• No results found

2. Bij de werving en selectie van, alsmede bij het aangaan van een uitzendovereenkomst met de uitzendkracht, laten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2. Bij de werving en selectie van, alsmede bij het aangaan van een uitzendovereenkomst met de uitzendkracht, laten "

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 1

Uit de CAO 2005–2009 voor uitzendkrachten (algemeen verbindend verklaard):

Artikel 3 Gelijkberechtiging

1. Uitzendondernemingen wijzen, uitgaande van het grondwettelijk beginsel dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte of leeftijd, af.

2. Bij de werving en selectie van, alsmede bij het aangaan van een uitzendovereenkomst met de uitzendkracht, laten

uitzendondernemingen zich enerzijds alleen leiden door

redelijkerwijze te stellen functionele eisen, anderzijds houden zij rekening met de belangen van de betrokken arbeidskrachten.

Uitzendonderneming Alberts B.V. is voor een van haar opdrachtgevers op zoek naar een gediplomeerd bakker. In de advertentie hiervoor heeft Alberts B.V. opgenomen dat, gezien de nachtelijke arbeidstijden, de vacature alleen openstaat voor belangstellenden jonger dan 40 jaar en zonder arbeidsongeschiktheidsverleden.

2p

1 † Noem twee redenen voor de opdrachtgever om een uitzendonderneming in te schakelen.

1p

2 † Leg uit dat Alberts B.V. in strijd handelt met de CAO.

Op bovenstaande vacature meldt Paul Bosboom zich. Paul is in het bezit van de vereiste diploma’s en wordt geschikt geacht voor deze functie. Alberts B.V. biedt hem een arbeidsovereenkomst aan die opgesteld is volgens de CAO voor het bakkersbedrijf.

1p

3 † Is het juist dat Paul een arbeidsovereenkomst volgens de CAO voor het bakkersbedrijf ontvangt? Motiveer het antwoord.

Opgave 2

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4. Informatiebron 1 bevat van Dijksma N.V. de balans per 31 december 2005, de winst en verliesrekening over 2005 en het voorstel voor de winstverdeling 2005. In informatiebron 2 staat de informatie over de financieringswijze van Dijksma N.V. In informatiebron 3 staat een gedeelte uit het Basel II verdrag. Informatiebron 4 bevat gegevens over de conjunctuurontwikkeling binnen de wonenmarkt.

Voor meubelfabriek Dijksma N.V. te Culemborg zijn de jaren 2001 en 2002 zeer

verliesgevend geweest. Middels een achtergestelde lening van de oprichters is een dreigend faillissement afgewend. Na een in 2003 doorgevoerde reorganisatie is het bedrijf uit het dal geklommen. In 2004 en 2005 is weer winst gemaakt.

Over de jaren 2001-2004 hebben de aandeelhouders geen winstuitkeringen ontvangen.

De directie van Dijksma N.V. heeft bij de raad van commissarissen een voorstel (zie informatiebron 1) voor de winstverdeling 2005 ingediend.

2p

4 † Bereken met behulp van informatiebron 1 welk bedrag Dijksma N.V. uit de winst van 2005 aan stockdividend kan uitkeren volgens het voorstel van de directie.

2p

5 † Noem twee nadelen voor de aandeelhouder als de winst uitgekeerd wordt in de vorm van

stockdividend in plaats van cashdividend.

(2)

De raad van commissarissen geeft er de voorkeur aan om, nadat er jaren geen winstuitkeringen zijn geweest, nu zoveel mogelijk cashdividend uit te keren (zie

informatiebron 1). De raad gaat in haar overwegingen ervan uit dat de achtergestelde lening afgelost kan worden door een nieuwe uitgifte van obligaties of door het afsluiten van een nieuwe banklening.

In haar overwegingen ten aanzien van de winstverdeling heeft de raad van commissarissen de volgende voorwaarden gesteld:

x het aantrekken van nieuw vreemd vermogen om de achtergestelde lening af te lossen, mag geen probleem zijn, en

x het te betalen rentepercentage op het nieuw vreemd vermogen mag niet te hoog worden, het mag in ieder geval niet nadelig zijn voor de rentabiliteit van het eigen vermogen.

De directie krijgt de opdracht om te onderzoeken welke invloed het voorstel van de raad van commissarissen kan hebben op de hoogte van het te betalen rentepercentage.

In informatiebron 2 staan gegevens over de door Dijksma N.V. op 1 januari 2003 afgesloten 6%-obligatielening.

2p

6 † Welke conclusie kan uit informatiebron 2 getrokken worden met betrekking tot de

renteontwikkeling vanaf het moment van de uitgifte van de obligatielening (1 januari 2003) tot 31 december 2005? Motiveer het antwoord.

De prijs van bankkredieten is afhankelijk van de risico’s die banken lopen. Over de criteria die de banken hanteren bij het bepalen van de risico’s hebben de banken een verdrag gesloten, het Basel II verdrag. Een gedeelte van dit verdrag is opgenomen in

informatiebron 3.

Het voorstel van de raad van commissarissen heeft invloed op deze risico’s.

2p

7 † Leg uit of door het uitvoeren van het voorstel van de raad van commissarissen de

liquiditeitspositie van Dijksma N.V. in 2006 verbetert of verslechtert ten opzichte van het voorstel van de directie.

2p

8 † Leg uit of door het uitvoeren van het voorstel van de raad van commissarissen de solvabiliteitspositie (zie formuleblad) van Dijksma N.V. in 2006 verbetert of verslechtert ten opzichte van het voorstel van de directie.

2p

9 † Zal, uitgaande van het Basel II verdrag, door het uitvoeren van het voorstel van de raad van commissarissen in plaats van het voorstel van de directie het rentepercentage van nieuw af te sluiten leningen in positieve of in negatieve zin beïnvloed worden? Motiveer het antwoord.

Een ander genoemd risico in het Basel II verdrag is “het specifieke bedrijfsrisico”.

1p

10 † Bepaal met behulp van de omzetgegevens uit informatiebron 4, of het product ‘meubelen’

ten opzichte van de totale woonbranche een meer of een mindere conjunctuurgevoeligheid

kent. Motiveer het antwoord.

(3)

Opgave 3

Handelsonderneming Jansen heeft op 31 mei 2006 een bedrag van € 235.000,- beschikbaar aan liquide middelen. Om de verwachte liquiditeitspositie op 30 juni te bepalen, stelt zij een liquiditeitsbegroting op over de maand juni 2006. Hiervoor zijn de volgende gegevens beschikbaar:

maart 2006 april 2006 mei 2006 juni 2006 Omzet incl. 19% BTW € 1.915.600,- € 1.856.400,- € 1.999.200,- € 2.284.800,- Inkopen incl. 19% BTW € 1.547.000,- € 1.666.000,- € 1.904.000,- € 1.785.000,- De helft van de omzet bestaat uit contante verkopen. De debiteuren betalen één maand na aankoop.

Alle inkopen van Jansen zijn op rekening. Van de leveranciers ontvangt Jansen twee maanden krediet. Jansen maakt daar volledig gebruik van.

Naast bovenstaande gegevens moet Jansen bij het opstellen van de liquiditeitsbegroting rekening houden met de volgende gegevens:

• De verkoopkosten bedragen 5% van de omzet exclusief BTW en worden steeds één maand na het ontstaan betaald. Over de verkoopkosten wordt 19% BTW berekend.

• Op 1 juni 2006 wordt een nieuw magazijnsysteem afgeleverd. De aanschafprijs inclusief 19% BTW bedraagt € 35.700,- en dient bij aflevering contant betaald te worden.

Het oude magazijnsysteem wordt op 1 juni 2006 contant verkocht met een winst van

€ 500,-. De boekwaarde van dit magazijnsysteem is op 1 juni 2006 € 5.000,-.

• De overige uitgaven in juni 2006 bedragen € 206.450,-.

2p

13 † Bereken het bedrag dat op 1 juni 2006 wordt ontvangen voor het oude magazijnsysteem als Jansen bij de verkoop 19% BTW in rekening moet brengen.

5p

14 † Stel met behulp van bovenstaande gegevens de liquiditeitsbegroting op over de maand juni 2006. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage die bij deze opgave hoort.

Opgave 4

In deze opgave blijft de BTW buiten beschouwing.

Gevers B.V. is tot 1 juli 2006 een zelfstandige groothandel in sanitair. Per 1 juli 2006 is Gevers B.V. overgenomen door Leenhouts Bouwbedrijven N.V.

Voor de overname moet nog de winst- en verliesrekening over juni 2006 opgesteld worden.

Gevers B.V. waardeert de voorraden volgens het lifostelsel.

Van de meest verkochte wastafel, merk Sphinx type Milano, heeft Gevers B.V. de volgende gegevens over juni:

datum beginvoorraad ontvangen wastafels

afgeleverde wastafels

inkoopprijs per stuk

verkoopprijs per stuk

1 juni 20 stuks € 220,-

3 juni 100 stuks € 208,-

12 juni 80 stuks € 360,-

15 juni 125 stuks € 200,-

21 juni 140 stuks € 350,-

1p

15 † Noem één voordeel voor een bouwbedrijf om een groothandel in sanitair over te nemen.

2p

16 † Bereken voor Gevers B.V. de voorraadwaarde van de wastafels Milano op 30 juni 2006.

2p

17 † Bereken de bijdrage in het verkoopresultaat van Gevers B.V. van de verkopen in juni van de

wastafels Milano.

(4)

Vraag 14

Saldo liquide middelen op 31 mei € 235.000 Ontvangsten:

Contante verkopen ………

Debiteuren ………

Magazijnsysteem ………

………

Uitgaven:

Crediteuren ………

Verkoopkosten ………

Magazijnsysteem ………

Overige uitgaven ………

………

Mutatie liquide middelen ………

Saldo liquide middelen op 30 juni: ………

Uitwerkbijlage bij vr aag 14

(5)

Opgave 5

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. Informatiebron 5 bevat

gegevens over huishoudelijke aankopen van kaas. In informatiebron 6 staan gegevens voor de kostprijsberekening van Goudse Fromaas kaas. Informatiebron 7 is een gedeelte van de internetsite van drukkerij Bareman te Tiel. In informatiebron 8 staan investeringsgegevens van Fromaas.

In deze opgave blijft de BTW buiten beschouwing.

Het melkveebedrijf van Frits Horsta dat gelegen is in het land van Maas en Waal, leverde tot nu toe de melk aan Campina.

De inkomens van melkveehouders staan de laatste jaren onder druk. Frits Horsta vindt de negatieve inkomensontwikkeling voldoende reden om zich af te vragen of er geen alternatieven voor zijn bedrijfsvoering zijn. Het afgelopen halfjaar heeft hij de

mogelijkheden onderzocht om zelf de melk te verwerken tot Goudse kaas en deze in de eigen boerderijwinkel te verkopen. Hij overweegt om op 1 januari 2006 te starten met een kaasboerderij onder de naam Fromaas.

Daarbij heeft Frits drie criteria geformuleerd om te beoordelen of hij zal overgaan tot het opzetten van deze kaasboerderij. Indien aan deze drie criteria wordt voldaan, zal Frits de kaasboerderij starten. De criteria zijn:

a Het te verwachten aanloopverlies in 2006, het eerste jaar van productie, mag maximaal

€ 15.000,- bedragen.

b In het tweede jaar van productie, in 2007, moet het break-even-punt bereikt worden.

c Vanaf 2008 moet het door Frits in de kaasboerderij geïnvesteerde eigen vermogen een rentabiliteit hebben van minimaal 5,5%.

Fromaas zal in een straal van 20 km de enige kaasboerderij zijn. Dit gebied, dat Frits Horsta tot het verzorgingsgebied rekent, omvat 50.875 huishoudens.

Informatiebron 5 geeft inzicht in de huishoudelijke aankopen van kaas en de diverse afzetkanalen van kaas. Frits gaat ervan uit, dat de cijfers voor 2006 uit deze informatiebron als uitgangspunt kunnen dienen voor de berekening van de normale productie en afzet in zijn bedrijf.

1p

18 † Is er bij verkoop van Goudse Fromaas kaas via de boerderijwinkel sprake van directe of indirecte distributie? Motiveer het antwoord.

2p

19 † Toon met behulp van informatiebron 5 aan dat de normale productie en afzet van Fromaas 20.000 kg Goudse kaas is. Rond daarbij af op een veelvoud van 50 kg.

In informatiebron 6 staan aanvullende gegevens vermeld voor de kostprijsberekening over 2006 en volgende jaren.

1p

20 † Leg uit waarom het bedrijfseconomisch juist is om bij de fabricage van kaas de

grondstofprijs van melk gelijk te stellen aan de prijs die Frits Horsta van Campina ontvangt.

Om de verkoopprijs vast te stellen heeft Frits Horstra berekend dat de fabricagekostprijs van één kg Goudse Fromaas kaas voor 2006 € 6,35 is.

2p

21 † Verklaar waarom de in informatiebron 6 genoemde verkoopkosten voor Fromaas constante kosten vormen.

4p

22 † Laat via een berekening zien, dat de door Fromaas gewenste frequentie van het uitbrengen van een nieuwe folder niet binnen het budget van de verkoopkosten past (zie de

informatiebronnen 6 en 7).

2p

23 † Bereken de verkoopprijzen, die Fromaas voor één kg Goudse kaas in 2006, in 2007 en 2008

zal vaststellen.

(6)

Ga er bij de volgende vragen van uit, dat in 2006, 2007 en 2008 de verkoopprijzen gelijk zijn aan de bij de vorige vraag berekende verkoopprijzen en dat de kostprijs in deze jaren niet wijzigt. In 2006 en 2007 is er bij de productie en afzet een verwachte onderbezetting van respectievelijk 20% en 10% van de normale productie. Vanaf 2008 zal Fromaas deze normale productie en afzet halen.

4p

24 † Bereken door het verkoopresultaat en het bezettingsresultaat (zie formuleblad) te berekenen, het verwachte verlies voor Fromaas in 2006.

Op de uitwerkbijlage zijn voor Fromaas de in 2007 te verwachten totale opbrengsten, totale variabele en totale constante kosten in een grafiek afgebeeld.

1p

25 † Teken in de grafiek op de uitwerkbijlage die bij deze opgave hoort, de totale kostenlijn.

1p

26 † Geef met behulp van de letter B in de grafiek de break-even-afzet aan.

Informatiebron 8 (investeringsgegevens) geeft inzicht in het voor het opzetten van de kaasboerderij benodigde vermogen en de wijze waarop financiering kan plaatsvinden.

Frits Horsta gaat ervan uit dat het geïnvesteerd eigen vermogen in de jaren 2006, 2007 en 2008 gelijk zal zijn aan dat van 1 januari 2006.

Frits heeft berekend dat de winst in 2008 € 5.200,- zal zijn.

2p

27 † Bereken de verwachte rentabiliteit van het eigen vermogen (zie formuleblad) over 2008.

3p

28 † Stel vast of Frits Horsta de kaasboerderij zal starten. Stel dit vast door de door Frits vastgestelde drie criteria a, b en c, afzonderlijk te beoordelen.

Opgave 6

In deze opgave blijft de BTW buiten beschouwing.

Op 1 januari 2003 heeft Verstegen B.V. een nieuwe productielijn in bedrijf genomen. De investering viel uiteen in een aankoopbedrag en bijkomende installatiekosten. Deze installatiekosten bedroegen € 37.000,-.

Verstegen B.V. heeft een voorzichtige schatting gemaakt van de levensduur en deze gesteld op 4 jaar. De investering wordt via jaarlijks gelijkblijvende bedragen afgeschreven tot een geschatte restwaarde aan het einde van deze levensduur van 9% van het oorspronkelijke investeringsbedrag.

Op 1 januari 2005 bedraagt de boekwaarde van deze productielijn € 299.750,-.

2p

29 † Leg uit dat een al te voorzichtige schatting van de levensduur ook nadelig voor Verstegen B.V. kan zijn.

3p

30 † Bereken het bedrag van de jaarlijkse afschrijving van deze productielijn.

2p

31 † Bereken het aankoopbedrag van de op 1 januari 2003 aangeschafte productielijn.

(7)

Vragen 25 en 26

Verwachte kosten en opbrengsten Fromaas 2007 Uitwerkbijlage bij de vragen 25 en 26

220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 210 190 170 150 130 110 90 70 50 30 10 x € 1.000

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 productie en afzet in kg Goudse kaas (x 1.000)

totale constante kosten totale opbrengsten

totale variabele kosten

(8)

Opgave 7

Uit een advertentie over doorlopend krediet van Frisia Financieringen:

Kredietsom Te betalen per maand

Effectieve rente op

jaarbasis Rente per maand Theoretische looptijd

€ 5.000 € 100 6,8% 0,569% 59 maanden

€ 10.000 € 200 6,8% 0,569% 59 maanden

€ 15.000 € 300 6,8% 0,569% 59 maanden

bron: Kampioen (ANWB), februari 2005

Doorlopend krediet is een vorm van consumptief krediet.

1p

32 † Wat is het kenmerkende verschil tussen een doorlopend krediet en andere vormen van consumptief krediet?

2p

33 † Bereken de aflossing in de tweede maand bij een kredietsom van € 15.000,-.

(9)

Formuleblad

Te gebruiken formules voor de beantwoording van de vragen 8, 24 en 27

8 † solvabiliteit = eigen vermogen

vreemd vermogen u 100%

24 † bezettingsresultaat = (verwachte productie – normale productie) u constante kosten normale productie

27 † rentabiliteit eigen vermogen = Rev = winst

geïnvesteerd eigen vermogen u 100%

(10)

Balans Dijksma N.V. per 31 december 2005, winst- en verliesrekening over 2005, voorstel winstverdeling van de winst 2005

Balans per 31 december 2005 voor winstverdeling (u € 1.000)

Vaste activa 16.000 Aandelenkapitaal 6.300

Voorraden eindproduct 1.500 Reserves 700 Voorraad grondstoffen 3.500 8% Achtergestelde lening 4.000

Debiteuren 3.000 6% Obligatielening 7.000

Liquide middelen 4.500 5,5% Hypothecaire lening 3.000

Rekening-courantkrediet 500

Crediteuren 2.000 Vennootschapsbelasting 1.600

Winst na belasting 3.400

28.500 28.500

Winst- en verliesrekening 2005 (u € 1.000)

Omzet 34.200 Bedrijfskosten

materiaalkosten 6.940

loonkosten 9.115

constante kosten 12.145

28.200

Bedrijfsresultaat 6.000

Rentelasten 1.000

5.000 Vennootschapsbelasting 1.600

Winst na belasting 3.400

Winstverdeling 2005 Voorstel van de directie

Van de winst na belasting zal 40% gereserveerd worden, het restant zal in de vorm van stockdividend uitgekeerd worden met dien verstande dat het cashdividend gelijk gesteld wordt aan de dividendbelasting (25%).

Het voorstel van de directie is gebaseerd op de overweging dat winstuitkeringen in de vorm van stockdividend in plaats van cashdividend, de (gedeeltelijke) aflossing van de

8% achtergestelde lening vanaf 2006 mogelijk maakt.

Voorstel van de raad van commissarissen

informatie- bron 1

(11)

Informatie over de financieringswijze

Aandelenkapitaal: De nominale waarde van de aandelen is € 10. Het aandelenkapitaal is bij de oprichting volledig à pari geplaatst.

Achtergestelde lening: Bij een achtergestelde lening worden in een situatie van

faillissement eerst alle andere schuldeisers betaald en pas daarna komen de verstrekkers van de achtergestelde lening in aanmerking voor terugbetaling. Het verhoogd risico voor de kredietverstrekker leidt tot een relatief hoog rentepercentage.

De achtergestelde lening bij Dijksma N.V. is verstrekt door de oprichters, tevens aandeelhouders van de onderneming. De lening kan afgelost worden vanaf begin 2006, maar dient uiterlijk op 31 december 2009 afgelost te zijn.

Obligatielening: Van de 6%-obligatielening zijn de volgende gegevens bekend:

x Het toenmalige emissiebericht Dijksma N.V.

Gevestigd te Culemborg

Introductie van nominaal euro 7.000.000.

6%-Obligaties 1 januari 2003 per 1 januari 2013.

De uitgifteprijs is vastgesteld op 102%.

Aan het eind van de looptijd worden alle obligaties afgelost.

Coupondatum is 1 januari.

De toelating tot de notering van deze obligaties op de Officiële Markt van de AEX-Effectenbeurs is aangevraagd. De obligaties zullen te zijner tijd verkrijgbaar zijn in de vorm van CF-stukken in coupures van euro 1.000.

Uitsluitend ABN AMRO bank N.V. mag transacties bewerkstelligen die de koers van de obligaties stabiliseren, zoals vermeld in het Offering Circular d.d. 17 december 2002.

ABN AMRO Hoare Govett ING Barings

Rabobank International Generale Bank Nederland N.V.

x De beurskoers van de obligaties is op 31 december 2005 115%.

Hypothecaire lening: Deze is afgesloten op 1 januari 2002 met het gebouwencomplex als onderpand. Op 1 juli wordt jaarlijks € 200.000 op deze

lening afgelost.

Rekening-courantkrediet:

De stand per 31 december 2005 kan als jaargemiddelde beschouwd worden. Het maximumkrediet bedraagt € 750.000,-.

informatie- bron 2

(12)

Een gedeelte uit het Basel II verdrag

De sterk toegenomen interesse van bedrijven in risk management heeft ertoe geleid dat de manier waarop banken hun krediet verlenen, verandert. De prijs voor alle bankkredieten en de toegankelijkheid tot alle bankkredieten wordt steeds vaker direct aan de risicoperceptie gekoppeld. Banken zullen de risico’s bij klanten nauwkeuriger en individueel gaan

inschatten. Deze systematiek wordt vanaf 2007 verplicht volgens het Basel II verdrag. “Met Basel II worden banken gedwongen om op een andere manier naar kredietverlening te kijken”, zegt Ruud Nijs, productmanager bij Rabobank Corporate Clients. De standaard solvabiliteitseisen die de Nederlandsche Bank stelt aan banken voor kredietverlening hebben plaatsgemaakt voor een verfijnder systeem van risk management. Banken moeten de risico’s bij klanten nauwkeuriger en individueel gaan inschatten. Op basis daarvan moeten ze een percentage eigen vermogen aanhouden als zekerheid voor de Nederlandsche Bank.

De meeste banken hebben inmiddels nieuwe risk managementsystemen ontwikkeld die deze risico’s gedetailleerd in kaart brengen. De factoren die het risico voor de bank bepalen zijn:

a kans op faillissement van de kredietnemer, gemeten via de liquiditeitspositie;

b het financiële risicoprofiel van het bedrijf, gemeten via onder andere de solvabiliteitspositie;

c het specifieke bedrijfsrisico, gemeten via de mate waarin de conjunctuurgevoeligheid van het product afwijkt van de branche waarin het bedrijf opereert;

d de mate van cross-selling.

Onder cross-selling wordt verstaan dat een bedrijf ook haar verzekeringen en betalingsverkeer via dezelfde bank laat lopen. De banken hanteren steeds vaker standaardkortingen op de rentetarieven per extra afgenomen dienst. Banken melden bedrijven steeds vaker zonder omhaal hoeveel korting ze krijgen op hun krediet, als ze ook hun verzekeringen en betalingsverkeer via dezelfde bank laten lopen. Dat banken

cross-selling koppelen aan het af te geven rentetarief is niet alleen logisch vanuit een commercieel oogpunt, maar ook vanuit een risicoperspectief.

bron: MT Finance, september 2004

Conjunctuurontwikkeling binnen de wonenmarkt 2004-2006 De wonenmarkt

In vergelijking met de overige detailhandelsbranches wordt de woonbranche relatief zwaar getroffen door de economische recessie. Het aantal bedrijven dat door omzetverlies en relatieve kostenstijgingen in de problemen is geraakt, is aanmerkelijk toegenomen.

Het consumentenvertrouwen is laag en bestedingen aan duurzame artikelen worden uitgesteld. Daarnaast speelt ook de terugval in het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen de branche parten. Een verhuizing is voor consumenten immers het moment om tot de aanschaf van een nieuw interieur over te gaan.

Naar verwachting bereikt de woonbranche in 2007 haar conjuncturele dal. Het

consumentenvertrouwen lijkt het dieptepunt te zijn gepasseerd en voorzienbaar is dat de

informatie- bron 3

informatie- bron 4

(13)

HUISHOUDELIJKE AANKOPEN VAN KAAS

2005

1)

2006

2)

gekochte hoeveelheden kaas per

100 huishoudens 2.110,80 kg 2.116,00 kg

Procentuele verdeling naar (hoofd)soorten

Totaal 100,0% 100,0%

Goudse kaas 56,6% 56,3%

andere natuurkaas 24,9% 23,7%

zacht 5,9% 6,3%

vers 4,1% 4,2%

Edammer 2,2% 2,4%

smeerkaas 3,7% 3,9%

overig 2,6% 3,2%

Procentuele verdeling naar afzetkanalen

Totaal 100,0% 100,0%

supermarkten 82,1% 83,5%

markt 9,1% 8,4%

speciaalzaken 5,3% 4,8%

boerderijwinkels 3,5% 3,3%

1)

gerealiseerd

2)

geschat

bron: Productschap Zuivel

informatie- bron 5

(14)

Gegevens kostprijsberekening Goudse Fromaas kaas variabele fabricagekosten

• Voor de productie van 1 kg Goudse kaas is 9 liter melk nodig.

• Bij de productie van kaas ontstaat wei. Deze wei wordt aan de farmaceutische industrie verkocht. Bij de productie van 1 kg Goudse kaas ontstaat 2,5 kg wei die verkocht wordt voor € 0,44 per kg. Bij de berekening van de kostprijs van kaas wordt de opbrengst van de wei in mindering gebracht op de variabele fabricagekosten.

• De prijs van € 0,28 per liter melk die Frits Horsta ontvangt van Campina, geldt als grondstofprijs voor 1 liter melk bij de fabricage van kaas.

• Per kg kaas wordt voor bijkomende kosten € 0,13 berekend.

constante fabricagekosten

• Afschrijvings- en intrestkosten € 34.434,- per jaar.

• Maandelijkse leasetermijn productielijnen € 2.556,-.

• De productielijnen zullen 120 uur per maand in bedrijf zijn en bediend worden door twee werknemers in vaste dienst. De loonkosten per werknemer (inclusief werkgeverslasten en vakantietoeslag) zijn € 1.287,25 per maand.

constante verkoopkosten

Jaarlijks is een budget beschikbaar van € 5.000,-.

Frits Horsta overweegt dit budget te besteden aan:

• een tweewekelijkse advertentie in het regionale weekblad;

of

• het periodiek laten drukken van een folder (telkens in een oplage van 30.000) met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen en een kortingsbon. De keuze van papiersoort en formaat maakt Frits bij de proefdruk van de eerste folder en ligt daarna voor een heel jaar vast. Het liefst wil Frits 2 maal per kwartaal een nieuwe folder uitbrengen.

Het drukwerk wordt verzorgd door drukkerij Bareman in Tiel, zie informatiebron 7.

verkoopprijs

• Uit concurrentieoverwegingen mag de gemiddelde verkoopprijs van Goudse kaas in de supermarkten 10% lager zijn dan de door Fromaas vast te stellen verkoopprijs.

• In 2006 bedraagt deze gemiddelde prijs in het supermarktkanaal volgens schatting € 6,30 per kg.

• Gezien de felle prijsconcurrentie en de landbouwhervormingsmaatregelen binnen de EU wordt verwacht dat de kg prijs voor Goudse kaas in de supermarkten in 2007 met 2% ten opzichte van 2006 zal dalen. In 2008 wordt geen verdere prijsdaling verwacht.

Een gedeelte van de internetsite van drukkerij Bareman te Tiel Folders / budgetflyers

115 grams

informatie- bron 6 informatie- bron 6

informatie- bron 7

(15)

Investeringsgegevens van Fromaas

• Investeringsbedrag ten behoeve van aan- en verbouw voor productie en verkoop kaas:

€ 220.000,-

• Productielijnen kaas worden verkregen via lease-overeenkomsten.

• Winkelinrichting en overige activa ten behoeve van de boerderijverkopen:

investeringsbedrag € 44.000,-.

Voor de financiering van bovengenoemde investeringen gaat Frits Horsta uit van onderstaande gegevens:

• De Rabobank, als huisbankier, verstrekt een hypothecaire lening van € 175.000,-.

• Prolico, de producent van de benodigde productielijnen, levert deze activa via een operationeel leasecontract aan Fromaas.

• De noodzakelijke aanvullende financiering brengt Frits Horsta in als eigen vermogen.

informatie- bron 8

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Department of Civil Engineering – Stellenbosch University Page 86 FIGURE 52: PHOTOMICROGRAPHS OF A THIN SECTION SHOWING ANGULAR TO SUB-ANGULAR QUARTZ IN A.

Frits gaat ervan uit, dat de cijfers voor 2006 uit deze informatiebron als uitgangspunt kunnen dienen voor de berekening van de normale productie en afzet in zijn bedrijf.. 1p 18 †

Hij maakt, op basis van vaktechnisch inzicht, het materieel gebruiksklaar en voert volgens bestek de voorkomende werkzaamheden uit zodat de beplanting en/of het groen is onderhouden

This paper focuses on the issue of children’s political participation, and to that end it considers the idea of political participation understood as a human right, and

• The Global Network of National Geoparks provides a platform of cooperation and exchange between experts and practitioners in geological heritage matters. Under the umbrella

Denk hierbij aan besparingen op kunstmest, opbrengsten voor het afne- men van dierlijke mest (fl. 5,- per ton) en kosten voor het uitrijden van dierlijke mest (loonwerk fl..

It shows that the distribution of observations over distance is not constant. The choosen 0- 500 meters range as treatment group adds up to 8% of the total observations, and with

Daar de hoeveelheid verkoop door de leverende bedrijven gelijk is aan de hoeveelheid inkoop door de afnemende bedrijven zijn deze energieposten niet van belang voor de