• No results found

Opgave 5 Inschakelen van een lampje

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opgave 5 Inschakelen van een lampje "

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 5 Inschakelen van een lampje

Maartje onderzoekt hoe vanaf het moment van inschakelen de stroomsterkte door een gloeilampje verloopt. Om de snelle verandering van de stroom te kunnen vastleggen, maakt ze gebruik van een computer. Omdat de computer alleen spanning kan meten, schakelt ze de computer parallel aan een bekende weerstand R die in serie staat met het lampje.

Zie figuur 12.

et lampje hoort te branden op een spanning van zes volt. De spanningsbron levert een kleiner gekozen dan de weerstandswaarde van het

2p 20 † den waarom ze dat doet.

it de spanning U over de weerstand van 2,0 : berekent de computer de stroomsterkte I

1p 21 †

p t = 0 s gaat de schakelaar S dicht.

paalde (I,t)-grafiek weergegeven.

4p 22 † Bepaal de weerstandswaarde van het lampje op t = 0 s.

it de grafiek blijkt dat direct na het inschakelen de stroomsterkte afneemt.

2p 23 †

4p 24 † epaal het vermogen dat het lampje opneemt als de stroomsterkte constant is geworden.

H

constante spanning van 6,0 V.

Maartje heeft de waarde van R veel lampje.

Geef de re U

door het lampje. Er moet een formule in de computer worden ingevoerd die bij elke waarde van U de stroomsterkte I berekent.

Geef die formule.

O

In figuur 13 is de door de computer be

U

Geef hiervoor een verklaring.

B

figuur 12

figuur 13

R = 2,0 S

6,0 V

naar computer

+

-

0,40 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0 I (A)

0 0,010 0,020 0,030 0,040 0,050

t (s)

 www.havovwo.nl

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-I

havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder ande- re zijn er de eisen in te vinden die de wet stelt en die onze statuten stellen, de proce- dures voor het stellen van kandidaten en het indienen van

Bij het begin van haar proef merkte Marjolein op dat er spanning over het gloeilampje stond en dat er stroom door het lampje liep, maar dat het lampje toch geen licht gaf. 2p 33 D

In de koplamp zitten drie parallel geschakelde lampjes (LEDjes) die ieder op een spanning van 4,5 V branden.. Deze spanning wordt geleverd

Daardoor duurt het langer voordat het bimetaal die temperatuur heeft bereikt waarbij het contact

Als ze een grotere waarde voor R zou kiezen zou de spanning over het lampje (veel) kleiner blijven dan 6,0 V en zou het lampje nooit op de juiste gloeispanning branden..

Alleen bij serieschakeling gaan alle lampjes uit (is de stroom in de kring overal 0) als er een los zit of kapot is (als ergens de stroomkring onderbroken is).. Als er een of

Om te bereiken dat de binnenverlichting meteen na het starten van de motor uitgaat, moet de schakeling van figuur 1 iets worden aangepast.. Als de bestuurder de auto start, wordt

Als ze een grotere waarde voor R zou kiezen zou de spanning over het lampje (veel) kleiner blijven dan 6,0 V en zou het lampje nooit op de juiste gloeispanning