• No results found

12/23/20151

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "12/23/20151"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

12/23/2015

1 ARGUMENTERENDE VRAGEN

6.2 De Gouden Eeuw van Nederland

Bewering: “Het gewest Holland had de macht in de

besluitvorming van de Republiek.” In hoeverre ben je het eens met deze bewering? Geef een beargumenteerd commentaar op deze bewering.

Oefenvraag

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was. Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek. 3pt

Modelantwoord

1. Inleiding: herhaal de vraag in je antwoord.

2. Geef argumenten voor de stelling.

3. Geef argumenten tegen de stelling (voorargumenten weerleggen of nieuwe tegenargumenten aandragen).

4. Geef een conclusie: kom terug op de vraag.

Stappenplan argumenterende vragen

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was. Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek.

Modelantwoord

1. Inleiding: herhaal de vraag in je antwoord.

2. Geef argumenten voor de stelling.

3. Geef argumenten tegen de stelling (voorargumenten weerleggen of nieuwe tegenargumenten aandragen).

4. Geef een conclusie: kom terug op de vraag.

Stappenplan argumenterende vragen

(2)

12/23/2015

2

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was. Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek. 3pt

Modelantwoord

1. Inleiding: herhaal de vraag in je antwoord.

2. Geef argumenten voor de stelling.

3. Geef argumenten tegen de stelling (voorargumenten weerleggen of nieuwe tegenargumenten aandragen).

4. Geef een conclusie: kom terug op de vraag.

Stappenplan argumenterende vragen

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was.Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek. 3pt

Modelantwoord

1. Inleiding: herhaal de vraag in je antwoord.

2. Geef argumenten voor de stelling.

3. Geef argumenten tegen de stelling (voorargumenten weerleggen of nieuwe tegenargumenten aandragen).

4. Geef een conclusie: kom terug op de vraag.

Stappenplan argumenterende vragen

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was. Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek. 3pt

Modelantwoord

1. Inleiding: herhaal de vraag in je antwoord.

2. Geef argumenten voor de stelling.

3. Geef argumenten tegen de stelling (voorargumenten weerleggen of nieuwe tegenargumenten aandragen).

4. Geef een conclusie: kom terug op de vraag.

Stappenplan argumenterende vragen

(3)

12/23/2015

3

Enerzijds ben ik het eens met de stelling dat het gewest Holland de macht had in de besluitvorming van de Republiek, want Holland was het rijkste gewest in de Republiek en betaalde de meeste belasting. Zij konden daarmee de andere gewesten hun wil opleggen. Anderzijds ben ik het niet eens met de stelling, want de Republiek bestond uit afzonderlijke gewesten met veel autonomie.

Daarnaast konden er in de Staten-Generaal pas besluiten worden genomen als iedereen het ermee eens was. Holland was machtig, maar had niet alle macht in de Republiek.

Modelantwoord

Drie oefenvragen

1. De Republiek staat bekend om zijn gewetensvrijheid en bijzondere godsdienstige verdraagzaamheid. Betoog dat je het eens en oneens kunt zijn met dit kenmerk.

2. Lees bron 3 op bladzijde 69 van je werkboek. Stel je doet onderzoek naar de levensstijl van de regenten in de Republiek. In welke mate beïnvloedt de standplaatsgebondenheid van de auteur de inhoud van de bron?

3. Lees het kader ‘Peter de Grote’ op bladzijde 98 van je tekstboek.

Beredeneer in hoeverre het leven van Peter representatief was voor de absolute vorsten in zijn tijd.

De Republiek staat bekend om zijn gewetensvrijheid en bijzondere godsdienstige verdraagzaamheid. Betoog dat je het eens en oneens kunt zijn met dit kenmerk.

Enerzijds staat de Republiek bekend om zijn gewetensvrijheid en godsdienstige verdraagzaamheid, want in de Republiek werden veel verschillende geloven toegestaan. Er vonden geen vervolgingen plaats vanwege het geloof. Anderzijds was het beperkt, want katholieken mochten niet openlijk hun geloof belijden en Joden werden in sommige plekken niet toegelaten. Toch was de Republiek voor die tijd relatief verdraagzaam.

Lees bron 3 op bladzijde 69 van je werkboek. Stel je doet onderzoek naar de levensstijl van de regenten in de Republiek. In welke mate beïnvloedt de standplaatsgebondenheid van de auteur de inhoud van de bron?

De standplaatsgebondenheid van de auteur beïnvloedt de inhoud negatief, want de bron is geschreven door een Engelsman waar de Republiek in 1673 oorlog mee voert. Tevens is hij de Engelse samenleving gewend waarin er veel meer verschillen in aanzien en rijkdom is tussen de hoge lagen van de bevolking en de rest. Aan de andere kant is de auteur een ambassadeur in de Republiek, dus hij heeft zijn informatie uit de eerste hand en heeft lange tijd onder de Nederlanders geleefd. Er is dus een beperkte invloed op de bron.

Lees het kader ‘Peter de Grote’ op bladzijde 98 van je tekstboek. Beredeneer in hoeverre het leven van Peter representatief was voor de absolute vorsten in zijn tijd.

Aan de ene kant is Peter de Grote representatief voor absolute vorsten, want hij geloofde dat hij zijn macht van God had gekregen en vond dat hij over leven en dood van zijn onderdanen mocht beslissen. Aan de andere kant was hij niet representatief, want hij wilde zijn land wel moderniseren en heeft veel goede dingen gedaan voor zijn volk, zoals het aanleggen van kanalen. Peter de Grote had dus een paar kenmerken van een absoluut vorst, maar niet allemaal.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de provincies Limburg en Antwerpen ligt deze werkzaamheidsgraad lager; in de drie andere provincies zijn er meer personen aan de slag.. Van alle regio’s scoort Kortrijk-Roeselare

[r]

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

De verplichte voorbeelden geven samen een antwoord op de vraag die wordt gesteld over een van deze periodes?. Welke drie belangrijke oorzaken voor de Opstand kun je uit

Bedenk drie argumenten waarom je hier niet blij mee bent.  Gebruik hierbij

 Googlen op “industriële revolutie Veenendaal” geeft informatie om een algemeen beeld te vormen van arbeiders uit die tijd in Veenendaal..  Interviews met arbeiders

In het begin van de Republiek werden munten niet alleen door de provincies geslagen, maar bezaten ook een aantal steden en adellijke heren het muntrecht.. In perioden waarin met