• No results found

Betrouwbare landeninformatie voor eerlijke asielprocedures

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Betrouwbare landeninformatie voor eerlijke asielprocedures"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NEDERLANDS JURISTENBLAD − 12-6-2020 − AFL. 23

1643

Vooraf

Het Vooraf staat ook op njb.nl/blogs

1444

Betrouwbare landeninformatie voor

eerlijke asielprocedures

Bijna een jaar geleden vroeg de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) advies over het verhogen van de betrouwbaarheid van landeninforma-tie die wordt gebruikt om asielverzoeken te beoordelen. Aan de ACVZ werd de volgende adviesvraag voorgelegd: ‘Hoe kunnen bij het ontbreken van een (actueel) ambts-bericht [opgesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken] andere openbare bronnen van landeninformatie zo goed mogelijk gebruikt worden in het beleids- en besluit-vormingsproces, de uitvoering en rechtsbescherming en in hoeverre is hierin een rangorde aan te brengen?’ Een cruci-ale kwestie, zeker omdat in bijna de helft van de asielzaken door de IND dergelijke landeninformatie uit een veelheid aan openbare bronnen wordt gebruikt. Vaak is er namelijk geen of geen recent ambtsbericht beschikbaar. Er kan dan niet worden geprofiteerd van de – wat daarvan ook zij – bij-zondere status van deze berichten. Deze berichten worden namelijk in de rechtspraak als in beginsel betrouwbaar des-kundigenbericht aangemerkt. Ook asieladvocaten en rech-ters maken in veel gevallen gebruik van landeninformatie uit (andere) openbare bronnen zoals informatie van andere overheden, ngo’s, nieuwszenders en websites.

Uiteindelijk allemaal met als doel om uit te kunnen maken of de betrokken asielzoeker gevaar loopt in het land van herkomst gelet op de algemene en mensenrech-tensituatie ter plekke. Het gaat daarbij niet zelden om kwesties van leven of dood. Zonder correcte informatie kan de IND geen adequaat besluit nemen over het verle-nen van de asielstatus. Een asielzoeker kan op zijn beurt zonder deze informatie geen goede beslissing nemen over het aanwenden van rechtsmiddelen. Terwijl een rechter de kwaliteit van het besluit niet goed kan beoordelen.

Gelet op dit grote belang van betrouwbare landen-informatie zijn de conclusies van het op 25 mei 2020 ver-schenen ACVZ-advies Weten en wegen hierover alarmerend (zie www.adviescommissievoorvreemdelingenzaken.nl). De werkwijze van de IND bij het verzamelen en wegen van de landeninformatie is volgens de ACVZ, ondanks aanwezige kennis, niet transparant. Het brongebruik is vaak willekeu-rig van aard en de verwijzingen naar bronnen zijn soms onnauwkeurig. Daardoor is de gebruikte informatie niet goed naar de bron herleidbaar en daarmee niet controleer-baar. Meer in algemene zin stelt de ACVZ vast dat IND, advocaten en rechters vrijwel nooit expliciet toetsen of de gebruikte bronnen betrouwbaar zijn. Hoeveel asielzoekers zijn er als gevolg hiervan ten onrechte uitgezet (vgl. de recente ophef over een uitgezette Bahreinse asielzoeker,

NRC 4 juni 2020)? En hoeveel van hen kregen ten onrechte

een verblijfsstatus? Vragen waarop het advies geen ant-woord geeft maar die wel opkomen na lezing daarvan.

De aanbevelingen die de ACVZ doet om de geschetste tekortkomingen weg te nemen kunnen dan ook niet seri-eus genoeg worden genomen en misschien zouden er zelfs, eveneens op korte termijn, verdergaande stappen moeten worden gezet. De aanbevelingen zijn gericht op een

zorg-vuldiger en consistenter verzameling, gebruik en weergave van bronnen van landeninformatie. Daartoe moet om te beginnen de IND systematischer en transparanter landen-informatie uit bronnen verzamelen en publiceren. Deze informatie zou ter borging van de kwaliteit en ter verho-ging van het draagvlak getoetst moeten worden door een extern panel van deskundigen. Verder moeten verwijzingen naar landeninformatie op een eenduidige, nauwkeurige en herleidbare manier plaatsvinden en zou op dergelijke infor-matie gebaseerd landgebonden asielbeleid moeten worden gepubliceerd. Ten slotte zou ook de Europese samenwer-king op het terrein van landeninformatie moeten worden geïntensiveerd. Daarbij is het volgens de ACVZ mogelijk noch wenselijk om op voorhand een rangorde aan te bren-gen in de beschikbare bronnen. De te gebruiken bronnen moeten wel steeds voldoen aan een set kwaliteitscriteria, te weten relevantie, betrouwbaarheid, evenwichtigheid, actua-liteit, nauwkeurigheid, transparantie en herleidbaarheid.

Het relatief basale karakter van de aanbevelingen roept de vraag op of de IND wel de meest geschikte organisatie is om de vereiste kwaliteitsslag te maken. Zij heeft immers vele jaren de kans gehad om op dit terrein adequaat werk te leve-ren en is daarin zelfs op het vereiste basale niveau van de aanbevelingen niet geslaagd. Debet daaraan lijkt mede te zijn het feit dat de IND een uitvoeringsorganisatie is van het Ministerie van Justitie en Veiligheid dat tevens verantwoor-delijk is voor ons restrictieve asielbeleid. Dat kan op gespan-nen voet staan met het moeten leveren van neutrale landen-informatie. Een spanning die het door de ACVZ aanbevolen panel van externe adviseurs niet ten gronde kan wegnemen. Wellicht zou het onderbrengen van laatstbedoelde taak bij een van de overheid onafhankelijke organisatie daarom te verkiezen zijn. Dat zou – zeker wanneer deze nauw samen-werkt met gespecialiseerde Europese instanties – ook kun-nen bijdragen aan het draagvlak van de rapportages onder asielzoekers en rechters. Mocht daartoe worden overgegaan dan ligt het gelet daarop voor de hand eveneens de taak van de vaststelling van ambtsberichten, die nu nog bij het Minis-terie van Buitenlandse Zaken ligt, naar deze organisatie over te hevelen. Immers dit ministerie maakt ook deel uit van de overheid die staat voor een restrictief asielbeleid. Wanneer tot de oprichting van een dergelijke onafhankelijke organisa-tie zou worden overgegaan zou de ruimte voor de rechter om te varen op daarvan afkomstige informatie gelet op vas-te Europese jurisprudentie worden vergroot, hetgeen kan bij-dragen aan de snelheid van asielprocedures. Mocht een der-gelijke organisatie er niet komen, dan is het in ieder geval cruciaal dat de rechter landeninformatie kritisch bejegent om daarmee de kwaliteitsdruk op de IND en Buitenlandse Zaken zo hoog mogelijk te houden. Zo nodig moet de bestuursrechtspraak daartoe nog meer investeren in het opbouwen van eigen landenexpertise, bijvoorbeeld door het toevoegen van deze expertise aan de bestaande onafhan-kelijke rechterlijke adviseur, de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak.

Tom Barkhuysen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tot de publicatie van ons Verantwoordingsonderzoek over 2018 op 15 mei 2019 verwachten we over het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog in december 2018 het onderzoek naar

Voor het medegebruik van het financiële systeem zijn in oktober 2014 afspraken vastgelegd tussen de beide ministeries met de waarborg dat met wijzigingen van het financiële systeem

Met zijn Kamerbrief van 10 oktober 2014 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, Kamerstuk 30 010, nr.21) wijzigt de minister van Buitenlandse Zaken per 1 januari 2015 zijn beleid

Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten & cijfers 3 Beleid 4 Bedrijfsvoering 5 Financieel 6 Reactie.. Daarnaast geeft de minister aan dat hij niet zal rapporteren conform de aanbevelingen in

De minister benadrukt in zijn reactie dat het verandertraject Modernisering Diplomatie, met 17 eindresultaten en meer dan 40 deelprojecten, alle delen van het ministerie en

3 Beleidsinformatie Ministerie van Buitenlandse Zaken 5 3.1 Oordeel beleidsinformatie: onderzochte indicator deugdelijk tot stand gekomen en voldoet aan verslaggevingsvoorschriften

Voor ons oordeel hebben wij dit jaar alle 5 de prestatie-indicatoren (zie bijlage in de uitgebreide rapportage op www.rekenkamer.nl) uit het Jaarverslag 2011 van het Ministerie

Verder vermeldt de minister in de begroting ten dele waarvoor hij bij deze operationele doelstellingen verantwoordelijk is en van welke externe factoren hij afhankelijk is voor