• No results found

Tentamen TB142Ea 2 juli 2014 9-11 uur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tentamen TB142Ea 2 juli 2014 9-11 uur"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TB142Ea Tentamen 2 juli 2014

Tentamen TB142Ea 2 juli 2014 9-11 uur

Aanwijzingen:

• U mag gebruik maken van:

schrijfmateriaal rekenmachine

formuleblad en periodiek systeem (afgedrukt achteraan dit tentamen).

• Lees de vragen vooraf door en deel de beschikbare tijd in voor beantwoord- ing van de vragen.

Dit tentamen bevat 18 vragen, op 9 pagina’s.

Daaronder zijn 15 meerkeuzevragen (30 punten) en twee open vragen (40 punten).

Het totaal aantal te behalen punten is 70.

Pagina: 1 2 3 4 5 Totaal:

Punten: 10 10 10 25 15 70

Score:

Met de BONUSVRAAG kunt u 7 extra punten verdienen.

Toelichting meerkeuzevragen

• bij elke deelvraag is slechts ´e´en antwoord juist.

• Aanvinken van meer dan ´e´en vakje per vraag wordt gerekend als een foute keuze

(2)

– begin van de vragen –

1. (2 punten) De volgende grootheden zijn toestandsgrootheden A. Enthalpie, warmte, druk, temperatuur

B. Enthalpie, warmte, gasconstante, temperatuur C. Warmte, gasconstante, druk, temperatuur D. Enthalpie, volume, druk, temperatuur

2. (2 punten) Grafiet en diamant zijn beide een vorm van zuiver koolstof C. Gegeven de volgende reacties:

C(grafiet) + O2→ CO2; ∆Hreactie= −394[kJ]

C(diamant) + O2→ CO2; ∆Hreactie= −396[kJ]

Dan is de reactie-enthalpie van de conversie van diamant naar grafiet A. 2 [kJ]

B. 0 [kJ]

C. -2 [kJ]

D. niet te bepalen, onvoldoende gegevens

3. (2 punten) de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica luidt A. Warmte kan niet voor 100% geconverteerd worden in kracht

B. Kracht kan niet voor 100% geconverteerd worden in warmte C. Bij Energieconversie zijn Kracht en Warmte in evenwicht D. De entropie (wanorde) in het Universum is constant

4. (2 punten) Hieronder zijn een aantal bindingsenergie¨en [kJ/mol] gegeven.

O-H 467 C-H 413 O=O 495 H-H 432 C-O 358 C=O 745

Uitspraak (1): Met behulp van deze gegevens is een eerste schatting te berekenen voor de reactie-enthalpie voor de vorming van ethanol, H3C − CH2OHuit CO2en H2O.

Uitspraak (2): Met behulp van deze gegevens is een eerste schatting te berekenen van de verbrandingsenthalpie van methanol, CH3OH

A. Uitspraak (1) is juist, uitspraak (2) is juist B. Uitspraak (1) is juist, uitspraak (2) is onjuist C. Uitspraak (1) is onjuist, uitspraak (2) is juist D. Uitspraak (1) is onjuist, uitspraak (2) is onjuist

5. (2 punten) Eenmaal in de atmosfeer dragen de volgende stoffen bij aan het (versterkt) broeikaseffect:

A. methaan (CH4), stikstof (N2), CFK’s en water B. lachgas (N2O), methaan, CFK’s en water C. lachgas (N2O), methaan, CFK’s en stikstof (N2) D. lachgas (N2O), methaan, stikstof (N2) en water.

(3)

TB142Ea Tentamen(vervolg) 2 juli 2014 6. (2 punten) Het GWP-100 van methaan is 25 (IPPC, 2007). Dat betekent met betrekking tot

de broeikaswerking dat ...

A. ...de uitstoot van 1 kilo methaan overeenkomt met 25 kilo CO2 B. ...de uitstoot van 1 mol methaan overeenkomt met 25 mol CO2

C. ...de Radiative Forcing van 1 kilo methaan 25 keer zo groot is als van 1 kilo CO2 D. ...de Radiative Forcing van 1 mol methaan 25 keer zo groot is als van 1 mol CO2 7. (2 punten) Stortgas dat vrijkomt uit oude vuilstortplaatsen bestaat voor ongeveer 50 vol.%

uit methaan, en 50 vol.% CO2. De kleinste bijdrage aan het (versterkt) broeikaseffect ont- staat als:

A. we het stortgas gewoon laten vrijkomen

B. we het stortgas afvangen en benutten in een thermische centrale C. we het stortgas afvangen om het te kunnen affakkelen

D. de bijdrage van stortgas is altijd hetzelfde omdat het broeikasgassen bevat 8. (2 punten) De volgende uitspraak is juist. Smog, een vorm van secundaire luchtverontrei-

niging ontstaat ...:

A. ... altijd uit reacties die verlopen onder invloed van zonlicht (fotochemie)

B. ... door reactie van primaire luchtverontreiniging met andere stoffen in de atmos- feer

C. ... alleen in de zomer; in de winter is de temperatuur te laag D. ... alleen als er op grote schaal steenkool wordt verstookt

9. (2 punten) De emissie van SO2uit bijvoorbeeld kolencentrales draagt bij aan:

A. smog, a¨erosolvorming en zure regen

B. smog, afbraak van de ozonlaag en zure regen C. smog, afbraak van de ozonlaag en a¨erosolvorming D. afbraak van de ozonlaag, a¨erosolvorming en zure regen 10. (2 punten) Aantasting van de ozonlaag is ernstig omdat ...

A. de ozonlaag een bron is van hydroxylradicalen, die zorgen dat de atmosfeer schoon blijft

B. de ozonlaag het leven op aarde beschermt tegen schadelijke infrarood-straling van de zon

C. de ozonlaag het leven op aarde beschermt tegen schadelijke UV-straling van de zon

D. daardoor de ozonconcentratie van de lucht die wij inademen zal toenemen

pag. 2 van 9

(4)

11. (2 punten) Het Ozon Depletion Potential (ODP) van een stof wordt uitgedrukt als de hoe- veelheid afbraak van de ozonlaag die een kilogram van een stof veroorzaakt ten opzichte van een kilogram CFK-11, trichloor-fluormethaan. De ODP van stoffen varieert ondermeer door verschillen in...

A. hoeveelheid - des te meer van de stof wordt uitgestoten, des te hoger de ODP B. stabiliteit - een stof moet voldoende stabiel zijn om de ozonlaag te kunnen bereiken C. het aandeel zuurstof in de stof - zuurstof is nodig om ozon af te breken

D. het absorptiespectrum van de stof - des te meer UV-straling ze absorbeert, des te hoger het ODP

12. (2 punten) In onze zomer groeit het gat in de ozonlaag boven de Noordpool omdat ...

A. ... daar het ijs-albedo effect momenteel in sterke mate optreedt

B. ... daar de opwarming van de aarde lijkt te versnellen, waardoor de aarde meer schadelijke straling uitzendt

C. ... er daar dan altijd teveel energierijke UV-straling is, waardoor de ozonlaag daar zomers geheel verdwijnt

D. ...in de winter de afbraakcyclus van ozon daar maar voor de helft verloopt door gebrek aan zonlicht

13. (2 punten) Het versterkt broeikaseffect leidt niet alleen tot temperatuurstijging, maar ook tot een intensivering van de hydrologische kringloop. De belangrijkste oorzaak daarvan is...

A. ... dat de zeespiegel stijgt

B. ... dat gletschers en ijskappen kleiner worden

C. ... dat er grote hoeveelheden energie worden opgenomen door de oceanen D. ... dat neerslagpatronen op aarde veranderen

14. (2 punten) In een kernreactor wordt kernsplijting van Uranium-235 beheerst uitgevoerd.

De volgende uitspraak is juist. ”De functie van de moderator is ...

A. ... het beheersen van de hoeveelheid snelle neutronen”.

B. ... het vertragen van de juiste hoeveelheid neutronen”.

C. ... zorgen dat de reactor kan worden stilgezet”.

D. ... de kernsplijting op gang te brengen”.

15. (2 punten) PWR’s en BWR’s zijn zogenaamde licht-water reactoren. De volgende uits- praak is juist:

A. er circuleert alleen water door de reactoren bij normaal bedrijf

B. de enige functie van het water is afvoer van de geproduceerde warmte C. als door storing het water uit de reactor loopt dreigt een kernexplosie D. als door storing het water uit de reactor loopt dreigt een meltdown

(5)

TB142Ea Tentamen(vervolg) 2 juli 2014 steenkool biocoal eenheid

Verbrandingswaarde (LHV) 28 14 [GJ/ton]

Organische verbindingen (CxHyOz) 90.0 75 [gew.%]

De verhouding C:H:O 2:1:0 1:2:1

Watergehalte 0 20 [gew.%]

Stikstofgehalte 0.5 1 [gew.%]

Zwavel gehalte 2.0 0.5 [gew.%]

Asrest 7.5 3.5 [gew.%]

Table 1: Eigenschappen steenkool en biomassa gebruikt in de Amercentrale

OPEN VRAGEN

16. (25 punten) Amercentrale In Geertruidenberg staat ´e´en van de grootste elektriciteitscent- rales van Nederland.

Voorheen werd deze centrale hoofdzakelijk gestookt met steenkool, maar ´e´en van de een- heden is recent aangepast zodat biomassa kan worden bijgestookt tot 30% van de ben- odigde brandstofinput (GJ). Het gaat om zgn. biocoal ”‘een houtachtige biomassa die is

’getorreficeerd’(verhit tot maximaal 300C ) zodat deze ’houtskool’ eigenschappen krijgt die met steenkool te vergelijken zijn”’1. De biocoal en steenkool uit de opslag worden ge- mengd met lucht en gevoed aan het fornuis. Onderin het fornuis worden de bodemassen afgevoerd. Met een stoomcyclus wordt elektriciteit gemaakt. De centrale is uitgerust met directe koeling (koelwater uit het Haringvliet) en een koeltoren.

De voor biocoal aangepaste eenheid van de Amercentrale kan een netto vermogen aan het elektriciteitsnet leveren van 630 [MWe] bij een temperatuur van het water (de lucht) van 10

C . Koelwaterpompen, luchtcompressie, steenkoolmalers en biocoal/steenkooltransport en -menging vragen intern elektriciteitsgebruik. De centrale wordt vrijwel continu op ther- mische vollast bedreven. Het bruto rendement voor elektriciteitsproductie is 44%, het netto rendement 42% betrokken op de onderste verbrandingswaarde (LHV) van de gebruikte steenkool en biocoal. De hoogst bereikte temperatuur in de stoomcyclus van de centrale (120 bar) is 1100C .

(a) (1) Hoe luidt de 1eHoofdwet van de Thermodynamica?

(b) (2) Geef een korte beschrijving van de stoomcyclus van de Amercentrale

(c) (5) Teken een systeemdiagram van de verbouwde Amercentrale. Maak een zinvolle keuze t.a.v. weer te geven systeemelementen en massa- en energiestromen voor beant- woording van onderstaande deelvragen

(d) (6) Energie. Stel dat de inzet van biocoal in 2013 maximaal was, gelijk over het jaar verdeeld, en dat de warmte nodig voor torreficatie in de biocoalfabriek, 35 [MW], afkomstig is van het fornuis.

i. Stel een energiebalans op voor de centrale

ii. Bereken het intern elektriciteitsverbruik van de centrale bij vollast iii. Hoe groot is de inzet van biocoal in [MW]?

(e) (4) De CO2afkomstig van biomassastook telt niet mee voor de CO2-emissiehandel.

i. Bereken de dagelijkse inzet van steenkool en biocoal in de centrale [ton]. Als u deelvraag d (i) niet heeft kunnen berekenen, gebruik dan 100 [MW].

1www.essent.nl/content/overessent/actueel/archief/2010/Amercentrale_zet_

historische_stap_richting_biomassacentrale.htmlaccessed 19 juni 2013

pag. 4 van 9

(6)

ii. Bereken een schatting van de jaarlijks door de inzet van biocoal voor de emis- siehandel vermeden CO2-uitstoot [ton].

(f) (4) De adiabatische vlamtemperatuur van biocoal is flink lager (minstens enkele hon- derden graden) dan die van steenkool. Gebruik de gegevens uit tabel 1 en leg kort uit met een systeemanalyse waarom dit zo is (U hoeft de berekeningen niet uit te voeren!)(

We weten dat de Cp’s van CO2 en waterdamp niet veel verschillen (allebei zeg ±1,1 [kJ/kg/K]).

(g) (3) Leg uit waarom, ondanks Carnot, dat het rendement van de centrale nagenoeg gelijk blijft als biocoal wordt bijgestookt.

17. (15 punten) Klimaatsysteem. In september 2013 is het Fifth Assessment Report van het IPCC gepubliceerd. Onderstaande figuur komt uit het Fourth Assessment (2007), en geeft een samenvatting voor beleidsmakers van de toen beschikbare wetenschappelijke kennis en inzichten.

Figure 1: Radiative Forcing

Uit de figuur blijkt dat het versterkt broeikaseffect heeft geleid tot een onbalans (”Radiative Forcing”, RF) die is opgelopen tot ± 1.6 [W/m2]. In het 5th assessment is deze waarde nauwelijks bijgesteld.

(a) (1,5) Waardoor is de toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer ontstaan?

(b) (2) Biomassa maakt deel uit van de snelle koolstofcyclus. Desondanks is het stoken van voor de energievoorziening geteelde biomassa niet volledig CO2-neutraal. Leg uit.

(7)

TB142Ea Tentamen(vervolg) 2 juli 2014 (c) (6) Het broeikaseffect is op hoofdlijnen te begrijpen met een energiebalans voor ’het

systeem aarde’.

i. Teken een correct systeemdiagram voor de beantwoording vand de volgende sub- vragen.

ii. Gebruik uw systeemdiagram, benoem alle energiestromen en leg uit hoe de ener- giebalans van het systeem aarde in elkaar zit.

iii. Leg uit hoe de ’long-lived greenhouse gases’(zie figuur 1) de energiebalans be¨ınvloeden.

Betrek daarbij ten minste de Wet van Stefann-Boltzmann en gebruik eventueel uw diagram.

(d) (2,5) In figuur 1 is te zien dat halocarbons een relatief grote RF hebben, terwijl de uitstoot en concentratie van deze halocarbons (CFK’s en HFK’s) veel en veel kleiner is dan die van CO2. Leg uit met behulp van het begrip ”atmospheric window”.

(e) (3) Een concentratie van 450 [ppm] CO2 in de atmosfeer wordt gezien als de zogen- aamde 2-graden grens. Volgens klimaatwetenschappers kan het klimaat ’op hol slaan’

als we hierboven komen, onder meer door destabiliserende koppelingen in het klimaat- systeem. Er zijn echter ook stabiliserende koppelingen die wellicht helpen de aarde af te koelen. Beschrijf ten minstens twee stabiliserende en twee destabiliserende koppelin- gen. Beargumenteer of het waarschijnlijk is dat ze (niet) optreden.

18. (7) Energievoorziening 21ste eeuw. Naast klimaatverandering gerelateerd aan CO2uitstoot is ”‘security-of-supply”’ een belangrijkste aanleiding om in te zetten op verduurzaming van de Nederlandse c.q. Europese energievoorziening. Analyseer kort hoe duurzaam de elektriciteitsvoorziening in Nederland momenteel is, hoe door aanpassing van de brand- stofmix de ”‘security-of-supply”’ van elektriciteit in de 21ste eeuw vergroot kan worden;

geef uw beargumenteerde visie op de mogelijkheden tot verduurzaming (kansen), de inzet van kernenergie, en mogelijke barri´eres voor de transformatie van onze elektriciteitsvoorzi- ening.

– Einde van de vragen –

pag. 6 van 9

(8)

– Deze pagina is bewust blanco –

(9)

TB142Ea Tentamen(vervolg) 2 juli 2014

Formuleblad

• Energie [J]:

Ekin= 12m · v2 Q = Cp· m · ∆T Wmax= Qh·(Th− Tc)

Th

Qc= Qh− Wmax = Qh· Tc

Th E = 2, 31 · 10−19·Q1.Q2

r

• Avogadro [moleculen/mol]:

NAvogadro= 6, 022 ∗ 1023

• Straling:

S = k · T4[W/m2])

k = 5, 67 · 10−8[W/m2/K−4] λpiek = c

Tpiek ν = c/λ[s−1J]

c = 3, 000 · 108[m/s]

E = h · ν[J]

h = 6, 62608 · 10−34[J · s]

• Heisenberg:

∆x · ∆(m · v) ≥ h 4π

• Ideaal gas:

P · V = n · R · T

R = 8, 31451[J/(K · mol)]

1[atm] = 101, 235[J]

pag. 8 van 9

(10)

118 1A8A 12 H21314151617He 1.0082A3A4A5A6A7A4.003 345678910 LiBeBCNOFNe 6.9419.01210.8112.0114.0116.0019.0020.18 1112131415161718 NaMgAlSiPSClAr 22.9924.31345678910111226.9828.0930.9732.0735.4539.95 192021222324252627282930313233343536 KCaScTiVCrMnFeCoNiCuZnGaGeAsSeBrKr 39.1040.0844.9647.8850.9452.0054.9455.8558.9358.6963.5565.3869.7272.5974.9278.9679.9083.80 373839404142434445464748495051525354 RbSrYZrNbMoTcRuRhPdAgCdIn Sn Sb Te I Xe 85.4787.6288.9191.2292.9195.94(98)101.1102.9106.4107.9112.4114.8118.7121.8127.6126.9131.3 555657727374757677787980818283848586 CsBaLaHfTaWReOsIrPtAuHgTl Pb Bi PoAtRn 132.9137.3138.9178.5180.9183.9186.2190.2192.2195.1197200.6204.4207.2209(209)(210)(222) 878889104105106107108109110111112 FrRaAcUnqUnpUnhUnsUnoUneUunUuuUub (223)226(227) 5859606162636465666768697071 CePrNdPmSmEuGdTbDyHoErTmYbLu 140.1140.9144.2(145)150.4152.0157.3158.9162.5164.9167.3168.9173.0175.0 90919293949596979899100101102103 ThPaUNpPuAmCmBkCfEsFmMdNoLr 232.0(231)238.0(237)(244)(243)(247)(247)(251)(252)(257)(258)(259)(260)

Figure 2: Periodiek systeem der Elementen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om te voorkomen dat netten verschillende keren aangepast moeten worden, is het van belang te onderzoeken welke opgaven en ontwikkelingen binnen de gemeente (gaan) spelen en deze

We zeggen dat twee vectoren, beide niet 0 , (onderling) afhankelijk zijn als ze dezelfde of tegen- gestelde richting hebben... Geef een pv

21.00 uur Ruimte voor discussie door aanwezige raads- en commissieleden. 21.07 uur Toelichting op het vervolgtraject door

[r]

Temperatuur is de gemiddelde bewegingsenergie van de moleculen Warmte is de totale hoeveelheid bewegingsenergie van de moleculen. Veel moleculen van dezelfde temperatuur is

Door ’long-lived greenhouse gases’ wordt de warmtestraling uitgezonden door het aardoppervlak als het ware voor een deel tegengehouden - de aarde houdt netto energie vast..

De warmtetarieven voor warmtenetten zijn wettelijk gemaximeerd door de Warmtewet, om te zorgen dat kleinverbruikers ‘Niet Meer Dan Anders’ betalen (NMDA-principe). Ook

In de Startnotitie Transitievisie Warmte (vastgesteld door de gemeenteraad op 29 maart 2021) heeft de gemeente Voorst keuzes gemaakt ten aanzien van haar rol in de warmtetransitie