• No results found

14it Verschillenmatrix financiële verordening 2015 versus financiële verordening 2008

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "14it Verschillenmatrix financiële verordening 2015 versus financiële verordening 2008"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

14it.02602 Verschillenmatrix financiële verordening 2015 versus financiële verordening 2008

Nieuwe tekst

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen recht- streekse verantwoordelijkheid aan het college;

b. netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;

c. overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenven- nootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onder- neming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deel- neemt;

d. Indicator: De streefwaarde die aangeeft wat bereikt moet worden c.q. wat bereikt is binnen een bepaalde periode en voor een bepaald budget, voor de beoogde beleidsdoelen, maatschappelijke effecten en te le- veren prestaties.

e. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verant- woording die daarover moet worden afgelegd.

Huidige tekst Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. Administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Bladel en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Indicator: De streefwaarde die aangeeft wat bereikt moet worden c.q. wat bereikt is binnen een bepaalde periode en voor een bepaald budget, voor de beoogde beleidsdoelen, maatschappelijke effecten en te le- veren prestaties.

Nieuwe tekst

Artikel 2 Programma-indeling

1. De raad stelt bij de aanvang van iedere raadsperiode een thematische begroting indeling voor die raads- periode vast. De thema’s worden weer onderverdeeld in beleidsvelden.

2. De raad stelt op voorstel van het college per beleidsveld relevante indicatoren vast met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties.

Zie ook artikel 4

Huidige tekst

Artikel 3 Programmabegroting

1. De raad stelt bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

2. De raad stelt per programma vast:

a. de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken?);

b. de te leveren prestaties (wat doen we daarvoor?);

c. de baten en lasten (wat mag het kosten?).

3. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties.

(2)

Nieuwe tekst

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

1. Bij de begroting worden onder elk van de beleidsvelden de lasten en baten weergegeven en bij de jaar- stukken worden onder elk van de beleidsvelden de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

2. Onderdeel van de begroting vormt het investeringsplan voor het onderhavige begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren.

3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenramingen en de investerin- gen.

4. In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseer- de investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

5. In de jaarrekening wordt verwerkt dat de werkelijke exploitatiesaldo’s van riolering, afvalverwijdering en het deelfonds sociaal domein gemuteerd worden met de bijbehorende reserve of voorziening.

Huidige tekst Artikel 6. Jaarstukken

1 Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s in de programmaverantwoor- ding (jaarverslag / jaarrekening). In de verantwoording besteedt het college aandacht aan:

a. wat is bereikt;

b. wat daarvoor is gedaan;

c. wat de lasten en baten zijn geweest;

d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de (bijgestelde) begroting gestelde doelen.

2 a. In de jaarrekening wordt in voorkomende gevallen een voorstel gedaan om een aantal budgetten over te hevelen naar het jaar volgend op het verslagjaar;

b. Vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de jaarrekening door de raad, worden uitgaven die in het volgende jaar gedaan worden ten behoeve van over te hevelen budgetten als rechtmatig be- schouwd. Dit voor zover de uitgaven de eerder voor de activiteit beschikbaar gestelde budgetten niet overschrijden en passen binnen de doelstelling van de activiteit.

Nieuwe tekst

Artikel 4 Uitgangspunten begroting (financiële kaders)

Het college biedt de raad een nota aan met daarin de financiële kaders voor de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Huidige tekst

Artikel 2 Financiële kaderstelling

1. Het college biedt de raad jaarlijks een kadernota aan met daarin opgenomen de (financiële) kaders voor het volgende begrotingsjaar en minstens drie daaropvolgende jaren.

2. Bij deze kadernota worden de bevindingen betrokken uit de laatst vastgestelde programma-begroting, alsmede uit de programmaverantwoording (jaarverslag/jaarrekening).

3. De raad stelt de hier genoemde financiële kaderstelling vast.

Nieuwe tekst

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten

1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per beleids- veld, de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves en het overzicht algemene dek- kingsmiddelen en onvoorzien.

2. Bij de begrotingsbehandeling worden nieuwe investeringen, waarvoor reeds politieke kaderstelling aan- wezig is op basis van door de raad vastgestelde beheerplannen, beleidsnotities en/of besluiten en (uit- breidings)investeringen gericht op de interne bedrijfsvoering en ramingen van geringe omvang worden met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd (A-rubrice-ring).

Voor de overige nieuwe investeringen (B-rubricering) geeft de raad aan voor welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.

3. Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de inves- teringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geauto- riseerde baten dreigen te onderschrijden.

(3)

4. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad doet het college voorstellen voor het wijzi- gen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

5. Voor de investeringen die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf, voor het aangaan van verplichtingen, een investeringsvoorstel met en een voorstel voor het autoriseren van een investe- ringskrediet en de daarbij behorende dekking aan de raad voor.

6. Voorstellen voor budgetoverheveling worden getoetst aan de volgende criteria:

a. Beleidsinhoudelijke noodzaak en de ruimte dient op het betreffende beschikbaar gestelde budget in het begrotingsjaar nog aanwezig te zijn;

b. Inbedding in de werkplanning/jaarplan van het nieuwe jaar;

c. De overheveling heeft betrekking op incidentele budgetten;

d. De betreffende budgetten mogen voor één jaar worden overgeheveld naar het nieuwe boekjaar;

e. Het minimumbedrag voor de overheveling bedraagt € 10.000,- per post.

Huidige tekst

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten

1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per pro- gramma, inclusief de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investe- ringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

3. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad doet het college, indien noodzakelijk, voor- stellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten of bijstelling van het be- leid.

4. Voor de investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf, voor het aangaan van verplichtingen, een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet en de daarbij behorende dekking aan de raad voor.

Nieuwe tekst

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

1 Het college informeert de raad tweemaal per jaar door middel van tussentijdse rapportages (perspectief- nota en najaarsnota) over de realisatie van de begroting van de gemeente.

2. De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

a. de baten en de lasten per beleidsveld;

b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

c. het totale saldo van de baten en de lasten volgend uit de onderdelen a en b;

d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per beleidsveld; en e. het resultaat, volgend uit de onderdelen c en d.

3. In deze rapportages wordt in ieder geval de stand van zaken van grondexploitaties aangegeven en wordt de relatie tussen programma, planning en risico’s inzichtelijk gemaakt.

4. In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en de lasten groter dan € 10.000,- en van investeringskredieten groter dan € 50.000,- toegelicht.

Huidige tekst

Artikel 5. Tussentijdse rapportage en informatie

1. Het college informeert de raad minimaal twee keer per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de programmabegroting van de gemeente.

2. Deze rapportages gaan in op afwijkingen ten opzichte van de begroting, zowel voor wat betreft hetgeen uitgevoerd dient te worden om de programma’s te realiseren als hetgeen die uitvoering mag kosten (de baten en lasten) en indien daar aanleiding voor is, hetgeen per programma bereikt dient te worden (de geleverde prestaties en maatschappelijke effecten). De rapportage bevat eventueel voorstellen om dienovereenkomstig aanpassingen te doen.

3. In deze rapportages wordt in ieder geval de stand van zaken van grondexploitaties aangegeven en wordt de relatie tussen programma, planning en risico’s inzichtelijk gemaakt.

4. In deze rapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten groter dan € 10.000,- en van de investeringskredieten groter dan € 50.000,- toegelicht.

5. Activiteiten waarvoor incidentele middelen beschikbaar zijn gesteld, maar niet (volledig) tot uitvoering komen in het jaar waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld, worden zoveel als mogelijk bij tussen- tijdse rapportages overgeheveld naar het volgende jaar.

(4)

Nieuwe tekst Artikel 7 EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschre- den, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aan- passing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Huidige tekst Niet van toepassing

Nieuwe tekst

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

1. Materiële vaste activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief conform de bijlage afschrij- vingsbeleid bij deze verordening of onttrokken uit de reserves.

2. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

3. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

4. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

5. Een saldo voor agio of disagio wordt lineair in 5 jaar afgeschreven.

6. Materiële vaste activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

Huidige tekst

Artikel 7 Waardering & afschrijving vaste activa

De waardering en afschrijving van de vaste activa dient te geschieden conform de door de raad vastgestelde nota waardering en afschrijving.

Nieuwe tekst

Artikel 9 Kostprijsberekening

1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehan- teerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die recht- streeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

2. Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzake- lijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor riool- heffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

3. Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijving-kosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de be- handeling van de financiële kaders vastgesteld.

Huidige tekst

Artikel 8 Kostprijsberekening

Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

Nieuwe tekst

Artikel 10 Prijzen economische activiteiten

1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bij- behorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de ge- raamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze ac- tiviteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiekbelang van de activiteit wordt gemotiveerd.

(5)

2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raads- besluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwij- king doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapi- taalverstrekking wordt gemotiveerd.

4. Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

c. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waar- voor prijsvoorschriften gelden;

d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Huidige tekst Niet van toepassing

Nieuwe tekst

Artikel 11 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastin- gen, rechten en heffingen.

Huidige tekst

Artikel 10 Vaststelling hoogte lokale heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor lokale heffingen.

Nieuwe tekst

Artikel 12 Financieringsfunctie

Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht welke zijn vastgelegd in het geldende Treasurystatuut.

Huidige tekst

Artikel 9 Financieringsfunctie

1. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen van het vastgestelde treasu- rystatuut in acht.

2. Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de raad.

(6)

Nieuwe tekst

Artikel 13 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorde- ringen, schulden en contracten;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goe- deren en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelge- ving; en

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsme- de voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde be- stuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Huidige tekst

Artikel 11 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en als organisatie- onderdelen;

b. Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

c. Het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

d. Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goe- deren en diensten;

e. Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de ter zake geldende wet- en regelgeving;

f. De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsme- de voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde be- stuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Nieuwe tekst

Artikel 14 Financiële organisatie Het college draagt zorgt voor:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeente- lijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toege- kende budgetten en investeringskredieten;

d. de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informa- tievoorziening van de financieringsfunctie;

e. de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare midde- len en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van mid- delen;

f. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten;;

g. het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

h. het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemin- gen en instellingen; en

i. het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

(7)

Huidige tekst

Artikel 14 Financiële organisatie Het college draagt de zorg voor:

a. Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

b. De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toege- kende budgetten en investeringskredieten;

c. Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

d. De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoor- ziening van de financieringsfunctie.

Nieuwe tekst

Artikel 15 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Huidige tekst

Artikel 12 Interne controle

Het college zorgt, ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten, lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatie- verstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatrege- len tot herstel.

Nieuwe tekst Niet van toepassing

Huidige tekst

Artikel 13 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Nieuwe tekst Niet van toepassing

Huidige tekst

Artikel 15 Aanbesteding en inkoop

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de verordening regelt de raad op hoofdlijnen de spelregels voor het financieel beleid, het financieel beheer en de financiële organisatie. Met de financiële verordening kan

Artikel 212 Gemeentewet bevat de bepaling dat de raad bij verordening in elk geval regels stelt voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van

Met de verordening 212 stelt de raad de kaders voor het financieel beleid, het financieel beheer en de hoofdlijnen voor de inrichting van de financiële organisatie vastc. De

a. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat in artikel 10 welke informatie de paragraaf lokale heffingen in elk geval moet bevatten. Het kan zijn dat

In het eerste lid van artikel 9b wordt aangegeven, dat het college zorg draagt voor het beheer van deze nota en dat, indien bijstelling nodig is, deze ter vaststelling aan de

Het college beziet tenminste iedere 4 jaar of er aanleiding is deze nota te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie.. Artikel 8

Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden