• No results found

De rol van Notch tijdens wondheling in het hoornvlies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De rol van Notch tijdens wondheling in het hoornvlies"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De rol van Notch tijdens wondheling in het hoornvlies

Marieke Mulder S2384779 April 2013 Bachelor scriptie

Begeleiding: dr. M.H.K. Linskens

Eindversie

(2)

2

Samenvatting

Het hoornvlies beschermt het oog tegen infecties en pathogenen. De buitenste laag van het hoornvlies bestaat uit epitheel cellen, deze worden elke 7 dagen vernieuwd. Bij verwonding van de epitheel cellen is het noodzakelijk dat dit gerepareerd wordt. Door verschillende mechanismen zoals proliferatie en migratie wordt de wond geheeld. Eerdere studies toonden aan dat de Notch

signaalroute hierin een belangrijke rol speelt. Om een beter inzicht te krijgen in de rol van de Notch signaalroute op de hoornvlies wondheling worden er enkele artikelen nader bekeken.

Eén onderzoek onderzocht de rol van Notch op migratie bij wondheling in het hoornvlies. Hierbij werd Notch geïnhibeerd door een γ-secretase remmer. Dit onderzoek toonde aan dat inhibitie van Notch migratie en wondheling promootte. Een ander onderzoek deed onderzoek naar de rol van de Notch signaalroute bij proliferatie in wondheling van het hoornvlies. Hierbij werden transgene muizen ontwikkeld welke een activatie van de Notch signaalroute hadden in de ogen. Dit onderzoek toonde aan dat activatie van de Notch signaalroute proliferatie en wondheling promootte.

Het is mogelijk dat Notch een belangrijke rol in zowel proliferatie als migratie heeft. Dit heeft mogelijk te maken met dat de cellen dicht bij de wond meer migreren waarbij cellen die verderop zitten meer prolifereren.

(3)

3

Inhoudsopgave

Samenvatting 2

Inleiding 4

Hoornvlies 4

Wondheling van het hoornvlies 5

Notch signaal route 6

Resultaten 7

Inhibitie van Notch signalering promoot migratie tijdens wondheling 7

Activatie van Notch promoot wondheling 10

Discussie 13

Referenties 14

(4)

4

Inleiding

Hoornvlies

Het hoornvlies is een doorzichtig vlies aan de buitenkant van het oog en beschermt het oog tegen infecties, pathogenen en stof. Daarnaast handhaaft het hoornvlies het normale zicht door het licht te breken op de lens en netvlies. Het refractieve vermogen van het hoornvlies is ongeveer 2/3 van het totale refractieve vermogen van het oog (inclusief lens)[1]. Om zowel het refractievermogen en de bescherming te waarborgen dient het hoornvlies intact te zijn. Mocht het hoornvlies niet intact zijn, dan dient dit hersteld te worden.

De opbouw van het hoornvlies is te zien in Figuur 1. Het grootste deel van het hoornvlies bestaat uit het stroma. Het stroma bestaat voornamelijk uit collageenvezels welke door keratocyten worden geproduceerd. Deze vezels bieden het hoornvlies stevigheid en vorm. Het stroma ligt tegen het descemet membraan welke stevigheid biedt aan de endotheel cellen. De endotheel cellen bevinden zich aan de binnenkant van het hoornvlies. Deze bestaan uit 1 laag cellen en pompt extra vocht uit het hoornvlies, zodat het hoornvlies niet troebel wordt. De buitenste laag van het hoornvlies bestaat uit epitheelweefsel welke ondersteund worden door het bowmanse membraan. Hiermee is het de eerste barrière voor pathogenen, het is daarom belangrijk dat het epitheelweefsel het oog goed afsluit. Wonden dienen dan ook snel geheeld te worden om pathogenen tegen te gaan. Het helingsproces van het epitheelweefsel is daarom al veel onderzocht [2][3][4][5][6][7].

Het epitheelweefsel bestaat uit 5 cellagen dik niet verhoornd meerlagig plaveiselepitheel cellen.

Deze 5 cellagen dik plaveiselepitheel cellen kunnen onderverdeeld worden in 3 type cellen (Figuur 2);

plaveiselcellen (squamous cellen), wing cellen en basale cellen. Hierbij liggen de basale cellen tegen de basement membraan aan welke weer tegen het bowmanse membraan aanligt. De basale cellen rijpen in wing cellen en daarna in plaveiselcellen. Deze laatste wordt uiteindelijk afgeworpen in de traanfilm[5]. Het epitheelweefsel wordt elke 7 dagen vernieuwd door de stamcellen die zich in de limbus bevinden (Figuur 1). Hierbij deelt de stamcel in 2 dochter cellen; één nieuwe stamcel en één

‘transient amplifying’ (TA) cel [3][7]. De TA cel is een migrerende voorlopercel en kan differentiëren tot meerdere epitheel cellen (basale cellen), hierbij zijn de TA cellen gelimiteerd aan het aantal delingen. Na verwonding worden er meer TA cellen gecreëerd en hebben daarnaast een kortere celcyclus [7]. Hierdoor worden de verloren cellen (door beschadiging) gecompenseerd.

Figuur 1 (van internet [27]), de verschillende lagen van het hoornvlies bestaande uit; epitheelweefsel, stroma, bowmans membraan, descemet membraan en het endotheelweefsel.

Figuur 2 (van internet [28]), de verschillende lagen epitheelcellen van het epitheelweefsel

(5)

5

Wondheling van het hoornvlies

Wondheling in het hoornvlies epitheelweefsel bestaat uit 3 fases; de lag-fase, de

migratie/proliferatie en het herstel van een meerlagig epithelium.

De lag-fase is de eerste fase na verwonding.

Hierbij veranderen cellen hun metabolisme om de heling te kunnen uitvoeren en worden elementen gerekruteerd die nodig zijn bij de wondheling [2][6]. Door een verandering in hun metabolisme worden andere eiwitten gemaakt, die bijvoorbeeld nodig zijn voor de migratie.

In de tweede fase migreren en prolifereren epitheel cellen om de wond te dichten (Figuur 3 A-B). De migratie van de cellen gebeurt door middel van veranderingen in het cytoskelet.

Hierbij worden lamillipodia, filopodia en actine filamenten gebruikt om de cel te migreren naar het beschadigde deel [8] zoals te zien is in Figuur 3 A. Aangetoond is dat cellen die dicht bij de wond zitten meer migratie vertonen dan cellen daar buiten, deze vertonen meer proliferatie. Proliferatie is ook een belangrijk onderdeel van deze fase. Hierbij zullen

stamcellen delen waardoor er nieuwe TA cellen ontstaan welke er voor zorgen dat er meer basale cellen komen. Dit zorgt voor re- epithelisatie van de wond.

In de laatste fase van de wondheling wordt de dikte van het epitheel hersteld (Figuur 3 C).

Hierbij worden de verschillende lagen van het epitheel hersteld totdat deze weer normaal is.

Daarna zullen de plaveiselcellen (1 a 2 cellagen die daar door migratie zaten) zich af te werpen in de traanfilm [6].

Wondheling van het epitheelweefsel bestaat uit vele processen wat het geheel complex maakt. Veel wondhelingsprocessen worden nauwkeurig gereguleerd en gecontroleerd door regulatoire

mechanismen en verschillende cel-cel interacties. Verscheidene onderzoeken toonden aan dat de Notch signaalroute (cel-cel interactie) een rol speelt in wondheling bij epitheelweefsels [4][9][10][11]

[12]. Dit was onder andere getest bij muizen waarbij het Notch gen was uitgeschakeld. Deze muizen vertoonden abnormale differentiatie en hyperproliferatie [13]. Daarnaast toont onderzoek aan dat de Notch signaalroute een belangrijke rol speelt in de terminale differentiatie van de basale cellen in het epidermis, een structuur die morfologisch overeenkomt met de basale cellen van het

hoornvlies[4].

Figuur 3 (van Foreman et. al. [6]), wondheling van het hoornvlies. (A) Links in het plaatje migreren de plaveiselcellen naar rechts om de wond te dichten. De epitheel cellen migreren hierbij in 1 a 2 cellagen dik (12 uur na verwonding). (B) Na 24 uur is in dit figuur te zien dat de wond dicht is, in het gehele oog was 50 % van de wond gedicht. (C) Na 48 uur is de wond gedicht en is het epitheelweefsel 5-7 cellagen dik. Ook is te zien dat de buitenste cellen zich beginnen af te werpen in de traanfilm.

(6)

6

Notch signaal route

Diverse cellulaire processen worden gecontroleerd door de Notch signaalroute. Deze signaalroute speelt een essentiële rol bij bepaalde gebeurtenissen[14]. Enkele voorbeelden hiervan zijn

differentiatie, proliferatie, cel-cel adhesie en migratie. Signalen van buiten de cel worden hierbij gebruikt om een cascade van genexpressie te reguleren.

Notch is een transmembraan gebonden receptor die uit 2 delen bestaat; het Notch extracellulair domein (NECD) en het Notch intracellulair domein (NICD)[15]. De Notch receptor kan interactie ondergaan met een aangrenzende cel die een Delta en/of Serrate (in zoogdieren Jagged) ligand presenteert [16]. Interactie tussen Notch en een ligand is een onderdeel van een groter systeem, de Notch signaalroute.

Interactie tussen Notch en een ligand (Delta of Serrate) promoot 2 proteolytische klievingen van Notch, een overzicht van deze klievingen is te zien in Figuur 4 en Figuur 5 [16][17] . De eerste proteolytische klieving is extracellulair door de metalloprotease ADAM in de S2 regio van het Notch eiwit. Bij de 2e proteolytische klieving klieft de γ-secretase tweemaal; eenmaal in de S3 regio en eenmaal in de S4 regio van het Notch eiwit[17]. Bij deze laatste klievingen komen 2 elementen los;

het NICD en het Nβ los. De rol van Nβ is nog onbekend en heeft nog verder onderzoek nodig[17][18].

De rol van het NICD is wel duidelijk, deze ondergaat in de kern van de cel interactie met het recombinatie signaal eiwit bindend voor de immunoglobuline kappa J regio (aangegeven als CSL in Figuur 4 (RBPJκ)). Het RBPJκ vormt een complex met het NICD en rekruteert hierdoor co-activators en transcriptiefactoren [4][16][15][14][19][20]. Het NICD/ RBPJκ complex activeert genen zoals Hairy Enhancer of Split (Hes) en Hairy Enhancer of Split met YRPW motief (Hey). Deze genen coderen voor nucleaire basis helix-loop helix (bHLH) eiwitten welke de mogelijkheid hebben om andere target genen te reguleren [21]. Hierdoor ontstaat er een cascade van genregulatie.

Zoals eerder is aangegeven heeft de Notch signaalroute een belangrijke rol in de wondheling van het hoornvlies. In dit review worden enkele onderzoeken nader toegelicht en worden resultaten van deze onderzoeken met elkaar vergeleken om meer inzicht te krijgen op de Notch signaalroute tijdens wondheling

Figuur 5 ( van R. Kopan [17]), binding met Notch activeert ADAM (metalloprotease), welke in de S2 regio klieft. Deze klieving activeert γ-secretase, deze klieft de S3 en S4 regio waarbij de Nβ en NICD vrijkomen.

Figuur 4 (van S. Bray [16] ), binding van het ligand Delta aan de Notch receptor resulteert en 2 proteolytische klievingen. ADAM klieft Notch extracellulair in de S2 regio. Vervolgens klieft de γ-secretase intramembraan in de S3 regio (en de S4 regio, hier niet te zien zie hiervoor figuur 5). Deze klievingen zorgen ervoor dat het NCID los laat en in de kern interactie ondergaat met leden van de CSL familie, co-activator (Mam) en transcriptiefactoren.

(7)

7

Resultaten

Inhibitie van Notch signalering promoot migratie tijdens wondheling

Movahedan et. al. [22] hebben onderzoek gedaan naar de rol van Notch tijdens wondheling, waarbij specifiek is gekeken naar rol van Notch bij migratie. Daarnaast hebben zij onderzoek gedaan naar activiteit van Notch op verschillende momenten en de rol van Notch t.o.v. het cytoskelet.

Verschillende methoden zijn toegepast in dit onderzoek. Eén daarvan was de scratch assay, welke in vitro is uitgevoerd. Hiervoor werd de human corneal epithelial (HCE-T) cellijn voor gebruikt. Deze cellijn werd blootgesteld aan 1-10 µM N-[N(3,5-difluorophenacetyl)-1-ananyl]-S-phenyglycine t-butyl esther (DAPT(dit is een γ-secretase remmer en voorkomt dat NICD wordt geknipt en daarmee target genen kan activeren, hierdoor wordt de Notch signaalroute geinhibeerd)), de controle groep werd hierbij bloot gesteld aan DMSO. DMSO wordt gebruikt als controle omdat dit het oplosmiddel is voor DAPT, hierdoor kun je geboekte resultaten terugkoppelen aan DAPT en niet aan het oplosmiddel.

Vervolgens werd er met een pipetpunt een kras ingemaakt. Bij tijdstip 0, 12 en 24 uur is er een opname gemaakt om de migratie te bepalen. De resultaten van deze proef staan hieronder in Figuur 6. Figuur 6 A-C laten zien dat de cellen die zijn blootgesteld aan (verschillende concentraties) DAPT een snellere migratie vertoonde en een snellere wondsluiting. Ook zijn er cellen geactiveerd voor Notch door deze te behandelen met Jagged1 (ligand). Deze cellen vertoonden een langzamere migratie, zoals te zien is in Figuur 6 C.

Figuur 6 (van Movahedan et. al. [22]), HCE-T cellen zijn gebruikt in een scratch assay en behandeld met DAPT of DMSO. (A) Fotografische resultaten van de scratch assay onder de verschillende condities. (B) De gemeten resultaten van de scratch assay onder invloed van verschillende condities. (C) HCE-T cellen behandeld met DAPT migreren sneller dan de controle groep. De groep met Jagged behandeling vertoonde een activatie van Notch (data niet getoond). De Jagged groep vertoonde 20% langzamere migratie dan de controle groep (DMSO).

(8)

8 Verder is er gekeken naar de aanwezigheid van Notch op cellen vlak na verwonding bij onbehandelde ogen. Hierbij werd een oog van de muis verwond onder narcose. Na 0, 2, 6 en 12 uur werden Notch - positieve cellen gemeten door immunofluorescentie met Notch1-marker.

De cellen aan de rand van de wond vertoonden zowel na 2 uur als na 6 uur een verlaagde aanwezigheid van Notch op de cellen. Na 12 uur vertoonde 42 % minder cellen Notch aan de

buitenkant van de cel. Volgens het onderzoek worden de cellen hierdoor gestuurd richting een meer migrerend fenotype.

In vivo studies zijn uitgevoerd met muizen, om te zien of inhibitie van Notch voor snellere wondsluiting ook werkt in een modelorganisme. Hierbij is een wond gemaakt in de ogen van een muis (onder narcose). Hierbij werd het oog 2 uur lang om de 15 min voorzien van DAPT (bij de controle groep DMSO). Muizen werden na 24 uur verdoofd waarbij de ogen fluorescent zijn gekleurd en gefotografeerd. De resultaten hiervan zijn te zien in Figuur 7 (A-B). Figuur 7A toont de ogen aan van de muizen na verwonding. Hierbij is te zien dat het oog onder invloed van DAPT een kleiner wondoppervlak heeft na 24 uur. Figuur 7B laat zien dat ogen behandeld met DAPT 88% van het wondoppervlak heeft geheeld in 24 uur waarbij de controle groep maar 70% wondoppervlak heelde.

Deze resultaten wijzen erop dat inhibitie van NICD voor een snellere wondheling zorgt.

Figuur 7 (van Movahedan et. al. [22] ), ogen van muizen na scratch assay. (A) De ogen zijn na 0 en 24 uur gefotografeerd m.b.v. fluorescentie zout. (B) Relatieve geheelde oppervlakte na 24 uur na verwonding. DAPT vertoont hierbij een snellere wondheling.

Migrerende cellen vertonen over het algemeen veranderingen in het cytoskelet. In dit onderzoek is onderzocht of inhibitie van Notch invloed heeft op veranderingen in het cytoskelet. Hierbij is het cytoskelet gekleurd met een phalloidin kleuring. Het onderzoek toonde hierbij aan dat inhibitie van Notch (met DAPT) een versterkte vorming van lamillipodia in de cellen dicht bij de wond. Dit wijst erop dat Notch geïnhibeerde cellen aan de rand van de wond een verandering tonen in het cytoskelet.

(9)

9 Om vast te stellen dat de gevonden resultaten door migratie komen en niet door proliferatie, zijn er proliferatie assays uitgevoerd. Het effect van DAPT op proliferatie werd bepaald met thiazolyl blue tetrazolium bromide (MTT assay) en Ki67 (proliferatiemarker). Een MTT assay laat levende cellen en proliferatie zien door kleurveranderingen.

Cellen behandeld met DAPT toonden met de proliferatiemarker Ki67 geen significant verschil t.o.v.

de controle groep (DMSO) (Figuur A). Dit was ook het geval in de MTT assay, hierbij was er ook geen significant verschil. Deze resultaten wijzen erop dat Notch inhibitie geen effect heeft op de

proliferatie.

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat een snellere migratie tot stand komt wanneer Notch geïnhibeerd is. Daarnaast is er gebleken dat inhibitie van Notch effect had op het cytoskelet maar geen effect had op proliferatie. Dit wijst erop dat Inhibitie van Notch een snellere wondheling tot stand kan brengen door migratie te promoten.

Figuur 8 (van Movahedan et. al. [22]), proliferatie assays. (A) Percentage cellen met een Ki-67 positieve celkern. Cellen waarbij hierbij behandeld met DAPT of DMSO (controle). (B) Relatieve proliferatie bepaalt door MTT assay.

(10)

10

Activatie van Notch promoot wondheling

Lu et. al. [23]hebben ook onderzoek gedaan naar de rol van Notch op wondheling. Hierbij is specifiek onderzoek gedaan naar een verhoogde activiteit van de Notch signaalroute en de effecten hiervan op wondheling. Hierbij hebben zij gebruik gemaakt van transgene muizen die een verhoogd geactiveerd NICD hadden in de epitheel hoornvlies cellen.

Lu et. al. hebben voor dit onderzoek transgene muizen gecreëerd (Figuur 9 A)[23][24]. K14-cre +/+

muizen zijn daarvoor gekruist met R26fN1-ICD muizen. Bij de K14- cre +/+ muizen staat het cre

recombinase gen onder invloed van het humane weefsel specifieke K14 promotor. De K14 promotor is actief in specifieke typen weefsel, waaronder het epitheelweefsel in het hoornvlies. De R26fN1-ICD muizen bevatten op het ROSA26 locus het NICD gen[25]. Het NICD gen wordt in eerste instantie geblokkeerd door een stopcassette die tussen 2 loxP locaties in zit (aangegeven in Figuur 9 A met F).

De ruimte tussen 2 loxP locaties kan worden verwijderd door het eiwit Cre recombinase. De K14- cre

+/+ bevat het Cre recombinase gen, na de kruising van de 2 muizen kan de stopcassette verwijderd worden en wordt NICD toegankelijk voor transcriptie. De kruising resulteerde in 2 muizen; K14- cre+/−NICD+ (NICD+) enK14-cre+/− (NICD-).

Om de kruizing te controleren zijn mRNA levels uit het hoornvlies van de muizen vergeleken met wild type (WT) muizen, door middel van kwantitatieve PCR voor de genen Notch, Hes 1 en Hey 1. De resultaten van de kwantitatieve PCR zijn te zien in Figuur 9 B. NICD+ muizen vertonen hogere mRNA levels voor het Notch gen en de directe target genen van NICD. Hiermee is er aangetoond dat deze muizen een verhoogd level NICD hebben. De muizen met een verhoogd level NICD toonden geen abnormale proliferatie voor verwonding.

De NICD+ en WT muizen ondervonden een ook een scratch assay, waarbij deze later zijn vergeleken.

De ogen van de WT en de NICD+ muizen werden onder narcose mechanisch beschadigd. Na 0, 18 en 24 uur werden er foto’s genomen van de ogen, hiervoor werd het gehele oog of het gehele

hoornvlies verwijderd. Bij elk tijdstip zijn er 4 muizen per type gebruikt. De ogen werden gekleurd met fluorescentie zout en gefotografeerd (muizen waren geëuthanaseerd). Het verwijderde Figuur 9 ( van Lu et. al. [23]). (A) schematisch overzicht van de kruising. (B) relatieve waarden van de kwantitatieve reverse transcriptase PCR. Het Notch gen en de directe target genen van NICD: Hes 1 en Hey 1 zijn gemeten in 8 weken oude K14-cre+/− NICD+ en WT muizen.

(11)

11 hoornvlies werd gekleurd volgens de Richardson’s kleuring welke het basement membraan kleurt.

In Figuur 10 (A-D) zijn de wondheling resultaten te zien waarbij alleen WT en NICD+ muizenzijn vergeleken. Figuur 10 A laat zien met fluorescentiekleuring, dat de ogen van de NICD+ muizen en WT muizen. Hierbij is te zien dat de NICD+ muizen sneller genezen dan de WT muizen. Na 18 uur is het wondoppervlak gemeten van de muizen (Figuur 10 B). Hier vertoonden de NICD+ muizen een kleinere wondoppervlak. Ook is wondoppervlak bepaald met Richardson’s kleuring, hierbij toonden NICD+ muizen na 18 en 24 uur een kleiner wondoppervlak(Figuur 10 C-D). Deze resultaten laten zien dat de transgene muizen sneller genezen.

De proliferatie van het epitheelweefsel in NICD+ enWT muizen na verwonding is bepaald door middel proliferatie assay met het 5-bromo-2'-deoxyuridine (BrdU) label en immunokleuring. Hierbij bouwen prolifererende cellen BrdU in het DNA tijdens DNA replicatie en is daarmee een marker voor

prolifererende cellen. Hierbij werden gehele ogen 2 uur van te voren behandeld met BrdU m.b.v.

injectie. BrdU positieve cellen werden met behulp van immunokleuring gekwantificeerd na 0, 6, 12 en 18 uur na verwonding.

WT muizen (controle) toonde 12-18 uur na verwonding in het epitheel van het hoornvlies een Figuur 10 (van Lu et. al. [23]), wondheling van WT en NICD+ muizen. (A) Fluorescente opnamen van de ogen na 0 en 18 uur onder kobalt gefilterd ultraviolet licht. (B) Kwantitatieve meting van het wond- oppervlak, gekleurd met fluorescentie gepresenteerd als gemiddelde (n= aantal onderzochte ogen). (C) Hoornvlies gekleurd met Richardson’s kleuring (na 0, 18 en 24 uur), toont het overgebleven wond - oppervlak. (D) Gemeten wondoppervlak na 0, 18 en 24 uur. Vier ogen werden gebruikt per groep resultaten en gepresenteerd als gemiddelde.

(12)

12 toename van prolifererende cellen. NICD+ muizen toonden deze toename vanaf 6 uur na verwonding (Figuur 11 A). Deze waarnemingen waren niet alleen in het epitheelweefsel te zien maar ook in de limbus (Figuur 11 B). Daar toonden NICD+ muizen ook een eerder toename van prolifererende cellen.

Deze data suggesteert dat een verhoging van het NICD in cellen, leidt tot snellere proliferatie.

Om te bepalen of proliferatie correleert met de activiteit van Notch, werden mRNA levels van de genen Notch, Hes en Hey bij WT muizen onderzocht. Hierbij werden er ogen van muizen verwond (onder narcose). Vervolgens werd er na 0, 3, 6, 12, 18 en 24 uur RNA geïsoleerd uit het hoornvlies.

Dit RNA werd gebruikt voor een kwantitatieve qPCR.

Het hoornvlies vertoont bij de tijdmetingen van 0, 3, 6 en 12 uur geen significante verschillen van de mRNA levels. De mRNA levels van Notch, Hes en Hey vertoonde na 18 en 24 uur echter wel

verschillen t.o.v. voor de verwonding. De mRNA levels waren hier significant toegenomen. Eerder was al aangetoond dat WT muizen na 12-18 uur een toename hadden van BrdU positieve cellen. Dit samen ondersteunt de hypothese dat activatie van Notch proliferatie promoot en daarmee

wondheling.

Uit het onderzoek van Lu et. al. is gebleken dat de NICD+ muizen (een hoger level NICD in de cel en daarmee een geactiveerde Notch signaalroute) sneller reageerden op een wond en daarnaast

proliferatie promootte. Hierdoor vond een snellere wondheling plaats dan bij de WT muizen. Dit wijst erop dat activatie van de Notch signaalroute proliferatie promoot en daarmee wondheling. Echter een overexpressie NICD in andere celtypen had geen invloed op de proliferatie wat er op wijst dat andere factoren bijdragen aan de gevoeligheid van de cellen voor de activiteit van Notch.

Figuur 11, Proliferatie assay. (A) Kwantificatie van BrdU positieve cellen in het epitheelweefsel van het hoornvlies. Hier is het gemiddelde van positieve cellen genomen per mm weefsel. (B) Kwantificatie van BrdU positieve cellen in de limbus regio. Ook hier is het gemiddelde genomen per mm weefsel.

(13)

13

Discussie

Een wond in het hoornvlies dient snel hersteld te worden om goed zicht te waarborgen en pathogenen tegen te gaan. Eerdere onderzoeken toonden al aan dat Notch hierbij een grote rol heeft. In dit review is gekeken naar 2 artikelen die een rol van Notch beschrijven tijdens wondheling.

Eén onderzoek toont hierbij aan dat inhibitie van Notch migratie en wondheling promootte, maar een ander onderzoek toont aan dat activatie van Notch proliferatie en wondheling promootte.

Beide lieten in het onderzoek zien dat Notch invloed had op de wondheling van het hoornvlies.

Movahedan et. al. lieten dit zien door γ-secretase te inhiberen en daarmee ook Notch. Hiermee werd aangetoond dat inhibitie van Notch migratie en wondheling promootte. Lu et. al maakte gebruik van transgene (NICD+) muizen voor deze assay. De transgene muizen vertoonden een verhoogde

concentratie van NICD in de cellen. Deze muizen lieten daardoor een snellere proliferatie en wondheling zien.

Eerdere studies toonden aan dat de concentratie geactiveerd Notch daalde na verwonding in het oog[4], hierbij was het gehele hoornvlies gebruikt voor de analyse. Movahedan et. al. toonde dit ook aan door een verlaagd percentage cellen te meten die positief voor Notch waren aan de rand van de wond na 12 uur[22]. Daarentegen toonde Lu et. al. aan dat de geactiveerd Notch toenam na

verwonding bij de WT muizen. Hierbij is de locatie (t.o.v. de wond) bij het meten niet vast gesteld.

Aangezien eerder is aangetoond dat cellen dicht bij de wond anders reageren dan er iets verder vanaf [2][26], is het mogelijk dat beide onderzoeken gelijk hebben, dit alleen wel op verschillende locaties t.o.v. de wond. Dit zou betekenen dat Notch zowel bij proliferatie als migratie een rol heeft.

De NICD+ muizen toonden voor verwonding en in andere celtypen geen abnormale proliferatie ondanks de hoge concentratie NICD in de cellen [23]. Dit wijst erop dat meer factoren een rol spelen bij proliferatie en wondheling. Movahedan et. al. hebben niet onderzocht wat notch inhibitie veroorzaakt voor verwonding. Het is daarom niet uit te sluiten dat ook hier andere factoren een rol hebben gespeeld. Het idee dat andere factoren ook een rol spelen bij wondheling wordt

ondersteund door andere studies. Deze studies tonen aan dat verschillende groeifactoren en ephrines onder andere een rol hebben in de wondheling van epitheelweefsel in het hoornvlies [27]

[28] [29].

Bevindingen van Movahedan et. al. waarbij Notch inhibitie migratie en wondheling promoot lijkt overeen te komen met eerdere studies [9][4][22]. Daarentegen komen de bevindingen van Lu et. al., waarbij cellen met een hoge NICD concentratie zorgen voor snellere proliferatie en wondheling, overeen met andere eerdere studies[12]. Ik denk dat de rol van Notch een belangrijke rol speelt in zowel proliferatie als migratie, aangezien beide artikelen dit met meerdere methoden bewijzen.

Daarbij spelen deze 2 mechanismen zich af op verschillende locaties (dicht bij de wond en daar iets vanaf)[26]. Verder ben ik van mening dat meer factoren een rol spelen bij de wondheling, aangezien andere studies deze gedachte ondersteunen en de NICD+ muizen geen abnormale proliferatie toonden voor verwonding.

(14)

14

Referenties

[1] S. C.-M. Huang en H.-C. J. Chen, „Overview of Laser Refractive Surgery,” Chang Gung Med J, Vols.

%1 van %2 2008;31:237-52.

[2] L. LU, P. REINACH en W. KAO, „Corneal Epithelial Wound Healing,” Experimental Biology and Medicine, 2001, 226:653-664.

[3] R. Lavker en T.-T. Sun, „Epithelial stem cells: the eye provides a vision,” Eye , 2003 17, 937–942.

[4] A. R. Djalilian, A. Namavari, A. Ito, S. Balali, A. Afshar, R. M. Lavker en B. J. T. Yue, „Down-

regulation of Notch signaling during corneal epithelial proliferation,” Molecular Vision, 2008; 14:

1041–1049..

[5] M. Wakuta, N. Morishige, T. Chikama, K. Seki, T. Nagano en T. Nishida, „Delayed wound closure and phenotypic changes in corneal epithelium of the spontaneously diabetic Goto-Kakizaki rat.,”

Invest Ophthalmol Vis Sci., 2007 Feb;48(2):590-6..

[6] D. Foreman, S. Pancholi, J. Jarvis-Evans, D. McLeod en M. Boulton, „A Simple Organ Culture Model for Assessing the Effects of Growth Factors on Corneal Re-epithelialization,” Exp. Eye Res.

, 1996, 62, 555±564.

[7] M. Lehrer, T.-T. Sun en R. M. Lavker, „Strategies of epithelial repair: modulation of stem cell and transit amplifying cell proliferation,” Journal of Cell Science , 1998, 111, 2867-2875.

[8] P. K. Matilla en P. Lappalainen, „Filopodia: molecular architecture and cellular functions,” Nature Reviews Molecular Cell Biology , 2008; 9, 446-454.

[9] A. Ma, B. Zhao, M. Boulton en J. Albon, „A role for notch signaling in corneal wound healing,”

Wound repair generation, 2011;19:98-106.

[10] A. Ma, M. Z. B. Boulton, C. Connon en J. Albon, „A role for notch signaling in human corneal epithelial cell proliferation and differentation”.Invest. Ophthalmol. Vis. Sci..

[11] S. Vauclair, F. Majo, A.-D. Durham, N. B. Ghyselinck en Y. Barrandon, „Corneal Epithelial Cell Fate Is Maintained during Repair by Notch1 Signaling via the Regulation of Vitamin A Metabolism,”

Development cell, pp. 2007 ;13(2):242-53.

[12] S. Chigurupati, T. Arumugam, T. Son, J. Lathia1, S. Jameel, M. Mughal en S. Tang, „Involvement of Notch Signaling in Wound Healing,” PLoS ONE, 2007;2(11):.

[13] M. Nicolas, A. Wolferm, K. Raj, J. A. Kummer, P. Mill, M. van Noort, C. C. Hui, H. Clevers, G. P.

Dotto en F. Radtke, „Notch1 functions as a tumor suppressor in mouse skin,” Nature Genetics, Vols. %1 van %22003, 33, 416 - 421 .

[14] E. C. Lai, „Notch signaling: control of cell communication and cell fate,” Development, 2004;131, 965-973.

[15] R. Le Borgne, A. Bardin en F. Schweisguth, „The roles of receptor and ligand endocytosis in regulating Notch signaling,” Development, 2005; 132, 1751-1762..

(15)

15 [16] S. J. Bray, „Notch signalling: a simple pathway becomes complex,” Nat Rev Mol Cell Biol., 2006

Sep;7(9):678-89.

[17] R. Kopan en M. X. G. Ilagan, „γ-Secretase: proteasome of the membrane?,” Nature, 2004; vol.

5:499-504.

[18] F. Schweisguth, „Regulation of Notch Signaling Activity,” Current Biology, 2004; Vol. 14, R129–

R138.

[19] D. Ross en T. Kadesch, „The Notch Intracellular Domain Can Function as a Coactivator for LEF-1,”

Mol Cell Biol. , 2001 November; 21(22): 7537–7544.

[20] R. Kopan, „Notch: a membranebound transcription factor,” Journal of Cell Science , 2002, 115, 1095-1097.

[21] S. Artavanis-Tsakonas, M. Rand en R. Lake, „Notch signaling: cell fate control and signal integration in development.,” Science, 1999 Apr 30;284(5415):770-6.

[22] A. Movahedan, M. Majdi, N. Afsharkhamseh en H. Sagha, „Notch inhibition during corneal epithelium wound healing promotes migration,” Investigative Ophthalmology & Visual Science, 2012; 53:7476-7483.

[23] H. Lu, Q. Lu, Y. Zheng en Q. Li, „Notch signaling promotes the corneal epithelium wound healing,” Molecular Vision, 2012;18:403-411.

[24] [Online]. Available: http://mouse.ncifcrf.gov/available_details.asp?ID=01XF1.

[25] [Online]. Available:

http://www.informatics.jax.org/javawi2/servlet/WIFetch?page=alleleDetail&id=MGI:2684314.

[26] J. Zahm, H. Kaplan, A. Herard, F. Doriot, D. Pierrot, P. Somelette en E. Puchelle, „Cell Migration and Proliferation During the In Vitro Wound Repair of the Respiratory Epithelium,” Cell Motility and the Cytoskeleton, 1997;37; 33-43.

[27] [Online]. Available:

http://www.jpte.co.jp/english/business/Regenerative/cultured_corneal_epithelium.html.

[28] [Online]. Available: http://medical-dictionary.thefreedictionary.com/wing+cells.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het DNA-polymerase- γ dat door de muizen met het mutantgen geproduceerd wordt, is wel in staat om mtDNA te kopiëren, maar niet in staat om het te. controleren

Bij de snel verouderende muizen blijken veel meer puntmutaties in het mtDNA voor te komen dan bij muizen zonder deze afwijking. Verandering van één enkele base in een gen leidt

Wie zijn muis niet tijdig terug kan trekken, moet deze aan de kat geven en in de volgende ronde een nieuwe muis inzetten. Wie na de 5e ronde de meeste muizen heeft,

Na een paar keer vertelt u de kinderen dat u liever geen muizen in het speellokaal hebt en daarom een poes gevraagd hebt om de muizen weg te jagen.. Dan pakt u de trommel en

Heeft de oogarts van Noordwest Ziekenhuisgroep bij u keratoconus vastgesteld, dan wordt u voor behandeling altijd naar een ander behandelcentrum verwezen. De oogheelkunde van

Het hoornvlies kan beschadigd raken door iets wat in of tegen het oog komt, zoals een tak, een ijzersplinter of iets scherps dat u in uw oog krijgt.. Verschijnselen die hierbij

Er komen nog een aantal grotere ‘muizen’-soorten in België voor die echter niet met vallen van het type Trip Trap of pitfall kunnen gevangen worden (met uitzondering van

Van alle recidiverende hoornvlies erosies wordt 50% veroorzaakt door een hoornvlies dystrofie.. Dit ontstaat na een beschadiging van het hoornvlies, vooral door nagels,