• No results found

De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk vooronderzoek : een onverminderde zoektocht naar evenwicht in de rolverdeling tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de verdediging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk vooronderzoek : een onverminderde zoektocht naar evenwicht in de rolverdeling tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de verdediging"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk vooronderzoek : een onverminderde zoektocht naar evenwicht in de rolverdeling tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de verdediging

Meij, P.P.J. van der

Citation

Meij, P. P. J. van der. (2010, February 4). De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk vooronderzoek : een onverminderde zoektocht naar evenwicht in de rolverdeling tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de verdediging. Meijers-reeks. Kluwer, Deventer. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14654

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/14654

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

S TELLINGEN BEHORENDE BIJ HET PROEFSCHRIFT

De driehoeksverhouding in het strafrechtelijk vooronderzoek. Een onverminderde zoektocht naar evenwicht in de rolverdeling tussen de rechter-commissaris, de officier van justitie en de verdediging van P.P.J. van der Meij

1. Het toedelen van een functie aan de rechter-commissaris in het kader van de materiële waarheidsvinding vergt dat deze niet incidenteel, slecht geïnformeerd en zonder gezag bij het strafrechtelijk vooronderzoek wordt betrokken.

2. De wetgever mag de rechter-commissaris louter in het strafrechtelijk vooronderzoek positioneren ten behoeve van een effectieve controle op het

opsporingsonderzoek van de officier van justitie, en derhalve niet als bijdrage aan de efficiëntie van het strafproces.

3. Voor een evenwichtige regeling van het strafrechtelijk vooronderzoek is het onontbeerlijk dat de wetgever een wetswijziging steeds doordenkt op haar consequenties voor alle drie de procesdeelnemers.

4. Een wetswijziging dient achterwege te blijven als het beoogde effect kan worden bewerkstelligd door een investering in de praktijk en een verbetering van de feitelijke omstandigheden waaronder de betrokkenen hun taken hebben te verrichten.

5. De materiële waarheidsvinding is gediend bij het creëren van voorzieningen van rechtsbescherming zoals de aanwezigheid van de raadsman bij het politieverhoor en de audiovisuele registratie van dat verhoor.

6. De zittingsrechter mag niet volstaan met het verifiëren van de stukken die zijn opgenomen in het procesdossier.

7. ‘Vrouwe Justitia moet stilstaan, anders schommelt de weegschaal en is er geen rechtvaardig oordeel mogelijk.’ (Uit: Kafka – Het Proces)

8. Elk uitingsdelict in het Wetboek van Strafrecht verdient een bijzondere

rechtvaardigingsgrond die er kortweg op neer komt dat ten behoeve van een echt goede grap veel, zo niet alles, mag worden gezegd.

9. Van alle factoren die sinds de eeuwwisseling het politieke debat beïnvloeden, is de waarde die wordt gehecht aan de talrijke opiniepeilingen de meest onwenselijke.

(3)

10. Het antwoord op de vraag waarom geen ander pad is ingeslagen, laat zich vinden in het pad dat is bewandeld.

11. De stelling van de Franse schrijver en dichter Jean de La Fontaine (1621-1695) dat het niets baat of men hard loopt, maar dat men op tijd dient te vertrekken, gaat niet op voor twee aangelegenheden: een hardloopwedstrijd en het schrijven van een proefschrift.

12. Er is altijd nog morgen, of morgennacht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

20 Van Gigch stelde voor de rechten van de aanklager en ver- dediging enigszins gelijk te trekken, door bijvoorbeeld de raadsman vrij toegang te geven tot de in hechtenis

‘De moderne eisch, dat ook in het vóóronderzoek aan de verdediging eene zoo ruim mogelijke plaats worde gegeven, zal dus niet voldoende worden bevredigd.’ 65 De rechter-commissaris

26 De in het wetboek gekozen tussenweg tussen de belangen van de gemeenschap en de belangen van de individuele burger is naar zijn mening niet de goede: het onderzoek naar een

De raadsman moet niet alleen controleren, of van deze regelen niet wordt afgeweken, maar bovendien rust op hem de plicht om zich tegen iedere afwijking te verzetten, en zo de

Naar de mening van Van Veen zou voor de periode die de verdachte in verzekering is gesteld eenzelfde mogelijk- heid moeten worden gecreëerd; wanneer de verdachte gedurende het

790 Voor de onderzoeksfunctie ligt dat wellicht meer voor de hand dan voor de toetsingsfunctie, maar op deze vraag is pas echt een bevestigend antwoord te geven wanneer de inbedding

Voor de onderzoeksfunctie buiten het gerechtelijk vooronderzoek geldt dat op het concrete niveau van de wettelijke regeling niet veel meer is veranderd dan de overheveling naar

De implicaties van de wettelijke regeling zijn dat verschuivingen op het concrete niveau ten gevolge van wetswijzigingen – bijvoorbeeld door de officier van justitie de beschikking