TW2040: Complexe Functietheorie
week 4.9, donderdag
K. P. Hart
Faculteit EWI TU Delft
Delft, 16 juni, 2016
Outline
1 III.7 Applications of the Residue Theorem Nulpunten tellen
Integralen uitrekenen
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Nulpunten en polen
Stelling (III.7.4)
Stel α is een kromme die alle nulpunten en polen van de meromorfe functie f insluit, met index 1.
Dan geldt
1 2πi
Z
α
f0(ζ)
f (ζ) dζ = N(0) − N(∞)
hierbij is N(0) het aantal nulpunten van f en N(∞) het aantal polen van f .
Het argumentprincipe
Zij f : D → C analytisch en α een kromme in D waar geen nulpunt van f op ligt.
Dan geldt
1 2πi
Z
α
f0(ζ)
f (ζ) dζ = χ(f ◦ α; 0)
In woorden: het aantal nulpunten van f binnen α is gelijk aan het aantal malen dat f ◦ α om 0 draait.
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Het argumentprincipe: bewijs
Er geldt
χ(f ◦ α; 0) = 1 2πi
Z
f ◦α
1 ζ dζ
= 1 2πi
Z b a
1
f (α(t))f0(α(t))α0(t) dt
= 1 2πi
Z
α
f0(ζ) f (ζ) dζ
Stelling van Rouch´ e
Stelling
Zij D een elementair gebied en laat f en g analytisch zijn op D.
Laat α een stuksgewijs gladde gesloten kromme in D zijn, z´o dat
g (ζ) <
f (ζ)
(ζ op α)
Dan geldt 1 2πi
Z
α
f0(ζ)
f (ζ) dζ = 1 2πi
Z
α
(f + g )0(ζ) (f + g )(ζ) dζ
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Stelling van Rouch´ e: bewijs
Merk op: op α liggen geen nulpunten van f en ook niet van f + g . Definieer voor s ∈ [0, 1] de functie hs door hs(ζ) = f (ζ) + s · g (ζ).
Geen enkele hs heeft een nulpunt op α.
Dus, voor elke s is
1 2πi
Z
α
hs0(ζ) hs(ζ)dζ goed gedefinieerd.
Nog mooier . . .
Stelling van Rouch´ e: bewijs
. . . de functie
I : s 7→ 1 2πi
Z
α
h0s(ζ) hs(ζ)dζ is continu.
Als sn→ s dan hsn → hs lokaal uniform, en dus ook h0sn → h0s lokaal uniform.
En dan h0sn/hsn → hs0/hs uniform op α.
Maar I neem alleen gehele waarden aan, dus I is constant op [0, 1].
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Stelling van Rouch´ e: bewijs
Maar dan 1 2πi
Z
α
f0(ζ)
f (ζ) dζ = I (0) = I (1) = 1 2πi
Z
α
(f + g )0(ζ) (f + g )(ζ) dζ
Want h0= f en h1 = f + g .
Stelling van Rouch´ e: andere formulering
Je ziet ook wel de eis
|f (ζ) + g (ζ)| < |f (ζ)| + |g (ζ)| (ζ op α) en de conclusie
1 2πi
Z
α
f0(ζ)
f (ζ) dζ = 1 2πi
Z
α
g0(ζ) g (ζ) dζ via hs = (1 − s) · f + s · g .
De gegeven eis impliceert dat f (ζ)/g (ζ) nooit negatief is en dus dat hs nooit nulpunten op α heeft.
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Stelling van Rouch´ e: gevolgen
In beide gevallen: als χ(α; z) alleen de waarden 0 of 1 aanneemt dan hebben f en f + g (eerste geval), of f en g (tweede geval) evenveel nulpunten binnen α.
Stelling van Rouch´ e: voorbeelden
Bekijk f (z) = z8 en g (z) = 5z7− 20.
Als |z| = 6 dan |f (z)| = 68 en |g (z)| 6 5 · 67+ 20 < 68. Dus z8 en z8+ 5z7− 20 hebben evenveel nulpunten binnen de cirkel met straal 6 om 0 en dat aantal is acht.
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Een formule voor de inverse
Stel je weet dat f ´e´en enkelvoudig nulpunt binnen een cirkel α heeft.
Dat nulpunt is gelijk aan 1 2πi
Z
α
ζf0(ζ) f (ζ) dζ
Noem dat nulpunt even a; vermenigvuldig de Laurentreeks van f rond a met ζ en integreer, alleen
1 2πi
Z
α
ζ ζ − adζ blijft over.
Een formule voor de inverse
Algemeen: als f injectief is op Ur(0) dan wordt de inverse gegeven door
f−1(w ) = 1 2πi
Z
α
ζf0(ζ) f (ζ) − w dζ
met α een geschikte cirkel om 0 is (straal dicht genoeg bij r ).
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
De Errorintegraal: R
∞−∞
e
−x2dx
Dit gaat een beetje met een omweg. Zij a = (1 + i )pπ
2 =√ πe14πi. Zij
g (z) = e−z2 1 + e−2az Opmerkingen
a2 = πi
dus e−2a(z+a) = e−2az, en
g (z) − g (z + a) = e−z21+e−e−2az−(z+a)2 = e−z2(1−e1+e−2az−2aze−a2) = e−z2
Een kromme en een pool
a
−R R
−R + a R + a
1 2a
Zij ΓR het bovenstaande paralellogram.
g heeft ´e´en singulariteit binnen ΓR: in 12a
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Residu en integraal
We hebben een pool van orde 1 met als residu lim
z→12a
(z − 1
2a)g (z) = e−14a2 lim
z→12a
z − 12a 1 + e−2az
= e−14a2
−2ae−a2 = e−14πi
−2√
πe14πie−πi
= − i 2√
π
Dus I
ΓR
g (z) dz = 2πi · −i 2√
π =√
π
Verdeel de integraal in stukken
Onderkant: RR
−Rg (x ) dx Bovenkant: R−R
R g (x + a) dx Samen: RR
−Rg (x ) − g (x + a) dx =RR
−Re−x2dx Dus, als R → ∞ dan geven deze twee onsR∞
−∞e−x2dx
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
De zijkanten
Aan de rechterkant z = R + at (0 6 t 6 1), en dus z2= R2+√
2πRt + (πt2+√
2πRt)i , en
|e−z2| = e−R2−
√2πRt
6 e−R2
2az = 2aR + 2a2t =√
2πR + (√
2πR + 2πt)i , en
|e−2az| = e−
√ 2πR
Samen geeft dat
e−z2 1 + e−2az
6 e−R2 1 − e−
√2πR
De zijkanten
Aan de linkerkant z = −R + at (0 6 t 6 1), dus z2= R2−√
2πRt + (πt2−√
2πRt)i , en
|e−z2| = e−R2+
√
2πRt 6 e−R2+
√ 2πR
2az = −2aR + 2a2t = −√
2πR + (−√
2πR + 2πt)i , hence
|e−2az| = e
√2πR
Samen nemen e−z2
1 + e−2az
6 e−R2+
√2πR
√ = e−R2
√
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
The sides
Dus aan elke kant, zeg γR, hebben we
Z
γR
g (z) dz
6 e−R2 1 − e−
√2πR ·√ π En dus limR→∞R
γRg (z) dz = 0.
Klaar! Want we hadden I
ΓR
g (z) dz =√ π voor alle R
Integreren rond een vertakkingspunt
We berekenenR∞ 0
xa
1+x2dx (0 < |a| < 1, a re¨eel).
We moeten (waarschijnlijk) de (complexe) functie f (z) =1+zza2
hebben
maar welke tak?
We snijden de positieve re¨ele as weg
en defini¨eren een tak van za door exp(a log z), waarbij log z = ln|z| + i arg z met 0 < arg z < 2π.
Dus za = |z|a· eia arg z.
Welke kromme? Iets met de positieve re¨ele as . . .
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
De kromme
De kromme Γε,R bestaat uit Interval [ε, R]
Cirkel met straal R (positief) Interval [ε, R] (andersom) Cirkel met straal ε (negatief) Dit is niet geheel correct, straks verbetering
Singulariteiten en residuen
De functie f (z) heeft twee singulariteiten binnen Γε,R: i en −i (polen van orde 1), als ε < 1 < R.
Residuen:
Res(f , i) = 1 2iia = 1
2ie12aπi en
Res(f , −i) = 1
−2i(−i)a = −1 2ie32aπi
Dus I
Γε,R
f (z) dz = π(e12aπi− e32aπi)
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
De integraal in delen
We verdelen de integraal in Z R
ε
xa 1 + x2 dx I
|z|=R
f (z) dz Z ε
R
xae2aπi
1 + x2 dx = −e2aπi Z R
ε
xa 1 + x2dx I
|z|=ε
f (z) dz
Afschatten
De grote cirkel:
I
|z|=R
f (z) dz
6 2πR Ra R2− 1
en 1 + a < 2, dus het rechterlid convergeert naar 0 als R → ∞ De kleine cirkel:
I
|z|=ε
f (z) dz
6 2πε εa 1 − ε2
en 1 + a > 0 dus het rechterlid convergeert naar 0 als ε → 0
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Alles samennemen
Na limiet nemen,voor R → ∞ en ε → 0, krijgen we (1 − e2aπi)
Z ∞ 0
xa
1 + x2 dx = π(e12aπi− e32aπi) en dus
Z ∞ 0
xa
1 + x2dx = πe12aπi(1 − eaπi)
1 − e2aπi = π 2 cos12aπ (ga maar na . . . )
De kromme nogmaals
Γε,R Γε,R,θ
I
Γ
f (z) dz = lim
θ→0
I
Γ
f (z) dz
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Een vraag
(http://www.wisfaq.nl/show3archive.asp?id=60954&j=2009)Laten we deze student helpen
Het gaat, kennelijk, om Z ∞
0
√ 1
x (1 + x2)dx (Die hebben we net gedaan a = −12.) i is inderdaad een pool van orde 1, maar . . . . . . “0 is een pool van orde 12”??
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Laten we deze student helpen
Hij gebruikt kennelijk een andere kromme Γε,R:
De tak van de logaritme heeft−12π < arg z < 32π
Laten we deze student helpen
De integralen over de grote en kleine boog kon onze vriend naar nul praten.
Het residu in i:
Res(f ; i) = 1
√i · 2i dus de integraal is gelijk aan
√π i en dat is natuurlijk gelijk aan
πe−14πi= π 2
√ 2 − iπ
2
√ 2
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Laten we deze student helpen
Nu nog
Z 0
−∞
√ 1
x (1 + x2)dx Wat is√
x voor x < 0?
Voor x < 0 geldt√
x =p|x|i = i√
−x Nu substitutie “x → −x ” krijgen we
Z 0
−∞
√ 1
x (1 + x2)dx = i Z ∞
0
√ 1
x (1 + x2)dx
Laten we deze student helpen
Eindresultaat
Z ∞ 0
√ dx
x (x2+ 1) = π√ 2 2
Doe Z ∞
0
xa 1 + x2 dx ook eens met behulp van deze kromme.
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
E´ en van de beste van Euler
∞
X
n=1
1 n2 = π2
6
Een nuttige functie en een nuttige kromme
We gebruiken
f (z) = π z2
cos πz sin πz en grote vierkanten als krommen.
ΓN is het vierkant met hoekpunten (±1 ± i )(N +12).
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Hier is Γ
3De kromme Γ3
Pool van orde 3 in 0
Polen van orde 1 in alle andere gehele getallen
Residuen
Makkelijke residuen in de n ongelijk aan 0:
Pool van orde 1, dus n invullen in π z2
cos πz (sin πz)0 en dat geeft
Res(f , n) = π n2
cos πn π cos πn = 1
n2
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Residuen
We berekenen een paar termen van de Laurentreeks van cos zsin z via (a−1
z + a0+ a1z + · · · )(z − 1
6z3+ · · · ) = 1 −1
2z2+ · · · of
a−1+ a0z + (a1−1
6a−1)z2+ · · · = 1 −1
2z2+ · · · dus: a−1 = 1, a0 = 0, a1 = −12+ 16a−1= −13.
Residuen
We vinden
f (z) = π z2
1 πz −1
3πz + · · ·
= 1 z3 −π2
3 1 z + · · · en dus
Res(f , 0) = −π2 3
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
De integralen
Voor elke N geldt dus, 1 2πi
I
ΓN
f (z) dz = −1 3π2+ 2
N
X
n=1
1 n2 Nu laten we nog zien
N→∞lim I
ΓN
f (z) dz = 0
Afschattingen
Lengte van ΓN: 4 × (2N + 1) = 8N + 4.
Op ΓN geldt |z|12 6 N12. Herinner:
|cos z| =p
sinh2y + cos2x en
|sin z| =p
sinh2y + sin2x
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Afschattingen
Als x = ±(N +12) dan
|cotan πz| =
psinh2πy psinh2πy + 1 6 1
Afschattingen
Als y = ±(N +12) dan
|cotan πz| = q
sinh2π(N +12) + cos2πx q
sinh2π(N +12) + sin2πx
6 q
sinh2π(N +12) + 1 q
sinh2π(N +12) 6 2
(als N > 1).
III.7 Applications of the Residue Theorem
Integralen uitrekenen
Afmaken
Alles bij elkaar:
I
ΓN
f (z) dz
6 (8N + 4) × π × 2 N2
en dat is genoeg om de limiet gelijk aan 0 te doen zijn.
Opgaven
Nuttige opgaven: III.7: 1, 2, 3, 4, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 Verdiepende opgaven: III.6: 2, 8, 10;