• No results found

Initiatiefwetsvoorstel sanering planprocedures

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Initiatiefwetsvoorstel sanering planprocedures"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V erschijnt w e ke lijks m et u itzondering van de recespe riod e s van de T w e e de -K a m e r d e r S taten-G eneraal. U itgave van de H aya van S om e re nstich tin g; w a arin o pg e n om e n de m ede d e lin g en van h et h oo fdb e stu u r van de VVD. De in ho u de lijke ve ran tw o o rd e lijkh e id b eru st bij de o nd e rte ke n a a rs va n de b ijd ra ge n ; de fra ctie s en het hoofdbestuur.

19 j u n i 1 9 8 7

nummer 158

redactie: d rs L .M .L.H .A . H erm ans, H.F. H eijm ans, F.A. W ijse nb e ek; o rg a n isa tie : J.N .J. van den a b o n n e m e n te n a d m in is tratie/re d a ctie a d re s : P ostb us 30836, 2 50 0 G V ’s-G ra ve n ha g e . tel.

a b o n n e m entsgeld: ƒ 50 - p e rja a r; v o rm g ev in g en d ruk: Hofstad D rukte ch nie k bv, Z o e te rm e e r

D O v /U M c N T A T IE G E N T R U M

N E D E R L A N D S E P O L IT IE K E

P A R T IJE N

In itiatiefw etsvoorstel sanering

planprocedures

Eind januari 1987 besprak de Kamer in een UCV de operatie sanering planprocedures. Deze operatie beoogt het aantal planverplichtingen die het rijk aan de gemeenten en provincies oplegt (nu rond de zeventig) te beperken. Plan­ ning kan een nuttig hulpmiddel zijn. Teveel planning is slecht. De huidige overplanning bemoeilijkt de beleidssa- menhang, veroorzaakt vertraging en bureaucratie, en is kost­ baar, De VVD steunt deze operatie van harte. Zij past in het streven naar een terugtredende overheid en in het kader van de grote operaties als decentralisatie en deregulering.

Het kabinetsbeleid getuigt niet van grote voortva­ rendheid. In het rapport „Carnavalstocht der Planprocedu­ res” (1985) leverde de daartoe ingestelde commissie Vonhoff II een kant en klaar wetsvoorstel inclusief memorie van toelichting aan. Op grond daarvan kunnen slechts planver­ plichtingen door het rijk aan de mede-overheden worden opgelegd die aan bepaalde criteria voldoen. In plaats van spoedig tot indiening van een dergelijk wetsvoorstel over te gaan, kwam het kabinet na lang aarzelen slechts met een kabinetsstandpunt bij de Kamer, dat in bovengenoemde UCV besproken werd. De reden hiervan ligt in de bekende belangentegenstelling tussen de vakministers en de coördi­ nerende minister van binnenlandse zaken. Deze laatste kreeg weinig ruimte voor een effectief beleid.

Tijdens genoemde UCV heeft de VVD de huidige staatssecretaris gevraagd alsnog spoedig een wetsvoorstel a la Vonhoff bij de Kamer in te dienen. Indien de bereidheid daartoe met aanwezig was, zou de VVD-fractie indiening van een initiatiefvoorstel overwegen. Inderdaad deed zich deze situatie voor. Het Kabinet wenste geen wetsvoorstel in te dienen en wilde met verder gaan dan het bevorderen van de indiening van een nota van wijziging op het aanhangige voorstel voor een nieuwe Gemeentewet. Daardoor zal het nog jaren duren voor de gewenste wetswijziging van kracht zal worden. Deze nota van wijziging, die overigens de Kamer nog met bereikt heeft, heeft bovendien een veel beperkter strekking dan het wetsvoorstel a la Vonhoff. Op grond hiervan hebben de fractieleden Wiebenga en Te Veldhuis de voorbereiding van een initiatiefwetsvoorstel ter hand genomen. Medewerking werd verkregen van de Tel- dersstichting in de persoon van mr. R.M.J.M. Bos.

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

Voorgesteld wordt om in de Gemeentewet en in de provinciewet bepalingen (artikelen I en II) op te nemen, die het introduceren van verplichtingen tot het opstellen van plannen - daaronder begrepen beleidsverslagen - en het daarbij volgen van voorgeschreven procedures slechts mogelijk maken in bij de wet te bepalen gevallen. Tevens kan zulks pas nadat door het Rijk is aangegeven hoe de financiële gevolgen ervan voor de gemeenten en provincies worden gecompenseerd. Door deze laatste bepaling wordt tevens rekening gehouden met de recente bestuursacoor- den van het Rijk met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten respectievelijk het Interprovinciaal Overleg.

Daarnaast wordt in het wetsvoorstel op basis van de voorstel­ len van de adviescommissie sanering planprocedures (de Commissie Vonhoff II) een toetsingskader opgenomen. Plan­ procedures zullen aan de voorgestelde criteria moeten vol­ doen. Deze criteria bevorderen een terughoudend gebruik van planning als bestuursinstrument. De instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken is vereist alvorens tot indiening van voorstellen bij de Staten-Generaal mag wor­ den overgegaan. Langs de weg van overgangsbepalingen (artikel II) wordt bewerkstelligd dat de reeds bestaande planvoorschriften binnen uiterlijk vier jaren zullen worden aangepast voorzover zij niet aan de criteria voldoen dan wel zullen vervallen. Aan een aantal door de Kamer op dat terrein aanvaarde moties wordt in het voorstel uitvoering gegeven.

(Voor n a d ere informatie: mr. J.C.C. W iebenga, mr. A.J. te Veldhuis, tel. 070-614911, tst 2368.)

Veel voorkomende c rim in aliteit

Bij de bespreking van het Aktieplan aanpak veel voorkomende criminaliteit, dat een uitwerking is van het beleidsplan „Samenleving en Criminaliteit” heeft de VVD- fractie wederom haar grote zorgen over de aard en omvang van de criminaliteit uitgesproken en de criminaliteit als één van de ernstigste maatschappelijke vraagstukken bestem­ peld. De belangrijkste oorzaak is de alom aanwezige norm­ vervaging. Deze kan slechts veranderd worden als overheid en samenleving hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Van de overheid moet geloofwaardig optreden gevraagd wor­ den, onder andere door normhandhaving langs strafrechte­ lijke weg. Dat betekent verhoging van de pakkans en conse­ quent justitiéel prioriteit bij politie en justitie.

In de samenleving moet gelijktijdig een proces van mentaliteitsverandering op gang komen, waardoor het normbesef bij de burgers weer toeneemt. Dat geldt in het bijzonder voor jongeren, die een belangrijk deel van de veel voorkomende criminaliteit plegen. Het is bij uitstek een taak van ouders, leerkrachten, sportkader, leidinggevenden etc. om dat normbesef bij te brengen. Dikwijls gaat het bij deze jongeren om het bieden van zekerheden, in de zin van een duidelijke structuur (huis, school, werk, etc.) duidelijkheid over de regels en de bijbehorende sancties en meer aan­ dacht voor sociale en affectieve bindingen. In het onderwijs dient daaraan aandacht besteed te worden. De VVD-fractie heeft de bewindslieden van onderwijs gevraagd hierover in contact te treden met de diverse onderwijsorganisaties. Ook in het welzijnswerk zal dit moeten gebeuren door af te stappen van de naïeve welzijnsfilosofie uit de jaren '70 (zoals de Commissie-Roethof dat noemde) en meer normstellend te werken.

(2)

1 5 8 - 2

waarde is, dat het gemeentebestuur en de politie daartoe in staat worden gesteld. Dat betekent duidelijkheid over de financiële mogelijkheden. Hierbij kan verwezen worden naar het Bestuursaccoord tussen de gemeenten en het kabi­ net. Bovendien zal er iets aan de belemmerende wet- en regelgeving moeten worden gedaan. Tenslotte moet het politie-apparaat beter kunnen functioneren. Om dat mogelijk te maken heeft de VVD-fractie gepleit voor duidelijkheid over het politiebudget tot en met 1990 en een vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van de politie door onder andere invoering van een systeem van budgetfinanciering en meer ruimte voor de politieleiding.

Winkeldiefstal

In het debat werd speciaal stilgestaan bij de winkel­ diefstallen, die op grote schaal voorkomen. De VVD-fractie steunde het kabinetsvoorstel om tot een zogenaamde lik-op-

stuk-aanpak te komen. Dat wil zeggen dat winkeldieven snel

gestraft worden. Bij eerste vergrijpen krijgt de politie onder mandaat van het Openbaar Ministerie een transactie- bevoegdheid, dat wil zeggen de mogelijkheid direct een fikse boete op te leggen. Bij recidive volgt een justitiële vervolging. Daarvoor zullen eenvoudige aangifte-formulie- ren gebruikt worden en zal een landelijk geautomatiseerd registratiesysteem worden opgezet. De winkeliers getroos­ ten zich al grote inspanningen om hun winkels te beveiligen. Terecht doen zij nu een beroep op de overheid. De ver­ wachting is dat van deze nieuwe aanpak een sterke preven­ tie zal uitgaan.

Drugs

Omdat drugsgebruik een belangrijke oorzaak van criminaliteit is, heeft de VVD-fractie het kabinet gevraagd de stand van zaken m het drugsbeleid aan de Kamer mee te delen, teneinde daarover m het najaar te kunnen praten. Het gaat dan met name om de internationale ontwikkelingen, mede in relatie tot het voornemen om in 1992 tot open grenzen in de EEG te komen, om de resultaten van het Nederlandse beleid, om de wenselijkheid om in bepaalde situaties meer tot dwangbehandelmg over te gaan (bijvoor­ beeld bij minderjarige kinderen en bij herhaaldelijk plegen van strafbare feiten) en om de hulpverlening en de nazorg. Tenslotte heeft de VVD-fractie haar vreugde erover uitge­ sproken, dat een Kabinet een hoge prioriteit geeft aan de opvang en hulp aan slachtoffers. Over belangrijke vraagstuk­ ken als alcoholmisbruik, heling en voetbalvandalisme is met gesproken, omdat overeengekomen is daarover op een ander tijdstip apart te spreken.

(Voor n ad ere informatie: H.F. Dijkstal; tel. 070-614911, tst. 2564.)

Wijziging com ptabiliteitsw et

Onlangs werd in de Kamer een gedeeltelijke wijzi­ ging van de Comptabiliteitswet 1976 behandeld. Het ging daarbij om twee artikelen. Ten eerste artikel 40, dat de ■ machtiging (die bij wet vereist is) regelt, wanneer de Staat

besluit over te gaan tot het (mede-)oprichten van privaat­ rechtelijke rechtspersonen of wanneer zij voor meer dan ƒ 100.000,- m een privaatrechtelijke rechtspersoon deel­ neemt. Ten tweede artikel 80 met bepalingen ten aanzien van de controlebevoegdheden van de Algemene Rekenka­ mer (AR) met betrekking tot privaatrechtelijke rechtsperso­ nen waarin de Staat deelneemt, of een financiële bijdrage verleent.

De wijziging van artikel 40 betrof enerzijds de intro­ ductie van een meldingsplicht aan het Parlement in spoedei­ sende gevallen van een voorgenomen (mede-)oprichtmg door de Staat van een privaatrechtelijke rechtspersoon, anderzijds een meldingsprocedure als standaardprocedure bij het voornemen tot deelneming in een NV of BV. Daarbij werd de eerder genoemde ondergrens veranderd m 1 mil­ joen en 5% van het aandelenkapitaal van de betreffende rechtspersoon.

Uitbreiding bevoegdheid Rekenkamer

De wijziging van artikel 80 betrof de uitbreiding van de werkingssfeer van de controle door de AR tot

pubhekrechtelijke rechtspersonen. Daarnaast is er een belangrijke verandering aangebracht inzake de reikwijdte van de bevoegdheden en de wijze van controle van de AR met betrekking tot privaatrechtelijke rechtspersonen. Dit laatste is met name een uitvloeisel van een m 1981 inge­ diende en aanvaarde motie-Bolkestein.

In deze motie werd geconstateerd, dat de AR in praktijk haar controle op privaatrechtelijke rechtspersonen slechts in beperkte mate kan uitvoeren, namelijk middels kennisneming van rapporten en verkregen inlichtingen door tussenkomst van de betrokken Minister. De Kamer was m

1981 in meerderheid van oordeel, dat de bevoegdheden van de AR zich - behalve tot de Staat - ook zouden dienen uit te strekken tot bedrijven die, via een door het parlement goedgekeurde begroting, financiële steun ontvangen. Onder financiële steun werd verstaan: deelnemingen, lenin­ gen, bijdragen, subsidies of garanties.

Daarnaast wenste de Kamer, dat - indien de AR dat nodig oordeelde - ter plaatse een onderzoek zou kunnen worden ingesteld om na te gaan of de financiële steun overeenkomstig de bedoelingen wordt aangewend.

Een en ander heeft ertoe geleid, dat de bevoegdhe­ den van de AR zich m het vervolg ook zullen uitstrekken tot: - niet-gezonde bedrijven, die vermogenssteun ontvangen

wegens tekortschietende vermogenspositie;

- gezonde bedrijven, die financiële steun van de Overheid ontvangen om een andere reden dan verliesnalatendheid (bijdrage, krediet of garantie);

- mvestermgs- en objectsubsidies, zijnde financiële bijdra­ gen met een ander doel dan het afdekken of financieren van exploitatiekosten.

Tevens krijgt de AR de bevoegdheid tot controle ter plaatse bij zowel gezonde als niet-gezonde bedrijven en kan zij de fase van het opvragen van nadere stukken en inlichtingen bij de betrokken rechtspersoon naar eigen inzicht overslaan. De fmancieringsinstellirigen, ingeschreven m artikel 12 Wet Toezicht kredietwezen, zijn van controle door de AR uitge­ sloten.

De AR zal overigens m alle gevallen eerst de controle op de jaarrekening en de daarop betrekking hebbende controlerapporten van anderen en overige bescheiden, aan­ wezig in de departementale dossiers, verrichten. De con­ trole bestaat uit drie fases: dossiercontrole, opvragen nadere stukken inlichtingen (facultatief) en onderzoek ter plaatse.

Tot slot iets over de rapportage van de bevindingen van AR. Op verzoek van de Kamer zal de AR in het jaarverslag (dat wil dus zeggen openbaar) verantwoording afleggen.

De Minister kan de AR, met redenen omkleed, ver­ zoeken dit na te laten en daarvoor in de plaats de Staten- Generaal ter vertrouwelijke kennisneming mededelingen te verstrekken. Met andere woorden: vertrouwelijkheid als uitzondering in plaats van regel, ook voor gezonde b e­ drijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

d) De normen moeten zodanig realistisch zijn, dat zowel het milieu als de landbouw er mee kunnen leven. Geen ideologische stokpaardjes van alleen milieu of alleen

Het gaat in deze categorie om maar liefst 19.000 woningen voor volgend jaar: 9000 meer dan voor dit jaar, terwijl ook voor de jaren daarna eenzelfde aantal is opgenomen.. Veel

De komende verhoging van de zelfstandigenaftrek moet echter niet in het kader van een inkomenspolitiek worden gezien, maar het is een extra maatregel (flankerend beleid) in

nuanceerd over deze tere kwestie wordt gedacht. Abortus is een zaak waarin het geweten mee- spreekt. Wiegel: .,Wij willen een wetsontwerp maken, waar een

Aangezien het hier gaat om de beoor- deling van bepaalde specifieke passages uit het Manüest en niet om de vaststel- ling van partijstandpunten in de vorm van

Gelet op het voorgaande is het niet zozeer de bijzondere zorgplicht van financiële dienstverleners die vanuit een algemeen civielrechtelijk perspectief verbazing wekt, en evenmin

Wanneer we de plannen van het kabinet en de Com- missie Regeldruk Bedrijven leggen naast de praktijk van Chemie-Pack en de horecabranche is de verleiding groot deze plannen

123 Dit boek is mede tot stand gekomen door de hulp van George Auping, Fleur de Beaufort, Berend de Boer, Maya Daniel, Erwin Dijk, Dirk Fennema, Ron de Jong, Cedi Karimi Fard,