie, m aar van alle natien der wereld, om dat hij het was, d ie 'jie t g e lo o f in alle profeten van de wereld 41!s een essentialia van het g e l00/, dat hij predikte, verklaarde en dus den grond- slag legde van een eeuw igdurenden vrede on der de

(14)

verschillende natien, om dat „hij is de g rootste v a n alle liervormers” (Bosworth Sm ith), o m d a t liij een hervorming heeft tot stand gel)racht, de g e lijk e w aar- van_ nocli voor nocli na hem is tot stand g e b r a c h t en ten slotte om dat „hij is de v o o rsp o e d ig ste v a n alle profeten en godsdienstige person aliteiten ’ ’ (/^ /n /c /o /> a «//a Brittanica, Art. Koran). Ieder m enscli m oet b e o o rd e e ld worden naar wat liij doet, en M oeh am m ad de P ro fe e t volbracht binnen tw intig jaren datgen e, w at eem ven arbeid van Joodsche en Christelijke lierv orm ers n iet liijd kunnen volbrengen, niettegenstaande de w ereld - lijke maclit, die zij acliter zich hadden. l i i j n iaaide den eeuwenouden afgodendienst, de su perstitie, de prostitutie, liet dobbelen, de o n d e rd ru k k in g v a n de zwakken, de m oorddadige oorlogen en v ele an d ere kwaden van een heel land weg. De g e sch ie d e n is kan geen ander hervorm er toonen, die z o o ’ n w on d e rb a a r- lijke en zoo’ n volledige h erv orm in g op z o o ’ n g r o o te schaal heeft tot stand gebrach t b in n en z o o ’ n k orten tijd. Nooit „\vas hervorm in g h o p e lo o ze r” dan bij de komst van den Profeet, zooals M uir heeft o p g e m e rk t, en nooit was zij vollediger dan toen liij h e e n g in g . In een woord, „het was een geboorte van de du ister- nis tot liet licht” , gelijk Carlyle zegt. E en le v e n zoo groot kan niet ontbloot zijn van g roote m o g e lijk h e d e n voor de toekom st; liet kan niet anders, o f liet bla a st eerig hart de edelste denkbeelden in van den d ie n st voor de menschheid. Indien er een trek v a n zijn karakter is, die nieer dan een andere o p v a lt, dan is het zijn zorg voor de weezen cn de w edu w en , zijn steun aan de zwakken en de h u lp b e h o e v e n d e n , zijn liefde voor arbeid en werk voor de diep b e d ro e fd e n .

(15)

H ot is bet leven van een man, die v o o r G od leefde , en v oor G od stierf. „In d ie n e r een m enseh was, die op deze aarde ooit God vond, indien er een m ensch was, die ooit zijn leven aan den dienst van G od w ijdde m et een goed en groot m otiei’, dan was de Profeet van A rabie die m an” (Leonard).

H et origineele werk is door mij in het Oerdoe ge- sclireven, en de Engelsche vertaling, die nu bet pu- bliek aangeboden wordt, is bet resultaat van het liefdesw erk van Maulwi M oeham m ad Jakoeb C h a n , op bet oogen blik Imam van de Moskee te W okin g, die het werk naast zijn plicbten als M oeslim -prediker te W ok in g heeft v olbrad it. Ik ben zoow el aan hem als aan Chawadja K am al-oed-I)in, hoofd van de W o- k in g -M o e s lim -Z e n d in g , die M. M oeham m ad Jakoeb Chan alle faeiliteiten verleende v oor de voltooii'ng van het werk, mijn oprecbten dank verschuldigd. Evenals in liet geval van de E ngelsche \Tertaling van den H eiligen Q oer’an heb ik bet m anuscript aan Mauhma S a d r -o e d -D in toevertrouw d, die nu den Islam in D uitschland propageert, om het werk ter perse te hrengen, te herzien en de dru k proef te corrigeeren.

Ai i.m a d i v v a Bu i l d i n g s, La i-i o r u, '

25 Augustus 1923. M O E H A M M A D A L I.

C* P Q

o

(16)
(17)

HOOFDSTUK I

A R A B IE e n d e a r a b i e r e n

„Voor/.eker is het eerste huis, be- stemd voor de menschen, dat te Bekka, gezegend en een richtsnoer voor de volken”.

(De Heilige Qoer’dn, I I I : 95).

H e t land, dat beken d staat onder den naam van Djazirat-oel-’ Arab, o f het A rabische E iland, heeft een centrale lig g in g in het halfrond, dat de vastelanden Azie, A frika en E uro pa om vat. H et v o m it, 0111 zoo te zeggen, het hart van de O ude W ereld. A rabie is het land, waar M oeham m ad — m ogen vrede en de zege- n in gen G ods op hem zijn ■— het leven slich t aanschom v-

de. H ij is de laatste van de g roote godsdiensthervorm ers, | / die een godsdien st stichtten. H et lan d grenst ten z u id e n " • - aan den Indischen O ceaan en ten westen aan de R ood e

en de M iddellandsche Zee. T en oosten van A rabie b ev in d en zich de Perzische G olf, de T igris en de Eu- phraat, w elke twee rivieren ook door het noordelijk deel er van stroom en. A an bijna alle zijden w ordt het dus begrensd door zeeen en rivieren, en om deze reden

(18)

2

hebben geschiedschrijvers en a a rd rijk sk u n d ig en h et niet als een schiereiland b esch om vd, m aar als een eiland, dat binnen zijn grenzen zoow el de la n d stro o k Mesopotamia als A rabisch-Syrie om va t. O p een 1110- derne wereldkaart ecliter staan zij n iet als een in te- greerend deel van A rabie geteeken d, en b e h a lv e d ie twee streken, heeft het een o p p ervla k te v a n tw a a lf honderdduizend vierkante inijlen. O n g eveer h et d e rd e deel e r v a n w o r d t bedekt door w oestijnen, w aarvan de grootste, Ad-Dahna, in het m id d en van het z u id e lijk gedeelte ligt. Er zijn in het land, p ractisch g e sp ro k e n , geen rivieren van beteekenis. H ier en daar k o m t m en evenwel enkele kleine rivieren tegen. S o m m ig e daa r- van verdwijnen in de woestijn, andere in on den in zee uit. Dwars over het land lo o p t van het zu id en n aar het noorden een k eten van bergen, de Djabal-oes-Sarat, waarvan de hoogste piek acht duizend v o e t h o o g is.

H et voornaamste produ ct is dadels. In v ro e g e r d a g e n was Arabie bekend 0111 zijn g o u d , zilver, k ostb a re steenen en specerijen. V an de dieren is de k a m e e l het ineest waardevol en het nuttigst, terw ijl h et A r a b i- sche paard zijns gelijke niet heeft in de w ereld, w at schoonheid, snelheid en raoed betreft.

Mesopotamia en Arabisch-S\rrie vorraen in w e rk e - Ujkheid een essentieel deel van het eilan d A ra b ie , ofschoon zij volgens de nieuwe staa tku n dige v e r d e e lin g van het lioofueiland gescheiden lig g e n . V a n deze twee grenst Mesopotamia aan Perzie. D e steden Basra en Koefa, die langen tijd de centra der Isla n iie tisclie geleerdheid waren, werden hier o n d e r h et K a lifa a t

(19)

v a n -’ O em ar de G roote gesticht. A rabisch -S yre lig t in het n oorden en strekt zich tot A le p p o uit. D aarom liebben A rabisch e aardijkskundigen den E u ph raat als de n oordgrens van het eiland besehouw d. In dit deel lig t de berg Sinai', waar M ozes G oddelijke open ba rin g on tv in g . De A m alek ieten hadden hier eens een m ach- tig kon in k rijk .

I le t eigen lijk e A rabie is on derverdeeld in een aantal deelen. H ierva n is H edd jaz de prov in cie, waarin het h eilig e g ron d g eb ied H aram ligt! D it gebied Haram (v erb od en o f h eilig g eb ied ) w ordt zoo gen oem d, om dat de plaats reeds sedert on h eu glijk e tijden zeer in eere is g eh ou d en en elke soort van strijd er ten strengste ver­

b o d e n is. B innen de grenzen van dit H aram staat het h eilige huis K a ’ba. D e T h o ra , bet heilige b o e k d e r Joden, g ew a a gt van H eddjaz on der den liaam van Paran.

De voornaam ste steden zijn M ekka, M edina en Taif.

Deze p rov in cie strekt zich als een rech th oekige strook lan d langs de R o o d e Zee uit. D jedda en Jen b o zijn haar tw ee voorn am e havens, waar de pelgrim s v oor M ekka en M edina respectievelijk landen. I n h e t o o s t e n grenst H edd jaz aan de p rov in cie N adjd en in het zuiden aan ’ Asir, een deel van Jaraan.

De tw eede voornaam ste provin cie is Jam an, die in het zuiden van het eiland ligt. H azram aut en Ahqafe zijn deelen van deze p rov in cie. H et is de vruchtbaar- ste streek van heel A rabie en was b ifgev olg het be- schaafdst. Zelfs heden ten dage v in d t m en er n o g eenige overblijfselen van prachtige gebou w en . R eusachtige dam m en w erden er eens gebou w d om de bron n en in

(20)

de bergen in bedw ang te h ou d en en ora ze v o o r ir rr 1 gatiedoeleinden te benutten. D e bek en d ste d a a r v a n is Marib, welks verw oesting ook in den H e ilig e n Q o e r ’an wordt verm eld.1 Jam an was b o v e n d ie n h e t c e n tr u m van den handel in m ineralen, edelgesteen ten en s p e c e - rijen, waarom A rabie eens zoo b e k e n d was. H e t machtige rijk van den ’ A d, v a n w e lk e n v o lk s s ta m de H eilige Q oer’&n m eldin g m aakt, w erd h ier g e s t ic h t .2 Dit bijzondere gebied staat beken d on d er d e n n a a m van Ahqaf. H azram aut is het deel van J a m a n , d a t in het uiterste zuiden ligt, langs de k u st v a n d e n Indischen Oceaan. De hoofdstad v a n deze p r o v in c ie is San’a en Aden is haar voornaam ste h aven . T e n n o o r d e n van San’a ligt Nadjran, waar het C h risten d om z ich voor de komst van den Islam verspreidd e. H e t w e l- bekende Christen-gezantschap, dat zijn o p w a c h t in g bij den Heiligen Profeet m aakte en aan hetvvelk v e r g u n - ning werd gegeven in de M oskee v a n d en P r o fe e t te logeeren, kwam van deze plaats. T e n n o o r d e n v a n Nadjran ligt ’ Asir.

Het cterde groote deel van A rabie is N adjd , d a t z ic h van den Djabal-oes-Sarat oostw aaxts u'ltstrekt, d w a rs over bet bitu\eiAtui&. H et is een rijk en v r u c h tb a a r plateau, ongeveer drie o f vier duizend v o e t h o o g b o v e n

en zeespiegeL Hier leefde de stam v a n G h a ta fa n , vooi welks kastijding de H eilig e P rofeet een s een expeditie moesst ondernem en. De w oestijn b e g r e n s t het aan drie zijden, terwijl in het zuiden J a m a m a lig t . Hier leefde de Banoe H anifa, uit w elken stam M o e - sailraa, de bedrieger, afkom stig was. *

1 xxiv : 16. 2 v i i : 65.

(21)

o

• In het zuidoosten v a n A rabie en langs de kust v a n de g o lf van O m an strekt zich.de la n d stre e k ’ O em - m an uit. D e hoofdstad daarvan is Masqat, waar nu, h oew el in naam , een afzonderlijke Sultan isgeplaatst.

T e n n oord en van ’ O em m an lig t Bahrein, ook w el A l- A hsa g en oem d , b ek en d om zijn parels. D ichtbij dit g edeelte lig t H ira, dat eens een k on in k rijk was.

E en andere belangrijke plaats is H idjr. D it is het va derla n d van den Sam ood, on der w ien de profeet Salih w erd verw ekt. Piet lig t ten n oorden van M edina.

D e H e ilig e P rofeet kw am op zijn m arseh tegen T aboek to e v a llig deze j)laats v oorb ij. T hans zijn T aboek en H id jr tw ee stations aan den H eddjaz-S poorw eg. T en w esten van H id jr lig t M adjan, de plaats van den profeet S joe’aib. T en n oorden van M edina lig t Chaibar, dat eens een bolw erk der Joden was.

Z ooals bov en reeds verm eld zijn M ekka, M edina en T a if de drie voornaam ste steden van H eddjaz. T a if heeft zijn beken dh eid te danken aan het feit, dat het, d o o r zijn lig g in g aan den v oet der bergen, koel is en rijk aan groen m et ontelbare bronnen en een ov ervloed

\a\\ ooit. ELet lig t ten oosten v a n M ekka en is het algem eene zom erverb lijf van den H eddjaz-adel. De beroem dste steden van H edd jaz zijn echter M ekka en M edina. M ekka o f Bekka is ook bekend onder den naam van Oemm-oel-Qoera o f de M oeder der steden.

A a n alle vier zijden w ordt het om g eveh d oor bergen.

H e t telt tegen w oord ig vijftig duizend inw oners. Sedert lan g vervlog en tijden is het de geestelijke en reli- gieu ze hoofdstad van A rabie, w ant hier staat het

(22)

6

heilige huis Gods, de K a ’ba, dat sinds v oorh istoriseh e tijden de verzaraelplaats van alle jaelgrim s u it alle hoeken van Arabie is. Sir W illiam M uir m a a k t in zijn „Life of M uham m ad” veklarende aan teeke- ningen omtrent de oudheid van dat huis a ld u s :

„Tot de voornaamste kenmerken vail den godsdienst van Mekka behoort ook de zeer hooge ouderdom ervan . . . . Diodorus Siculus, die ruim een halve eeuw voor onze jaartelling scbreef, zegt van dat deel van Arabie, hetwelk door de Roode Zee wordt bespoeld, dat 'er is in dit land een tempel, door alle Arabieren grootelijks vereerd’. Deze woorden moetcn op het heilige huis van Mekka slaan, daar wij geen ander kennen, dat ooit de algemeene hulde van Arabie afdwong . . . . De traditie stelt de Ka’ba voor als zijnde sedert onhenglijke tijden het tooneel van de bedevaart uit alle streken van A rab ie :

— van Jemen, Hadramaut en de kusten van de Perzische Golf, van de woestijn van Syrie en van de verafgelegen omstreken van Hira en Mesopotamia stroomden jaarlijks menschen naar Mekka toe. Zulk een uitgebreide lmlcle nioet haar aanvang hebben gehad in de nitersfc grijze oudheid”.

Om de oudheid van de K a ’ ba te staven lic e ft Sir William dus historisclie feiten en m o n d e lin g e tradities aangehaald. Ook de Q oer’an w ijst op d e ze lfd e conclusie. Het boek spreekt van de K a ’ ba als h e t eeste huis, „gebou\vd voor de m en sch en ” 1 m .a.w . h e t eerste huis op het aardoppervlak, dat v o o r de a a n - bidding van God is bestemd. De G od d elijk e o p e n - baring straalde allereerst van deze plaats uit. E n w at een merkwhardige sam enloop van o m sta n d ig lie d e n ! Deze zelfde plaats geniet de on dersch eidin g, de p la a ts te zijn, waar de laatste der gezegende p rofeten h et levenslicht aanschomvde. M ekka heeft zijn voreerilig'

1 iii : <J5.

(23)

aan clit huis te clanken. R eeds in h et ja a r 2500 v.

Chr. was h et een stopplaats v oor de karavanen, die g e re g e ld tusschen Jam an en S yrie trokken. O ok de H e ilig e Q o e r’an bevestigt, dat het h eilige huis reeds v o o r A b ra h a m b e sto n d .1 T oen de g roote patriarch zijn zoon Isjniael daar verliet, w aren dit de w oorden v a n de bede, w elke hij tot G od rich tte : „ 0 H eere ! ik h eb een deel van m ijne n a k om elin g sch a p in d e z e d o rre v a lle i doen w on en , nabij U w H e ilig e H u is” .2 D it toont aan, dat de K a ’ ba er in dien la n g verled en tijd al bestond.

M edin a w erd oorsp ron k elijk Jasrib g en oem d. Later, toen de H e ilig e P rofeet er zich vestigde, stond het b ek en d on der den naam v a n M adinat-oen-N abi o f de stad van den P rofeet, w elke naam van lieverlede samen- g etrok k en w erd tot A l-M edin a, de Stad, en ten slotte to t M edin a alleen. D it is eveneens een oude stad.

Z ek ere g esch ied k u n d ige leidraden zeggen, dat zijn stich tin g al v a n het ja a r 1600 v. Chr. dateert. H et w erd eerst b ew oon d d oor de A m alekieten , daarna door de Joden, den A us en den Chazradj. T oen de P rofeet zich hier kw am vestigen, w aren deze drie v olk en de bew oners van die stad. De laatste tw ee k regen later den bijn aam van Ansar o f de H elpers. In het dertien- de ja a r van zijn zen din g verlm isde de H e ilig e P rofeet van M ekka naar M edina, waar hij de laatste dagen v a n zijn leven doorbrach t. H ier stierf hij en hier lig t zijn g ra f tot op dezen dag. M edin a -ligt 270 m ijlen ten n oorden van M ekka en is, in tegen stellin g met het laatstgenoem de, niet h eelem aal onvruch tbaar. Be- lm lve Ue w eeldorigo b o b om v in g kan het zich beroem en

©

7

1 ii : 125. 2 xiv : 37-

(24)

op een overvloed van vru clitb oom en . H e t is er in d e n winter betrekkelijk koeler.

De ’Ad, de Sam ood, de T asm en de D ja d is zijn, v o o r zoover kan worden nagegaan, de oudste v o lk s s ta m m e n van Arabie; van de eerste tw ee w ord t in d en H e ilig e n Qoer’an m elding gem aakt. Deze o o rsjjro n k e lijk e sta m - men staan bekend onder den naam v a n d e n Baicla of oud-Arabieren. Op de v e rn ie tig in g van d e n sta m van Noach volgde de opkom st van d en ’ A d , w ie n s volksplantingen zich tot zelfs v er bu iten de g r e n z e n van Arabie verspreidde. D e gesch ied en is g e t u ig t , dat zij over Arabie, E gyp te en v ele an dere p la a ts e n heerschten. Na den val van dezen stam g e ra a k te d e Samood tot macht.

Daarop volgde de opkom st van den B anoe Q a h ta n , wiens vaderland Jaman was. O ok deze stam w o n in zijn tijd groote m acht en in vloed. D e A u s en d e Chazvadj waren de zijtakken van dezen stam . A l d e z e stammen staan bekend onder de naam v a n ’A r ib a o f eclite Arabieren.

Ten laatste kwam Isjmael, w iens n a g esla ch t b e k e n d staat onder de naam van den Moesta’riba o f g e n a tu r a li- seerde Arabieren. In gevolge het G o d d e lijk b e v e l werd hij door zijn vader A brah am m et zijn m o e d e r Hadjira op de plaats achtergelaten, w aar n u de K a ’ b a staat.1 Er is niets van het g e lo o f aan, d a t zij d o o r Abraham werddn ‘ verbannen, op a a n d ra n g v a n z ijn tweede vrouw Sarah. Dat denkbeeld w ord t n a d r u k k e lijk weerlegd in een verhaal van den H e ilig e n P r o fe e t, hetwelk zegt, dat, toen H adjira v ro e g o f A D ra h a m

c 8

1 xiv : 37; ii : 125.

(25)

t

#

h en daar in g e v o lg e den G oddelijken w il achterliet, de pa tria rch bevestigen d antw oordde. Ook bun verhaal in den Q o e r ’an leid t tot dezelfde conclusie. Later h e rb o u w d e n v a d er en zoon op G oddelijk bevel het H e ilig e H u is K a ’ ba, dat naar het schijnt in vervallen toestand v e rk e e rd e .1 D aarop zonden beiden gezam enlijk een b ed e tot den A lm a ch tig e op, die de Q oer’an in de v o lg e n d e b ew oord in g en w eergeeft: „ 0 onze H eere!

v e n v e k o n d e r hen eenen P rofeet uit het m idden van h e n ze lv e n ” , w elke bede in den persoon van den H e ilig e n P rofeet M oeh am m ad, vrede zij m et hem, v e rv u ld is g e w o rd e n .2 Om deze reden w ordt onze P ro fe e t o o k w el de „b ed e van A b rah am ” genoerad.

Isjm aels n ageslaeh t plantte zich voort en vertakte zich in talrijke. stam m en. E en ervan staat bekend onder den n aam van de Q oereisjieten, die van N adr afstamden.

D eze stam w erd later onderverdeeld in een aantal stam m en , en de P rofeet is een telg van een ervan, den B anoe H asjim .

1 ii : 127- 2 i i : 129.

9

(26)

o

H OOFDSTUK I I

D E D U IS T E R E E E U W

„Vederf verscheen te land en ter zee”.

(De Heilige Qoer’&n, xxx : 41).

Het tijdperk, dat de kom st van den P r o fe e t v o o r - afg’ ng> wordt door den H eilig en Q o e r’an de D u iste re Eeuw genoemd, welk Boek in twee w o o rd e n s a m e n v a t hetgeen boekdeelen zou vullen , als m en e r o v e r u it- a\ eiclt. H et beeld, dat bovenstaand vers on s g e e ft, . schildeit zoowel deri vervallen staat der A r a b isc h e a f- godendienaars als dien der Joden en C h risten en af.

a, het verklaart uitdrukkelijk, dat v e rd e rf in de h e e le w e ie d hoogtij vierde. Dit sluit ech ter n ie t in , d a t e weield nooit te voren een beteren staat v a n zacen kende, maar welke besch avin g en w elk m o r e e l even ei ook ooit ergens ontstaan w aren, d o o r tus- se ^n 'om st der vele profeten, die van tijd tot tijd o n d e r veisc 11 ende volken werden verw ekt, w aren o n d e rtu s - sc len tengevolge van een tijdsverloop van v ele e e u w e n leelemaal verdwenen. Ieder v olk op de w ereld w as oen ei tijde verre van wezenlijk beschaafd. D eze wooi en werden geuit door iem and, die o n tw ijfe lb a a r a . 0 uu onge etterd was. Hij was n iet in de g e le g e n -

1 x x x : 4i. | FAK. H U k T I

(27)

9

heicl de w ereld rond te reizen, teneinde de toestanden der versch illen de landen te bestu d eeren ; ook kende hij het voordeel van het publicatie-systeem van onzen tijd niet, dat hem anders op de h oogte zou h eb b en gesteld van de toestanden der wereld toen ter tijde. N iettem in bevestigt de geschiedenis de waarheid dier b ew erin g op frappante wijze. Behoudens het feit, dat E u ropa in het zuidoosten een m ach tig Keizerrijk had — het Christelijke K eizerrijk Rom e — was het diep g ezon k en in een staat van barbaarschheid in den letterlijken zin van het w oord. V a n a id e vastelanden der w ereld was A zie eens de bakerm at der beschaving.

M aar een bestudeering van de verscheidene landen v a n deze bakerm at der w ijsbegeerte en religie toont aan, dat zoow el hier als elders grove onzedelijkheid aan de orde van den dag was. Indie, eens het m id- d elp u n t van de oude Oostersche beschaving, bood o o k hetzelfde afsclm w elijke beeld aan. Vuile, gem eene en afschuw elijke din gen sch rcef men zelfs toe aan wat m en als hun halfgoden besehouwde. l i e t kwaad was hun zoo v olk om en meester, dat zelfs de deugdzam en in d on k ere kleuren werden geschilderd. Ook Perzie en C hina verkeerden in denzelfden toestand. D it is h oogstw aarschijnlijk toe te schrijven aan het feit, dat er eeuw en waren verloopen sinds de kom st der laatste h eilig e en deugdzam e personen, en dat w elke her­

v o r m in g en besch avin g er ook te voreii gesticht waren, van lieverlede verslapt en tgn slotte vernietigd waren gew orden . De H eilige Q oer’an z e g t : „D e tijd werd v o o r hen verlengcl, derhalve verhardden hunne harten” . 1

0

11

1 l v i i : 16.

(28)

o 0

12

Jezus was de profeet, die, w at den tijd b etreft, h et naast bij den H eiligen P rofeet kw ain. M en zou als vanzelfsprekend zoo ergens, dan to ch w el in d e n C h ris- telijken godsdienst eenige overblijfselen v a n d e u g d en zedelijkheid kunnen verw achten. M aar h o e w as het toen ter tijde met het C hristendom g esteld ? L a a t ons de getuigenis der Christen-schrijvers z e lf d a a rv a n aanhalen. Een bissehop zei, een beeld van d ie d a g e n gevende, dat het H em elsche K on in k rijk g e h e e l en al omvergeworpen was, ja, een ware helseh e toesta n d was tengevolge van de innerlijke v e r d o r v e n h e id o p aarde geschapen. Sir W illiam M uir sch rijft n a g e n o e g in dien z in : „Bovendien was het C h risten d om v a n de zevende eeuw vervallen en vervalsch t. H e t vverd onbruikbaar gemaakt door w edijveren de sch ism a ’s en had de kinderachtigheden van h et b ijg e lo o f in d e plaats gesteld van het zuivere en w ijde g e lo o f d er vroegere eeuwen” .

Dit is het beeld van het C hristendom b e tre ffe n d e zijn algemeenen toestand. De E en h eid der G o d h e id was sedert lang verdwenen. De L eer der D rie e e n h e id gaf aanleiding tot talrijke v erw ik k elin gen . V e r s c h e i- dene schisma’s en sekten w edijverden m et elk a a r in het kvvellen van hun brein m et de o n tw a rrin g v a n het raadsel, hoe een mensch G od w erd o f h o e d rie een is en omgekeerd. Dit leiddc tot het in h et lic h t geven van hooptu polem ische w erken, die den m e n sch v en e van het wezenlijke doel der religie v e rw ijd e rd e n . Gibbon, die verklarende aanteekeningen m aak te o m - tient het vooival met de beroem de b ibioth eek te A le x a n -

(29)

9

drie, die d o o r de onverdraagzam e Christenen in de asch w erd g eleg d , m aakte in dit verband een veelbeteekenen- de o p m e r k in g : „M aar indien de zware massa der A ria a n scb e en M onophysische controverse inderdaad in pu b liek e baden w erd vernietigd, dan m ag een p h ilo s o o f m et een g lim la ch erkenen, dat die ten slotte gew ijd werd aan het belan g van het m enschdom ” . D e algem eene euvelen van het C h risten dom : drinken, dob b elen en overspel waren zelfs in die dagen al aan de orde van den dag. D ozy haalde aan, dat K a lif

’ A li in de v olg en d e veelbeteekenende w oorden over den T a g h lib , een Christelijken stam, s p ra k : „Alles, w at zij aan die K erk ontleend hebben, is de gew oonte van w ijn -d rin k en ” . K ortom , het Christendom , dat de laatste der geopen baarde w ereldgodsdiensten was, was practisch dood. H et had alle drijfkracht om zedelijke h e rv o rm in g tot stand te brengen verloren. Buitendien legd e de vervallen staat der m enschelijke sam enleving in het algem een over de geheele wereld ook getuigenis a f van de w aarheid der Q oer’anische vek la rin g.1

E n wat om tren t A rabie z e lf? H et is waar, dat de A rabisch e dich tku n st het topp u n t bereikte en dat de prae-Islam iotisohe dichtkunst een hoogen graad van b ek w a a m h eid en vaardigheid aan den dag legde.

O ok is het waar, dat het schrijven den Arabieren niet o n b ek en d was, m aar zelden m aakten zij daarvan ge- bru ik. Zelfs hun g edich ten hadden zij niet op schrift g ebrach t. D ich terlijk e opstelJ,en over de Duistere Eeuw zijn alle zon der u itzon derin g door m ondelinge tradities ov ergelev erd , m et de eenige u itzondering van de

13

x x x : 41.

(30)

o

stukken, die bekend staan on der den naam ’ 'a n de

„Moe’allaqat” , welke wel op papier w aren g e b r a c h t en opgehangen aan de w anden van de K a ’ ba. W a t het feit betreft, dat de A rabieren de d ich tk u n st to t ontwikkeling hadden gebracht, zij v o ld o e n d e te ze g g e n , dat louter dichtkunst als zood a n ig g een zeker crite- rium levert van den trap van b esch a v in g, w a a rop een volk staat. Belangstelling v oor de d ich tk u n st is in b ijn a elke samenleving op te m erken, hoe g r o f en p r im itie f die ook moge zijn. De reden daarvan is n ie t v e r te zoeken. Een volk op dien trap van b e sch a v in g h eeft zeer weinig voonverpen van b elan gstellin g, d ie z ic h alleen met den groei der besch avin g v e r m e n ig v u ld ig e n , en vandaar hun eenige toew ijdin g aan den een ig e n beschikbaren vorm van schoone kunst — de d ich tk u n st.

Maar de Arabische dichtkunst is zelfs o n tb lo o t v a n die ruimte van blik en die v erh even h eid van g e d a ch te , welke slechts met de besch avin g kom en . S c h o o n h e id van taal is alles, waarop zij kon b og en . E r w a re n in het Arabische karakter on getw ijfeld zekere ed e le trekken: gastvrijheid, vrijheidsliefde, d a p p erh eid , m an- haftigheid, getrouwheid aan den stam en e d e lm o e d ig - heid waren eenige van de eigen schappen , w a a rin de Arabieren hun wedergade niet hadden. M aar e n k e le deugden kunnen, vooral w anneer o v e rv le u g e ld d o o r het toppunt van barbaarschheid en d ie rlijk h e id , o p zichzelf moeilijk worden opgevat, b e sch a v in g u it te maken. Naast de meest gastvrije on tvangst, d ie m e n een gast bewees, was het een alledaagsche g e w o o n te om een reiziger te plunderen. H et g e v o e l v a n stam - 14

(31)

e

patriotism e, hoew el op zich zelf zeer loffelijk, was ook zeer overdreven en m isbruikt. B euzelachtigc w oor- den w isselin gen tusschen in dividu en plachten aan leidin g te g even tot een verschrikkelijk grooten oorlogsbrand en b loed v eeten , die zich v a n . geslacht tot geslaeht n itb reid d en . Oni kort te gaan, de heele wereldhorizon was o p dat tijd perk m et de donkerste w olken van o n g o d sd ie n stig h e id en onzedelijkh eid bezw angerd.

D eu gdza a m h eid van h ooge orde was absoluut onbekend.

liet, lijdt geen tw ijfel, dat de A rabieren het g e lo o f in de een h eid G ods beleden, m aar het was te opper- v la k k ig . H u n practische leven logenstrafte hun sch ijn b elijden is. Zij gaven zich aan den afgodendienst o v e r, daar zij dach tcn , dat A lm a ch tige G od de ver- v u llin g der versch eid en e functies van liet heelal aan v e rsch illen d e goden , god in n en en afgoden had toe- v ertrou w d . Daaroin plachten zij zicli tot hen te w en d en en bij alle soorten van on dern em in g liuii zegen in te roepen. H u n g e lo o f in de eenheid van God was clus een ijdel dogm a, aangezien het geen plaats in n a m in het stelsel van hun practische leven. Behalve d e afgoden besch ou w d cn zij de lucht, de zon, de maan on de sterren als beheerschers van hun lot, en zij a an b a d en hen dan ook a lsz o o d a n ig . Ja, zij verlaagden z ich zelfs zoo, dat zij stukken steen, b oom en en zand- h o o p e n aanbaden. Zij plachten zich o otm oed ig ter aarde te w erpen v o o r elk m ooi stuk steen, dat zij toevallig teg en k w a m en . K o n d e n zij rg een steen vin den , dan a a n b a d en zij een zandheuvel, nadat zij daarop hun k a m eelin hadden gem olk en . De en gelen beschouw den

15

(32)

16

zij als de dochters van G od. Zelfs personen v a n n a a m werden aangebeden, terwijl beelden naar h un n a m e n waren gehouwen. H et was niet n ood za k elijk b e h o o r - lijk gesneden en gevorm d e steenen te h eb b en ; z e lfs ruwe, onbehouw en steenen bea n tw oord d en aan d a t doel. Gingen zij op reis, dan nam en zij v ie r stu k k e n steen mee : drie om er een haard van te m a k en e n de vierde om als voorw erp van a a n b id d in g te d ie n e n . Soms namen zij hiervoor geen afzonderlijken ste e n mee : was het kooken afgeloopen, dan w erd een d e r drie steenen uit den haard gen om en en a a n g e b e d e n . Buiten en behalve de drie honderd en zestig b e e ld e n , die in de ka’ ba gezet waren, had elke stam een e ig e n afgod. Ja, in ieder huisgezin hield m en er een o p n a . Om k orttegaa n , d ea fgod erij was hun tw eede n a t u u r geworden, die hun dagelijksch leven in al zijn J>ij- zonderheden bei'nvloedde. De h o o fd g e d a ch te v a n h u n geloof was, dat God het beheer o v e r en de t o e z ic h t op dit stelsel van het heelal aan an deren h a d to e - vertrouwd, die Hij met alle m ach ten had b e k le e d , zulks als zieken genezen, kinderen sch en k en , h o n g e r s - nood en epidemieen bestrijden. De G o d d e lijk e g u n s t kon slechfa door bem iddelin g van deze a fg o d e n w o r d e n bekomen. Zij bogen zich o o tm o e d ig v o o r h en n e e r , inaakten een rondgang om hen heen, b ra c h te n h u n offers en bestemden een deel van h u n v e ld p r o d u c t e n en hun vee alls offerande v o o r lien. U it z u lk e e n vernederenden afgodendi^nst v erh ief de H e ilig e P r o fe e t Moehammad heel Arabie in de korte sp a n n e tijd s v a n slechts twee tien ta llen . jaren. N iet alleen w as d e a f-

(33)

g o d e n d ie n st met wortel en al van A ra b ie’s b odem uitge- roeid , m aar beh alve dat w erden die eigenste A rabieren in z o o ’ n g lo e ie n d e geestdrift v o o r de eenheid G ods o n tv la m d , dat die hen wijd en zijd over de heele toen b e k e n d e w ereld v oerde om den naam van Een G od o p te houden. I let. bevrijden van een heel land, dat zich o v e r eon u itgestrekt op p ervla k van tw aalf lion- d e rd d u izen d vierk an te m ijlon uitstrekt, van den vloek van den a fgoden dien st, waaraan het h op eloos verkn och t was d o o r sinds lan g g e v cstig d e tradities en overervin g, in niet nicer dan een vijf'de eeuw , zoodat hij den trot- scb en titel van beeldstorm er v e r w ie r f— is dat niet h et g rootste w on der, dat de w ereld o o it heeft aan- sch o u w d ? V erd ien t de persoon lijk h eid, die de h ervor- m in g tot stand heeft gebrach t, niet m et recht den titel van „ d e beste van het M en sch d om ” ?

B eh alve de a fgoden dien st, die aan de orde van den d a g was, sch o o t de sterrendienst niet. m in der stevio- w ortel in A ra b ie ’s bodem . H et m enschelijk lot. w erd in v erban d g eb ra ch t m et den lo o p der versch illen de sterren. N atu urverschijnselen, die b etrek kin g hadden o p ’ s m en scb en goed en kw aad, w erden aan h un in v lo e d toegeseh reven . Er waren ook m enschen, die o f geen god^dienst, o f d oor en d oor athei'stisch waren.

T erw ijl eenerzijds de slechtste v o n n van afgoden dien st h e t g e m o e d van de A rabieren in het algem een volkom en m eester was, waren er anderzijds ook ^pommigen, die n ie t aan het bcstaan van G od, de on sterfelijkheid van de m en sch elijk e ziel en den da g der v ergeld in g ge- lo o ld e n . * V o o r hen was god sd ien st niets dan spotternij.

17

(34)

18

Zij niaakten zelfs de a fg od en , die zij b e w e e rd e n te aanbidden, belachelijk. M en vertelt vim den b e r o e m - den dichter Im ra-oel-Qais, dat hij, toen er een m o o n l op zijn vader was gepleegd, v o lg e n s liet tr a d itio n e e le gebruik onder de A r a b ie r e n een orakel r a a d p le e g d e , dat hem moest voorzeggen, o f hij den d o o d v a n zijn vader al o f niet m oest w reken. H e t proves b e s to n d in het merken van twee p ijlen : de een m ot liet w o o r d ua’am (ja) en de andere met la (neen), w elk e w o o r d e n respectievelijk aanduidden, o f de o n d e r n e m in g al d a n niet moest worden aanvaard. Een o n b e se h rcv e n p ijl.

die er ook bij werd gevoegd, g a f te k en n en , d a t h et lot opnieuw moest w orden getrokken , in d ie n h e t oj>

een onbeslissing kwani. Im ra-oel-Q ais se lio o t d o p ijle n drie keeren af en telkens kwam de n e g a tie v e ]>ijl u it.

In een vlaag van w oede w ierp hij den a fg o d d c p ijle n in het gezicht, terwijl hij zei : „ () clle n d e lin g , w a s h e t de m oonl op uw eigen vader gew eest, da n zou dt g ij mij niet hebben verboden dien te w rek cn !”

Zulks was de staat van o n g o d sd ie n s tig h e id en al'- godendienst in Arabie. W at hun sociaal le v e n b e tr e ft, boden zij geen beter beeld aan. O ok in d a t o p z ie h t waren zij zelfs van de eerste begin selen d,er sa m e n le v in o - totaal onkundig. H un levensw ijze m aak te liet, h u n onmogelijk eenige soeiale d eu gden te o n t w ik k e le n . M oorddadige veeten nam en al hun a a n d a ch t in be.slag.

Een geordendc en vredige levensw ijze, w e lk e n o o d - zakelijk is voor het aankweeken van soeia le d e u g d e n , was hun onbekend. W at ieder o o g e n b lik al.s iets v a n buitengewoon groote beteekenis v o o r liu n £ee.st o p -

(35)

(loonide, was h et u itzich t o p vijan delijkh ed en , die te een iger tijd tegen een anderen stam k on d en losbarsten.

Zij leid d en een n om a d isch leven, zw ervende m et hun vee van de eene plaats naar de andere. W a a r zij ook d rin k w a te r en voedsel v o o r h un vee von d en , daar richtten zij hun tenten van k am eelhu iden op. E en zeer k lein e m in derh eid van hen vestigde zich in dor- pen en een n o g k lein er aantal in steden. H o e was hel on d er zulke om sta n d igh ed en m ogelijk , dat de zegen in g en v a n een g eord en d e en geregelde sam en- le v in g hun d eela ch tig zouden w o r d e n ? Dan was er verder geen centrale regeerin g, die aan een w et kracli- tig de h an d h ield en de orde h andhaafde. H e tg e h e e le lan d was versch eu rd in een ontelbaar aantal kleine staten : elke stam v orm d e een afzonderlijke, onafhan- k elijk e staa tku n dige eenheid. D e w ein ige prov in cia le reg e e rin g e n , die er hier en daar bestonden, waren te zwak om aan het reclit de hand te houden. O m een an der zijn reclit te on tn em en , had m en zich slechts te verlaten op de k ra ch t van zijn arnien. E lke stam had zijn eigen h oofd, dat hem in oorlogen tegen een v ija n d elijk en stam aanvoerde, ten ein de zijn rechten te v erd ed ig en . E r was echter h oegen aam d geen wet, die het in d iv id u aan den stam , o f dezen aan de natie b o n d . Iedereen was on afh an k elijk , daar hij geen on d erd a n en trou w aan een ig centraal gezag versch u l- d ig d was. D e Islam kw am m et zijn v ereen igen de kraeht, zooals d o o r M uir w ord t toeg egev en :

„De eerste bijzonderheid dan, d,ie onze aandacht trekt, is de onderverdeeling van de Arabieren in ontelbare groepen, ge- regeerd door dezelfde cere- en zedenwet, en dezelfde manieren

1*9

(36)

20

vertoonende, voor het grootste deel dezelfde taal sprekende, maar de eene onafhankelijk van de andere; rusteloos en dik- wijls in oorlog met elkaar; en zelfs waar vereenigd door hloed- venvantschap en door belangen steeds gereed 0111 door som m ige onbeteekenende oorzaken niteen te gaan en te geraken tot onverzoenlijke vijandscbap. Tegen de Islamietische aera ver- toonde de terugblilc op de Arabische geschiedenis dus, ovenals in een kaleidoscoop, zoo’n immer varieerende staat van coni- binatie en repulsie, dat die elke poging tot algemeene verceniging tot nu toe had doen mislukken . . . . Het problcem moest nog worden opgelost, door welke kracht deze stammen konden worden onderworpen, of tot e<?n gemcenschappelijk middel- pnnt samengebracht; en liet werd opgelost door M oe h am m a d ” .

De H eilige Q oer’an heeft deze a lgem een e o n t a a r d in g in een zin zoo pittig s a m e n g e v a t: “ Gij (d e A r a b ie r e n ) waart op den rand van eenen a fg ro n d .” 1 V ija n d e lijk - heden, eens uitgebroken, duurden v a n g e s la e h t t o t geslacht voort. B euzelachtigheden, zooa ls een m in - aclitend woord o f een klein on g elu k bij een p a a r d e n - wedren, leidden gew oon lijk tot de s la c h tin g v a n duizenden. En het ergste daarvan was, d a t d e o v e r - wonnelingen en krijgsgevangenen in deze o o r lo g e n in eeuwige slavernij aan de overw in n aars w erd en g e b r a c h t . Het was zulk een vervallen m en sch h eid, d ie de P r o fe e t tot een benijdenswaardig n ivea u v a n ze d e lijk le v e n verhief. Hij smeedde de tw eed ra ch tige e le m e n te n t o t een harmonische broederschap aaneen, d ie e e n ig is in de geschiedenis der w ereld.2 W a t een in a c h t ig e hervorm ing ! ■■

De vrouwen bekleedden in de A ra b isch e s a m e n le v in g een lage positie. Behoudens de m in n e z a n g e n to t l o f der geliefde, welke on tboezem ingen w aren v a n z in n e -

1 i i i : 102. 2 iii : 102.

(37)

lijken lust, gen oten de vrou w en geen hetere b eban d e- lin g dan de lagere dieren. P olya n d rie, die het k enm erk is van een zeer p rim itieven trap der m enschelijke san ien levin g, was on der hen ook in zw ang. E r was b o v e n d ie n geen grens aan het aantal vrou w en, die een m an kon liem en : m en h an delde geheel zooals en w anneer m en w ilde. De prostitutie heerschte algem een als een beroep on der hen. De geva n gen gen om en vrou w en , die als dien stm aagden werden gehouden, w erden g e d w o n g e n om op deze lage m anier v o o r haar m eesters geld te m aken. De getrou w de vrouw en kregen van haar m an n en v e rg u n n in g om terw ille van het n ageslach t vleesch elijk e gem een sch ap m et anderen te h ou d en . D it gebru ik w erd ,,Istibza” gen oem d en kom t overeen m et dat van de N ijoga, die n o g onder de H in d o e s heerscht. B oven dien w erden de vrouw en lou ter als roerende goederen beschouw d. Zij hadden geen aanspraak op een deel der erfenis v a n haar ov erled en ech tgen oot, vader o f andere bloedverw anten.

•Ja, zij zelf w erden als een essentieel deel van het v e rm o g e n van den overleden e geerfd. H et stond den erfgena am vrij om over haar te besch ikken zooals hij w ilde. H ij zelf k on haar trouw en o f haar ten h u w elijk g even aan w ien hij ook m aar w ilde. Ma den d o o d van zijn vader trou w de een zoon zelfs zijn stiefm oeder, die een deel van de erfenis was. H et g e b ru ik der ech tsch eidin g, dat on der hen ook al in zw a n g was, was niet m in der barbaarsch. D uizendm aal k o n een m an zich van zijn v rou w sch eiden en haar na een v oorgesch rev en tijd, ’iddat gen oem d, weer

(38)

22

terugnemen. Soms placht hij te zw eren, dat. hij lia a r niet zou naderen, en som s p la ch t liij b ek en d te n ia k e n , dat hij liaar als zijn m oeder zou b e sch o u w e n en d u s haar in een toestand latende v a n n o ch g e tr o u w d , n o c h gescheiden zijn — een hangende toestand. Zij b e d ie n d e n zich van deze m ethoden, een v ou d ig orn haar te k w e llo ii.

En zij, arm schepsel, had geen en k elen u it w e g 0111 zich uit dezen annzaligen toestand te re d d e n . Piet, slechtste type van liederlijke taal w erd g e b e z ig d o m relaties tusschen de seksen uit te dru k k en . L ie fd e s - geschiedenissen en on w ettig v erk eer w erd en z o o w e l schaamteloos als h oog m oed ig in verzen v a n d e onfatsoenlijkste soort verteld. V rou w en v a n a d e llijk e n bloede werden openlijk aangesproken ill m in n e z a n g c n . Als wij nu de staat van zaken, die o n d e r de A r a b ie r e n met betrekking tot de positie der v ro u w h e e rsclite , in aanmerking neraen, is het n iet m o e ilijk 0111 e e n oordeel te vormen, welk een g ro o te v e r p lic h t iiig d e vrouw had aan M oeham m ad, m o g e v re d e o p lie n i zijn, die haar uit den poel der la a g h e id r e d d e en lia a r tot een waardige positie verhief. Z elfs de n io d e r n e Europeesche beschaving, die slechts een o p p e r v la k k ig e achting voor het schoone geslaeht heeft, k e n t d e v r o u w die recbten niet toe. Ila a r ware a c h tin g lig t in d e verschuldigde erkenning van haar k u is c h b e id en d e volkom en gelijkheid in recbten m et den m a n , w e lk e ongelukkig nergen.s in de W estersche cu ltu u r zijn a a n

te treffen. ■

Laat ons thans wenden tot de v erb eterin g v t e w e e g - gebracbt door den Islam in de positie der v r o u w , in

(39)

*

t e g e n s t e l l i n g m et het bovenstaande. H et Q oer’anische bevel : „D e vrou w en zullen dezelfde reehten over de m annen liebben, als de m annen over haar,” is, om het zoo eens te zeggen, de M agna C’harta van

’s v ro u w e n fra n ch ise.1 In denzelfden trail t- merkte de H eilig e P rofeet o p : „D e beste onder u is hij, die zijn vrou w goed b e h a n d e lt.” Zulks was de verandering, tew eeg geb ra ch t in de heele atm osfeer, waar een geest van v e ra ch tin g v o o r de vrou w adem de. A ch tin g voor de vrou w in te prenten in een land, waar het als een teeken van adel w erd besch ou w d een vrouw elijk n ageslaeht leven d te begraven , is voorzeker geen geringe dienst, der m ensohheid bew ezen. Hij liet hooren van de geb oorte van een doch ter kw am g ew oon lijk een som bere trek van diepe sm art en bezorgdh eid op liet gezich t van den vader. H ij m oest haar o f levend begraven , o f zich de soeiale on gen ade laten w elgeva llen .2 Dus nani liij zijn doch ter nice naar de woestijn, liet haar op den . rand van een kuil staan, die er reeds van te voren was gegraven , en, nadat hij er liet gilleiule k ind m et cigen lianden in gew orpen h a d , b egroef hij haar leven d on der een h oop aarde. T oen de H eilige Profeet eens van zulk een v o orva l op de h oogte w erd gesteld, barstte hij uit m edelijden in tranen uit. Som s w erd bij een h u w elijkspleeh ttigh eid een uitdrukkelijk a cco o rd aangegaan, dat een vrou w elijk nageslacht g e d o o d zou w orden. In dat geval was het de plicht van de m oeder zelf 0111 deze barbaarsehheid te plegen.

A rm schepsel ! Zij m oest dat doen ten aanschouw e van alle v rou w elijk e leden der fam ilie, die u itgen ood igd

1 ii : 22S- 2 xvi : 58— 59.

(40)

24

waren, enkel en alleen om deze afsch u w elijke p le c litig h e id bij te wonen. Aan al deze in k oelen b lo e d e g e p le e g d e onmenschelijkheden werd m et een slag een e in d e gemaakt door de Q oer’anische w oord en : „E n als d e levend begravene w ordt gevraagd, v o o r w at m is d r ijf zij gedood w erd.” 1 Na dien werd de tragische w r e e d h e id nimmermeer herhaald, zelfs niet eenm aal. In d it o p z ie h t heeft M oeham m ad, vrede zij op hem , zijns g e lijk e niet in de geschiedenis der w ereld, 0111 den d ie n st, dien hij het m enschdom heeft bew ezen.

Het drinken was een ander euvel, w aaraan A r a b ie mank gin g: het was hopeloos verslaafd aan d en s te rk e n drank. Bedwelmende dranken w erden d a g c lijk s v e r - scheidene keeren gebruikt. Er was g een h u isg e z in , of het had een grooten voorraad van w ijn. M a a r n ie t zoodra was het Q oer’anische verbod a fg e k o n d ig d , o f de wijnkruiken werden verm orzeld en w e g g e g o o id .2 Men vertelt, dat de wijn als regem vater o v e r d e stra ten van Medina stroomde. De eeu w en ou de g e w o o n te v a n het drinken werd dus in m in der dan g een tijd a f- geschud en een strenge g e h e e lo n th o u d in g w as n u aan de orde van den dag.

Het dobbelen was een andere v lo e k , in w e lk s klauwen de A rabische sa m en lev in g was g e v a lle n . Men gaf zich daaraan over als aan een g e w o o n dagelijksch tijdverdrijf. Zij, die zich er v a n o n t h ie ld e n , werden als een vrek beschouw d. M o e h a m m a d s g e e s - telijke kracht maakte er eveneens k o rfe m e tte n m e e en redde Arabie van de sinds lan g h eersch en d e k w a a l.

Er wras onder de A rabieren geen on derw ijs, w a a r d

1 Ixxxi : 8. 2 v : 90.

(41)

25

g e n o e m d te w orden. D egenen, die een schrift konden on tcijferen , k onden op de vingers w orden getelcl.

O n w eten dh eid kw eekte bijgeloof, en zij hielden er alle soorten van zonderlinge bijgelooven op 11a. Zij ge- loofd en aan bet bostaan van genien en kwade geesten, die zij op eenzanie plaatsen aanriepen. Zij schreven bu n ook zekere soorten van ziekten toe, waaraan zij k on den on tk om en door gebruik te maken van am uletten en tooverl'orinules. Zij bielden de m enschelijke ziel v o o r een heel klein sehepsel, dat. bij iem ands geboovte dien s liehaam in g in g en voortgroeide. Bij den dood v a n den persoon verliet zij bet stoffelijke licbaam en b le e f b o v c n de graftonibe zweven. In tijden van dro o g te plachtten zij droge grashalnien en bladeren van h et k reu p elb ou t aan den staart van een koe vast te b in d en , staken die vervolgen s in brand en dreven het dier naar de bergen voort. Zij meenden, dat de v la m m en van bet vuur op een bliksem straal geleken en, w egens die overeenkom st, regen lokten. Ingeval h u n een ram p overkw am , traden zij liet huis door de ach terdeu r binnen. U it de vlu ch t <}cr vogels leid d en zij goede o f sleclite voorteekens af. Als een v o g e l b u n w eg van links naar rechts kruiste, werd dat als een goed voortceken beschouw d en om gekeerd.

Z ij, die aan bet leven biernam aals geloofden , plachten een kam eel aan een grafton ibe vast te bin den en hem

Cl

v a n 1 lo n g e r te laten om k om en , w ant zij dacliten, dat de overled en e op den dag> des oordeels zijn kam eel zou bei;ijden. O ok g eloofd en zij, dat de m enschelijke ziel bij den d ood de gedaante van een uil aannam en

(42)

<

boven de tombe bloef zw even. In g e v a l de d o o d e een vermoorde was, bleef de uil net z o o la n g b r o m m e n :

„G eef mij water, g eef mij w a ter” , to t de m o o n l g e - wroken was. Zij geloofd en aan w aar- en g e lu k z e g g e r s en hechtten blin delin gs g e lo o f aan alien, w a t d eze h u n vertelden. Om kort te gaan, aan deze on n o g v e le andere soorten van b ijg e lo o f g e lo o fd e n de A r a b ie r e n der prae-Islamietische tijden der o n w e te n d h e id . Tn den loop van enkele jaren b e v rijd d c .M oeh a m m a d , vrede zij op hem, hen van alle kluisters d e r e r fe lijk e slavernij en verhief lien tot h et to p p u n t v a n z e d e lijk - heid, geleerdlieid en besch avin g. De ge.schiedeni.s zal vergeefs haar bladzijden om slaan om o p een g e lijk e te wijzen van de hervorm in g en o p b o m v in g o p g r o o t e scliaal van een vervallen volk, zooals de A r a b ie r e n waren. Geeft liet m achtige succes den g r o o te n IJ e r- vornier Moeliaimnad geen rech t op den tro tsc h e n b ij- naam van den beste van het M e n sc h d o m ?

20

(43)

I I O O l - ' D S T l ' K ' I I I

G O L V E N V A N H E R V O R M IN G IN A R A B IE

,,Opdat gij ecu volk nioogt waar- srliuwcn, welks vaderen niet gewaar- schuwd waren, derlialve zijn zij iU’ hleloo.s.”

(Do Heilige QoerVm, X X X V I : <>.)

E r k w anien zoow el v o o r als na de bedien in g vail den patriarch A braham profeten in verschillende deelen van A rabie. V an som m igen b a n n er is in den Iie ilig e n Q o e r’an ook m eldin g gem aakt. H oed werd crezonden v o o r de h ervorm in g van den stam van

’ A d, die zich in een deel van Jam an, A h q a f g en oem d , vestigde, en Salih kwam v oor den Sam ood, die het deel ben oorden M edina, H idjr, bew oon de. Deze beide hervorm ers kw anien v oor A braham , terwijl de tw ee andere, Isjm ael en S joe’aib, die respectievelijk in Jam an en M adjan verschenen, na hem kw am en.

Z oow el tradities als inscripties toonen aan, dat de

’ A d een zeer m a ch tig v olk was. H et had een groot. rijk gestich t, dat zich tot v era lgelegen plaatsen buiten A ra b ic uitstrekte. H et schijnt, d a tQ er onder hen profeten waren verw ekt, zelts v oor de kom st van H oed al, die op een tijd verschegn, toen het v olk tot de laagste. diepte der w ereldsch gezin dh eid was gezonken.

Zij hielden zich d o o f v oor de ven n a n in g en van dezen

(44)

<

o 23

profeet en werden op gestrenge w ijze g e stra ft. I I u u ondergang werd bew erkt d oor een z a n d sto rm v a n d e woestijn, die ten n oorden van A h q a f lig t en d ie bekend staat onder den naam van B o eb ’-i C h ali o l d e Dorre Streek. Daarom vlu ch tte de S a m o o d n a a r d e bergen en liolden bu n w on in gen in d e rotsen u i t . 1 Maar toen hun lot beslist was, k o n g e e n ste rk te ben redden. Zij kwam en bij een a a r d b e v in g 0111. E e n blik op de kaart van A rabie to o n t aan, d a t v a n d e z e vier profcten de zending van H o e d en Isjin a e l t o t het zuiden, terwijl die van Salih en S jo e ’a ib to t h e t noorden van Arabie was bep a a ld ; h et m id d e n g e d e e lte , Heddjaz, bleef zonder profeet. M aar A b ra h a m s b e z o e k aan Mekka en liet achterlaten van Isjm a el d a a r en naderliand het oprichten van de K a ’ ba, h e b b e n to t o p dezen dag de associatie van A b ra h a m s n a a m m e t zekere plaatsen hier bewaard.

Gedurende de bediening der Lsjraelietische p r o fe t e n had de afgodendienst in A rabie zijn e u lm in a t ie p u n t bereikt. Een koning van Jam an w erd d o o r S a lo m o tot de leer van de eenheid der G o d h e id b e k e e r d . Hierop volgde een andere zw akke r im p e lin g o p d e religieuze zee van Arabie. De J oden v e r h u is d e n en vestigden zich bier, waarscliijnlijk om streek s d e 5 de eemv v. Chr., toen Nebukadnezar hen u it h u n v a d e r - land verdreef. Profetieen aangaande de v e r s c h ijn in g van den Laatsten Profeet uit A r a b ic ’s b o d e m w a r e n onder hen ook in om loop. D aarom g in g e n zij er wonen, en Chaibar werd dus een zu iv er J o o d s c h e nederzetting. 'I’oen zij hier vasten g r o n d k r e g e n ,

1 x x v i : 149.

(45)

t

b e g o n n e n zij hun g e lo o f te propageeren. O m streeks de 3de eeuw v. Chr. om helsde de k o n in g van Jam an, Z oe-N a w a s gen aam d, het Joden dom . I)it g a f een frissche stu w k ra ch t aan de Joodsche b ew eg in g der proselieten m ak erij, en m ettertijd kreeg het J oden dom een aan zien lijk o v e rw ich t op liet eiland. D och de A ra b isch e natie als een geheel b leef trouw aan hun v o o rv a d e rlijk e n godsdien st, den afgodendienst, en na een k ortston d ig e lo o p b a a n stierf de Joodsche gods- d ien stig e b e w e g in g den natuurlijken dood, de A rabie­

ren ach terlaten de zooals zij waren. Ilie r o p v olg d e een an dere g o lf van h erv orm in g . Christen-m issionarissen b e g o n n e n in de od e eeuw A. I), naar A rabie te stroo- m en en vestigd en zich in N adjran. H u n bekeerings- w erk za a m b eden w erden in h ooge mate begunstigd d o o r den w ereldlijken in vloed van twee naburige C h risten -m og en d h ed en : het A hessynische R ijk in het westen en het R om einssche K eizerrijk in het n oor­

den. B ijg e v o lg 11am de heele prov in cie N adjran, die tusschen ’ A sir en San’a lag, het Christendom aan. Maar b eh a lv e dat k on het C hristendom geen vorderingen m aken. Behoudens het slechts kleine aantal bekeer- lin g e n bier en daar had het C hristendom op eigen lijk A ra b ie w e in ig in dru k gem aakt. Z o o liep dus deze tw eede p o g in g tot h erv orm in g op een volslagen m islu k k in g uit.

De derde g o lf van h ervorm in g, (Tie zich nu in b e w e g in g zette, was in lan dsch . Precies een tijdje v o o r de k om st van den Islam ontstond er een nieuwe god sd iestig e g ezin d b eid , die beken d stond onder den

2d

(46)

30c

naam vail „H a n if” . Deze kleine troep d a n k to d e n afgodendienst af, maar was het J o d e n d o m en h e t Christendom niet beter gezind. Zij a a n b a d en sleeh ts een God. Ook braken zij allerm in st liet h o o id m e t hervormigen in het soeiale leven van h u n la n d . Daar zij van den afgoden dien st een w a lg lia d d e n , sloten som m ingen lm nner, zooals W a ra q a -b in -N a u fa l, Chadidja’s n eefen A bdoellah-bin-D jahsj, 1 Ia m za ’s n eef, zich onget-wijfeld liij de kudde van C hristas aan , d o c li hun aantal was onbeduidend. De g roote m e e rd e rh e id van hen vond noch in het C hriten dom , n ocli in h e t Jodendom voldoening. Van hen w aren Z a id b in

’ Amroe-bin-Noefail, ’ Oemars oom , en O en ia jja , een beroemde dichter en het hoofd van T a if, o p m e r k e n s - waard. Deze menschen toon den w e in ig g c e s td r iit voor het verkondingen van hun pas v e rk re g e n d e n k - beelden. Niettemin maakten zij van h u n a fscliu w voor den afgodendienst geen g elieim en b e le d e n openlijk het Unitarisme als hun g e lo o f, dat, n a a r zij beweerden, de godsdienst was, geleerd d o o r A b r a h a m . Hoewel deze bew eging zwalc was, beston d zij o n g c - twijfeld. Zij 11am geen notitie van de soeiale e u v e le n van Arabie. Een bloote belijdenis van de e e n h e id Gods in plaats van afgodendienst was alles. M a a r evenals liaar voorgangers faalde ook deze in la n d s c h e beweging er in, om door de opp ervlak te b een te d r in - gen, en liet dc Arabische sam en levin g ev en o n a a n - getast als ooit te voren acbter. In d erdaad, zij w a s veel zwakker dan de Joodsche o f Christelijke b e w e g in g . ile t is merkwaardig, dat er vlak v o o r de v e rs'ch ijn in g

(47)

van den H eilig en I’ roi'eet drie v erscb ilien d e bew egin gen g a a n d e w erden gem aakt, alle strevende naar de her­

v o r m in g van A rabie. Ilo e w e l eeu w en lan g gaan de ge- h o u d e n , m et. al de v oordeelen , die de w ereldlijke m aclit v ersch a flen kan, “ aan al de/.c bew egin gen in rook op.

M aar daarna verrijst een en k elin g, gehoel alleen en in een staat van v olsla gen lu ilpeloosh eid. en behaalt.

een p b e n o m e n a a l su cces in' zijn zending. In den loop van en k ele ja re n b ren g t hij een h erv orm in g tot stand, o n g e e v e n a a rd in de g esch ied en is der w ereld. Niet alleen w ord t de v a lsch e g odsd ien st van liet land — de af- g o d e n d ie n s t — u itgerooid , m aar ook de heele in rich tin g d er m aatseliappij w ordt verbeterd en veriest van een la n g d u r ig en diep in gew orteld verderf.

De .Joden ston d en in een iam ilie-verw a n tsch ap met

<le A ra b ieren . Heiden kw am en nit hetzell'de geslacht.

H u n taal, hun m an ieren en g e w o o n te n kw am en veel m et elkaar overeen Beiden hielden den grooten patriarch A b ra h a m in lioog e cere. De k o n in g van de zeer vrucht- bare p r o v in cie Jam an bad den Joodsch en godsdien st a a n g e n o m e n . Deze versch eid en e m acbten , die in het voo rd e e l van het J od en d om kw am en, hadden dus vol- g e n s m en sch elijk e b erek en in g een cu m u la tieve u it- w erk in g , m a ch tig g e n o e g om de bekeei'in g van heel A ra b ic te verzekeren. Maar A ra b ic bleek om vrikbaar te zijn v o o r al deze bu iten la n d sch e in vloed en . 'l'oen kw am het C h risten dom m et een h e e l« n ie u w e b ood - sch a p . Z ijn zoogen a a m d e Q n itarian ism e bad veel van d e A ra b isch e co n ce p tie der G od h eid . De afgoden dien st, die o n d e r de A rabieren lieerschte, was verw ant aan

(48)

o

de soort van Grieksche b e e ld en a a n b id d in g , o n d e r welker invloed de Christelijke leer der D r ie e e n h e id ontstond. St. Paul us, de ware sticliter van d en K e r - kelijken godsdienst, zooals wij dien tlians k o n n e n , had zoo’ n afgodisch v oork om en aan de leer der E e n ­ heid van de Israelietische profeten g e g e v e n , dat d e afgodische volken van zijn tijd on der do b e k o r in g ervan kwamen. B ijgevolg telde het C hristendom o n d e r deze menschen een groot aantal l)ekeerlingen. Bui ten en behalve dat had het Christendom een a n d er k e n - merk, dat de Arabieren bijzonder aantrok. l i i j ste ld e het zonder de noodzakelijkheid van de in a c h t n e m in g der wet — een licentie, die in het kader v a n d e Arabische levenswijze paste. Daar zij geen g o d s d ie n s t ig of wereldlijk wetboek hadden, om hun zedelijk gedrag- te regelen, gaven deze w ilde kinderen dor w o e stijn zich over aan ongebreidelde losban digh eid. H e t C h ris- tendoin liet groote vrijheid van b e v re d ig in g h u n n e r losbandige niegingen toe. H et was dus een g e lo o f , dat den minsten weerstand hood, en v a n da a r het g e - makkelijkst voor hen om aan te nem en. B eh a lve d e z e inhaerente aantrekkclijkheden bad het C h riste n d o m het voordeel, een wereldlijke m acht a ch ter z ich te hebben om het aan te bevelen : het g ro o te R o m e in s c h e Keizerrijk in het noorden, het A bessyn isch e K o n in k r ijk in het westen, de bekeering van een der p r o v in c ie s van Jaman en°de macht, die het C hristen dom had o v e r de staten Iiira en Ghassan — dat waren d e o n d e r - scheiden machten ten gunste van lu.t C h r is te n d o m . Onder zulke om standigheden scheen de b e k e e fin g v a n 32

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten eerste ontbreekt het voor de leraar aan de meest elementaire ondervinding, althans waar het de talen betreft, om het schoolonderzoek tot een verantwoord deel van het

Ik vind dat een grote vooruitgang, want het doel is natuurlijk dat leerlingen zo goed en zo veel mogelijk Duits kunnen

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

© 1985 Scripture in Song /Unisong Music Publishers / Small

Ze zeiden ook dat hun eigen volk, als de mensen die weggestuurd werden het tot het eiland volbrachten, gedurende zeshonderd jaar zou genieten van vrede en een volkomen

Socialisme en Democratie kan gekarakteriseerd wor- den als een Ievendig en veelzijdig blad. Het patroon dat in deze eerste twee jaargangen gelegd wordt, zal in

België voerde de druk op, maar sancties komen er voor- alsnog niet. Reynders wacht op een internationaal