• No results found

University of Groningen Geriatric syndromes; prevalence, associated factors and outcomes Rausch, Christian

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Geriatric syndromes; prevalence, associated factors and outcomes Rausch, Christian"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Geriatric syndromes; prevalence, associated factors and outcomes

Rausch, Christian

DOI:

10.33612/diss.145064339

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2020

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Rausch, C. (2020). Geriatric syndromes; prevalence, associated factors and outcomes. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.145064339

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

Samenvatting

64114 Christian Rausch.indd 197

(3)

64114 Christian Rausch.indd 198

(4)

199 Samenvatting

Samenvatting

Wereldwijd groeit het oudste segment van de bevolking, dat wil zeggen, mensen boven de 65 jaar. De levensverwachting neemt toe, waardoor ouderen over het algemeen langer leven met complexe gezondheidsproblemen. Ouderdomsmechanismen zijn pathogenetische mechanismen die bijdragen aan verzwakking en een opeenstapeling van disfuncties in verschillende orgaansystemen veroorzaken. Deze ouderdomsmechanismen zijn mede de oorzaak van complexe gezondheidsproblemen op hoge leeftijd. Mensen kunnen op een gezonde, stabiele manier ouder worden als er geen gezondheidsproblemen zijn of als deze in ieder geval goed te behandelen zijn. Ouder worden kan ook ‘pathologisch’ verlopen als veranderingen op moleculair en celniveau zich snel opstapelen, waardoor er disfuncties in verschillende lichaamssystemen ontstaan. Wanneer disfuncties zich opstapelen, lopen ouderen een groter risico op een ongunstige afloop (ziekenhuisopname of overlijden), maar ze ontwikkelen vaak eerst leeftijdgerelateerde aandoeningen zoals geriatrische syndromen en chronische aandoeningen. Geriatrische syndromen als incontinentie, gezichts- en gehoorverlies, depressie, slaapstoornissen, verzwakking, cognitieve stoornissen, vallen en polyfarmacie worden gezien als de meest voorkomende gezondheids- of gezondheidsgerelateerde problemen. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat geriatrische syndromen een teken zijn van onderliggende leeftijdgerelateerde gezondheidsverslechtering die duidt op kwetsbaarheid en een groter risico op opname in een verpleeghuis of ziekenhuis. Het onderzoek dat is gedaan naar geriatrische syndromen is echter schaars. In een poging de rol van geriatrische syndromen in het ouderdomsproces en de gezondheid van ouderen beter te begrijpen, probeert dit proefschrift het verband te bepalen tussen geriatrische syndromen en sociale positie, gezondheidsgedrag en gezondheidstoestand. Verder wordt er gekeken naar het effect van geriatrische syndromen op gevolgen voor de gezondheid zoals ziekenhuisopname en overlijden. De volgende onderzoeksvragen zijn behandeld:

1a. Hoe vaak komen geriatrische syndromen voor onder ouderen in de gemeenschap?

1b. Is er een verband tussen de sociale positie en geriatrische syndromen onder ouderen in de gemeenschap?

2a. Wat is de trend in prevalentie van geriatrische syndromen onder ouderen in de gemeenschap?

64114 Christian Rausch.indd 199

(5)

200

2b. Welke factoren hangen samen met trends in prevalentie van geriatrische syndromen?

3. Is er een relatie tussen geriatrische syndromen en trajecten voor fysieke activiteit onder ouderen in de gemeenschap?

4. Is er een verband tussen geriatrische syndromen en de prevalentie van chronische gezondheidsproblemen?

5. Is er een verband tussen het toenemende aantal voorgeschreven medicijnen en ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging, rekening houdend met onjuist gebruik van medicijnen door ouderen?

6. Is er een verband tussen vallen met verwondingen en ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen van medicijnen door onbedoelde vergiftiging, rekening houdend met de klinische toestand van ouderen?

In hoofdstuk 1 introduceren we de belangrijkste oorzaken waarom de bevolking wereldwijd ouder wordt. Het hoofdstuk bevat verder informatie over de toename van complexe gezondheidsproblemen, waaronder geriatrische syndromen. Vervolgens worden concepten over geriatrische syndromen beschreven en hun rol als indicatoren voor het ontwikkelen van leeftijdgerelateerde aandoeningen. Er wordt ook ingegaan op het huidige kennishiaat met betrekking tot geriatrische syndromen, het verband tussen deze syndromen en sociaal-demografische factoren en factoren met betrekking tot gezondheid en gezondheidsgedrag, en de gevolgen voor de gezondheid van deze syndromen.

Voor de beantwoording van onderzoeksvragen 1 en 2 is gebruikgemaakt van een dwarsdoorsnede van gegevens uit de Stockholm Public Health Cohort Survey van 2006, 2010 en 2014. De Stockholm Public Health Cohort Surveys worden elke vier jaar naar ongeveer 50.000 mensen verstuurd om sociaal-demografische gegevens en gegevens over gezondheid en gezondheidsgedrag van inwoners van het Zweedse Stockholm te analyseren.

Voor de beantwoording van onderzoeksvragen 3 en 4 is gebruikgemaakt van longitudinale gegevens uit de Nederlandse Lifelines Cohort Survey. Lifelines richt zich op universele risicofactoren en potentiële factoren die tot veranderingen

64114 Christian Rausch.indd 200

(6)

201 Samenvatting

kunnen leiden in veelvoorkomende multifactoriële aandoeningen onder meer dan 156.000 deelnemers die vijf jaar lang zijn gevolgd.

Ten slotte zijn voor de beantwoording van onderzoeksvragen 5 en 6 longitudinale gegevens gebruikt uit Zweedse registers, te weten het Total Population-register, de National Patient and Death-registers en het Zweedse Prescribed Drug Register. Deze registers bevatten sociaal-demografische gegevens, redenen voor ziekenhuisopnames en overlijden en gegevens over voorgeschreven medicijnen van meer dan zes miljoen Zweedse burgers.

In hoofdstuk 2 wordt de prevalentie van geriatrische syndromen en het verband met de sociale positie geanalyseerd. Geriatrische syndromen zijn gedefinieerd als een melding van ten minste een van de volgende symptomen: slapeloosheid, incontinentie, ernstig gezichts-/gehoorverlies, afname van de functionele vermogens, vallen en depressie. De sociale positie werd gemeten op basis van: opleiding, land van oorsprong, burgerlijke status, soort huisvesting en financiële stress. Uit dit onderzoek blijkt dat meer dan twee derde van de ouderen in de gemeenschap ten minste één geriatrisch syndroom meldde. Er was een verband tussen de prevalentie van ten minste één geriatrisch syndroom en wonen in een huurwoning, geboren zijn in een niet-Scandinavisch land en een beëindigde relatie (door overlijden of scheiding). Het duidelijkst was het verband tussen financiële stress en de prevalentie van geriatrische syndromen.

In hoofdstuk 3 wordt de trend in prevalentie van geriatrische syndromen onderzocht, evenals de factoren die verband houden met deze trends. De prevalentie van geriatrische syndromen is geanalyseerd van 2006 tot en met 2014, zowel individueel als cumulatief. Er is naar de volgende geriatrische syndromen gekeken: slapeloosheid, incontinentie, ernstig gezichts-/gehoorverlies, afname van de functionele vermogens, vallen en depressie. Verder zijn sociaal-demografische gegevens en gegevens over levensstijl en gezondheidsstatus geanalyseerd. De prevalentie van geriatrische syndromen is tussen 2006 en 2014 stabiel gebleven. Tijdens de analyse van de drie dwarsdoorsneden bleek echter dat er onder ouderen die in niet-Scandinavische landen zijn geboren, tussen 2006 en 2014 een hogere prevalentie was van geriatrische syndromen. Er waren in deze jaren geen veranderingen in het verband tussen geriatrische syndromen en sociaal-demografische factoren, gezondheidsgedrag en chronische aandoeningen.

64114 Christian Rausch.indd 201

(7)

202

In hoofdstuk 4 wordt het verband tussen geriatrische syndromen en verschillende trajecten van fysieke activiteit bepaald. Eigen meldingen van de deelnemers over fysieke activiteit (het aantal actieve dagen per week) werden geanalyseerd op basis van vier meetpunten. Er werden verschillende activiteitentrajecten geïdentificeerd op basis van een analyse van groepen. De aanwezigheid van geriatrische syndromen bij aanvang was gebaseerd op eigen meldingen van de deelnemers over vallen, incontinentie, gezichtsverlies, gehoorverlies, polyfarmacie, depressie en verzwakking. Er werden vier verschillende trajecten van fysieke activiteit geïdentificeerd: een hoog-stabiel traject, een gemiddeld-afnemend traject, een laag-toenemend traject en een laag-stabiel traject. Geriatrische syndromen bij aanvang werden geassocieerd met een gemiddeld-afnemend of laag-stabiel traject van fysieke activiteit.

In hoofdstuk 5 wordt het verband tussen geriatrische syndromen en de ontwikkeling van nieuwe chronische aandoeningen onderzocht. De informatie over chronische aandoeningen is gebaseerd op eigen meldingen van deelnemers en gevalideerd op basis van de aanwezigheid van voorgeschreven medicijnen. Verdere chronische aandoeningen zijn gedefinieerd op basis van de aanwezigheid van nieuwe chronische aandoeningen (longaandoeningen, cardiovasculaire aandoeningen, kanker, diabetes of neurologische aandoeningen) tijdens de follow-up. Geriatrische syndromen zijn geanalyseerd op basis van de aanwezigheid van ten minste een van de volgende geriatrische syndromen bij aanvang: vallen, incontinentie, gezichtsverlies, gehoorverlies, depressie en verzwakking. Uit het onderzoek blijkt dat er een verband is tussen de aanwezigheid van geriatrische syndromen en de ontwikkeling van nieuwe chronische aandoeningen. Er was met name een verband tussen geriatrische syndromen en de ontwikkeling van nieuwe cardiovasculaire aandoeningen en diabetes.

In hoofdstuk 6 wordt het verband tussen het toenemende aantal voorgeschreven medicijnen en ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging geanalyseerd. Het aantal medicijnen werd geanalyseerd op basis van de Anatomical Therapeutic Chemical Classification (ATC)-code in het Zweedse Prescribed Drug Register in de vier maanden voorafgaand aan de ziekenhuisopname of het overlijden. Er is ook gekeken naar onjuist medicijngebruik (gebruik van medicijnen die niet geschikt zijn voor ouderen). De gegevens over ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg

64114 Christian Rausch.indd 202

(8)

203 Samenvatting

van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging zijn afkomstig uit de National Patient and Death-registers op basis van de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD)-codering. Het onderzoek liet een geleidelijk positief verband zien tussen twee tot tien of meer medicijnen en ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging. Als onjuist medicijngebruik wordt uitgesloten, liepen ouderen die drie of meer medicijnen gebruikten nog steeds een groter risico op ziekenhuisopname of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging.

In hoofdstuk 7 wordt het verband tussen vallen met verwondingen en ziekenhuisopnames of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen van medicijnen door onbedoelde vergiftiging geanalyseerd. Vallen met verwondingen werd gebaseerd op ICD-10-codes in het Zweedse National Health Register, terwijl de ziekenhuisopnames en overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging werden gebaseerd op gegevens uit de National Patient and Death-registers. Het aantal medicijnen en het soort medicijnen werden geanalyseerd op basis van het Zweedse Prescribed Drug Register. Uit de resultaten bleek een drie keer zo groot risico op ziekenhuisopname of overlijden als gevolg van ongunstige bijwerkingen door onbedoelde vergiftiging binnen drie maanden na een val. Het hoogste waargenomen risico was binnen 1 tot 3 weken na de val. Ouderen van 60 jaar en ouder met verwondingen door een val en hierop volgende ziekenhuisopname of overlijden hadden over het algemeen een slechtere gezondheid en kregen meer medicijnen voorgeschreven dan de ouderen waarbij de val niet leidde tot ziekenhuisopname of overlijden.

In hoofdstuk 8 worden de belangrijkste bevindingen samengevat en besproken en wordt nader ingegaan op de methodologische uitdagingen en gevolgtrekkingen voor onderzoek en voor de praktijk. Geriatrische syndromen komen veel voor onder oudere mensen en er is een verband met een lage sociale positie. Bovendien is er een verband tussen de aanwezigheid van ten minste één geriatrisch syndroom en gemiddeld-toenemende en laag-stabiele trajecten van fysieke activiteit, en met de ontwikkeling van nieuwe chronische aandoeningen. Specifieke geriatrische syndromen, te weten het aantal voorgeschreven medicijnen (vanaf drie medicijnen) en vallen met verwondingen, leidden tot een groter risico voor de gezondheid, zoals ziekenhuisopname of overlijden als gevolg van onbedoelde vergiftiging.

64114 Christian Rausch.indd 203

(9)

204

De bevindingen hebben gevolgtrekkingen voor onderzoek en voor de praktijk. Er is behoefte aan consensus over een vaste definitie van geriatrische syndromen om toekomstig onderzoek op dit gebied mogelijk te maken. Geriatrische syndromen kunnen een indicatie vormen van de aanwezigheid van sneller verslechterende en potentieel pathologische ouderdomsmechanismen. Daarom is er onderzoek nodig naar de behandeling en preventie van deze syndromen en het effect ervan op de verslechterende gezondheid van ouderen. In de praktijk kunnen geriatrische syndromen worden gezien als indicatoren voor leeftijdgerelateerde accumulaties en disfuncties die uitgebreid moeten worden geanalyseerd om de getroffen onderliggende orgaansystemen te identificeren. Behandeling van geriatrische syndromen door middel van analyse die leidt tot vertraging of zelfs preventie, kan er ook toe leiden dat de hierop volgende verslechtering in gezondheid onder ouderen kan worden voorkomen of vertraagd.

64114 Christian Rausch.indd 204

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Part I focuses on geriatric syndromes, their prevalence, and their associations with social position, physical activity, and chronic health conditions.. Chapter 2 determines

These associations between social position measures and geriatric syndromes remained after additional adjustments for health behavior and social stress, except for measures

The results showed that among those born in Sweden, the prevalence increased over time for insomnia and fall (both P trend <0.001), decreased for severe hearing problem,

This national, population-based study aims to determine the association between the number of prescribed medications and Adverse Drug Events (ADE) by unintentional poisoning

Data on clinical conditions, such as dispensed medications, comorbidity and previous fall injuries were also extracted from the Swedish Prescribed Drug Register (SPDR) and

The studies reported in this thesis have shown that geriatric syndromes are associated with a progressive decline in physical activity, the development of chronic health

Injurious falls were based on ICD-10 codings in the Swedish National Health Registers, while hospitalizations and deaths due to adverse drug events by unintentional poisoning

Most of his research activities were conducted at the Department of Health Sciences at the University of Groningen/University medical Center Groningen and the Department of