• No results found

Iedereen doet mee! Jaarmagazine Combinatie Jeugdzorg. Meer kwetsbare mensen die meedoen Sociaal inclusief ondernemen: 6

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Iedereen doet mee! Jaarmagazine Combinatie Jeugdzorg. Meer kwetsbare mensen die meedoen Sociaal inclusief ondernemen: 6"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarmagazine Combinatie Jeugdzorg

2019

Meer kwetsbare mensen die meedoen

Sociaal inclusief ondernemen: 6

Inzet ervaringsdeskundigen

Bruggenbouwers en hoopverleners: 8

Breakdowns en uitval pleegouders voorkomen

Inzet senior pleegouders: 10

Nieuwe wegen ingeslagen met

Intensieve

dagbehandeling: 12

Garage2020 innovatieproject

We kick ASS: 18

Bestuurder en directeuren Sociaal Domein over onze ambities: 2 Vrijwilligerswerk om iets terug te kunnen doen: 4 Sociaal inclusief ondernemen past bij wat we in de kern doen: 6 Familie Vos runt zelfstandig

gezinshuis: 14 Onderzoek; Samenwerkingsrelatie ouders-hulpverleners beïnvloedt resultaat: 16 Uitwisseling met pleegzorgcollega’s in Servië: 17 Drive van jongeren beter benutten in de hulpverlening: 20 

Combinatie Jeugdzorg in cijfers: 22 Wat doet Combinatie Jeugdzorg? 24

Iedereen

doet mee!

(2)

Bestuurder en directeuren Sociaal Domein

over onze ambities

B

ij Combinatie Jeugdzorg hebben we een ambitieuze meerjarenkoers ontwikkeld. Kern­

begrippen daarin zijn: meer behandelen in de thuisomgeving, focus van de 24­uurszorg alleen op jongeren met zeer complexe problematiek, onderzoeken en doen wat werkt. We vroegen bestuurder Gerda Huijbregts om samen met directeur Sociaal Domein Eindhoven Yvonne Bieshaar en directeur Sociaal Domein Helmond Rob Hoffmann naar de samenwerking en de ambities voor 2020­2025 te kijken.

Hoe kijken jullie naar de samenwerking zoals die is gegroeid?

Rob: “Ik vind dat we na een periode van interne gerichtheid als gevolg van alle veranderingen nu op inhoud meer in contact zijn. Het belang van het kind is het allerbelangrijkste en dat verbindt alle partijen ook.

De moeilijke financiële situatie is echter nog wel een dilemma.”

Voor Yvonne is dit herkenbaar. “Na de decentralisatie willen we niets liever dan met de inhoud bezig zijn. Wat hebben kinderen en gezinnen nodig? En hoe kunnen we de hulp toekomstbestendig inrichten, ook vanwege de autonoom groeiende vraag naar jeugdzorg waar we met z’n allen de vinger nog niet achter hebben.

Maar tegelijkertijd schaken we noodgedwongen op meerdere borden. We hebben te maken met financiële krapte, aanbestedingen die leiden tot concurrerende verhoudingen tussen partijen, regionale samenwerking die daar tussendoor speelt. De dagelijkse uitdaging is om daar doorheen te kijken en het kind te blijven zien.”

Gerda: “Waar ik vooral blij om ben is dat we dusdanige afspraken hebben kunnen maken dat we ons toch ook steeds op de inhoud hebben kunnen richten en ons hebben kunnen doorontwikkelen. Vanuit het perspectief van de kinderen, jongeren en hun gezinnen en dat van de professionals is dat enorm belangrijk.”

Hoe kijken de directeuren Sociaal Domein naar de meerjarenkoers van Combinatie Jeugdzorg?

Rob: “Voor mij is de koers herkenbaar. Bij de gemeen- te Helmond maken we ook de beweging om vanuit het gezin tot oplossingen voor problemen van kinderen te komen.” Yvonne: “Ik vind het vooral knap dat de koers zo’n positiviteit uitstraalt temidden van alle hedendaagse perikelen. Ik zie er duidelijk twee bewegingen in. Ener- zijds normalisering door hulp te bieden in de leefwereld van het kind en het effect daarvan te meten. Anderzijds met een realistische blik constateren dat er ook 24-uurs- jeugdzorg moet blijven bij heel complexe problemen. Het lijkt me overigens een hele klus om dat allemaal tegelijk te realiseren.”

“Het spannende vind ik zelf dat we dit niet kunnen doen zonder commitment en ruimte van de gemeenten,"

reageert Gerda. “Want het vraagt om maatwerk op inhoud en tempo; we willen het stapsgewijs en verant- woord doen.”

Rob knikt: “Wij vinden die fasering en balans tussen op- bouw van hulp thuis en afbouw van residentiële zorg, erg belangrijk. Hopelijk geeft de politiek ook ruimte aan zo'n langetermijnontwikkeling.”

Meer werken vanuit harde data

Combinatie Jeugdzorg wil de komende jaren flink inzetten op onderzoek: meten wat werkt en het rende- ment in beeld brengen.

Yvonne is daar hartstochtelijk voorstander van. “Dan zou de samenleving beter beseffen dat investeren in jeugd veel ellende voorkomt in hun latere leven. Ik vind trouwens dat we in het hele sociaal domein meer vanuit harde data zouden moeten gaan werken, à la schaats- coach Jac Orie. Welk samenspel van mogelijkheden van mensen, problemen, omstandigheden en methodieken heeft welk rendement? Maar durft de politiek die stap voor de jeugdzorg te zetten? Je maakt daarmee immers ook keuzes in welk kind je wel en niet investeert.”

Rob: “Ja, nu de jeugdzorg zó dichtbij is gekomen, merk je

Iedereen doet mee!

Meedoen, erbij horen, gezien worden, ertoe doen. Daar wordt ieder mens, jong en oud, blij van. Daar groeit ieder mens, jong en oud, ook van. Daar worden we als samenleving sterker van. Iedereen doet mee, naar zijn of haar mogelijkheden. Bij Combinatie Jeugdzorg geloven we hierin. Lees hoe onze jongeren, pleegouders, gezinshuisouders, vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en medewerkers hun steentje bijdragen. Samen zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen!

Iedereen doet mee! • bestu urder en directeuren sociaa l domein o ver onze ambi ties

(3)

dat iedereen er ook een mening over heeft. Emoties spelen nadrukkelijk mee.”

Gerda is niet bang voor helderheid en kijken wat wel en niet werkt. “In de laatste jaren heeft de focus vooral gelegen op de kosten van de jeugdzorg. Alsof jeugdigen als een last worden ervaren in plaats van dat de jeugd de toekomst is en heeft. Ik vind het echt shocking als jeugdigen zich daarover schuldig moeten gaan voelen.

We moeten investeren in jeugd, in álle domeinen, en dat weer als investering in de toekomst gaan zien.”

Kwaliteit van zorg nu, effecten op langere termijn De gesprekspartners zijn het erover eens dat meten in de jeugdzorg ingewikkeld is: wanneer is een jeugdzorgbehandeling geslaagd? Kinderen zijn qua mogelijkheden en omstandigheden immers zó verschillend.

Gerda: “Dat is niet zo eenduidig. Bij sommige kinderen is stabilisering al een maximaal rendement. In de doelen die we met gezinnen stellen en in ons aanbod met partners variëren we daar ook in.”

Yvonne legt daar de vinger op. “De realiteit is dat we in de (jeugd)zorg bijvoorbeeld steeds meer kinderen zien met een lichte verstandelijke beperking. Dat komt

omdat de samenleving voor de meest kwetsbare burgers alsmaar ingewikkelder wordt. Ik vind dit echt een belangrijk punt van aandacht.”

Gerda: “Eigenlijk zou ‘meedoen in de samenleving’

het essentiële criterium moeten zijn. Dat is het beste medicijn voor het welbevinden van kinderen en de beste preventie tegen afglijden en armoede.”

Rob geeft het voorbeeld van het stadsleerbedrijf voor de Wmo-doelgroep. “Dat is heel erg laagdrempelig.

Soms is een kop koffie komen drinken al van betekenis voor iemand. We willen daar nu ook meer jeugd bij gaan betrekken. We zien immers dat het werkt. Ons motto

‘meedoen, rondkomen en vooruitkomen’ wordt daar realiteit.”

Willen Yvonne en Rob Combinatie Jeugdzorg nog iets meegeven?

Rob: “Iets wat ik in mijn eigen organisatie ook altijd zeg:

blijf deze visie trouw en laat je niet te snel afleiden.”

Yvonne sluit zich daarbij aan: “Stick to the plan en blijf altijd in gesprek. Zo ken ik Combinatie Jeugdzorg ook. In mijn ervaring is het een betrouwbare partner die klaar staat bij grote problemen, als het er echt op aankomt.

Dat is belangrijk en dat hebben we als gemeenten nodig!”

• V.l.n.r. directeur Sociaal Domein Helmond Rob Hoffmann, bestuurder Combinatie Jeugdzorg Gerda Huijbregts en directeur Sociaal Domein Eindhoven Yvonne Bieshaar

Koers 2020-2025: drie pijlers

1. We ontwikkelen een vernieuwend concept voor specialistische hulp in het gezin als alternatief voor behandeling met verblijf voor een grote groep jeugdigen. Hierbij combineren we orthopedagogische en systeemgerichte expertise met praktisch pedagogische ondersteuning.

2. In samenhang hiermee gaan we de behandelingen met verblijf op een gecontroleerde manier hervormen.

We blijven maximaal inzetten op (uitbreiding van) Pleegzorg en Gezinshuizen. Met de Dag­ en nachtbehandel­

groepen focussen we op de meest kwetsbare jongeren.

3. We zetten een structuur op waarbij we doorlopend de kwaliteit en kosten van onze hulp(verlening) meten:

‘doen wat werkt’ vanuit de beschikbare middelen.

We moeten ons door alle

perikelen heen

op het kind

blijven richten.

(4)

H

aar zoon is pas 16 als hij in zijn eentje uit Syrië vlucht, over zee, in een gammel b ootje. Doodsangsten staat moeder Nada uit als ze vier maanden niets van hem hoort.

Waarom ze hem heeft laten gaan? Ernstige doodsbe­

dreigingen. ‘Blijf hier’ zou hem fataal zijn geworden.

Dan nog liever de ondoorzichtige mistflarden van het onbekende. Hij komt in Nederland terecht en wordt opgevangen door Nidos en begeleid door Combinatie Jeugdzorg. Drie jaar later komt het gezin van Nada via gezinshereniging naar Nederland. Uit dankbaarheid ver­

richt Nada enkele maanden vrijwilligerswerk voor onze organisatie in 2019.

Nada: “Ik wilde iets terugdoen. Mijn zoon was hier alleen, zonder familie en vrienden in een vreemd land waarvan hij de taal niet sprak. Hij voelde zich eenzaam.

In die periode werd Combinatie Jeugdzorg zijn familie.

De organisatie nam de rol van ouders in het dagelijkse leven op zich. Zo legden ze voor hem de basis voor een fatsoenlijk leven. En wij kregen via gezinshereniging de kans om ons uit de oorlog te redden en weer samen veilig te leven. Dat heeft heel veel voor ons betekend. Natuurlijk wilde ik graag iets terugdoen. Het vrijwilligerswerk gaf me ook de gelegenheid om meer te zien van de maatschappij, de cultuur en de manier van werken in Nederland. Bovendien kon ik de taal die ik op school leerde, toepassen.”

Warmte en persoonlijke aandacht

Nada ging in Helmond aan de slag. De ene week hielp ze de kinderen met activiteiten op de naschoolse dagbehandeling Boddaert. De andere week kookte ze daar met gastvrouw José Verstappen Syrische gerechten.

Ze werd ook gevraagd te helpen vertalen bij een Syrisch gezin dat hulp kreeg via het Omgangshuis van Combinatie Jeugdzorg.

Wat heeft ze als vrijwilliger kunnen bijdragen en hoe heeft het werk haarzelf verrijkt? “Ik heb kinderen geholpen een goede opstap te maken naar de maatschappij. Door warmte te geven, persoonlijke

aandacht, dat is belangrijk. En via mijn Syrische gerechten hebben de kinderen ook eten kunnen proeven uit andere landen. Ik denk dat het goed is dat ze verschillende culturen leren kennen, dat ze daar open voor staan. Als je in oorlog moet leven, merk je hoe belangrijk dat is.”

Van betekenis zijn

“Het vrijwilligerswerk heeft mijzelf ook veel gegeven.

Doordat ik mijn vertrouwde leefomgeving moest verlaten raakte ik delen van mijn persoonlijkheid kwijt. Waar ik woonde was ik iemand, mensen kenden mij en ik kon anderen helpen. Daar kreeg ik positieve energie van. Hier in Nederland wist niemand wat ik kwam doen en kon ik niets voor anderen betekenen. Het was net of ik een waas voor mijn ogen had, dat ik niet goed kon zien. Maar toen ik in het vrijwilligerswerk van betekenis kon zijn voor kinderen en voor Combinatie Jeugdzorg, hervond ik die stukken van mijn identiteit. Het gaf me voldoening, energie, ik was weer iemand die ertoe doet, snap je?”

José knikt: “Ik vind dat wij vluchtelingen die niets hebben en de taal niet spreken, moeten helpen integreren, zodat zij weer betekenis kunnen geven aan hun leven.

Vrijwilligerswerk kan daar een geschikt middel in zijn als je tijd hebt om een vrijwilliger te begeleiden. Bij Nada ging dat in de keuken heel goed. Ze sprak al een beetje Nederlands en was heel bereidwillig om iets voor anderen te doen. Dat maakte het fijn om met haar samen te werken. Het contact met haar heeft mij ook iets gegeven. Ik ben me meer bewust geworden van hoe moeilijk het is om huis en haard te verlaten en in een vreemd land van voren af aan te beginnen. Je leest het wel in de krant, je ziet het op tv, maar pas in het contact met vluchtelingen hoor je het echte verhaal, hoe ingrijpend dat is.”

Nada heeft op haar beurt warme woorden voor José.

“Ze is heel aardig en is heel warm met mij omgegaan. Het is o zo belangrijk om je welkom te voelen!”

Nu een stap verder

Nada wil ook in de toekomst van betekenis blijven voor anderen. Ze studeerde psychologie en heeft veel werkervaring in de hulpverlening aan vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Ook ontwikkelde ze psychologische eerstehulpcursussen voor jongeren met een oorlogstrauma. En waar het gaat om de invloed van het vluchteling-zijn mogen we haar zeker ook ervaringsdeskundig noemen. Ze weet hoe verschillend de Syrische en Nederlandse samenleving, cultuur en

” Ik hervond stukken van mijn identiteit toen ik als vrijwilliger aan de slag ging.

Vrijwilligerswerk om iets terug te kunnen doen

Nada geeft kinderen een opstapje en ervaart dat ze er weer toe doet

Iedereen doet mee! • Vri jwi lli gerswerk

(5)

maatschappelijke verhoudingen en opvattingen zijn en heeft ervaring als buitenlandse die moet wortelen in een ander land. “Ik zie dat veel Arabische gezinnen moeite hebben met integratie, ik zie ook welke problemen er ontstaan, waar die vandaan komen, welke verschillen daarin meespelen. Ik weet dat ik daar kan helpen en hoop dat ik de kans krijg om daar mijn werk van te maken. Via het vrijwilligerswerk heb ik mijn basis weer gevonden. Nu zet ik graag een stap verder.”

En haar zoon, hoe is het met hem? Nada maakt duidelijk dat ook hij zijn portie vrijwilligerswerk heeft gedaan, net als haar dochter trouwens. "Hij gaat bouwkunde studeren. Zijn twee broers zijn technisch aangelegd en haar dochter is met psychologie bezig en wil iets met artificial intelligence gaan doen. In het gezin van Nada levert iedereen zijn bijdrage. Zolang ze maar kansen krijgen.

• Gastvrouw José Verstappen (links) en vrijwilligster Nada Ofan bereiden samen een maaltijd

Vrijwilligers altijd welkom

Combinatie Jeugdzorg biedt afwisselend vrijwilligerswerk waar ruimte is om je talenten en ervaringen te delen met anderen.

Als vrijwilliger bij Combinatie Jeugdzorg kun je veel voor een ander betekenen. Het biedt je daarnaast de mogelijkheid om actief aan de slag te zijn, nieuwe ervaringen op te doen en om je persoonlijk te ontwikkelen. Maar bovenal is het vrijwilligerswerk vooral heel leuk om te doen! Wanneer je interesse hebt in vrijwilligerswerk bij Combinatie Jeugdzorg, neem dan contact op met de coördinator Vrijwilligerswerk via vrijwilligers@combinatiejeugdzorg.nl.

(6)

Jasper kan nu beter tegen zijn verlies

Jasper (11) is heel goed in voetballen en gamen. “Benny,” zegt hij, “is heel lief en aardig. Toen hij er door een

verhuizing vier weken niet was, wist ik niet wat ik moest doen. Ik leer van hem om tegen m’n verlies te kunnen en niet boos te worden.” Benny knikt: “Ja, ook al verlies je, het gaat bij spelletjes altijd om het plezier.” Jasper weet het. Hij heeft zelfs al eens samen met Benny van anderen verloren. Nou, geen punt, hoor!

S

ociaal inclusief ondernemen is voor Combina­

tie Jeugdzorg een belangrijk thema. Het past bij wat we in de kern doen: jeugdigen en hun gezinnen helpen een goede plek in de samenle­

ving te vinden en maatschappelijk mee te doen. In ons hulpverlenings­ en bedrijfsvoerings proces liggen kansen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plaats te bieden. Die kansen benutten we.

HR-adviseur Tessy van Gurp: “We hebben bijvoorbeeld de nieuwe functie van groepsondersteuner gecreëerd voor een jongen die bij ons vrijwilligerswerk deed en moest stoppen om samen met de Ergon betaald werk te zoeken. Wij konden zo zijn waardevolle bijdrage structureel een plek geven in de behandelgroep en hij kon daardoor betaald bij ons aan de slag. Het is een voorbeeld van ‘anders’ naar mogelijkheden en functies

kijken. We volgen hiermee het advies van het UWV dat zij ons gegeven hebben naar aan leiding van het onderzoek 'Inclusieve arbeidsorganisatie', dat het UWV op verzoek van ons in 2019 heeft uitgevoerd binnen onze organisatie. Essentie is dat als veel mensen aan de kant blijven staan omdat ze bepaalde taken van bestaande functies niet kunnen uitvoeren, je de functies aanpast. Je clustert taken die mensen wel kunnen vervullen in nieuwe functies en past uren hierop aan.

In de toekomst willen we op dezelfde wijze meer mogelijkheden creëren. Het vraagt wel begeleiding en coaching van vaste krachten, maar er wordt ook werk uit handen genomen en je krijgt er zeer gemotiveerde collega’s bij. Uiteindelijk is het saldo altijd positief, omdat meer kwetsbare mensen meedoen.”

Sociaal inclusief ondernemen past bij wat we in de kern doen

Meer kwetsbare mensen die meedoen

• Groepsondersteuner Benny Speek en de 11­jarige Jasper die ook op de cover van dit magazine staat

Iedereen doet mee! • sociaa l incl usief ondernemen

(7)

'Het begin van een fijner leven'

‘Jij gaat niet weg. Jouw bijdrage is zó waardevol!’ Benny Speek was 2,5 jaar vrijwilliger op een Dag­ en nachtbehandelgroep van Combinatie Jeugdzorg toen hij afscheid kwam nemen. Hij moest op zoek naar betaald werk.

Maar de manager, het team en de jongeren wilden hem niet kwijt. Sociaal inclusief ondernemen werd in praktijk gebracht en in plaats van twee dagen vrijwilliger is Benny nu, na een gedoseerde opbouw van uren, 20 uur per week groepsondersteuner.

“De contractondertekening was een belangrijk punt in mijn leven. Het voelde als een beloning voor hard werken en blijven vechten voor mijn droom. Ik wilde altijd al in de zorg werken: voor anderen zorgen, hen geruststellen en gelukkig maken met kleine dingen die ik kan doen. Diverse opleidingen heb ik geprobeerd, maar met mijn autisme struikelde ik steeds over de theorie.

De praktijk ging me wel altijd goed af. Ik vind het geweldig dat ik nu, na al die jaren van volhouden en het laten zien als vrijwilliger, betaald kan werken in de zorg. Ik heb mijn eigen inkomen, ben niet afhankelijk en heb een zinvolle daginvulling. Voor mij is het echt het begin van een fijner leven.”

Als betaalde kracht hoor je er nog meer bij

Merk je verschil naar het team en jongeren toe nu je betaalde kracht bent? “Als vrijwilliger voelde ik me al onderdeel van het team, maar door mijn nieuwe functie word

ik inhoudelijk meer bij dingen betrokken. Dat geeft nog meer het gevoel dat ik erbij hoor en in het teamverband een bepaalde rol te vervullen heb. En hoewel het als vrijwilliger ook kon, ben ik voor het eerst naar de nieuwjaarsreceptie gegaan toen ik betaalde kracht was.

Zo leerde ik ook andere collega’s kennen, was mijn idee. Het was tegelijkertijd heel spannend met al die prikkels, maar iedereen was echt geïnteresseerd in me. Ik voelde me heel welkom.” ‘J

Of Benny in zijn betaalde rol meer betekent voor jongeren, vindt hij lastig te zeggen. “Ik heb een goede klik omdat ik vanuit mijn eigen ervaringen weet en voel wat jongeren met autisme doormaken.

Dat is met een salaris natuurlijk niet veranderd.”

Pedagogisch medewerker Natascha Goossens beaamt dat. “Benny krijgt dingen bij jongeren gedaan die ons niet lukken. Hij vult vanuit zijn belevingswereld echt iets aan wat we in het team niet hadden. Dat

hoor ik ook van de jongeren terug.

Die zeggen: ‘Jij weet het uit de boeken en Benny snapt het.’ Mooi toch?”

Snel een vertrouwensband en een voorbeeld

Benny: “Ik heb snel een

vertrouwensband met de jongeren.

Tegelijkertijd ben ik een voorbeeld waar ze tegenop kunnen kijken, omdat ik al veel heb bereikt.”

Natascha: “Jongeren nemen dingen van Benny makkelijk aan. Sommigen idealiseren het bijvoorbeeld om op zichzelf te gaan wonen. Benny kan zeggen wat daar allemaal bij komt kijken.”

Zoveel mogelijk ‘Benny-tijd’

Benny kan met jongeren van alle leeftijden opschieten, maar sluit vooral gemakkelijk aan bij de oudere jeugd. “Dat komt omdat ik zelf als 17-jarige op een groep ben gaan wonen. Daar zit mijn ervaring ook, ik weet hoe dat is en voelt. Daar heb ik veel geleerd en ben ik zelfstandig geworden.”

Het mooiste vindt Benny de blije gezichten van de jongeren als hij er is. Daar geniet hij zelf ook van. Het lastigste voor hem is zijn aandacht gelijk te verdelen. “Ik wil er graag voor iedereen zijn.” Natascha moet lachen: “Iedereen wil altijd zoveel mogelijk ‘Benny-tijd’.”

Jasper kan nu beter tegen zijn verlies

Jasper (11) is heel goed in voetballen en gamen. “Benny,” zegt hij, “is heel lief en aardig. Toen hij er door een

verhuizing vier weken niet was, wist ik niet wat ik moest doen. Ik leer van hem om tegen m’n verlies te kunnen en niet boos te worden.” Benny knikt: “Ja, ook al verlies je, het gaat bij spelletjes altijd om het plezier.” Jasper weet het. Hij heeft zelfs al eens samen met Benny van anderen verloren. Nou, geen punt, hoor!

• HR­adviseur Tessy van Gurp

Sociaal ondernemen initiatieven

Wij bieden werk aan mede werkers uit de doelgroep

‘social return’, leerling­ervarings deskundigen, stagiairs van verschillende opleidingen en vrijwilligers.

We stellen jongeren uit de doelgroep in staat

werkervaring op te doen als ze geen school of regulier werk hebben. Ook hebben we werkoriëntatieplaatsen voor belangstellenden in de zorg. We geven

voorlichting en gastcolleges en verrichten allerlei maatschappelijke activiteiten. Ook kopen we zoveel mogelijk in bij PSO­gecertificeerde leveranciers.

(8)

Ervaringsdeskundigheid is een apart vak, aanvullend op wat we hebben

B

ij Combinatie Jeugdzorg willen we ervarings­

deskundigheid structureel integreren in de hulpverlening. We zijn ervan overtuigd dat dit van toegevoegde waarde is. Om te onderzoe­

ken wat ervaringsdeskundigen precies kunnen beteke­

nen en hoe we beleid op dit vlak kunnen ontwikkelen, zijn we praktijkervaring aan het opdoen.

Vera Jans en Romana van Beek, beiden bekend met jeugdzorg door eigen ervaringen, hebben sinds augustus 2019 een leer-/werkovereenkomst bij Combinatie Jeugdzorg. Vera (33) volgt de Summa-opleiding Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen met Ervaringsdeskundigheid. Ze werkt op een Dag- en nachtbehandelgroep voor jongeren (15-18 jaar) die naar zelfstandigheid toewerken. Romana (24) doet Associate Degree met Ervaringsdeskundigheid op de Fontys Hogescholen en werkt bij Intensieve dagbehandeling voor (niet-schoolgaande) jongeren van 12 tot 18 jaar die door opgroei- en opvoedingsproblemen zijn vastgelopen op verschillende gebieden.

Vera had meteen een goede klik met de jongeren toen ze vertelde dat ze ook ervaringen met jeugdzorg heeft.

“Vanuit een vrije rol ben ik beschikbaar voor iedere jongere. Ik praat over hoe het gaat en speel intussen een spelletje met een jongere, ga een keer met iemand wandelen, kijk mee tv. Individuele aandacht in een ongedwongen sfeer is het. Ik merk ook dat ze heel gemakkelijk dingen met mij delen. Als ik iets hoor wat van belang is voor de leerdoelen koppel ik dat terug naar de betreffende mentor.” Romana: “Ik ga met jongeren individueel op zoek naar hun krachten en waar ze blij van worden. Ze kunnen ook altijd met mij in gesprek. Ik denk dat daar een belangrijke waarde zit van ervaringsdeskundigen. Laagdrempelig in contact komen met jongeren. Ik vervul een brugfunctie naar de mentor.

Soms durft een jongere heftige ervaringen niet goed te delen met anderen, ook niet met de mentor. Ik help hem dan zijn gevoelens over te brengen, vanuit het idee: ‘je hoeft het niet alleen te doen, ik zit naast je’.”

Bruggenbouwers en hoopverleners

• Ervaringsdeskundigen Vera Jans (links) en Romana van Beek

samen sterk voor • inzet ervaringsdeskundi gen

(9)

Gedeelde emoties zorgen voor aansluiting Romana heeft net als Vera een goede klik met de jongeren. “Dat heeft met herkenning en erkenning te maken. Je geeft erkenning door er te zijn en te luisteren en herkenning door ervaringen te delen. Zo ontstaat gelijkwaardigheid, dat geeft vertrouwen en een band.

Vera: “Als je zegt ‘ik snap dat je boos bent’, dan is dat ook echt zo, omdat je dat zelf ook hebt gevoeld. “Ja,”

zegt Romana, “als ervaringsdeskundige zit je op de gevoelslaag. Je kunt benoemen hoe dingen aanvoelen.

Het intense verdriet, de eenzaamheid, machteloosheid en hopeloosheid van een levensontwrichtende situatie bijvoorbeeld. Dat is herkenbaar voor de jongere. Die gedeelde emoties maken dat je goed kunt aansluiten bij de ander.”

Vera: “Je zet jezelf als persoon in door je eigen ervaringen en die van medestudenten. Die collectieve ervaringskennis hebben we ook. Het gaat er niet zozeer om wát je hebt meegemaakt, maar hóe je het hebt verwerkt en wat daarin wel en niet heeft geholpen.” Romana knikt: “We zetten die ervaringen ook weloverwogen en gedoseerd in, we spuien niet zomaar ons verhaal. Je werkt immers aan de leerdoelen van jongeren. Dat is de professionaliteit die we ontwikkelen via de opleiding.”

Verpersoonlijking van hoop

Beleidsadviseur Cliëntenparticipatie Marlies van Oorschot ziet nog een belangrijke rol van de ervaringsdeskundige. “Vera en Romana zijn ook de verpersoonlijking van hoop. Jongeren zien iemand voor zich die met pijnlijke ervaringen heeft leren omgaan en weer grip heeft gekregen op het leven.

Dat geeft hoop.” Romana ervaart dat ook zo. “Wij zijn bruggenbouwers en hoopverleners. Wij werken vanuit een herstelondersteunende rol echt aan het empoweren

van jongeren. Hoe ze van een donkere tunnel naar lichtpuntjes toe kunnen gaan, waardoor het donkere niet meer alles overheerst.” “Je zet als ervaringsdeskundige als het ware de deuren open,” aldus Vera. “Ik kan een jongere laten zien: ‘kijk, dit kan werken en jij zou dat ook kunnen doen. En je staat er niet alleen voor’. Maar de jongere moet zelf kiezen, híj moet door die deur gaan.” Romana:

“Via onze ervaringskennis werken we drempelverlagend.

Sommige jongeren moeten bijvoorbeeld therapie volgen.

Dat is best eng als je niet weet wat er gaat gebeuren. Ik vertel dan wat therapie is, dat je dat samen met anderen doet en hoe ik dat heb ervaren. Dat maakt het net even gemakkelijker voor een jongere.”

Geweldig om te doen

Hoe is het om dit werk te doen? Vera: “Fantastisch. Ik heb deze ambitie altijd gehad. Ik reflecteer veel. Na elke situatie denk ik: hoe heb ik het aangepakt? En ik heb me ook ontwikkeld. Het is heel intensief werken met jongeren die ‘altijd aan staan’. Van tevoren dacht ik: als ik al die geluiden en prikkels op een groep maar aankan.

Maar ik leer daar goed mee om te gaan.” Romana vindt het ook geweldig. “Ik krijg echt energie van het werken met de jongeren. Ze zeggen wat ze denken en zo houden ze je een spiegel voor. Daar leer je veel van. Ik vind het sowieso onwijs leuk om na mijn Summa-opleiding die ik via de GGzE kon volgen, nu de HBO-versie op de Fontys te kunnen doen.”

Voor de teams waar Vera en Romana werken is ervarings- deskundigheid ook nieuw. Met hun enthousiasme en inzet en die van Vera en Romana leren we steeds meer welke kansen ervaringsdeskundigheid biedt aan onze jongeren die op een moeilijk punt in hun leven staan.

“Onze ervaring tot dusver laat zien dat ervarings-

deskundige een nieuw soort professional is”, zegt Marlies,

“een aanvullende deskundigheid op alles wat we al in huis hebben.”

” Via onze ervaringskennis werken we drempelverlagend.

• V.l.n.r. beleidsadviseur Cliëntenparticipatie Marlies van Oorschot met ervaringsdeskundigen in opleiding Vera Jans en Romana van Beek

(10)

'Ik verwacht pleegouders waardevolle dingen te kunnen meegeven'

Inzet senior pleegouders

om breakdowns en uitval te voorkomen

E

en hamster liefdevol gebruiken als wekker. En toch maar even een glaasje priklimonade door­

deweek omdat een pleegkind dat thuis gewend is. Dat zijn nou echt ervaringsdeskundige oplos­

singen van pleegmoeder Paula Damen waar een profes­

sioneel opgeleide pleegzorgbegeleider niet zo snel mee zou komen. Maar Paula heeft dan ook een andere rol: ze is een van de drie senior pleegouders, een nieuw feno­

meen bij Combinatie Jeugdzorg. De senior pleegouder is, vanuit een ervaringsdeskundige blik, korte tijd met raad en daad laagdrempelig beschikbaar voor pleegouders.

We richten ons in eerste instantie op pleegouders die net starten of rond de puberteit van hun pleegkinderen

ineens met allerlei vragen komen te zitten. Dat zijn lastige periodes waarin pleegouders weleens willen afhaken. Met de inzet van een senior pleegouder willen we de draagkracht-draaglast balans van pleegouders versterken. De ervaringsdeskundige steun van een senior pleegouder is onderdeel van het landelijk actieplan om uitval van pleegouders zoveel mogelijk te voorkomen.

Paula weet dat pleegzorg zóveel méér is dan ‘alleen maar’

kinderen opvoeden. “Het zijn kinderen met een rugzakje en daar moet je mee leren omgaan. Maar mijn ervaringen zijn vooral positief. Natuurlijk heb je ook zorgen en stress, maar als je ziet hoe kinderen opbloeien, dat is prachtig om te zien. Daar doe je het voor.”

• Pleegzorgbegeleider Marij Staal (links) en senior pleegouder Paula Damen

Iedereen doet mee! • inzet senior pleegouders

(11)

Gewoon delen kan ook

Paula is een van drie pleegouders die de seniorrol in 2020 op pilotbasis invullen. “Ik vind het leuk om zo eens op een andere manier met pleegzorg bezig te zijn. En ik heb al meteen goed contact met de andere twee senior pleegouders. Ik verwacht dat ik pleegouders waardevolle dingen kan meegeven. Ze mogen me trouwens ook benaderen zonder dat er direct een probleem is.

Gewoon om dingen te delen over het opvoeden of om iets van zich af te praten. Als dat helpt, prima toch?”

Pleegzorgbegeleider Marij Staal, betrokken bij de pilot, knikt. “Herkenning en erkenning zijn belangrijk voor pleegouders. Het idee van ‘hé, anderen maken dit ook mee’. En ook om te horen ‘ik doe het niet fout, het is gewoon hartstikke moeilijk.’ Delen hoe het is, hoe het voelt, wat je tegenkomt, tips uitwisselen, dat is een andere vorm van steun dan professionals bieden. Wij zijn als pleegzorgprofessional gebonden aan opdrachten, indicatiestellingen, doelen en verantwoording, wat een andere focus geeft.”

Training

De drie senior pleegouders hebben zich via een training voorbereid op hun rol en krijgen ook intervisie om te kunnen delen wat ze meemaken en wat dat met hen doet. Marij: “Het gaat er vooral om dat ze vanuit een helicopterview kunnen kijken: afstand nemen van hun eigen verhaal en luisteren naar waar de pleegouder mee zit.” Paula voelt zich goed toegerust en begeleid. “Ik vond de training helder en inzichtelijk, we werden ook op een gelijkwaardige manier aangesproken. Onze rol en die van de professionals zijn echt aanvullend op elkaar.”

Achter het gedrag kijken

Uit welke pleegzorgervaringen put Paula? Wat vond je in het begin zelf heel lastig? “Het verdriet en de diepe emoties en angsten van de kinderen, dat was heftig.

Maar mijn ervaring is dat het vertrouwen van de kinderen gaandeweg groeit. Belangrijk is dat je, ongeacht het gedrag, het kind als persoon niet afwijst. Ik vind jou lief, maar wat je nu doet, is niet goed’. Zo benoem ik dat.

Maar dat is ook een kwestie van volhouden. En vooral ook aan je eigen kinderen uitleggen waar dat gedrag vandaan komt en waarom je bijvoorbeeld niet altijd straft. Zij moeten zich niet achtergesteld voelen.” Marij:

“Gedrag van pleegkinderen is vaak overleving als reactie

op heftige problemen of ernstige verwaarlozing. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van het pleegkind dat je als pleegouder niet alleen ingaat op wat je ziet, maar ook als het ware ‘achter’ het gedrag kijkt”.

Gedeelde achtergrond en ervaring in pleegzorg

Zo heeft Paula nog meer ervaringen die ze kan benutten in haar rol als senior pleegouder, bijvoorbeeld ervaring met pleegkinderen die in het begin nog volop moeten wennen. Ook het puberen van pleegkinderen is haar niet vreemd. “Dat is dubbel heftig in mijn beleving. Wij kregen daar grip op door wel grenzen te stellen, maar ook voldoende vrijheid en ruimte te geven om fouten te maken. We zagen dat ze daarvan leerden.” Omdat Paula zich goed kan verplaatsen in wat een pleegouder zoal meemaakt, kan ze pleegouders op eenzelfde niveau begrijpen en ondersteunen.

Marij: “Een senior pleegouder kijkt met een andere blik dan een hulpverlener en stelt daardoor ook andere vragen. Dat heeft zeker meerwaarde.”

Regeltjes en dieren

Paula pleit er ook voor om pleegkinderen niet meteen met regeltjes te overladen. “Mijn pleegdochter was gewend aan frisdrank doordeweeks, terwijl onze kinderen dat niet kregen. Ik heb dat toen toegestaan omdat er al zoveel veranderde voor haar. Later wilde ze het zelf niet meer om niet anders te zijn dan de anderen. Dus het loste zich vanzelf op.” Paula heeft haar eigen kinderen ook gezegd om gewoon met hun eigen vriendjes te blijven omgaan. “Je moet hen niet verplichten om alles per se samen met de pleegkinderen te gaan doen.”

Ook ‘pleegpuber’-ervaring is Paula niet vreemd. “Dat is bij pleegkinderen dubbel heftig. Ik zeg altijd: laat puberende kinderen ontdekken en ervaren, geef voldoende vrijheid.

Ze moeten juist fouten kunnen maken want daar leren ze van. Stel wel bepaalde grenzen, maar straf niet altijd meteen en maak dingen bespreekbaar.”

Maar eh, hoe zit het nu met die hamster? “Nou, mijn ervaring is dat er niks beter voor kinderen is dan dieren want die zijn knuffelbaar en wijzen een kind nooit af.

Toen mijn pleegdochter haar bed niet uit wilde, liet ik het hamstertje aan haar bedrand zien en toen stond ze wel op. Gewoon een tip van ouder tot ouder”, knipoogt ze.

Kartrekker landelijk actieonderzoek Continuïteit pleegzorg

In 2018 is landelijk actieonderzoek opgezet om breakdowns en uitval van pleegouders terug te dringen.

Combinatie Jeugdzorg is een van tien pleegzorgaanbieders die hiermee aan de slag is gegaan. De kennis die wordt vergaard komt de gehele sector ten goede. Combinatie Jeugdzorg richt zich in het actieonderzoek op twee acties. Naast de inzet van senior pleegzorgouders is dat de extra ondersteuning van een pedagogisch medewerker in pleeggezinnen om hen in moeilijke opvoedkundige situaties terzijde te staan.

Actieonderzoek continuïteit pleegzorg' is een project van Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen en het Nederlands Jeugdinstituut. Het wordt gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en uitgevoerd binnen het Actieplan Pleegzorg

(12)

Amber weet dat ze er niet alleen voor staat

Met Intensieve dagbehandeling nieuwe wegen ingeslagen

T

huis vond Amber (14) geen rust, geen houvast.

Ze bouwde stress en onzekerheid op, maar wist haar diep ongelukkige gevoelens voor haar omgeving te camoufleren. Toen zich thuis een tweede echtelijke scheiding voltrok, liep ze echter vast. Crisisopvang bracht even uitkomst maar geen op­

lossing. Amber ging niet meer naar school; er moest iets gebeuren. “Ik voelde me machteloos, zag geen uitweg meer. De gemeente verwees me naar Intensieve dag­

behandeling van Combinatie Jeugdzorg. Ik had er nooit van gehoord, wist niet wat het was, maar ik stond voor alles open. Nu kan ik, terugkijkend, alleen maar zeggen dat het me enorm heeft geholpen. Ik ben nieuwe wegen ingeslagen.”

Weet je wat me op de dagbehandeling vooral een boost gaf? Het idee dat ik er niet alleen voor stond, dat anderen me wilden helpen. Ik kon praten over wat me bezighield, waar ik mee zat. Dat heb ik ook gedaan, ik heb Manon bijna d’r oren van haar hoofd gepraat, geloof ik. Het programma gaf me ook houvast. Want daarin moest ik mijn persoonlijke doelen vastleggen, opschrijven hoe ik bepaalde thema’s ervaarde, wat ik dacht, hoe ik me voelde. Ik kreeg ook feedback van anderen. Zo kreeg ik grip op dingen. ‘Grenzen aangeven’ was een van mijn doelen, en ook: ‘niks opkroppen, altijd blijven praten en doorzetten’.”

• De 14­jarige Amber samen met Manon van de Wiel, pedagogisch medewerker Intensieve dagbehandeling

Iedereen doet mee! • Intensieve dagbehandeling

(13)

Een nieuwe school

Om voor Amber ook wat rust op het thuisfront te creëren werd, in samenspraak met alle betrokkenen, geregeld dat ze een tijdje in netwerk- pleegzorg bij haar tante zou gaan.

“Daar heb ik bijna een jaar lang enkele dagen in de week gewoond, samen met mijn geadopteerde neefje en nichtje. Dat was heel fijn: huisje- boompje-beestje, een eigen kamer, eten op tafel. Ik denk er met plezier aan terug.”

Intussen volgde Amber één weekdag les in het kleine leslokaal van Intensieve dagbehandeling op locatie Elf13. “Door dat opstapje voelde ik dat ik weer naar school wilde”. Op haar middelbare school in Bladel klikte het echter niet meer. Pedagogisch medewerker Manon van de Wiel stelde voor dat ze elders onderwijs zou gaan volgen. Amber: “Ik wilde zelf ook graag met een schone lei beginnen, op een plek waar niemand me kende als ‘dat meisje dat thuis troubles had’.” Uiteindelijk koos Amber voor het Novalis College, een vrije

school met veel creatieve vakken.

Ze wilde er direct fulltime tegenaan gaan, juist om vanaf het begin af aan zo gewoon mogelijk mee te draaien. Manon: “In overleg met de school hebben we wel wat maatwerk toegepast, zodat Amber een goede start kon maken. Voor een paar vakken kreeg ze bijvoorbeeld meer tijd en de eerste weken hoefde ze nog geen huiswerk te maken.”

Haar verhaal op Instagram Amber voelde zich als creatieveling meteen thuis op het Novalis College.

“Leuke vriendinnen, een fijne klas en het is ook heel kleinschalig. Je kent elkaar allemaal, dat voelt vertrouwd.

Met twee mentoren heb ik bovendien best veel begeleiding.” Zo kwam Amber steeds steviger op haar benen te staan. Ze verzamelde de moed om haar verhaal op Instagram te delen.

“Ik voelde dat als afsluiting van mijn periode vóór Novalis: daarmee was het van mijn schouders af.” Amber onderstreepte in haar verhaal dat ze had ontdekt dat er ‘altijd mensen zijn

die er voor je zijn als je hen nodig hebt’. Ze bood ook aan om anderen te helpen: ‘al is het maar door luisterend oor te zijn en je te vertellen dat je het waard bent, dat je er mag zijn’. De warme woorden vielen niet op koude grond. Ze ontving meer dan 600 lieve reacties. “Daar kreeg ik echt een boost van. Anderen vroegen mij zelfs of ik hen kon helpen!”

Moeilijk, maar ook leuke momenten Door haar ervaringen heeft Amber, inmiddels 17, naast design en inrichting nu ook pedagogiek of psychologie in haar studievizier staan. “Ik weet het nog niet. Wordt het dat laatste, dan wil ik iets met jongeren gaan doen. Ik heb een moeilijke periode achter de rug, maar ik heb bij Intensieve dagbehandeling ook gewoon leuke momenten meegemaakt. Ik heb er vrienden en vriendinnen aan overgehouden, ben veel verantwoordelijker geworden en kijk er positief op terug. Thuis gaat het nu goed en ik weet dat ik er niet alleen voor sta.”

Intensieve dagbehandeling jongere jeugd

Combinatie Jeugdzorg kent al vele jaren de succes volle Intensieve dagbehandeling voor jongeren van 13 tot 18 jaar die zijn vastgelopen op diverse gebieden. Sommigen gaan niet meer naar school, anderen dreigen uit te vallen.

De dag behandeling bestaat uit een intensief groeps­

en individueel programma en nauwe samenwerking met onderwijs. In Eindhoven met VSO Het Dok en in Hei­

bloem met de Widdonckschool en VSO De Ortolaan van de Aloysius Stichting. Zo helpen we jongeren samen met hun ouders weer op weg.

Omdat er steeds meer kinderen in het basis onderwijs uitvallen of dreigen uit te vallen gaan we ook Intensieve dagbehandeling ontwikkelen voor deze leeftijdsgroep.

In eerste instantie in pilot vorm op locatie de Widdonck.

We willen zien te bereiken dat kinderen weer naar school gaan en dat het contact en de communicatie van de ou­

ders en de leerkracht met het kind verbeteren.

(14)

K

inderen van anderen opvoeden? En dan ook nog eens ‘lastige’

pubers? Nee, mij niet gezien.” Wessel Vos zag er niets in. Zijn vrouw Saskia, jeugdzorgwerker in de forensische jeugdpsychiatrie met wie hij een jong zoontje had, droomde al langer van een gezinshuis. Door

‘kwetsbare kinderen’ op te voeden kon ze haar maatschappelijke steentje bijdragen. Ze liet zich door Wessel’s hoofdschudden niet ontmoedigen.

“Oké”, nodigde ze hem uit, “dan wil ik ten minste dat je weet waar je ‘nee’

tegen zegt.”

Wessel beloofde zich te verdiepen in de materie en was al snel om. ‘Dat is toch eigenlijk hartstikke mooi werk’, vond hij. Saskia en Wessel sloten zich aan bij de franchiseorganisatie Gezinshuis.com, bereidden zich voor en vormen sinds begin 2019 een zelfstandig gezinshuis. Ze voeden momenteel behalve hun 8-jarig zoontje vier gezinshuiskinderen van 14 tot en met 17 jaar op. Wessel lacht: “Heb ik toch pubers in huis, ja. We hebben bewust gekozen voor kinderen van een andere leeftijd dan onze zoon, zodat iedereen zijn eigen leefwereld en regels heeft. Dat houdt het helder.” Een andere bewuste keuze was om met Combinatie Jeugdzorg in zee te gaan voor het plaatsen van kinderen. Waarom?

Wessel: “Omdat Combinatie Jeugdzorg ook gezinshuizen heeft in de regio. Zo kunnen we als nieuwelingen niet alleen in praktische zin leunen op Gezinshuis.

com, maar ook de ervaring van Combinatie Jeugdzorg met gezinshuizen benutten.”

Wessel voelt zich als partner een zeer betrokken huisvader

Familie Vos runt

zelfstandig gezinshuis

Vader des huizes

Heb je zelf, los van je vaderschap, ervaring met kinderen? En wat is je rol precies in het gezinshuis? “Ik heb zelf geen pedagogische achtergrond, maar ik heb altijd wel met jongeren willen werken. Daarom was ik ook aan de docentenopleiding begonnen.

Maar toen ik merkte dat je binnen het strakke lesprogramma weinig van jezelf kunt inbrengen, ben ik ermee gestopt. Uiteindelijk ben ik in de logistiek terechtgekomen en door een samenloop van omstandigheden werkloos geraakt. Dus ik ben momenteel fulltime thuis. In het gezinshuis ben ik een zeer betrokken vader des huizes die bijdraagt aan de opvoeding van alle kinderen en die het huishouden draaiende helpt houden.”

samen sterkdoor • gezinsh uizen

• Gezinshuisouders Wessel en Saskia Vos met in de achtergrond de kinderen die nu bij hen wonen

(15)

Methodisch en op gevoel

Ben je ook betrokken bij het zorgplan? “Alleen indirect.

Saskia is daar deskundig in, de opvoeding van de gezinshuiskinderen is haar baan. Zij stemt ook met de gedragswetenschapper van Combinatie Jeugdzorg af over het behandelplan en hoe het gaat. Ik zit daar soms bij. Maar ik bespreek natuurlijk veel met mijn vrouw. De gezinshuiskinderen hebben een bepaalde zorgbehoefte;

het is belangrijk dat we één lijn trekken, ook naar onze zoon trouwens. Ik ben dus vooral aan het leren in de praktijk. Het grote verschil tussen Saskia en mij is de methodische aanpak van de opvoeding. Mijn vrouw ziet gedragingen, benoemt die en legt die uit. Ik doe alles op gevoel, vanuit de sociale vaardigheden die ik me in mijn leven eigen heb gemaakt. Ik zou me graag meer verdiepen in dat methodische, pedagogische stuk. Mijn gezinshuiservaringen bevestigen me namelijk in mijn ambitie om iets met jongeren te gaan doen als betaalde baan.”

Collegiaal gevoel

Vanuit zijn honger om te leren waardeert Wessel ook de uitwisselings- en scholingsbijeenkomsten van Combinatie Jeugdzorg. “We zijn al een keer met de partners in de gezinshuizen bij elkaar gekomen. Heel verfrissend om zo eens ervaringen uit te wisselen. Als koppel kunnen we ook trainingen volgen. We hebben er bijvoorbeeld eentje gehad over het thema ‘Geweldloos verzet’. Het geeft inhoudelijk meer bagage, maar het biedt ook collegiaal contact. Dat laatste vind ik belangrijk: gewoon het idee dat je samen met hetzelfde bezig bent. Als je in een bedrijf werkt, ontmoet je collega’s op de vloer en in de kantine, maar in een gezinshuis heb je dat niet. Bij scholingen en uitwisselingen kun je ‘collegiale’ dingen delen. Onze bijzondere band is dat we allemaal 24/7 gezinshuisouder zijn. We kennen geen kantoortijden.”

Harmonie

Hoe ervaar je het na een jaar gezinshuisouderschap? “Ik vind het vooral dankbaar werk om kinderen een liefdevol thuis te kunnen geven. Ik geniet ook van de vrije rol die ik heb als vader van onze zoon en van vier pubers. En wat voor mij vooral onverwacht is, is de harmonie in huis.

Die voelt heel natuurlijk, alsof het zo hoort. Dat is fijn voor de kinderen want zo kunnen ze groeien. We moeten het natuurlijk nog wel ervaren hoe het is als een kind uitvliegt en er een ander bij komt. Dat zal best wennen zijn, maar we zullen er alles aan doen om steeds weer naar die harmonie toe te groeien.”

Gezinshuizen

Combinatie Jeugdzorg

Combinatie Jeugdzorg heeft momenteel 12 gezinshuizen: 11 eigen gezinshuizen en één gezinshuis in samenwerking met de franchiseorganisatie Gezinshuis.com. Elk eigen gezinshuis heeft twee gezinshuisouders van wie één jeugd- & gezinsprofessional is in dienst van Combinatie Jeugdzorg. Als gezinshuisouder woon je met je eigen gezinsleden én de bij jou geplaatste jeugdigen van 4 tot 18 jaar – bij voorkeur – in je eigen huis. Je zorgt 24/7 voor jeugdigen met complexe ontwikkeling- en/of opvoedingsvragen. Dit vraagt van jou een professionele kijk op opvoeding, waarbij afgestemd kan worden op de mogelijkheden van de jeugdigen. Als gezinshuisouder ben je onderdeel van een behandelteam, bestaande uit een pedagogisch medewerker, ambulant hulpverlener en gedragswetenschapper.

In de constructie met Gezinshuis.com zijn de gezinshuisouders zelfstandig ondernemer.

Inclusief eigen kroost is er plaats voor maximaal zes kinderen. Combinatie Jeugdzorg plaatst de kinderen en een van onze

gedragswetenschappers ondersteunt het gezin in de behandeling. Gezinshuis.com levert ondersteunende services via onder meer een digitaal informatie- en kennisplatform, kwaliteitsborging, uitwisseling, crisismanagement, hulp bij zelfstandig ondernemerschap, etc. Een gezinshuis van Gezinshuis.com kan er ook voor kiezen om in opdracht van de gemeente kinderen op te voeden die in behandeling zijn bij meerdere zorgaanbieders.

” Onze bijzondere band is dat we allemaal 24/7 gezinsouder zijn.

Gezinshuisouderschap iets voor jou en je partner?

Combinatie Jeugdzorg is doorlopend op zoek naar gezinshuisouders voor uitbreiding van de gezins­

huizen. Interesse? Bekijk dan de vacature op onze website of neem contact op met de afdeling HRM, 040 245 1945.

(16)

Samenwerkingsrelatie ouders-hulpverleners beïnvloedt resultaat

Onderzoek naar ‘alliantie’

geeft veel positieve bagage

A

ls je als ambulant hulpverlener een goede samenwerkingsrelatie opbouwt én behoudt met ouders, heeft dat een positief effect op het hulpverleningsresultaat. Belangrijk in die samenwerkingsrelatie of alliantie zijn ‘de klik’ tussen beide partijen en de overeenstemming over wat je wilt bereiken en hoe je samen naar die doelen toewerkt. In de jeugdhulpverlening was nog relatief weinig onder­

zoek gedaan naar alliantie. Combinatie Jeugdzorg nam daarom in 2015 – samen met vijf andere Brabantse organisaties voor jeugd­ en opvoedhulp – het initiatief voor een meerjarenonderzoeksprogramma over allian­

tie: Samen Sterker. Marieke de Greef, nu coördinerend behandelaar in de kinder­ en jeugdpsychiatrie, was hier als een van de onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bij betrokken. Voortbouwend op een van de Samen Sterker­projecten promoveerde ze in 2019 op onderzoek naar alliantie binnen de ambulante gezinshulpverlening, gefinancierd door ZonMw.

Verbinding onderzoek-praktijk Marieke: “Binnen Samen Sterker hebben we veel ruimte gecreëerd om vragen van professionals in beeld te krijgen. Ook organiseerden we bijeenkomsten binnen de deelnemende organisaties om tussentijdse resultaten terug te koppelen, zodat hulpverleners dit weer naar hun werk konden vertalen.

Ik ben er trots op dat praktijkvragen de basis vormen van mijn promotieonderzoek en hoe we erin geslaagd zijn om de verbinding tussen praktijk en onderzoek vast te houden. Dat maakte het heel boeiend en vruchtbaar.”

Kruisbestuiving van goede samenwerkingsrelaties

“Door Samen Sterker en het promotieonderzoek zijn hulpverleners binnen en buiten Combinatie Jeugdzorg zich bewuster geworden van het belang van een goede samenwerkingsrelatie,” vat ze de ‘opbrengst’ samen. “We beseffen ook beter dat het logisch klinkt dat een goede alliantie belangrijk is, maar dat het ingewikkeld is om die te ontwikkelen en behouden. Er is geen kant-en-klaar recept voor. Houvast is wel dat we factoren naar boven hebben gehaald die invloed hebben op de kwaliteit van de alliantie met ouders. Zo bleek bijvoorbeeld dat een goede samenwerkingsrelatie tussen hulpverleners en hun leidinggevende positief uitwerkt op de alliantie tussen hulpverleners en ouders én op het behandelresultaat.

Een interessant gegeven.”

Relevante opbrensten voor aanpak van onderzoek Beleidsadviseur Judith van Vugt van Combinatie Jeugdzorg was nauw bij de samenwerking betrokken.

“Voor onze organisatie is dit onderzoek qua inhoud en vorm heel interessant, temeer daar juist ambulante gezinshulp en effectiviteitsonderzoek de komende jaren belangrijke pijlers in onze koers zijn. Het inhoudelijke gedachtegoed hebben we al geïntegreerd in de startfase van onze hulpverlening. We staan daarin met het gezin nadrukkelijk stil bij wat de vraag van het gezin is, wat de gezinsleden kunnen oppakken en hoe we dat samen gaan doen. Dat kun je een belangrijke eerste stap richting die alliantie noemen in het hulpverleningstraject.

Het onderzoek bevestigt ons erin om daar op voort te bouwen. De werkwijze binnen Samen Sterker en het promotieonderzoek heeft ons ook veel positieve bagage opgeleverd voor toekomstig onderzoek. Hoe neem je mensen mee in onderzoek, hoe haal je onderzoeksvragen bij de hulpverleners op, hoe zorg je ervoor dat resultaten hun weg vinden in de praktijk? Daar hebben we door dit onderzoek veel over geleerd”.

• Marieke de Greef (links) en beleidsadviseur Judith van Vugt

Iedereen doet mee! • Onderzoek naar a lliantie

(17)

V

errijkend en inspirerend.

Het is goed om af en toe uit de drukte van alledag te stappen en weer eens te wroeten bij de wortels van je vak.

Vraag maar aan Angela Peeters, Da­

niella van de Sande, Wendy Vervoort en Marit Lamers. Met vakgenoten van Sterk Huis uit Goirle maakten ze gebruik van de goed en zorgvuldig georganiseerde uitwisselingsmo­

gelijkheden voor professionals van de Kinderperspectief Academy. Op uitnodiging gaven ze in november een week lang workshops aan pleegzorgcollega’s in het Servische Belgrado. Op dik 1500 kilometer van hun normale werkgebied reikten ze waardevolle praktische kennis aan en namen verfrissende inzichten mee terug.

Omdat de Servische collega’s minder financiële armslag hebben, zaten er onder meer gebruikte videocamera’s, een laptop en (geld voor) methodische hulpmiddelen in de reisbagage. Deze hadden ze verzameld via een sponsoractie

binnen de twee organisaties. “Net als wij zijn de professionals in Belgrado theoretisch goed geschoold en werken ze methodisch. Waar ze vooral behoefte aan hebben zijn handvatten om methodieken praktisch toe te passen in de communicatie met (pleeg)ouders. Daar hebben we in de workshops en met de hulpmiddelen op ingezoomd. Met de camera kunnen ze nu video-observatie uitvoeren en psycho-educatiemappen maken het gemakkelijker om

hechtingsaspecten te bespreken.

De duplo-poppetjes vormen een inzichtelijke en ‘veilige’ manier om gezins- en familieopstellingen te bespreken. Ze voelden zich er goed door geholpen, kregen wij terug.”

Nieuwe energie

En wat namen jullie van de reis mee terug? Angela: “Nieuwe energie. Ik vond het heel fijn om weer even met de theorie bezig te zijn en kennis en ervaring te delen. De boost die ik daarvan kreeg, voel ik nog.” Daniella en Marit hebben dat ook:

“De bedoeling van je vak – waarom doe je wat je doet – komt weer bovendrijven. In de drukte van de dag heb je minder tijd om daarbij stil te staan.” Wendy kreeg, net als de anderen, ook een goed gevoel van de uitwisseling met de collega’s van Sterk Huis. “Mooi om te ervaren dat je een gemeenschappelijke drijfveer hebt.

Dat verbindt heel erg.” Een heel ander inzicht was: ‘oordeel niet te snel’.

Wendy: “In het begin kreeg ik het idee dat sommige Servische collega’s ongeïnteresseerd waren. Maar dat bleek een soort onderliggende verlegenheid. Ze waren juist heel enthousiast. Ik besefte toen nog maar eens: niet alles is wat het lijkt.”

Daniella is door de uitwisseling nog meer gebruik gaan maken van duplo en de psycho-educatiemappen.” Marit:

“Ik heb ook ervaren dat we trainingen niet te vol met informatie moeten stoppen. Door de vertaaltijd moesten we in de workshops erg to the point zijn. Dat maakt het kernachtig en geeft rust.”

Uitwisseling met pleegzorgcollega’s in Servië Verfrissende inzichten gaan mee terug

• V.l.n.r. Daniella van de Sande, Marit Lamers, Angela Peeters en Wendy Vervoort tijdens het samenstellen van psycho­educatie mappen m.b.t. trauma en hechting voor de collega's in Servië

Iedereen doet mee! • U itwisseling pleegzorg

(18)

W

e kunnen jongeren met zulke talenten toch niet laten verkommeren?” Het frustreerde pedagogisch medewerker Marieke Peeters al een tijdje. Ze zag soms jongeren naar Intensieve dagbehandeling komen die kei goed bleken te zijn op ICT­gebied. Vanwege hun autismespectrumstoornissen (ASS) waren ze echter vastgelopen in het regulier of speciaal voortgezet onderwijs. “Problemen zijn zo voorop komen te staan:

ze dreigen te stagneren in hun ontwikkeling, terwijl ze hun talenten niet kwijt kunnen.”

Marieke schoot in actie, verdiepte zich met haar collega’s in de ICT-wereld, schafte namens Combinatie Jeugdzorg softwareprogramma’s aan en creëerde bij Intensieve dagbehandeling prikkelarme computerplekken.

Tegelijkertijd ging ze op zoek naar organisaties die iets met ICT doen voor jongeren. “Daar heb ik een basisdocument van gemaakt, een sociale kaart als het ware voor jongeren en ouders. Maar er moet meer gebeuren.”

Garage2020: We kick ASS

Die stap werd ook gezet. Vanuit Marieke’s ‘grondwerk’ en via bemiddeling van regiomanager Thomas Ruitenbeek legde onze organisatie het probleem aan Garage2020 voor. Dat is een ‘ideeënfabriek’ die via moderne technologie en data radicaal nieuwe oplossingen bedenkt voor vraagstukken op het vlak van opvoeden en opgroeien. Eind 2019 werd het project ‘We kick ASS’

bedacht waarin mensen uit verschillende sectoren zich gaan buigen over de vraag ‘hoe kunnen we zorgen voor aansluiting van jongeren van 12 tot 18 jaar met ASS bij het onderwijs?’ De belevingswereld van de jongeren vormt hierbij het uitgangspunt. Dat dit alle energie waard is, wijst demografisch onderzoek uit: Eindhoven en omgeving kent liefst 6.000 jongeren tot 25 jaar met autisme, drie tot vier keer meer dan bijvoorbeeld de regio’s Utrecht en Haarlem.

Sociale vaardigheden nodig

John Komen, innovatiemanager van Garage2020:

“In dit project richten we ons op jongeren met ASS, maar daarbuiten kijken we in feite naar alle jongeren tussen de 12 en 18 jaar die uitvallen in het bestaande onderwijssysteem. Zij vallen nu in een gat. Wij willen alternatieve oplossingen ontwerpen waardoor ze vanuit hun talenten, welke dat ook zijn, aangehaakt blijven en diploma’s behalen.” Marieke: “Je kunt tegen ‘onze’

jongeren wel zeggen ‘volg maar een LOI-cursus’, maar dat is veel te vrij; pubers hebben leiding en sturing nodig.

Aspecten zoals eigen controle, duidelijke instructies, directe beloning, de juiste mate van uitdaging, niet te veel variabelen en toch voldoende afwisseling zijn erg belangrijk voor hen.” “Louter online leren schiet ook tekort als oplossing”, oppert John. “Alleen thuis achter de computer ontwikkelen jongeren geen sociale vaardigheden. En die zijn juist nodig om later mee te kunnen in het volwassenenonderwijs. Dat is de crux.”

Jongeren met ASS hebben juist veelgevraagde talenten

Garage2020 project ‘We kick ASS’

• We kick ASS! tijdens bijeenkomst 1­jarig bestaan Garage2020 met Marieke Peeters (4e van links)

Iedereen doet mee! • Garage2020

(19)

Andere innovatieprojecten

Combinatie Jeugdzorg is ook bij andere innovatie projecten van Garage2020 betrokken:

‘Social Dropout’ is gericht op preventie van jeugdcriminaliteit door gebruikmaking van data.

‘Me-scan junior’ is een scan die inzicht geeft in onder andere talenten en

gevoeligheden van kinderen, zodat anderen deze kinderen kunnen stimuleren in hun zelflerend vermogen.

‘Je kiest, maar wat?’ brengt jongeren in een virtueel verhaal waarin ze diverse keuzes moeten maken. Het verhaal is gebaseerd op werkelijke ervaringen van jongeren die in mensenhandel en schulden terecht zijn gekomen. Jongeren krijgen zo inzicht in de consequenties van hun keuzes.

‘Blue’ helpt jonge kinderen opstaan tegen geweld. Blue is een avatar in een animatie die in veelbekeken filmpjes opduikt en kinderen vertelt dat geweldssituaties niet oké zijn en wat ze kunnen doen.

De talenten van Jairo

Welke oplossingen vanuit ‘We kick ASS’ ook worden ontworpen, ze wortelen in elk geval in de belevings­

wereld van de talentvolle Jairo. Via Intensieve dag­

behandeling werd hij bij het project betrokken. Wat hij leuk vindt om te doen? “Oefenen met het key­

board. Een liedje of tonen direct naspelen lukt best goed. Editing vind ik ook leuk. Het allerliefst speel of chat ik online met vrienden uit Engeland binnen een wedstrijd in Overwatch, een strategiegame.”

Voor debatteren en discussiëren kun je ook bij Jairo terecht. “Ik vind het fijn om mee te denken in het project van Garage2020. Goed trouwens dat ze de mening van jongeren vragen! Wat ik later zou wil­

len doen? In Nederland of Engeland in een heel hoog appartementengebouw gaan wonen en dan als professioneel gamer binnen e­sports mijn geld verdie­

nen. Of streamen terwijl ik games speel.”

• Jairo op een van de prikkelarme computerplekken Basis: probleem doorgronden

De essentie van de aanpak van Garage2020 is:

doorgrond het probleem tot in al zijn vezels, steek in creatieve sessies ‘koppen’ uit alle relevante sectoren bij elkaar en bedenk vanuit al die invalshoeken oplossingen die wenselijk, praktisch uitvoerbaar en financieel haalbaar zijn (design thinking). John: “Marieke’s input willen we, verder uitgewerkt in onder meer een website, beschikbaar stellen aan jongeren. Zo hebben ze alvast een instrument in handen om ICT-mogelijkheden te vinden. Maar dat is slechts één onderdeel in de oplossingen die we willen ontwerpen. We zijn nu eerst met de jongeren het precieze probleem in kaart aan het brengen. “Op een leuke en gedetailleerde manier proberen we naar boven te halen waar jongeren wel en niet gelukkig van worden. Stel dat een jongere gek is van gamen, omdat hij daar een adrenalinekick van krijgt.

Kunnen we dan straks iets bedenken waar hij ook die adrenalinekick van krijgt maar waarbij hij tevens sociale vaardigheden leert? Ik noem maar wat.

Of neem een jongere die al een bedrijfje heeft

opgericht. Misschien is hij er vooral bij gebaat om op een aantrekkelijke manier te leren hoe hij moet ondernemen.

Bijvoorbeeld om ethisch hacker te kunnen worden.”

Veel vraag naar juist deze talenten

Marieke: “Ik hoop dat we de brug kunnen slaan, zodat deze jongeren zich vanuit hun talenten kunnen doorontwikkelen. Dat zou echt geweldig zijn.” John wil daarom naast jongeren, ouders, ontwerpers, onderwijs, zorg en ICT ook het bedrijfsleven in brede zin bij het project ‘We kick ASS’ betrekken. “De jongeren op wie dit project zich richt hebben juist de ICT- en game-kwaliteiten waar nu en de komende twintig jaar veel vraag naar is. Bedrijven die meedoen met deze innovatie nemen niet alleen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar plukken er zelf straks ook de vruchten van. Zij kunnen dan putten uit een vijver van talenten die anders wellicht verloren zou zijn gegaan.”

• John Komen, innovatiemanager Garage2020

(20)

Drive van jongeren beter benutten in de hulpverlening

In de ‘Bouwen aan Talent’-bus gaat het over alles waar je blij van wordt

E

Een gemakkelijk campingzitje, wat geïm­

proviseerde slingers, een gezellig ogend tafelkleedje, een kacheltje, een wand vol spellen en spullen en wat te eten en te drinken. Een andere omgeving, een ‘ander gesprek’

voor jongeren. In de ‘Bouwen aan Talent’­bus gaat het over dromen, passie, alles waar ze blij van worden. En het mooie is: ze hoeven er niets mee.

Gewoon even de gedachten vrij laten. Pedagogisch medewerker Bart Klompen, werkt op een Dag­ en nachtbehandelgroep van Combinatie Jeugdzorg in Veldhoven waar jongeren van circa 14 tot 18 jaar verblijven. Hij heeft al meerdere jongeren in de bus gehad. Collega­jeugdprofessionals trouwens ook.

De gesprekken in de bus zijn onderdeel van het onderzoeksproject Bouw aan Talent waar Bart in het kader van zijn HBO-studie Pedagogiek bij de Fontys Hogeschool in Sittard mee bezig is, samen met zijn docente Yolanda Brouns en mede-student Sarah Meuter.

Daarin gaat hij in een relaxte omgeving op zoek naar de

‘veerkrachtige identiteit’ van jongeren. Wat denken zij

nodig te hebben om mee te kunnen en mee te doen in een permanent veranderende samenleving? Wat vinden ze belangrijk, waar dromen ze van, waar zien ze zich over vijf jaar? Bart: “Ik denk dat je het alleen redt in de maatschappij als je dingen doet waar je intrinsiek voor gemotiveerd bent. Je houdt het niet vol om alleen maar te voldoen aan verwachtingen van anderen. Dus gaan gesprekken al gauw over talenten, over wat jongeren écht willen en waar ze voor in beweging komen.”

Motor voor beweging

“Bij Combinatie Jeugdzorg zijn we erg bezig met het stimuleren van kwaliteiten en regie van jongeren,” licht Bart toe. “We laten ons onder meer inspireren door het gedachtegoed van de positieve psychologie dat inzoomt op positieve ervaringen en eigenschappen als motor voor beweging. Daar sluit dit project goed bij aan, waar een mix onder ligt van positieve psychologie, Talentologie en Positive Youth Development. We praten in de bus niet alleen met jongeren, ook collega-professionals komen op gesprek. Hoe kijken zij tegen de jongeren aan van wie ze

• Samen in de 'Bouwen aan Talent' bus van pedagogisch medewerker Bart Klompen met zijn docente Yolanda Brouns (links) en mede­student Sarah Meuter

Doen wa t hel pt • De bus van Bart

(21)

mentor zijn? Vanuit die insteek komen ze bij zichzelf uit.

Want hoeveel ruimte bieden ze jongeren voor hun passie?

Hoe stimuleren ze motivatie en ontwikkeling? Zo draait het vizier van professionals naar hun eigen manier van hulpverlenen. Ben je daar blij mee? Kan het anders, beter?

Welke eigen kwaliteiten benut je in je werk?”

Positieve ervaringen

Hoe ervaren jongeren en collega’s die gesprekken?

“Als positief. Eén jongere gaf aan dat hij eigenlijk te weinig over dromen en wensen praat. Een ander vond de omgeving fijn: ‘Gesprekken op kantoor vind ik ongemakkelijk. Nu heb ik niet het idee dat iedereen mee luistert’. Weer een ander vond het vooral prettig om eens met iemand te praten ‘waar ik daarna niets mee hoef’.

Ook professionals koesteren deze ruimte, ze voelen zich gezien en gehoord zonder dat iemand iets vindt van wat ze zeggen. Ze richten zich ook graag op kwaliteiten van jongeren. Opmerkingen zijn bijvoorbeeld: ‘Zo’n gesprek in de bus is een keer stilstaan bij mijn mentorkind zonder agenda en zonder aan doelen te denken, maar alleen aan kwaliteiten en talent’. ‘We zouden meer gebruik moeten maken van creatieve gespreksvormen’. En ‘De waan van de dag zit echt stilstaan bij wat belangrijk is weleens in de weg’.”

Bewust ruimte maken

Bart: “In de hulpverlening zijn we gericht op het aanleren van vaardigheden en het behalen van doelen.

De indicatie stuurt, in een korte tijd moet er van alles in het hier en nu. Dat is de realiteit. Natuurlijk zijn we

Positieve psychologie als inspiratiebron

Bij Combinatie Jeugdzorg laten we ons inspireren door de orthopedagogiek, de systeemtheorie en de positieve psychologie. We gaan uit van krachten en talenten van jeugdigen, hun opvoeders en hun systeem. Behandeling is naast herstellen wat er mis is, vooral opbouwen en uitbreiden wat goed is. Motivatie is essentieel in onze hulpverlening: hoe komen mensen in beweging? Ieder mens is wel ergens voor gemotiveerd. De kunst is te weten waarvoor en hoe. Als de behandeling de focus legt op talenten, leidt dit tot geluk en flow, jongeren willen dit vaker en voelen zich daarin serieus genomen.

Talentontwikkeling heeft een vormend effect. Jezelf verbeteren is gericht op vooruitgang Focus leggen op datgene waar een jongere blij van wordt, zorgt voor motivatie. Hij ervaart positieve emoties en krijgt ver­

trouwen in zichzelf.

Nieuwe inzichten

De 17-jarige Stefan was een van de jongeren die plaatsnam in het zitje. “Het gesprek in de bus?

Ja, dat was wel anders. Het ging over mijn leven, over de toekomst, wat ik wil, niet zozeer over het heden op de groep. Ik wil rechten gaan studeren, dat lijkt me interessant. En je moet ergens je geld mee verdienen. Of ik het relaxt praten vond?

Och, ik ben altijd wel relaxt; ik voel me best thuis op de groep.” Bart vult aan: “Stefan heeft een sterk gevoel voor rechtvaardigheid, hij wil met name mensen die in een kwaad daglicht staan, beschermen. Wat onder meer naar boven kwam was dat Stefan heel begaan is met zijn familie.

Dat had hij eerder nooit zo naar voren gebracht.

Misschien dat hij zichzelf door de zorg om zijn familie nooit zo voorop heeft gezet. Het gesprek heeft echt wel wat nieuwe inzichten opgeleverd.”

” Veerkrachtige identiteit van jongeren zoeken.

daarbij ook met de toekomst van jongeren bezig. Maar we komen nog te weinig toe aan hun dromen, wat hen in beweging brengt. Ik hoop dat het busproject daaraan bijdraagt. Dat we in het besef van alles wat ‘vandaag moet’ ook bewust ruimte maken voor wat jongeren in huis hebben en wat hen motiveert. Dat dat nog meer onderdeel, sterker nog, uitgangspunt wordt in de hulpverlening, omdat dat het beeld van de jongere versterkt. En hoe beter je een jongere kent, hoe beter je met hulp kunt aansluiten bij zijn wensen en behoeften.

(22)

2019

Combinatie Jeugdzorg in cijfers

Exploitatie

Het boekjaar 2019 is met een klein negatief resultaat afgesloten. In onderstaande grafiek zijn de totale baten en lasten over 2019 weergegeven. De lasten bestaan voor 70% uit personele kosten.

Baten en lasten 2019 (x €1.000)

De meeste omzet wordt gegenereerd uit de categorie specialistische jeugdhulp.

Balans

Het resultaat over 2019 en het eigen vermogen per 31-12-2019 zijn weergegeven zonder rekening te houden met de mogelijk te betalen vennoot schapsbelasting over de jaren 2015 tot en met 2019.

Tabel 1

Baten Lasten Resultaat

34.150

34.220 -70

-10000 0 10000 20000 30000 40000

-70 34.220 34.150

Baten Lasten Resultaat -/- 70

Activa (x €1.000) Passiva (x €1.000) Vaste activa 7.728 Eigen vermogen 8.056 Vlottende activa 1.520 Voorzieningen 713 Liquide

middelen 9.730 Langlopende

schulden 5.433

Kortlopende

schulden 4.776

Totaal activa 18.978 Totaal passiva 18.978

Medewerkers

Op 31 december 2019 werkten 641 medewerkers bij Combinatie Jeugdzorg, waarvan 53 stagiaires en 25 vrijwilligers, 17% mannen en 83% vrouwen.

Eind 2019 bedroeg het totaal aantal fte’s 458. Een aantal medewerkers is gedetacheerd in het lokale veld. Combinatie Jeugdzorg werkt met geregistreerde jeugd- en gezinsprofessionals en BIG geregistreerde gedragswetenschappers.

Soorten functies

• pedagogisch medewerkers

• ambulant hulpverleners

• pleegzorgbegeleiders

• gezinshuisouders

• gedragswetenschappers

• therapeuten, verpleegkundigen, kinderarts, kinder- en jeugdpsychiater

• management en staf

• ondersteunend personeel

• stagiaires, vrijwilligers en werkervaringsplaatsen.

Medewerkers

Vast 69

Tijdelijk 16

Inhuur 1

Inval 2

Stagiaires 8

Vrijwilligers 4

8% 4%

2%

1%

16%

69%

Vast Tijdelijk Inhuur Inval Stagiaires Vrijwilligers

Cliënten

In 2019 heeft Combinatie Jeugdzorg circa circa 1.685 unieke cliënten behandeld.

Soort verwijzing Instroom cliënten per verwijzer

Tabel 1

Vrijwillig 61

Beschermingsmaa

tregel 39

0%

25%

50%

75%

100%

39%

61%

Vrijwillig Beschermingsmaatregel

Tabel 1

Gecertificeerde

instelling 46

Gemeente 42

2%

5%5%

42%

46% GecerZficeerde instelling Gemeente

Huisarts Jeugdarts Medisch specialist

22 •

Doen wa t hel pt • een gezonde organisa tie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een sterke samenleving zien we als een gemeente waar het geschikt wonen is voor iedereen, waar de openbare ruimte veilig, aantrekkelijk en uitnodigend is en waar

Het gaat bij deze call om het creëren en verduurzamen van een consortium of platform waarin door en samen mét de jongeren en het onderwijs toegewerkt wordt naar inclusief

Maar ook zij zijn vaak alleen thuis en worden niet gecontroleerd door ouders die grenzen stellen, bijvoorbeeld aan internetgebruik.’.. Aandacht in

Budgettair gaat het hier niet langer over ont- zaglijke budgetten, maar om het ernstig nemen van de arbeidsinschakeling van de mensen die vandaag nog beschikbaar zijn op de

aanleggen van v Gele Voetpaden'; routes die speciaal ingericht zijn voor invaliden en mensen die slecht ter been zijn) kunnen door de werkmethode samen met de wijkbewoners

o Bedenk dat toegankelijke voorzieningen niet alleen voor mensen met een (visuele) beperking, maar voor iedereen prettiger zijn.. Zorg en ondersteuning

Belemmeringen om te gaan sporten of bewegen zijn vaak onbekend- heid ten aanzien van de eigen mogelijkheden of met het aanbod, het gebrek aan aanbod van een bepaalde sport in de

2: Zorgdragen voor continuïeit en veiligheid in coronatijd 6: Oog voor toekomstige leefomgeving van kinderen met Green Deal Zorg 8: Onderzoek 'Hoe gaat het later?': kinderen en