@YER
DE ZIN
VAN HET VAKBONDSTIENTTE
Auke
R. Leen
Hoe
het begon:
OPSTAND DER BOUWVAKKERS
Het
vakbondstientjeen
het VZO,
destijds nog KNO geheten, zijn sinds de oprichting van het KNO in 1976, altijd twee handen op een buik geweest. Uit de nutoch
al stoffige archieven van het VZOkomt
het vakbond-stientje als het spraakmakendste onderwerpuit de
eerstejaren van het
VZOte
voor-schijn. Stond het in het eerste nummer vanhet
mededelingenbladnog
op de
tweede plaats (opde
eerste plaatsstond de
strijdtegen
de
automatische
prijscompensatie) daarna werd het al gauw jarenlang actiepunt nummer één,Om anno
1996oP de
elfde plaats te staan.Waarom
was er die
strijdtegen het
vak-bondstientje? Uit de archieven van het VZOkomt het
volgende, ongetwijfeld gekleurdebeeld naar voren.
ln
1966 woedde
in Amsterdam een opstand van bouwvakarbei-ders. Er viel zelfs een dode. De vakbonden haddenvan
de
niet-georganiseerde bouw-vakkers een paar tientjes van het vakantie-geld ingehouden. Dit hadden ze gedaan om de kostente
dekken die verbonden waren aan het afsluiten van een CAO. lmmers, de niet-georganiseerden profiteerdenhier
ookvan.
Dit
schoot
de
niet-georganiseerde bouwvakkersin
het
verkeerde keelgat. De vakbonden deden dit dan ook geen tweede keer. Waarom het geld ook niet bij de werk-gevers gehaald? Dat zijn immers rustige lie-den, die toch ook profiteren van zo'ncollec-tief
afgesloten
arbeidsovereenkomst.Vandaar
de
prat<tijkom
sindsdien
een bepaald percentage vande
bruto loonsom (variërend van0.1
tot
drie procent) aan de Sociale Fondsen af.te
dragen.Het geld
is bestemd voor het jaarlijkse overleg van de bij een CAO betrokken partijen en scholing/vor-mingswerk van werknemers.Het
gekozen gezichtsPunt:
EFFICIËNTIEHoe nu het vakbondstientje
te
bekijken? Ditkan
op
verschillende manieren gebeuren: principieel, pragmatisch. Ook kunnen we in onze analyse betrekken dat de wereld sinds 1976 is veranderd. Wat toen fout was, kan nu goed of van geen belang meer zijn. Het gezichtspuntdat ik
hier kiesis
dat van de efficiëntie. Maar wel een specifiek soort effi-ciëntie: het minimaliseren van de zogenaam-de transactiekosten. Naast zogenaam-de bekenzogenaam-de pro-duKieve efficiëntie (eenprodul(ie van
eenbêpaalde kwaliteit
zo
goedkoop
mogelijk produceren) zijn er ook nog andere kosten.De
marktwerkt niet
gratis.De
ruilop
de markt brengt kosten met zich mee. De kos-ten van het verzamelen van informatie nodigvoor het
opstellenvan een contract,
het opstellen van dat contract zelf en het toezien op de naleving.Het kijken naar transactiekosten is opgeko-men sinds het midden van de jaren zeventig. Ronald Coase, die enkele jaren geleden de Nobelprijs
voor
de
economie heeftgekre-gen,
introduceerdehet
begrip
transactie kosten al in een artikeluit
1937, Hijbeant-woordde
daarinvoor
het
eerst
de
vraag:Waarom zijn
er
eigenlijkbedrijven?
Eengoed economisch antwoord was er
tot
dan toe nog niet gegeven. lmmers, als de markt,zoals
economen beweren,zo
fantastisch werkt, waarom is dan niet iedereen, als wehet
bijvoorbeeld over arbeid hebben, een (kleine) zelfstandige? Waarom biedt niet een ieder zijnlhaar diensten op de markt aan? lnmijn geval,
ik
sluit apafte overeenkomstenmet de
universiteit voor al de verschillende activiteiten die ik verricht, keerop
keer. De onzichtbare hand van de markt zorgt er voor dat het geen chaos wordt. Dus dat kan het probleem niet zijn.ln
plaats vande
markt, zienwe
echter eilandjes van centrale plan-ning: bedrijven waar mensen in een hirarchi-sche structuur samenwerken. Dit komt vol-gens Coase omdat aan de markt kosten zijnverbonden: transactiekosten.
Soms
is
hetzo
dat
je
iets goedkopervia de markt
ensoms
kun
je
iets
goedkoperbinnen
een bedrijf doen.Kodom het
antwoordop
de vraag: doeik
iets binnen mijn bedrijfof
via de marld, is afhankelijk van de hoogte van de transactiekosten.De grote winst van deze benadering, die in
de
economie bekendstaat
als transactie-kosten economieof
neo-institutioneleeco-nomie,
is dat
verschijnselendie eerst
als onbegrijpelijk of als een uiting van monopo-liemacht werden gezien, binnen detransac-tiekosten
economieeen
duidelijke functie hebben. Ze besparenop
detransactiekos-ten.
leder bedrijf probeertniet
alleenpro-duKie-
maar ook transactiekostente
mini-maliseren.Dat het VZO het vakbondstientje in het licht
van de
traditionele monopolie benadering zag, is zonneklaar. De teneur van de artike-lenin
de eerste jaargang van hetblad,
De Kritische Ondernemer, is duidelijk. "Het geld wordt de werkgevers afgenomen envervol-gens gebruikt
om de
ondergangvan
de10
ondernemingsgewijze produktie
te
bewerk-stelligen". "Doelvan de
vakbondenis
een totalitaire maatschappijmet
arbeiders zelf-bestuur". "De vakbondviert feest met
het kapitaal van de werkgevers".Transactiekosten:
MONOPOLIE VERSUS EFFICIËNTIE Laten
we om
een idee
te
krijgenvan
de transactiekosten economie een drietal voor-beelden bekijken. ln Amerika had Schwinn'een
aldaar bekend fietsenmerk,zo'n
2Oo/ovan de markt. Het merk stond voor de
bete-re,
kwalitatief hoogstaandefiets.
De
fietshad
ook
een
duidelijk hogereprijs
als de meer gewone fiets. Als je naar een Schwinn-dealerging dan kon
je
verzekerd zijn van een goed advies, een voorraad aan reserve onderdelen en vakbekwaam personeel. Wat was nu het geval? Schwinn stelde aan haardealers
niet
alleen
de
zojuist
genoemde eisen van vakbekwaamheidetc,
maar ging ook nog de eis stellen dat niet door verkochtmocht worden aan goedkope
discountzaken.
Deze laatstenverkochten
de
fiets zonder service, tegen een aanzienlijk lagere prijs. De Amerikaanse overheid was het met dit verbod-eind jaren zeventig-niet eens. Zijvond dat Schwinn een dusdanig groot deel van de
marl(
haddat
daarop concurrentie moest zijn. Als het prijsverschilgerechtvaar-digd was, zou het
wel
stand
houden. Zo niet, dan was het slechts verkregen door het uit oefenen van monopoliemacht.Vanuit het oogpunt van de transactiekosten economie ziet het
er
echter anders uit. De situatie is niet zo dat een bedrijf zijn mono-polie positie met dito hoge prijzen probeed te behouden. Nee, Schwinn had een levens-vatbaargat
in demarK
ontdekt. De marktvan
kwaliteitsfietsen.Hiertoe
moest
het bedrijf een kwaliteits imago handhaven. Wat gebeurt er echter als de fietsen ook via een discount huis worden geleverd? Daar wordt minder zorg aan de fiets besteed. Na enige tijd valt de fiets van ellende uit elkaar en het imago is naar de knoppen. Bij klachten ver-geten de consumenten er bij te zeggen-alsze
het overzo'n
waardeloze Schwinn fiets hebben-datze de fiets bij
een
goedkopediscounter hebben gekocht.
Vergelijk de situatie voor een auteur alsz'n
boek bij de Slegte ligt. Voor menig auteur is dit bepaald geen compliment.een hoedje spelen. Dit speelde bijvoorbeeld in Canada. Shell leverde in Montreal olie aan lmperial en lmperial leverde aan Shell aan de
Atlantische
kust van
Canada.
Waaromgebeurt
dit?
Shell verkoopt
olie aan
de Atlantische kust, echter niet in die mate dat het lonendis om
daarook
een raffinaderij voor neer te zetten. Wil je die investering er uit halen dan moet je heel wat olie verkopen. Shellkocht
daaromolie
brj lmperial. Deze maatschappijmoest
daartoede
capaciteitvan
haar
raffinaderij behoorlijk uitbreiden, Een uitbreiding die alleen maar verantwoord was als Shellook
in de toekomst olie bleef kopen. Hoe Shell daar in een lange termijn contract aante
houden? Shellzou
waar_ schrjnlijk altrldwel een
reden vinden
om onderzo'n
contract
uit
te
komen.
ln
dat geval is het beterom
nietop
de rechter te vertrouwen maar zelf een regeling te treffen. Het beste is vaak een wederzijdse afhanke_ lijkheidte
creëren. Dan heeft
niet
alleen lmperial maarook
Shellwat
te
verliezen Vandaar de gekozen constructie van weder-zijdse levering. Geen poging om de concur_ rentiete
beperken, maar gewoon een effi_ciënt middel
om er
voorte
zorgendat
de ander zich aanztln woord houdt.Het derde
en
laatste voorbeeld betreft het afsluiten van een CAO. lnde
autobiografie van Watson jr. (de zoon van de oprichter vanIBM) lezen
we
het
volgende.
Volgens Watsonjr.
had z¡n vader een enorme hekelaan
vakbonden.Hij wou ze
daarom ook nooit het idee geven dat ze door collectieve macht iets bereikt hadden. Vond er btj IBM een loonsverhoging plaats dan werd die ver_ strekt louter en alleen op grond van een indi_ viduele p restatie. Een ieder wer d bij ztln/haarbaas geroepen
en
kreegte
horen:je
hebt goed je best gedaan, je krijgt er 3% bij. Een volgende kreeg het zelfde verhaal te horen. Enzovoorts. Gevolgwas dat
IBM een paar dagen per jaar plat lag. Direct bij zijn aantre_den
als
directeur veranderde
Watsonjr._door Fortune beschreven
als
de
meest succesvolle kapitalist aller tijden-dit. Het was veel goedkoper om gewoon door te werken en een ieder-vakbond of niet-er in één keer 3%bijte
geven.Kenmerken van het
contract
proces
Welke elementen spelen nu zoal eenrol-die-nen
efficiënt geregeld
te
worden-in
een CAO? We kunnen denken aan(l)
een juiste, objectieve koppeling tussenwerk en
belo_ ning; (2) mensen moeten de prikkel hebben om zich in hun werk verderte
bekwamen, daartoede
nodige
investeringente
doen, zonder dat zij of de werkgever zich later uit_ gebuit voelen; (3) problemenop
het
werk dienen soepel opgelostte
worden
(ruziën zonder rechterheeft
de
voorkeur);en
(4)veranderingen moeten soepel doorgevoerd
kunnen
worden.
Nu
zoudenal de
zojuist genoemde zaken niet zo'n probleem zijn alsde
menselijkegeest
nietzo
beperkt was.Anders-bij volledige
kennis-zouden
we immers voor eens en voor altijd alles in egn allesomvattend contract kunnen vasileggen. (Zipde
volgende tabel, bovenste regel. De afwezigheid van beperkte kennis geef ik aan met een o. ls een element wel aanwezig dan staat er een +).'Als
de dienst homogeen, niet specifÌek(S=0) is, dan hoeft er niet veel geregeld te worden. We kunnen denken aan losse landarbeiders die voor een bepaalde dag gehuurd worden. 'S ochtends vezamelen ze zich voor het café, er komt een busje voor rijden. Wie wil er mee voor dit loon? En 's avonds worden ze weer afgeleverd. Vergel¡k de situatie met een werk-nemer die, onderuueg naar huis, bij een stalle_
tje langs de weg een kilo sinaasappelen koopt.
Ook zou het geen probleem zijn als de men-sen eerlijk waren. Een man een man, een
woord een woord.
Danzou
immers alles opgelost kunnen worden door te stellen dat alser
een probleem ontstaat,er
iets moet worden aangepast, een ieder naar eer en geweten de zaak zal oplossen, Feit is echter dat dit niet het geval is. Bij een conflict is voor de meesten het hemd nader dan de rok. Het zou ook geen probleem zijn als iedere waar/arbeid volkomen aan elkaar gelijk, cq.met elkaar
uitwisselbaar
zou
zijn.
Danimmers
zorgt
de
concurrentie-de fly-by-night operator daargelaten-er voor dat men-sen zich wel eerlijk moeten gedragen.Het
terreinwaarop
wij ons
richten
is
de onderste regel van de tabel. Als onze kennis beperlctis,
de
mens de
neiging heeft omzich
opportunistischte
gedragen,en
alle arbeid niet gelijkis:
Hoe dan een contract efficiënt vorm te geven?Een
eenvoudig
contract
schema
Voor
de
beantwoordingvan
deze
vraag bekijken we de volgende figuur van een een-voudig contract schema.A P1
S=O
Pzs>o
B=O
B>O
Pz> PsS = Specifiekheid van het goed/dienst B = Eeheèrsstructuur
11
De koper kent
de
verkoper nieten
omge-keerd en waarschijnlijk zien ze elkaar nooit weer. Voor ons is de situatie in de onderstepoot van de
figuur
van
belang.
Stel
dat arbeid niet homogeenis
(S>O). Betreft het iemand met de bekwaamheid van het stan-daardWord
Perfect computer programma dan is er niets aan de hand. Als hijlzij weg-gaatkomt er
gewooneen
ander.De
per-soon
beschiktover
kennisdie
overal vanpas komt.
Stel echterdat
het hier
kennis over een programma betreft die alleen voordat
bedrrjfvan
belangis.
Dan
hebben de partijen als de relatie verbroken wordt, beide wat te verliezen. lets waar zij in de opstelling van het contract wel of niet in kunnen pro-beren te voorzien.Stel dit gebeurl niet (B=0). De situatie, punt B in de figuur, is dan onstabiel. De werkne-mer voelt er niet veel voor om vaardigheden
te
ontwikkelenwaar
hij
buiten
dat
bedrijfniets aan heeft. En,
zo het
vaardigheden betreft die wel buiten het bedrijf te verzilve-ren zijn, dan voelt omgekeerd de werkgever er weinig voor in een werknemer teinveste-ren. Die
werknemerkan
immers-met
dedoor
de
oude
werkgever betaaldeopleí-ding_naar
de
concurrent
toe
stappen. Waarschijnlijk zullen beideer toe
besluiten naar punt A in de figuur te gaan. De efficien_te
investering in kenniskomt
niettot
stand. Als er echter in het contract wel de nodige regels worden opgenomen dan kunnen we naar punt C verhuizen. De werknemer aan-vaardt bijvoorbeeld een concurrentie beding in zijn arbeidsovereenkomst en dewerkge-ver
geeftde
werknemereen contract
van een minimale tijdsduur.We zouden in deze bijvoorbeeld ook kunnen
denken aan het volgende. Stel
je
bent gla-zenwasser en dient niet alleen van een stel doorzonwoningen de ruiten te wassen maar ook van een bos paalwoningen-waaryan erB
Ps
in Enschede en Rotterdam een aantal staan. Voor de doorzonwoning is de situatie er een van punt A.
Wat echter als je specifieke apparatuur moet ontwikkelen om de ruiten van de paalwonin-gen te wassen? Dan wil je die investering er natuurlijk uit halen. Bijvoorbeeld
je
eist een contract voor minstens 10 jaar.Willen
de
bewonersje
dat
niet geven danwas
je
traditioneel,
zonder
de
efficiënte apparatuur. Ofwel je doet de investering wel maar wilt de kosten natuurlijk zo snel moge-lijk terug verdienen. Je vraagt een aanzienlijk hogereprijs,
p2
(punt
B),
dan
je
bij
een garantievan vaste
klandizievoor 10
jaar gedaan zou hebben (punt C): 2>p3.Gonclusie
Komen we terug bij de CAO en het vakbond-stientje. We zouden kunnen stellen dat in de
loop van
de tijd de
arbeids overeenkomst steeds gecompliceerder is geworden. Dit is zo door een toename van de specifiekheid van de arbeid. De tijd van de losse landarbeidersis
voorbij.De
behoefte aan een specifieke beheersstructuur namtoe.
Dat verschijnsel openbaardezich
midden
jaren
zeventig. Sommige bedrijven hadden direct voordeel bijeen
meer gecompliceerde arbeidsovereen-komst.Voor
bedrijvendie met
betrekkelijk eenvoudigearbeid
werkten_voorjou
tien anderen_wasdit
niet het geval. Wellicht dat.
tot
het VZO destijds vooral die laatste bedrij-ven zich aangesproken voelden. Wat overblijft is datje
het vakbondstientje vanuit de trans-actiekosten economieniet aan
een .tegen-stander geeft. Die er vervolgens mee probeert de baas mee te worden in je eigen bedrijf: de
traditionele monopolie benadering. Nee, je geeft het geld
om
een efficiënt contract tot standte
laten komen. Doeje
dat
niet, dan komt_in het geval van de paalwoningen-oÍruel een efficiënte transactie niet tot stand (punt A).Je ruiten worden inefficiënt gewassen, zonder specifieke apparatuur. Dan
wd je
moet een veel hogere prijsþunt
B) voor het wassen betalen dan met een garantie in de overeen-komst nodig zouzijn geweestþunt
C).a a
Het
volgendeartikel
"Normalisatie enTaal"
Iaat zienwat
voorabsurde
consequenties normalisatie kan hebben. Normalistaie isgeen
staatsactiviteit,doch
is een soorfparticulier
initiatief.Het
bevestigtde
stellingdat
het
"
bureaucratischegevaar"
niet (alleen maar) inovermatige
overheidsbemoeienis ligt, maar (ook)in
een bepaaldparticulier initiatief.
ln
dit
circuit
zijn
bepaalde instellingen uitverkorentot
het hebbenvan
een monopolie.Zo
mag
het Nederlands Normalisatielnstituut
alsenige
instelling(
Stichting)zich met
normen bezig houden (o.m.
verkopen). De bureaucratiegeprivatiseerd
?Johann Grünbauer.
TAAL IS GEEN KWESTIE VAN ORWELLIAANSE EFFICIËNTIE Over
normalisatie
entaal
Normalisatie
is
het
maken
van
afspraken over hoe dingen moeten zijn en processen dienen te verlopen. Normalisatie is niet van de laatste tijd.Al
in de oudste samenlevin-gen was er al sprake van afspraken en vaste gebruiken; in Egypte en Mesopotaniëmaak-te
men
bouwstenenuit
klei van
dezelfdeafmetingen.
Men
ordende,
of
andersgezegd, men normaliseerde om
routinema-tig en
dus
effici,ëntte
kunnen werken. Dit gebeurde niet bewust; het wasvanzelfspre-kend. De
bekende
geschiedenisvan
de bouw van de stad en de toren van Babel uitde
Bijbelis wellicht het oudste
voorbeeld van het falenvan
normalisatie.Het
bouw-proces liepspaak
doordatde taal
'verab-normaliseerde', of anders gezegd:'verchao-tiseerde'.Bewust normaliseren werd onvermijdelijk als gevolg van grootschalige industriële
produk-tie.
Door
specialisatie produceertde
ene fabrikantieis
waarop een andere fabrikantmoet
aansluiten.
Het
in
Griekenland gemaakte moertjemoet
passenop
het
inDuitsland geproduceerde
boutje.
Vaste lengte- oppervlakte- gewichtseenheden en dergelijke zijn ook resultaat van normalisatie. Geen moderne samenleving is denkbaar alsiedereen zijn eigen maatstaf
zou
hanteren. Hierin orde scheppen, dat wil zeggennor-men
opstellen, noemt
men
normalisatie. Normen hebben een communicatief karak-ter.Vandaag de dag zijn normen geautoriseerde documenten (in ons land NEN-documenten) waarin wordt beschreven hoe dingen of pro-cessen dienen te zijn of te verlopen. Normen
worden
geacht opgesteldte
worden door alle belanghebbende marldpartijen. Z$wor-den
geautoriseerddoor
het
Nederlands Normalisatie lnstituut (NNl)te Delft. Normen zijn dus technisch van aard. Daarbij speelt detaal
een crucialerol.
lk
memoreerde alhet
debâcle
van Babel.
Normalisatoren (opstellersvan
normen) onderkennen ditook.
Daarom laten normalisatorende
nor-men beginnen met definities van dete
nor-maliseren dingenen/of
processen.Op
het eerste gezicht lijkt dit een vanzelfsprekende aanpak.Toch
is
dit nog
maarde
vraag.Want,
kunnen expertsons de
taalkundige les lezen?Laten wij eens kijken hoe een en ander in elkaar steekt aan
de
hand van twee voor-beelden van huiselijke aard:de
stekker en het stopcontact. De woorden waarmee wedeze
dingen duiden,zijn woorden
uit
dedagelijkse
omgangstaal,
het
Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN),en staan
in12
alle
woordenboeken.Echter, zoeken
we deze woorden in zo'n woordenboek op, dan attendeertdeze ons
erop dat de
officiële woorden hiervoor zijn: steker en wandcon-tactdoos. Rijst de vraag, wat de betekenis is van officieel.Om
de
verwarringte
'completeren', zijn er naast normale en officiële woorden nòg een categorie woorden, namelijk woorden vol-gens de norm. Deze luiden voor stekker en stopcontact:contactstop
en
contactdoos. Met het genormeerdewoord
'stopcontact' bedoelt men wat een leek zou noemen 'een combinatievan
stekker
en
stopcontact'.Deze
genormeerdewoorden
die
u
vaak tevergeefsin de
woordenboeken zultzoe'
ken, kunt u maar in één boek vinden, name-lijk in'Veiligheidsbepalingen voor laagspan-ningsinstallaties',de
NEN-1010,die
wordt uitgegeven door het NNl.Wij kennen dus normale, officiële en genor-meerde woorden. Welke