• No results found

BEROEPSPROFIEL FYSIOTHERAPEUT GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BEROEPSPROFIEL FYSIOTHERAPEUT GRATIS"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEROEPSPROFIEL FYSIOTHERAPEUT GRATIS

Auteur: Koninklijk Nederlands Genootschap Voor Fysiotherapie Aantal pagina's: 101 pagina's

Verschijningsdatum: 1998-06-20 Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum

EAN: 9789031327553 Taal: nl

Link:

Download hier

(2)

Het beroepsprofiel van de fysiotherapeut

(3)

Boek omdraaien. Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum. Samenvatting Domeinbeschrijving van de fysiotherapie met daarin aandacht voor uitgangspunten fysiotherapie, werkwijze, fysiotherapeutische diagnose en een wetenschappelijke onderbouwing. Overige kenmerken Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 7 mm Verpakking lengte mm.

Toon meer Toon minder. Reviews Schrijf een review. Bindwijze: Paperback. Alleen tweedehands. Als nieuw Boek is echt als nieuw. Verkoop door AV-Trade. In winkelwagen Op verlanglijstje. Analytische Cookies hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Optimalisatie cookies worden gebruikt om bezoekers te kunnen volgen tijdens een bezoek aan de website en gebruikt om onze website en gebruikservaring te verbeteren. Dit zijn bijvoorbeeld bestanden om de structuur van de website te verbeteren en persoonlijk advies te geven op basis van eerder gekochte artikelen. Beroepsprofiel fysiotherapeut. Ga naar het einde van de afbeeldingen-gallerij. Ga naar het begin van de afbeeldingen-gallerij.

Bekijk online exemplaar. Beschrijving Dit boek behandeld de domeinbeschrijving van de fysiotherapie, waarbij de aandacht onder andere uitgaat naar de uitgangspunten van de fysiotherapie, de werkwijze, de fysiotherapeutische diagnose en een wetenschappelijke onderbouwing.

Vakgebieden Paramedisch. In Winkelwagen. Leerboek sportgeneeskunde Kernboek. De rollen van manager en beroepsontwikkelaar staan ten dienste van het primaire proces; ze maken kwalitatief hoogwaardige dienstverlening mogelijk. Het zijn geen gescheiden rollen: ze zijn

complementair en lopen in de dagelijkse praktijk soms zodanig in elkaar over dat hooguit gesproken kan worden van te onderscheiden rollen en competenties. Op individueel niveau verschilt per werksituatie de mate waarin elk van die rollen wordt vervuld en de bijbehorende competenties worden aangesproken. Binnen elke rol is een onderscheid gemaakt in competenties die het karakter hebben van oriëntatie, oordeelsvorming, beslissen en plannen en in competenties waarbij het uitvoeren, realiseren en evalueren, op de voorgrond staan. De combinatie van rollen en categorieën van competenties levert de volgende competentiedomeinen op: de fysiotherapeut als hulpverlener: - screenen, diagnosticeren, plannen - therapeutisch handelen - preventief handelen de fysiotherapeut als manager: - organiseren - ondernemen de fysiotherapeut als

beroepsontwikkelaar: - onderzoeken - innoveren Screenen diagnosticeren plannen therapeutisch handelen preventief handelen onderzoeken organiseren innoveren ondernemen Fig.

Samenhangende competentiedomeinen. De precieze verhouding tussen de rollen kan per werksituatie verschillen. Hoewel preventief en

therapeutisch handelen van vergelijkbare orde zijn, worden ze toch in het profiel onderscheiden. Het onderscheid doet recht aan de verschillen in de aard van beide soorten taken, werkzaamheden en contexten. Als er sprake is van aandoeningen, ziekten en syndromen en de gevolgen ervan, dan zijn de competenties ondergebracht in het domein therapeutisch handelen. Wanneer er competenties bedoeld worden op het terrein van dienstverlening, consultatie en advisering gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen en aandoeningen, dan zijn ze ondergebracht in het domein preventief handelen Professionaliteit Professionaliteit in het handelen van de fysiotherapeut is niet alleen verankerd in wat hij doet maar ook in de wijze waarop hij dit doet. Een professionele uitvoering wordt onder meer gekenmerkt door de doelmatigheid van het handelen, het

tijdsbestek waarbinnen taken kunnen worden vervuld, het terugkerend zoeken naar afstemming met de patiënt en betrouwbaarheid in het nakomen van afspraken en toezeggingen.

Omwille van de helderheid van het profiel worden in de kenmerkende aspecten van het professioneel handelen niet bij Ze worden uitsluitend vermeld wanneer extra aandacht gewenst is Niveaus Bij de competenties is telkens onderscheid gemaakt in het niveau van de beginnende fysiotherapeut startbekwaam als eindniveau van de initiële opleiding en dat van een gevorderde fysiotherapeut. Er is niet gedifferentieerd in termen die aangeven op basis waarvan het gevorderde niveau is bereikt. Sommige fysiotherapeuten zullen door praktijkervaring en aanvullende scholing een gevorderd niveau bereiken.

Anderen zullen dat vooral ontlenen aan een gerichte, langduriger scholing, bijvoorbeeld in de vorm van een opleiding op het niveau van master.

Ongeacht de route die fysiotherapeuten individueel volgen, competent handelen op gevorderd niveau veronderstelt een combinatie van zowel ervaring als gerichte scholing. Hoewel voor initiële opleidingen in de eerste plaats de competenties op het startniveau relevant zijn, hechten ze ook aan het perspectief op langere termijn het gevorderde niveau. Een adequate voorbereiding op de beroepsuitoefening is immers niet strikt begrensd tot het bereiken van dat startniveau maar strekt zich uit tot ontwikkeling van het vermogen om binnen het beroep ook op een langere termijn te kunnen blijven functioneren en competenties uit te bouwen.

In de praktijk zijn de rollen en competenties geen geïsoleerde entiteiten maar zijn ze met elkaar verweven en maken ze integraal onderdeel uit van de beroepsuitoefening. Samen geven de verschillende rollen en competenties een indicatie van de breedte van het beroep; de benodigde diepte komt tot uitdrukking in het beschreven niveau van de competenties. Competenties worden aldus afgebakend door een combinatie van inhoud en niveau Rollen Hulpverlener In de rol van hulpverlener biedt de fysiotherapeut professionele hulp in de vorm van behandeling en begeleiding. Ook verleent hij diensten in de vorm van advies, voorlichting, training en coaching. Voorafgaand vormt hij zich een vakkundig oordeel over de situatie in bredere zin en bespreekt en weegt hij de on mogelijkheden voor fysiotherapeutische hulp met de patiënt en eventueel andere direct betrokkenen.

Karakteristiek voor die hulpverlening zijn: een methodische werkwijze handelen in overeenstemming met de principes van EBP gericht op het vergroten dan wel behouden van de zelfredzaamheid van de patiënt Manager De rol van manager heeft betrekking op de organisatie van de eigen werkzaamheden waarmee de fysiotherapeut bijdraagt aan het functioneren van de organisatie intern en in relatie tot de omgeving.

Of iemand competent is in een specifieke situatie, is afhankelijk van de mate waarin hij over de deskundigheid en ervaring beschikt die relevant is om problemen op te lossen in de context waarbinnen die problemen zich voordoen. Daarom omvat de beschrijving naast een korte, compacte formulering van de competenties ook een toelichting met typerende en kritische beroepssituaties en resultaten.

Deze beroepssituaties zijn vooral bedoeld als illustratie; het geheel aan problemen en contexten is zo gevarieerd dat het niet haalbaar is een beschrijving te geven die recht doet aan alle situaties die in de praktijk voorkomen. Afhankelijk van de resultaten van de eerste screening en de bevindingen in het fysiotherapeutisch onderzoek neemt de fysiotherapeut in samenspraak met de patiënt besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering of verwijzing. Toelichting Screenen, diagnosticeren en plannen omvatten een oriëntatie op de hulpvraag, een fysiotherapeutische exploratie en beoordeling van dreigende gezondheidsproblemen in relatie tot het bewegen, het bepalen van de fysiotherapeutische diagnose en het vaststellen van een behandel- of preventieplan, in samenspraak met de patiënt en op methodische wijze doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust.

(4)

Waar nodig vraagt of gebruikt de fysiotherapeut aanvullende informatie van andere, bij de hulpverlening betrokken professionals. Bij directe toegang bepaalt de fysiotherapeut in de eerste screening of een verdere fysiotherapeutische analyse zinvol is. Afhankelijk van de uitkomsten wordt vervolgens diagnostisch fysiotherapeutisch onderzoek verricht of wordt de patiënt verwezen. Het behandel- of preventieplan beschrijft minimaal:

aanleiding, diagnose, doelen,strategie, overeengekomen fysiotherapeutische interventies en tijdsplanning. Richtinggevend zijn: de hulpvraag, de mogelijkheden voor fysiotherapeutische hulp, de verwachtingen en ervaringen ten aanzien van de resultaten evidence based en bestaande richtlijnen voor de te volgen aanpak. Het is dan niet vooraf uitgesloten dat het om andere aandoeningen gaat. In dat geval moet de fysiotherapeut eerst screenen in hoeverre er een indicatie is voor verder fysiotherapeutisch onderzoek.

Patiënten bij wie sprake is van complexe gezondheidsproblemen meervoudige pathologie, recidiverende of persisterende gezondheidsproblemen en een langdurige herstelperiode. Resultaten Fysiotherapeutische diagnose, advies, verwijzing, behandelplan, registratie, correspondentie naar derden Niveauindicatoren Startniveau Beheerst alle aspecten van de rol van hulpverlener integraal Bij een variatie aan patiënten Voert taken vloeiend uit in een werktempo dat bij de beroepsuitoefening hoort Kan gemaakte keuzes verantwoorden Gevorderd niveau Geeft op

karakteristieke wijze invulling aan de rol van hulpverlener Voert bij verschillende patiënttypen de taken bij complexe problematiek vloeiend uit Is goed tot zeer goed ingevoerd in één beroepscontext dan wel ervaren in meerberoepscontexten Functioneert als vraagbaak voor collega s en andere, bij de hulpverlening betrokken professionals Hij evalueert periodiek de effecten van de interventies op het bewegenen de

gezondheidstoestand van de patiënt, en stelt het plan zonodig bij om tot optimale resultaten te komen.

Therapeutisch handelen is veelal individueel gericht maar kan ook plaatsvinden in groepen. De fysiotherapeut stemt daarom voortdurend af, gaat regelmatig na hoe de patiënt het probleem en de behandeling ervaart, en stuurt op basis daarvan het eigen handelen bij. Evaluatief worden de effectiviteit en efficiëntie van het behandelplan beoordeeld: zijn de doelen en de kwaliteit optimaal gerealiseerd, afgezet tegen een aanvaardbare inzet, materiële en immateriële kosten en tijdsperiode? Optimale resultaten kunnen variëren van volledig herstel van gezondheidsproblemen tot en met aanpassing aan en adequate omgang met blijvend verlies van functie s , bij acceptatie en tevredenheid van de patiënt.

De gekozen aanpak is afgestemd op de therapeutische doelen, zowel curatief als ten behoeve van secundaire en tertiaire preventie. Klinische zorg waarbij patiënten binnen een beperkt tijdsbestek aan de hand van behandelprotocollen intramuraal worden behandeld. Situaties waarbij sprake is van langdurige en veelal multiprofessionele zorgprocessen die onderlinge afstemming vergen of waarbij andere professionals geïnstrueerd moeten worden in bijvoorbeeld transfers, mobiliteit en ADL-gerichte handelingen.

Resultaten Uitgevoerd behandelplan, behaalde behandeldoelen, voorlichting, advies, verslaglegging,rapportage en verantwoording aan derden Niveauindicatoren Startniveau Beheerst alle aspecten van de rol van hulpverlener integraal. Bij een variatie aan patiënten. Voert taken vloeiend uit in een werktempo dat bij de beroepsuitoefening hoort Kan gemaakte keuzes verantwoorden. Gevorderd niveau Geeft op karakteristieke wijze invulling aan de rol van hulpverlener Voert bij verschillende patiënttypen de taken bij complexe problematiek vloeiend uit Is goed tot zeer goed ingevoerd in één beroepscontext dan wel ervaren in meer beroepscontexten Functioneert als vraagbaak voor collega s en andere, bij de

hulpverlening betrokken professionals Hij verzorgt vormen van training en coaching, individueel en in groepen, gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijkse leven, werk en vrijetijdsbesteding.

Toelichting Het preventief handelen omvat een verscheidenheid aan vormen voor zowel individuele cliënten als groepen: het informeren, adviseren en consult verlenen, het uitvoeren van trainingsprogramma s en cursussen, begeleiding of coaching van cliënt en , het geven van voorlichting en presentaties. Indien gewenst werkt de fysiotherapeut samen met andere professionals. Preventieve verrichtingen hebben vooral betrekking op primaire en secundaire preventiemet als oogmerk: gezondheidsbescherming verminderen van risicofactoren , gezondheidsbevordering gezond gedrag en leefstijl , vroegtijdige signalering of opsporingen behandeling van dreigende gezondheidsproblemen , in relatie tot bewegen en pijn.

Dit document. Het ICF-schema biedt een internationaal. Als uitgangspunt zijn de algemene. Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,. Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback MSF beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF collega s is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst. Body of Knowledge Kwalificatiedossier

Verpleegkundige mbo Werkversie 0. Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen. Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier Inleiding Waarom een dossier? Efficiëntie in het werk en communicatie dankzij informatisering en automatisering Hulp bij het nemen van beslissingen.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de. Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding.

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor. Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke. Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen.

Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De

beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t. In dit document worden de belangrijkste.

Let op! Dit formulier kunt u het beste downloaden en digitaal invullen.

Daarna uitprinten, ondertekenen en retour sturen. Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten Deze bijlage is een verplicht onderdeel. Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging De zorg verandert en vindt zoveel mogelijk thuis of

(5)

dichtbij huis plaats. Er worden minder mensen opgenomen. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts. Concept februari , discussiestuk Generalisten Specialisten Visie Ergotherapie Nederland op Specialisatie Proces tot het komen van erkende specialisaties binnen Ergotherapie Nederland. In navolging. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling. Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive. Competentieprofiel van de genetisch consulent De genetisch consulent is werkzaam binnen het specialisme klinische genetica.

Rob A. Dit artikel is een weergave van een lezing, welke werd gehouden op de lustrumviering. Een nieuw beroepsprofiel? Opleiding

Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt waarvan opdracht 1 als toets voor de. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen. Visie op

verpleegkundige professionaliteit Verpleegkundige professionaliteit en trots Verpleegkundigen zijn van cruciaal belang voor het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg in het MCL. De afgelopen. Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding Klinisch redeneren doen we in feite al heel lang.

VUmc Amstel Academie heeft hiervoor een systematiek ontwikkeld, klinisch redeneren in 6 stappen, om gedetailleerd. Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door:

Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: Raamplan Artsopleiding Prof. Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

kinderverpleegkundige.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse. Gedachte hierachter is, dat. Nota van toelichting Algemeen Met de onderhavige algemene maatregel van bestuur wordt uitvoering gegeven aan artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele

gezondheidszorg Wet BIG om voor een. Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering Indicator 1 Criterium 1 2 3 4 Toelichting op score Kwaliteitsbeleid De praktijk voert een actief beleid, consistent met het kwaliteitsbeleid.

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Helen I. Speksnijder Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Houten Helen I. Stewardessen doen het beter BIR Themadag 25 april Hoe serieus nemen wij onszelf als professionals?

Onderscheid door Kwaliteit Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets. PDL wordt in toenemende mate toegepast in de Nederlandse en Vlaamse ouderenzorg en men ervaart. Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd.

Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren. Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart Inleiding Door het toenemende belang van echoscopisch onderzoek in de zwangerschap en de invoering van prenatale screening in Nederland, wordt het. Bijlage 3. Motivatie voor FT en voor het volgen van een masteropleiding MRCA Het volgen van een masteropleiding als fysiotherapeut is geen vlotte beslissing die in een impuls wordt genomen. Nogal logisch,. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor uurszorg op afroep 1 Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen Doelen: 1. Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied.

Chronische aandoeningen leiden tot ervaren ongezondheid, tot beperkingen en vermindering van participatie in arbeid en in andere. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd. Vijver Bedoeling van dit werkcollege:

Bespreking van de stappen van het psychodiagnostisch proces. Voor goede diëtistische zorg is methodisch handelen onmisbaar. Methodisch handelen staat voor doelgericht, bewust, systematisch en procesmatig. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden.

Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling. ICD Al heel lang behoefte aan gestructureerd vastleggen van gegevens: ca.

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie 22 september Inhoud 1. Inleiding en aanleiding 2. Strategische outline 3.

De markt en de vereniging 4. Strategische domeinen 5. Beweging 1. Inleiding en. Van bruine klapper tot Extremiteiten. Manuele therapie in enge en ruime zin Prof. Oostendorp Boekpresentatie 25 augustus Wat kunt u verwachten? Boekzwangerschap: van knop naar extremiteit. De oorzaken. Beleidsdocument uw zorg, onze zorg Inhoudsopgave 1. Zorggroep de Bevelanden Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Inleiding Via deze praktijkopdracht werk je aan je verpleegkundige vakdeskundigheid. De opdracht helpt je om achtergrondkennis te verwerven van de patiënten binnen het. Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart Uitnodigingstekst. Besluit van houdende tijdelijke regels inzake de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van verpleegkundig specialisten Besluit tijdelijke zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig.

Inloggen Registratie. Het beroepsprofiel van de fysiotherapeut. Maat: px. Weergave met pagina beginnen:. Download "Het beroepsprofiel van de fysiotherapeut". Valentijn de Smedt 5 jaren geleden Aantal bezoeken:. Nog meer weergeven. Vergelijkbare documenten. Beroeps- en

Competentieprofiel van de kinesitherapeut in België 1 Plenaire vergadering van 30 maart Beroeps- en Competentieprofiel van de kinesitherapeut in België Elke gedeeltelijke reproductie van dit document is toegestaan mits bronvermelding. Dit document Nadere informatie. Het ICF schema ziet er als volgt uit. Het ICF-schema biedt een internationaal Nadere informatie. PR V1. Als uitgangspunt zijn de algemene Nadere informatie.

(6)

Het doel van de behandeling is het optimaliseren van het bewegen van de patiënt uitgaande van zijn vermogens en binnen de mogelijkheden die er zijn. Gezondheidsproblemen en hulp vragen met betrekking tot het bewegen hangen sterk samen met de individuele leefwereld van de patiënt. De fysiotherapeut streeft ernaar de fysiotherapeutische hulpverlening af te stemmen op de hulpvraag. Deze aanpak wordt omschreven als het methodisch fysiotherapeutisch handelen. Door deze werkwijze is de fysiotherapeut in staat zorg op maat te leveren die transparant en toetsbaar is.

Invoering van directe toegankelijkheid maakt het mogelijk om de fysiotherapeut te raadplegen zonder verwijzing van de arts. Aan het methodisch handelen is daarom het screeningsproces toegevoegd. Dit screeningsproces houdt in: het herkennen van symptomen die binnen of buiten het fysiotherapeutische domein liggen. Na het onderzoek verwoordt de fysiotherapeut het gezondheidsprobleem in een fysiotherapeutische diagnose.

Hij baseert zich op gangbare en daartoe aangewezen en onderbouwde diagnostische vaardigheden. Met behulp van de ICF Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren wordt het functioneringsprobleem van de patiënt beschreven. De term menselijk functioneren in de ICF verwijst naar functies, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie. De term functioneringsprobleem verwijst naar stoornissen, beperkingen en participatieproblemen.

In de behandeling past de fysiotherapeut diverse verrichtingen toe. De keuze voor verrichtingen maakt hij op basis van klinische expertise en de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt. Daarnaast baseert hij zijn keuze op het best beschikbare en wetenschappelijk onderbouwde bewijs waaronder richtlijnen. Hierin is een essentiële ontwikkeling gaande van evidence based practice. Fysiotherapeutische deskundigheid kenmerkt zich door het kunnen toepassen van vakkennis incomplexe en concrete situaties. De fysiotherapeut integreert patiëntspecifieke gegevens, epidemiologische informatie en tal van randvoorwaarden.

Van de fysiotherapeut wordt verwacht dat hij deze heterogene gegevens als professional methodisch weegt, ordent en integreert bij de

onderbouwing van zijn klinische beslissingen. Indien beschikbaar zijn daarbij uitgekristalliseerde inzichten behulpzaam, neergelegd in de vorm van richtlijnen. Vaak gebruikt de fysiotherapeut klinische expertise als informatiebron. De waarde van deze definitie is dat gezondheid ook als iets persoonlijks van de betrokkene wordt gezien. Hagenaars en Verduin verwoordden het als volgt: een mens is gezond wanneer hij als vrij en verantwoordelijk persoon een in zijn visie zinvol en waardig leven leeft in de omstandigheden die zijn bestaan vormen. De fysiotherapie houdt zich bezig met het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag met betrekking tot het bewegen.

Gezondheid wordt dan opgevat als een proces van menswording dat gedragen wordt door een harmonieuze verhouding tussen de mens en zijn menselijke situatie Kuiper In het verlengde van de formulering door Hagenaars en Verduin kan de mate van gezondheid vanuit een biologisch, psychologisch, sociaal en persoonlijk perspectief worden gezien als een interactie tussen de belasting en de belastbaarheid van de persoon. Voor de ontwikkeling van de fysiotherapeutische theorievorming en de body of knowledge zijn twee gezichtspunten op gezondheid van belang: een biologisch gezondheidsbegrip waarbij gezondheid smal gedefinieerd wordt als het goed functioneren van het organisme in fysieke zin een brede en positieve beschrijving die van de WHO waarbij gezondheid geassocieerd wordt met de waardering van het functioneren dat onder andere afhankelijk is van de omstandigheden waarin het individu zich bevindt, en de doeleinden die het zich stelt.

In de smalle omschrijving kan er zonder medische diagnose niet gesproken worden over een ziekte, aandoening of syndroom. Uitsluitend wetenschappelijke inzichten rechtvaardigen immers het gebruik van de term ziekte, aandoening of syndroom. Zo wordt spierweefsel gedefinieerd als een subsysteem dat chemische energie in mechanische energie omzet ten behoeve van beweging van delen van het organisme.

Wetenschappelijk onderzoek levert inzicht in pathofysiologie en pathogenese.

Daardoor kunnen aandoeningen die zich uiten in stoornissen beter worden opgespoord. Ziekte is vanuit de smalle omschrijving beredeneerd ongewenst. Bij de breed geformuleerde omschrijving is het lastig om grenzen aan te geven. Elke menselijke activiteit valt namelijk onder het gezondheidsbegrip. Ieder onderscheid tussen politieke, morele of culturele problemen enerzijds en gezondheidsproblemen anderzijds valt weg.

Gezondheid is daarmee niet voor iedereen hetzelfde maar verschilt naar uitgangssituatie en gestelde doelen. Mensen bewegen binnen hun vermogens en vaardigheden, met een doel en in interactie met hun omgeving. Het waargenomen bewegen kan worden beschreven in termen van kracht, snelheid, lenigheid, uithoudingsvermogen en coördinatie als men bewegen beschouwt als een verplaatsing van het lichaam of van lichaamsdelen.

Het menselijk bewegen geeft ook uitdrukking aan de wijze waarop mensen in hun leefwereld zijn. De fysiotherapeut gebruikt bewegen als aangrijpingspunt om een dreigend gezondheidsprobleem op te lossen. De gezondheidszorg wordt onderverdeeld in enkele elkaar deels overlappende zorgterreinen, zoals curatieve somatische zorg, verpleegkundige zorg, geestelijke gezondheidszorg, zorg voor gehandicapten, zorg voor ouderen, kinder- en jeugdzorg, thuiszorg en preventieve zorg.

Fysiotherapeutische zorgverlening wordt gerekend tot de curatieve somatische zorg met veel aandacht voor preventie. Curatieve zorg wordt benoemd naar de plaats waar de hulpverlening wordt aangeboden: intramurale en extramurale hulpverlening. De intramurale zorg omvat onder meer patiëntenzorg in ziekenhuizen, verpleeghuizen en revalidatiecentra. Extramurale of eerstelijns hulpverlening omvat de zorg die zich buiten de instellingen afspeelt.

Deze zorg wordt grotendeels geleverd door vrije beroepsbeoefenaars. Deze historisch gegroeide indeling wordt aangevuld met ketenzorg en transmurale zorg. De intenties van deze ontwikkelingen zijn duidelijk: men wil samenhang en een continuüm in de zorg bewerkstelligen zodat de patiënt de beste zorg krijgt op de juiste plaats, op het juiste tijdstip en tegen de laagst mogelijke kosten. Niet de plaats waar de zorg gegeven wordt, staat centraal maar het belang en de vraag van de patiënt. De zorg wordt verleend op basis van afspraken over samenwerking, afstemming en regie tussen generalistische en specialistische hulpverleners. Daarbij is sprake van een gemeenschappelijk doel en een gedragen

verantwoordelijkheid met expliciete deelverantwoordelijkheden. Het fysiotherapeutische domein wordt daarbij ondersteund en gedragen door de medische wetenschappen en de gedragswetenschappen.

Het hulpverleningproces van de fysiotherapeut is onder meer gericht op het menselijk afwijkend bewegen en beoogt de kwaliteit van leven te

(7)

vergroten dan wel te behouden door functies, activiteiten en participatie te bevorderen en door invloed uit te oefenen op persoonlijke factoren en omgevingsfactoren. Daartoe werkt de fysiotherapeut samen met de patiënt aan het herstel van en leren omgaan met zijn gezondheid in dagelijkse situaties. De fysiotherapeutische hulpverlening houdt zich daarbij bezig met de functionele aspecten van gezondheid, wat doorgaans vraagt om inbedding in multiprofessionele zorg. In de verpleeghuizen en revalidatiecentra gaat het vooral om mensen met gevolgen van neurologische aandoeningen beroerte, de ziekte van Parkinson en MultipleSclerose , bewegingsarmoede en orthopedische aandoeningen vooral aan heup en knie.

Fysiotherapie is een specifiek beroep met een brede reikwijdte. Het heeft toepassing bij mensen in verschillende leeftijden, levensfasen,

hulpbehoeften en zorgzwaarten, en houdt rekening met maatschappelijke ontwikkelingen als bewegingsarmoede en overgewicht. Fysiotherapie wil er zo aan bijdragen dat mensen blijven participeren in het arbeidsproces. Ook richten fysiotherapeuten zich op kinderen met

ontwikkelingsstoornissen zodat ze binnen hun eigen groep van leeftijdsgenoten kunnen blijven functioneren. Daarnaast maken fysiotherapeuten het mogelijk dat oudere mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en ze verlichten het lijden van patiënten met pijn.

De epidemie van bewegingsarmoede en overgewicht heeft grote invloed op het ontstaan en beloop van chronische ziekten, aandoeningen en syndromen. Er is bovendien een toename van arbeidsgerelateerde aandoeningen en psychische problemen, alle met gevolgen voor de kwaliteit van bewegen. De vraag naar fysiotherapeutische hulpverlening neemt daardoor toe. Daarnaast neemt door de vergrijzing van de samenleving ook een ander domein in omvang toe: bewegingsproblemen bij ouderen. Tot slot begeleidt en adviseert de fysiotherapeut hulpverleners en verzorgend en in de wijze waarop de zorgzwaarte gereduceerd kan worden.

De fysiotherapie levert zo een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid, aan de overgang van een intramuraal verblijf naar de thuissituatie, aan de kwaliteit van leven van grote groepen chronisch zieke mensen en aan het beheersbaar houden van de kosten. Fysiotherapie draagt daarmee binnen en ook buiten de gezondheidszorg bij aan het beperken van de kosten voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Optimale zorg aan de patiënt impliceert dat hulpverlening in onderlinge samenhang wordt aangeboden, ook als de middelen beperkt beschikbaar zijn. Bij specifieke diagnosegroepen werkt de fysiotherapeut samen in transmurale ketens en netwerken. De formele werkverhouding tussen medicus en

fysiotherapeut is decennialang geregeld door de wettelijk bepaalde verwijsrelatie. Veranderde regelgeving maakt het vanaf 1 januari mogelijk dat de fysiotherapeut ook direct toegankelijk is.

De noodzaak tot samenwerken blijft dan zeker bestaan; het besef van de waarde van goede samenwerking neemt eerder toe dan af. Binnen de zorgverlening hebben medici en fysiotherapeuten ieder hun eigen aangrijpingspuntenen rollen. Verschillen in aangrijpingspunten impliceren dat de fysiotherapeutische zorg en demedische zorg elkaar wederzijds aanvullen. Op het niveau van het beroepverwijst het naar een proces van beroepsontwikkeling met specifieke kenmerken als de ontsluiting en vorming van een body of knowledge. Daarnaast verwijst het naar de bewustwording en erkenning van het eigen deskundigheidsdomein. Op het niveau van de individuele professional verwijst het naar het proces waarin de individuele fysiotherapeut zijn kennis, kunde en professioneel oordeel verder ontwikkelt en nieuwe inzichten integreert in zijn professioneel handelen.

Beide processen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden maar richten zich op verschillende doelen. De processen komen samen in het beroepsprofiel dat voor iedere fysiotherapeut van kracht is. Deskundigheid wordt daarbij niet meer opgevat als de optelsom van kennis, vaardigheden en attitudes maar als geïntegreerde gehelen, tegenwoordig aangeduid met de term competenties. De fysiotherapeut beoordeelt het gezondheidsprobleem van de patiënt aan de hand van termen uit de ICF. De ICF biedt een structuur om vanuit een breder perspectief van het menselijk functioneren gegevens op zinvolle wijze en in onderlinge samenhang te ordenen en te presenteren. Zo kunnen problemen worden onderscheiden naar aard en reikwijdte eigenschappen, functies, deelname aan maatschappelijk verkeer etc.

Het menselijk functioneren en eventuele problemen daarin worden dan opgevat als de uitkomst van een dynamische wisselwerking tussen iemands gezondheidsproblemen ziekten, aandoeningen, ongevallen, trauma s etc. De fysiotherapeut heeft zich de afgelopen decennia het denken in termen van de ICF eigengemaakt. Daarnaast heeft evidence based practice EBP zijn intrede gedaan, wat onder andere tot uitdrukking komt in het gebruik van richtlijnen om het fysiotherapeutisch handelen op klinisch niveau te ondersteunen. EBP is een manier van werken die leidt tot de integratie van het beste bewijs uit wetenschappelijk onderzoek met de klinische deskundigheid van de therapeut en de waarden van de patiënt. Dit vergt een kritisch-constructieve houding van de fysiotherapeut waarbij gestreefd wordt naar de meest effectieve behandeling Offringa et al. Het gaat bij EBP om het toepassen van wetenschappelijke gegevens met inachtneming van wat de professional vanuit klinische ervaring aan betekenisvolle

overwegingen inbrengt in relatie tot de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt.

Voor de afstemming tussen de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt en de professionele verantwoordelijkheid van de

fysiotherapeut is goede communicatie noodzakelijk. De fysiotherapeut komt in samenspraak met de patiënt tot de inhoud van zijn professioneel handelen. Vanuit deze visie neemt de fysiotherapeut het gezondheidsprobleem van de patiënt als aangrijpingspunt, zich daarbij realiserend dat zowel het uiten van een gezondheidsprobleem als het interpreteren van een ziektegeschiedenis plaatsvindt in een samenspel van biologische conditie en constitutie , psychische en sociale omgeving factoren.

De fysiotherapeut vraagt zich daarbij af of de beleving van de patiënt van invloed is op het gezondheidsprobleem. De fysiotherapeut onderzoekt wat voor de patiënt de betekenis is van het probleem met betrekking tot het bewegen en bij welke taken, vaardigheden en activiteiten de intentie van de patiënt onvoldoende tot uitdrukking kan komen. Het meewegen van deze gegevens levert therapeutische variabelen op. De fysiotherapeut maakt gebruik van geaccepteerde theorieën en inzichten ten aanzien van etiologie, diagnostiek en therapie, van gezond verstand en van algemeen menselijke communicatieve vermogens. De fysiotherapeut neemt de verantwoordelijkheid voor zijn interpretaties en legt deze voor aan de patiënt.

Hij wijst de patiënt daarbij op eventuele risico s.

Samen besluiten ze hoe het gezondheidsprobleem wordt aangepakt. Door deze werkwijze is de fysiotherapeut in staat zorg op maat te leveren.

Daarbij blijft de patiënt geïnformeerd over de overwegingen, redeneringen en argumenten die ten grondslag liggen aan de beslissingen van de fysiotherapeut Fasen in het methodisch handelen In het fysiotherapeutisch methodisch handelen worden de volgende fasen onderscheiden: 1

(8)

aanmelding, oriëntatie op de hulpvraag, screening en informatie aan de patiënt 2 anamnesegesprek 3 fysiotherapeutisch onderzoek 4 formulering van de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling 5 behandelplan 6 uitvoering van de behandeling 7 evaluatie 8 afsluiting Deze fasen hebben een cyclisch karakter.

Tussen de verschillende fasen vindt een terugkoppeling plaats die gebaseerd is op beslismomenten: na elke fase besluit de fysiotherapeut of hij doorgaat naar de volgende fase of dat hij terug moet naar een eerdere fase. Met de feitelijke behandeling gaat de fysiotherapeut van start nadat hij een behandelplan heeft opgesteld. Na evaluatie van de behandeling besluit hij aan de hand van het behaalde resultaat of de behandelperiode kan worden afgesloten.

In het methodisch handelen vervult de interactie tussen fysiotherapeut en patiënt een belangrijke rol. Mede dankzij het Ook terugkoppeling naar de verwijzer is hierbij van belang Klinisch redeneren Klinisch redeneren omvat de mentale processen van verzamelen, interpreteren en structureren van de informatie waardoor de fysiotherapeut in staat is op grond van zijn biomedische, gedragswetenschappelijke en fysiotherapeutische kennis een probleem te verhelderen en op te lossen. Bij het nemen van beslissingen zal de fysiotherapeut naast vele vakinhoudelijkeoverwegingen ook maatschappelijke en financieel-economische aspecten in samenhang moeten wegen.

In de gevolgde lijn van redeneren worden er twee fasen onderscheiden Hagenaars et al. Welke factoren waren bepalend voor het ontstaan ervan en de mogelijke gevolgen voor het bewegen van de patiënt? Welke factoren zijn bepalend voor het gezondheidsprobleem van de patiënt? Is het beloop van de gevolgen van de ziekte, de aandoening ziekte of het syndroom normaal of afwijkend?

Waaruit bestaat een eventuele afwijking in het beloop en welke factoren zijn hierop van invloed geweest? Welke fysiotherapeutische doelstellingen gelden voor de patiënt? Door middel van welke strategie zijn deze doelen te bereiken? Welke fysiotherapeutische verrichtingen worden toegepast?

Wie wordt de behandelende fysiotherapeut? Fysiotherapeutische hulpverlening is probleemoplossend. Daarbij baseert de fysiotherapeut zich op de kennisfundamenten van de fysiotherapie en transformeert hij deze inzichten tot klinisch toepasbare kennis. Brouwer en collega s beschouwen die transformatie als de basis van het klinisch redeneren clinical reasoning. Ze definiëren het als volgt: Klinisch redeneren kan worden omschreven als het toepassen van relevante kennis feiten, procedures, concepten en principes of regels en vaardigheden om een beroepsspecifiek oordeel te geven over het probleem van de patiënt, dit te diagnosticeren en te behandelen.

De keuze die hij maakt, baseert hij op wetenschappelijke inzichten, ervaringskennis en in de beroepsgroep ingevoerde richtlijnen en protocollen.

Voor de fysiotherapie gaat het vooral om: bevragen anamnese testen, meten en analyseren begeleiden en informeren sturen en oefenen fysische therapie i. De verrichtingen kunnen in combinatie worden toegepast. Het onderzoek en de behandeling van de fysiotherapie kenmerken zich juist door deze combinatie van verrichtingen bij patiënten met gezondheidsproblemen van het bewegen. De begeleiding maakt daarbij altijd onderdeel uit van de activiteiten van de fysiotherapeut. Informeren en adviseren definiëren we als het overdragen van feitelijke en relevante gegevens aan de patiënt of aan personen die voor de patiënt relevant zijn. Dit min of meer bindende, persoonlijke advies is gericht op het optimaliseren van de gezondheidstoestand van de patiënt en zijn omgeving. Het advies wordt gegeven aan de hand van feitelijke en relevante gegevens.

Het bieden van ondersteuning kunnen we omschrijven als het procesmatig bijstaan van de patiënt en relevante personen tijdens het aanleren, verwerven en toepassen van activiteiten, het gebruikmaken van de mogelijkheden van de gezondheidszorg en het accepteren en verwerken van het gezondheidsprobleem. Tot de fysische therapie in engere zin behoort het toedienen van natuurkundige prikkels via apparatuur die gebruikt wordt in de fysiotherapeutische praktijk. De toegediende energievormen zijn van elektrische, elektromagnetische, thermische en mechanische aard en combinaties van deze prikkelvormen Manuele verrichtingen De CVPB maakt binnen de manuele verrichtingen een verschil tussen het

teweegbrengen van een articulaire beweging en masseren. Een articulaire beweging is het manueel veranderen van de positie van het lichaam of van lichaamsdelen van de patiënt.

Dit is niet hetzelfde als massage. Massage is volgens de CVPB het toedienen van mechanische prikkels aan het lichaam van de patiënt door middel van de handen van de therapeut, eventueel ondersteund door een hulpmiddel dat de aard van de prikkel niet verandert. Hij moet laveren tussen verschillende heterogene kennisdomeinen en kennisbronnen. Enerzijds moet de fysiotherapeut aandoeningen, ziekten en syndromen analyseren, anderzijds moet hij in staat zijn psychologische en sociale factoren te herkennen. Al deze factoren moeten gewogen worden bij het opstellen van een behandelplan. Om het afwegen te vereenvoudigen zijn fysiotherapeutische richtlijnen ontwikkeld.

Deze richtlijnen beschrijven de best beschikbare aanpak bij een bepaald gezondheidsprobleem. In de opbouw van de richtlijnen zijn de heterogene kennisbronnen vertegenwoordigd. Het stroomlijnen van de verschillende bronnen is de essentie van EBP en beoogt het succes van de behandeling te optimaliseren. De fysiotherapeut heeft in de praktijk een oordeelsvermogen ontwikkeld waarmee hij in staat is aspecten van de individuele patiënt te toetsen aan aspecten van de richtlijn.

Dit oordeelsvermogen is een normatieve, niet-wetenschappelijke competentie die onder meer omvat: het kunnen vaststellen welke informatie in een specifieke situatie nuttig, waardevol, relevant, geschikt, aangepast, betrouwbaar en adequaat is. Praktisch fysiotherapeutisch handelen vereist van de fysiotherapeut een waardeoordeel over de geschiktheid, relevantie, adequaatheid en bruikbaarheid van het wetenschappelijke kennisaanbod; in dat geval is er sprake van wetenschapstoepassing Theorievorming Voor de klinische praktijk is het lange tijd richtinggevend geweest om

therapeutische keuzes op uitsluitend biomedische pathofysiologische en anatomische inzichten te baseren.

De fysiotherapie heeft zich ontwikkeld in de slipstream van de bestaande geneeskundige praktijk en biomedische inzichten. Inzicht in pathofysiologische mechanismen resulteerde in therapeutische verwachtingen over effecten op zogenaamde fysiologische en anatomische eindpunten. In de fysiotherapeutische theorievorming is dan ook lange tijd nadruk gelegd op de beïnvloedbaarheid van pathofysiologische mechanismen.

Fysiologische en anatomische parameters fungeerden als indicator voor ziekte en herstel. Stoornissen zouden zich snel en adequaat laten vaststellen en therapeutisch te beïnvloeden zijn. Inmiddels kan de effectiviteit van veel gebruikte diagnostische tests en toegepaste interventies worden geduid.

(9)

De patiënt hoeft daar ook niet automatisch beter van te worden. Er zijn immers ook andere klinisch relevante parameters op het vlak van het menselijk functioneren, participatie en kwaliteit van leven Fysiotherapiewetenschap De medische wetenschap richt zich primair op het wetenschappelijk onderzoek van ziekten, aandoeningen en syndromen.

Een competentieprofiel dient een tweeledig doel: het vormt binnen een organisatie een basis voor de beschrijving van de functie met taken en verantwoordelijkheden het geeft voor opleidingen richting aan de minimaal te behalen einddoelen inhoud enniveau Het begrip competentie verwijst naar het vermogen om bepaalde taken uit te voeren en daarbij optredende vraagstukken of problemen op te lossen.

Het begrip slaat een brug tussen taken en werkzaamheden enerzijds en de daarvoor benodigde deskundigheid anderzijds Reikwijdte profiel Het competentieprofiel fysiotherapeut beschrijft het geheel aan competenties waarover de fysiotherapeut beschikt om de taken en werkzaamheden uit te voeren die verbonden zijn aan de uitoefening van het beroep anno Het competentieprofiel gaat uit van de grootste gemeenschappelijke deler aan taken van fysiotherapeuten, ongeacht de specifieke omstandigheden en werksettings.

In de realiteit hebben die omstandigheden en werksettings grote invloed op het werk van de fysiotherapeut. Bovendien zal elke fysiotherapeut door het opdoen van ervaring en verdere scholing competenties op een hoger niveau en op andere terreinen hebben verworven dan wat in het profiel beschreven staat. Het profiel is dan ook vooral te beschouwen als een gemeenschappelijke basis en als zodanig niet dekkend voor de grote verscheidenheid aan competenties van iedere fysiotherapeut in Nederland in zijn specifieke werksetting. Per competentiedomein worden eerst de competenties beschreven en alle direct gerelateerde aspecten. Deze competenties worden ook wel startcompetenties genoemd.

Ten slotte worden indicatoren voor het gevorderde niveau beschreven. Competenties van fysiotherapeuten die werkzaam zijn op een bijzonder terrein met specifieke doelgroepen of therapeutische middelen , worden aanvullend beschreven in de functie- en competentieprofielen van de verschillende verbijzonderingen binnen de beroepsgroep Beroepsrollen De competenties zijn geordend aan de hand van drie rollen die de fysiotherapeut in zijn werk vervult en combineert: hulpverlener, manager en beroepsontwikkelaar. De rol van hulpverlener heeft betrekking op het primaire proces. De rollen van manager en beroepsontwikkelaar staan ten dienste van het primaire proces; ze maken kwalitatief hoogwaardige dienstverlening mogelijk. Het zijn geen gescheiden rollen: ze zijn complementair en lopen in de dagelijkse praktijk soms zodanig in elkaar over dat hooguit gesproken kan worden van te onderscheiden rollen en competenties.

Op individueel niveau verschilt per werksituatie de mate waarin elk van die rollen wordt vervuld en de bijbehorende competenties worden aangesproken. Binnen elke rol is een onderscheid gemaakt in competenties die het karakter hebben van oriëntatie, oordeelsvorming, beslissen en plannen en in competenties waarbij het uitvoeren, realiseren en evalueren, op de voorgrond staan. De combinatie van rollen en categorieën van competenties levert de volgende competentiedomeinen op: de fysiotherapeut als hulpverlener: - screenen, diagnosticeren, plannen - therapeutisch handelen - preventief handelen de fysiotherapeut als manager: - organiseren - ondernemen de fysiotherapeut als beroepsontwikkelaar: -

onderzoeken - innoveren Screenen diagnosticeren plannen therapeutisch handelen preventief handelen onderzoeken organiseren innoveren ondernemen Fig.

Samenhangende competentiedomeinen. De precieze verhouding tussen de rollen kan per werksituatie verschillen. Hoewel preventief en

therapeutisch handelen van vergelijkbare orde zijn, worden ze toch in het profiel onderscheiden. Het onderscheid doet recht aan de verschillen in de aard van beide soorten taken, werkzaamheden en contexten.

Als er sprake is van aandoeningen, ziekten en syndromen en de gevolgen ervan, dan zijn de competenties ondergebracht in het domein therapeutisch handelen. Wanneer er competenties bedoeld worden op het terrein van dienstverlening, consultatie en advisering gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen en aandoeningen, dan zijn ze ondergebracht in het domein preventief handelen Professionaliteit Professionaliteit in het handelen van de fysiotherapeut is niet alleen verankerd in wat hij doet maar ook in de wijze waarop hij dit doet. Een professionele uitvoering wordt onder meer gekenmerkt door de doelmatigheid van het handelen, het tijdsbestek waarbinnen taken kunnen worden vervuld, het terugkerend zoeken naar afstemming met de patiënt en betrouwbaarheid in het nakomen van afspraken en toezeggingen.

Omwille van de helderheid van het profiel worden in de kenmerkende aspecten van het professioneel handelen niet bij Ze worden uitsluitend vermeld wanneer extra aandacht gewenst is Niveaus Bij de competenties is telkens onderscheid gemaakt in het niveau van de beginnende fysiotherapeut startbekwaam als eindniveau van de initiële opleiding en dat van een gevorderde fysiotherapeut. Er is niet gedifferentieerd in termen die aangeven op basis waarvan het gevorderde niveau is bereikt. Sommige fysiotherapeuten zullen door praktijkervaring en aanvullende scholing een gevorderd niveau bereiken.

Anderen zullen dat vooral ontlenen aan een gerichte, langduriger scholing, bijvoorbeeld in de vorm van een opleiding op het niveau van master.

Ongeacht de route die fysiotherapeuten individueel volgen, competent handelen op gevorderd niveau veronderstelt een combinatie van zowel ervaring als gerichte scholing. Hoewel voor initiële opleidingen in de eerste plaats de competenties op het startniveau relevant zijn, hechten ze ook aan het perspectief op langere termijn het gevorderde niveau.

Een adequate voorbereiding op de beroepsuitoefening is immers niet strikt begrensd tot het bereiken van dat startniveau maar strekt zich uit tot ontwikkeling van het vermogen om binnen het beroep ook op een langere termijn te kunnen blijven functioneren en competenties uit te bouwen. In de praktijk zijn de rollen en competenties geen geïsoleerde entiteiten maar zijn ze met elkaar verweven en maken ze integraal onderdeel uit van de beroepsuitoefening. Samen geven de verschillende rollen en competenties een indicatie van de breedte van het beroep; de benodigde diepte komt tot uitdrukking in het beschreven niveau van de competenties.

Competenties worden aldus afgebakend door een combinatie van inhoud en niveau Rollen Hulpverlener In de rol van hulpverlener biedt de fysiotherapeut professionele hulp in de vorm van behandeling en begeleiding. Ook verleent hij diensten in de vorm van advies, voorlichting, training en coaching. Voorafgaand vormt hij zich een vakkundig oordeel over de situatie in bredere zin en bespreekt en weegt hij de on mogelijkheden voor fysiotherapeutische hulp met de patiënt en eventueel andere direct betrokkenen.

(10)

Karakteristiek voor die hulpverlening zijn: een methodische werkwijze handelen in overeenstemming met de principes van EBP gericht op het vergroten dan wel behouden van de zelfredzaamheid van de patiënt Manager De rol van manager heeft betrekking op de organisatie van de eigen werkzaamheden waarmee de fysiotherapeut bijdraagt aan het functioneren van de organisatie intern en in relatie tot de omgeving. Of iemand competent is in een specifieke situatie, is afhankelijk van de mate waarin hij over de deskundigheid en ervaring beschikt die relevant is om problemen op te lossen in de context waarbinnen die problemen zich voordoen.

Daarom omvat de beschrijving naast een korte, compacte formulering van de competenties ook een toelichting met typerende en kritische beroepssituaties en resultaten. Deze beroepssituaties zijn vooral bedoeld als illustratie; het geheel aan problemen en contexten is zo gevarieerd dat het niet haalbaar is een beschrijving te geven die recht doet aan alle situaties die in de praktijk voorkomen. Afhankelijk van de resultaten van de eerste screening en de bevindingen in het fysiotherapeutisch onderzoek neemt de fysiotherapeut in samenspraak met de patiënt besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering of verwijzing.

Toelichting Screenen, diagnosticeren en plannen omvatten een oriëntatie op de hulpvraag, een fysiotherapeutische exploratie en beoordeling van dreigende gezondheidsproblemen in relatie tot het bewegen, het bepalen van de fysiotherapeutische diagnose en het vaststellen van een behandel- of preventieplan, in samenspraak met de patiënt en op methodische wijze doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust. Waar nodig vraagt of gebruikt de fysiotherapeut aanvullende informatie van andere, bij de hulpverlening betrokken professionals.

Bij directe toegang bepaalt de fysiotherapeut in de eerste screening of een verdere fysiotherapeutische analyse zinvol is. Afhankelijk van de uitkomsten wordt vervolgens diagnostisch fysiotherapeutisch onderzoek verricht of wordt de patiënt verwezen. Het behandel- of preventieplan beschrijft minimaal: aanleiding, diagnose, doelen,strategie, overeengekomen fysiotherapeutische interventies en tijdsplanning. Richtinggevend zijn:

de hulpvraag, de mogelijkheden voor fysiotherapeutische hulp, de verwachtingen en ervaringen ten aanzien van de resultaten evidence based en bestaande richtlijnen voor de te volgen aanpak.

Het is dan niet vooraf uitgesloten dat het om andere aandoeningen gaat. In dat geval moet de fysiotherapeut eerst screenen in hoeverre er een indicatie is voor verder fysiotherapeutisch onderzoek. Patiënten bij wie sprake is van complexe gezondheidsproblemen meervoudige pathologie, recidiverende of persisterende gezondheidsproblemen en een langdurige herstelperiode. Resultaten Fysiotherapeutische diagnose, advies, verwijzing, behandelplan, registratie, correspondentie naar derden Niveauindicatoren Startniveau Beheerst alle aspecten van de rol van

hulpverlener integraal Bij een variatie aan patiënten Voert taken vloeiend uit in een werktempo dat bij de beroepsuitoefening hoort Kan gemaakte keuzes verantwoorden Gevorderd niveau Geeft op karakteristieke wijze invulling aan de rol van hulpverlener Voert bij verschillende patiënttypen de taken bij complexe problematiek vloeiend uit Is goed tot zeer goed ingevoerd in één beroepscontext dan wel ervaren in meerberoepscontexten Functioneert als vraagbaak voor collega s en andere, bij de hulpverlening betrokken professionals Hij evalueert periodiek de effecten van de interventies op het bewegenen de gezondheidstoestand van de patiënt, en stelt het plan zonodig bij om tot optimale resultaten te komen.

Therapeutisch handelen is veelal individueel gericht maar kan ook plaatsvinden in groepen. De fysiotherapeut stemt daarom voortdurend af, gaat regelmatig na hoe de patiënt het probleem en de behandeling ervaart, en stuurt op basis daarvan het eigen handelen bij. Evaluatief worden de effectiviteit en efficiëntie van het behandelplan beoordeeld: zijn de doelen en de kwaliteit optimaal gerealiseerd, afgezet tegen een aanvaardbare inzet, materiële en immateriële kosten en tijdsperiode? Optimale resultaten kunnen variëren van volledig herstel van gezondheidsproblemen tot en met aanpassing aan en adequate omgang met blijvend verlies van functie s , bij acceptatie en tevredenheid van de patiënt. De gekozen aanpak is afgestemd op de therapeutische doelen, zowel curatief als ten behoeve van secundaire en tertiaire preventie.

Klinische zorg waarbij patiënten binnen een beperkt tijdsbestek aan de hand van behandelprotocollen intramuraal worden behandeld. Situaties waarbij sprake is van langdurige en veelal multiprofessionele zorgprocessen die onderlinge afstemming vergen of waarbij andere professionals geïnstrueerd moeten worden in bijvoorbeeld transfers, mobiliteit en ADL-gerichte handelingen. Resultaten Uitgevoerd behandelplan, behaalde behandeldoelen, voorlichting, advies, verslaglegging,rapportage en verantwoording aan derden Niveauindicatoren Startniveau Beheerst alle aspecten van de rol van hulpverlener integraal.

Bij een variatie aan patiënten. Voert taken vloeiend uit in een werktempo dat bij de beroepsuitoefening hoort Kan gemaakte keuzes

verantwoorden. Gevorderd niveau Geeft op karakteristieke wijze invulling aan de rol van hulpverlener Voert bij verschillende patiënttypen de taken bij complexe problematiek vloeiend uit Is goed tot zeer goed ingevoerd in één beroepscontext dan wel ervaren in meer beroepscontexten Functioneert als vraagbaak voor collega s en andere, bij de hulpverlening betrokken professionals Hij verzorgt vormen van training en coaching, individueel en in groepen, gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijkse leven, werk en vrijetijdsbesteding.

Toelichting Het preventief handelen omvat een verscheidenheid aan vormen voor zowel individuele cliënten als groepen: het informeren, adviseren en consult verlenen, het uitvoeren van trainingsprogramma s en cursussen, begeleiding of coaching van cliënt en , het geven van voorlichting en presentaties. Indien gewenst werkt de fysiotherapeut samen met andere professionals. Preventieve verrichtingen hebben vooral betrekking op primaire en secundaire preventiemet als oogmerk: gezondheidsbescherming verminderen van risicofactoren , gezondheidsbevordering gezond gedrag en leefstijl , vroegtijdige signalering of opsporingen behandeling van dreigende gezondheidsproblemen , in relatie tot bewegen en pijn.

Dit document. Het ICF-schema biedt een internationaal. Als uitgangspunt zijn de algemene. Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,. Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback MSF beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF collega s is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst. Body of Knowledge Kwalificatiedossier

Verpleegkundige mbo Werkversie 0. Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen. Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier Inleiding Waarom een dossier?

Efficiëntie in het werk en communicatie dankzij informatisering en automatisering Hulp bij het nemen van beslissingen. Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is

(11)

ontleend aan het deskundigheidsgebied van de. Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding.

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor. Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke. Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen. Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur.

Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t. In dit document worden de belangrijkste. Let op! Dit formulier kunt u het beste downloaden en digitaal invullen. Daarna uitprinten, ondertekenen en retour sturen. Overige kenmerken Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 7 mm Verpakking lengte mm.

Toon meer Toon minder. Reviews Schrijf een review. Bindwijze: Paperback. Alleen tweedehands. Als nieuw Boek is echt als nieuw. Verkoop door AV-Trade. In winkelwagen Op verlanglijstje. Bestellen en betalen via bol. Andere verkopers 4. Bekijk en vergelijk alle verkopers. Anderen bekeken ook. Fysiologie 0. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training 2. Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut 2 0. Fysiotherapie, proces en werkwijze 0. Evidence-based diagnostiek van het bewegingsapparaat 0.

Daartoe werkt de fysiotherapeut samen met de patiënt aan het herstel van en leren omgaan met zijn gezondheid in dagelijkse situaties. De fysiotherapeutische hulpverlening houdt zich daarbij bezig met de functionele aspecten van gezondheid, wat doorgaans vraagt om inbedding in multiprofessionele zorg. In de verpleeghuizen en revalidatiecentra gaat het vooral om mensen met gevolgen van neurologische aandoeningen beroerte, de ziekte van Parkinson en MultipleSclerose , bewegingsarmoede en orthopedische aandoeningen vooral aan heup en knie.

Fysiotherapie is een specifiek beroep met een brede reikwijdte. Het heeft toepassing bij mensen in verschillende leeftijden, levensfasen,

hulpbehoeften en zorgzwaarten, en houdt rekening met maatschappelijke ontwikkelingen als bewegingsarmoede en overgewicht. Fysiotherapie wil er zo aan bijdragen dat mensen blijven participeren in het arbeidsproces. Ook richten fysiotherapeuten zich op kinderen met

ontwikkelingsstoornissen zodat ze binnen hun eigen groep van leeftijdsgenoten kunnen blijven functioneren. Daarnaast maken fysiotherapeuten het mogelijk dat oudere mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en ze verlichten het lijden van patiënten met pijn. De epidemie van bewegingsarmoede en overgewicht heeft grote invloed op het ontstaan en beloop van chronische ziekten, aandoeningen en syndromen. Er is bovendien een toename van arbeidsgerelateerde aandoeningen en psychische problemen, alle met gevolgen voor de kwaliteit van bewegen.

De vraag naar fysiotherapeutische hulpverlening neemt daardoor toe. Daarnaast neemt door de vergrijzing van de samenleving ook een ander domein in omvang toe: bewegingsproblemen bij ouderen. Tot slot begeleidt en adviseert de fysiotherapeut hulpverleners en verzorgend en in de wijze waarop de zorgzwaarte gereduceerd kan worden. De fysiotherapie levert zo een belangrijke bijdrage aan de volksgezondheid, aan de overgang van een intramuraal verblijf naar de thuissituatie, aan de kwaliteit van leven van grote groepen chronisch zieke mensen en aan het beheersbaar houden van de kosten. Fysiotherapie draagt daarmee binnen en ook buiten de gezondheidszorg bij aan het beperken van de kosten voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Optimale zorg aan de patiënt impliceert dat hulpverlening in onderlinge samenhang wordt

aangeboden, ook als de middelen beperkt beschikbaar zijn.

Bij specifieke diagnosegroepen werkt de fysiotherapeut samen in transmurale ketens en netwerken. De formele werkverhouding tussen medicus en fysiotherapeut is decennialang geregeld door de wettelijk bepaalde verwijsrelatie. Veranderde regelgeving maakt het vanaf 1 januari mogelijk dat de fysiotherapeut ook direct toegankelijk is. De noodzaak tot samenwerken blijft dan zeker bestaan; het besef van de waarde van goede samenwerking neemt eerder toe dan af. Binnen de zorgverlening hebben medici en fysiotherapeuten ieder hun eigen aangrijpingspuntenen rollen.

Verschillen in aangrijpingspunten impliceren dat de fysiotherapeutische zorg en demedische zorg elkaar wederzijds aanvullen.

Op het niveau van het beroepverwijst het naar een proces van beroepsontwikkeling met specifieke kenmerken als de ontsluiting en vorming van een body of knowledge. Daarnaast verwijst het naar de bewustwording en erkenning van het eigen deskundigheidsdomein. Op het niveau van de individuele professional verwijst het naar het proces waarin de individuele fysiotherapeut zijn kennis, kunde en professioneel oordeel verder ontwikkelt en nieuwe inzichten integreert in zijn professioneel handelen. Beide processen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden maar richten zich op verschillende doelen. De processen komen samen in het beroepsprofiel dat voor iedere fysiotherapeut van kracht is. Deskundigheid wordt daarbij niet meer opgevat als de optelsom van kennis, vaardigheden en attitudes maar als geïntegreerde gehelen, tegenwoordig aangeduid met de term competenties.

De fysiotherapeut beoordeelt het gezondheidsprobleem van de patiënt aan de hand van termen uit de ICF. De ICF biedt een structuur om vanuit een breder perspectief van het menselijk functioneren gegevens op zinvolle wijze en in onderlinge samenhang te ordenen en te presenteren. Zo kunnen problemen worden onderscheiden naar aard en reikwijdte eigenschappen, functies, deelname aan maatschappelijk verkeer etc. Het menselijk functioneren en eventuele problemen daarin worden dan opgevat als de uitkomst van een dynamische wisselwerking tussen iemands gezondheidsproblemen ziekten, aandoeningen, ongevallen, trauma s etc. De fysiotherapeut heeft zich de afgelopen decennia het denken in termen van de ICF eigengemaakt.

Daarnaast heeft evidence based practice EBP zijn intrede gedaan, wat onder andere tot uitdrukking komt in het gebruik van richtlijnen om het fysiotherapeutisch handelen op klinisch niveau te ondersteunen. EBP is een manier van werken die leidt tot de integratie van het beste bewijs uit wetenschappelijk onderzoek met de klinische deskundigheid van de therapeut en de waarden van de patiënt. Dit vergt een kritisch-constructieve houding van de fysiotherapeut waarbij gestreefd wordt naar de meest effectieve behandeling Offringa et al. Het gaat bij EBP om het toepassen van wetenschappelijke gegevens met inachtneming van wat de professional vanuit klinische ervaring aan betekenisvolle overwegingen inbrengt in relatie

(12)

tot de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt. Voor de afstemming tussen de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt en de professionele verantwoordelijkheid van de fysiotherapeut is goede communicatie noodzakelijk. De fysiotherapeut komt in samenspraak met de patiënt tot de inhoud van zijn professioneel handelen.

Vanuit deze visie neemt de fysiotherapeut het gezondheidsprobleem van de patiënt als aangrijpingspunt, zich daarbij realiserend dat zowel het uiten van een gezondheidsprobleem als het interpreteren van een ziektegeschiedenis plaatsvindt in een samenspel van biologische conditie en constitutie , psychische en sociale omgeving factoren.

De fysiotherapeut vraagt zich daarbij af of de beleving van de patiënt van invloed is op het gezondheidsprobleem. De fysiotherapeut onderzoekt wat voor de patiënt de betekenis is van het probleem met betrekking tot het bewegen en bij welke taken, vaardigheden en activiteiten de intentie van de patiënt onvoldoende tot uitdrukking kan komen. Het meewegen van deze gegevens levert therapeutische variabelen op. De fysiotherapeut maakt gebruik van geaccepteerde theorieën en inzichten ten aanzien van etiologie, diagnostiek en therapie, van gezond verstand en van algemeen menselijke communicatieve vermogens. De fysiotherapeut neemt de verantwoordelijkheid voor zijn interpretaties en legt deze voor aan de patiënt.

Hij wijst de patiënt daarbij op eventuele risico s. Samen besluiten ze hoe het gezondheidsprobleem wordt aangepakt. Door deze werkwijze is de fysiotherapeut in staat zorg op maat te leveren. Daarbij blijft de patiënt geïnformeerd over de overwegingen, redeneringen en argumenten die ten grondslag liggen aan de beslissingen van de fysiotherapeut Fasen in het methodisch handelen In het fysiotherapeutisch methodisch handelen worden de volgende fasen onderscheiden: 1 aanmelding, oriëntatie op de hulpvraag, screening en informatie aan de patiënt 2 anamnesegesprek 3

fysiotherapeutisch onderzoek 4 formulering van de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling 5 behandelplan 6 uitvoering van de behandeling 7 evaluatie 8 afsluiting Deze fasen hebben een cyclisch karakter.

Tussen de verschillende fasen vindt een terugkoppeling plaats die gebaseerd is op beslismomenten: na elke fase besluit de fysiotherapeut of hij doorgaat naar de volgende fase of dat hij terug moet naar een eerdere fase. Met de feitelijke behandeling gaat de fysiotherapeut van start nadat hij een behandelplan heeft opgesteld. Na evaluatie van de behandeling besluit hij aan de hand van het behaalde resultaat of de behandelperiode kan worden afgesloten. In het methodisch handelen vervult de interactie tussen fysiotherapeut en patiënt een belangrijke rol.

Mede dankzij het Ook terugkoppeling naar de verwijzer is hierbij van belang Klinisch redeneren Klinisch redeneren omvat de mentale processen van verzamelen, interpreteren en structureren van de informatie waardoor de fysiotherapeut in staat is op grond van zijn biomedische,

gedragswetenschappelijke en fysiotherapeutische kennis een probleem te verhelderen en op te lossen. Bij het nemen van beslissingen zal de fysiotherapeut naast vele vakinhoudelijkeoverwegingen ook maatschappelijke en financieel-economische aspecten in samenhang moeten wegen. In de gevolgde lijn van redeneren worden er twee fasen onderscheiden Hagenaars et al. Welke factoren waren bepalend voor het ontstaan ervan en de mogelijke gevolgen voor het bewegen van de patiënt? Welke factoren zijn bepalend voor het gezondheidsprobleem van de patiënt? Is het beloop van de gevolgen van de ziekte, de aandoening ziekte of het syndroom normaal of afwijkend? Waaruit bestaat een eventuele afwijking in het beloop en welke factoren zijn hierop van invloed geweest?

Welke fysiotherapeutische doelstellingen gelden voor de patiënt? Door middel van welke strategie zijn deze doelen te bereiken? Welke fysiotherapeutische verrichtingen worden toegepast? Wie wordt de behandelende fysiotherapeut? Fysiotherapeutische hulpverlening is

probleemoplossend. Daarbij baseert de fysiotherapeut zich op de kennisfundamenten van de fysiotherapie en transformeert hij deze inzichten tot klinisch toepasbare kennis. Brouwer en collega s beschouwen die transformatie als de basis van het klinisch redeneren clinical reasoning. Ze definiëren het als volgt: Klinisch redeneren kan worden omschreven als het toepassen van relevante kennis feiten, procedures, concepten en principes of regels en vaardigheden om een beroepsspecifiek oordeel te geven over het probleem van de patiënt, dit te diagnosticeren en te behandelen. De keuze die hij maakt, baseert hij op wetenschappelijke inzichten, ervaringskennis en in de beroepsgroep ingevoerde richtlijnen en protocollen.

Voor de fysiotherapie gaat het vooral om: bevragen anamnese testen, meten en analyseren begeleiden en informeren sturen en oefenen fysische therapie i. De verrichtingen kunnen in combinatie worden toegepast. Het onderzoek en de behandeling van de fysiotherapie kenmerken zich juist door deze combinatie van verrichtingen bij patiënten met gezondheidsproblemen van het bewegen. De begeleiding maakt daarbij altijd onderdeel uit van de activiteiten van de fysiotherapeut. Informeren en adviseren definiëren we als het overdragen van feitelijke en relevante gegevens aan de patiënt of aan personen die voor de patiënt relevant zijn.

Dit min of meer bindende, persoonlijke advies is gericht op het optimaliseren van de gezondheidstoestand van de patiënt en zijn omgeving. Het advies wordt gegeven aan de hand van feitelijke en relevante gegevens. Het bieden van ondersteuning kunnen we omschrijven als het procesmatig bijstaan van de patiënt en relevante personen tijdens het aanleren, verwerven en toepassen van activiteiten, het gebruikmaken van de

mogelijkheden van de gezondheidszorg en het accepteren en verwerken van het gezondheidsprobleem. Tot de fysische therapie in engere zin behoort het toedienen van natuurkundige prikkels via apparatuur die gebruikt wordt in de fysiotherapeutische praktijk. De toegediende energievormen zijn van elektrische, elektromagnetische, thermische en mechanische aard en combinaties van deze prikkelvormen Manuele verrichtingen De CVPB maakt binnen de manuele verrichtingen een verschil tussen het teweegbrengen van een articulaire beweging en masseren.

Een articulaire beweging is het manueel veranderen van de positie van het lichaam of van lichaamsdelen van de patiënt. Dit is niet hetzelfde als massage. Massage is volgens de CVPB het toedienen van mechanische prikkels aan het lichaam van de patiënt door middel van de handen van de therapeut, eventueel ondersteund door een hulpmiddel dat de aard van de prikkel niet verandert. Hij moet laveren tussen verschillende heterogene kennisdomeinen en kennisbronnen. Enerzijds moet de fysiotherapeut aandoeningen, ziekten en syndromen analyseren, anderzijds moet hij in staat zijn psychologische en sociale factoren te herkennen.

Al deze factoren moeten gewogen worden bij het opstellen van een behandelplan. Om het afwegen te vereenvoudigen zijn fysiotherapeutische richtlijnen ontwikkeld. Deze richtlijnen beschrijven de best beschikbare aanpak bij een bepaald gezondheidsprobleem. In de opbouw van de richtlijnen zijn de heterogene kennisbronnen vertegenwoordigd. Het stroomlijnen van de verschillende bronnen is de essentie van EBP en beoogt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ontwikkelt samen met zijn team en met betrokkenheid van ouders een eigen visie, missie en strategie op basis van de richtlijnen vanuit het MINOWC en/ of het

In dit document staat informatie voor ouders en leerkrachten over veelvoorkomende reacties bij kinderen, hoe ouders en leerkrachten kunnen helpen en wanneer een deskundige

Om te komen tot handvatten om de positie van mbo’ers met een niet-westerse migratieachtergrond bij de overgang naar de ar- beidsmarkt te versterken, is meer inzicht nodig in

De stagemakelaars van Startpunt Nieuw-West sommen op wat daarvoor nodig is: “Een combinatie van goed kunnen communiceren, praatgraag, verbinder en creatief.” De

- Alle gereedschap en apparatuur voor het onderhoud van bromfietsen en motorfietsen - Alle apparatuur voor het herstellen en vervangen van banden. - Alle apparatuur voor het

- Alle gereedschap en apparatuur voor het onderhoud van bromfietsen en motorfietsen - Alle apparatuur voor het herstellen en vervangen van banden. - Alle apparatuur voor het

• Leidt de ervaring van deze situatie en de evaluatie van de handeling/beslissing tot een nieuwe positie tov het gebruik van sociale media. • Leidt de ervaring van deze situatie

Ook vóordat een ziekte of aandoening manifest wordt kunnen verpleegkundigen mensen motiveren zich gezond te gedragen, door te werken aan een wederzijdse vertrouwensrela- tie, en