• No results found

Koninklijke PostNL B.V. Mevrouw H. Verhagen Postbus 30250 2500 GG 'S-GRAVENHAGE Den Haag, [28 augustus 2014]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Koninklijke PostNL B.V. Mevrouw H. Verhagen Postbus 30250 2500 GG 'S-GRAVENHAGE Den Haag, [28 augustus 2014]"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPENBARE VERSIE

Verwijderde vertrouwelijke passages zijn gemarkeerd als: [vertrouwelijk].

Pagin

a

1/2

Mu zens tr aat 4 1 | 251 1 W B D en Haa g P os tbus 163 26 | 250 0 B H D en Haa g T 070 7 22 20 00 | F 070 722 23 5 5 info @ac m.n l | www.ac m.n l | www.c ons uwi jz er.nl Koninklijke PostNL B.V. Mevrouw H. Verhagen Postbus 30250 2500 GG 'S-GRAVENHAGE

Den Haag, [28 augustus 2014]

Aantal bijlage(n): Uw kenmerk:

Ons kenmerk: ACM/DTVP/2014/204886

Contactpersoon: drs. W.G.J. Penris | Wino.Penris@acm.nl | (070) 722 26 89

Onderwerp: Onderzoek kostentoerekening UPD en vaststelling tariefruimte UPD volgens overgangsregeling

Geachte mevrouw Verhagen,

Op grond van artikel 13a van de op 28 januari 2014 gewijzigde Postregeling 2009 diende de verlener van de universele postdienst (hierna: UPD), Koninklijke PostNL B.V. (hierna ook: PostNL), uiterlijk op 1 maart 2014 de genoemde informatie over het kostentoerekeningssysteem voor de universele postdienst aan ACM over te leggen. Op grond van de artikelen 9 en 11 van de Postregeling 2009 diende PostNL uiterlijk op 1 juli 2014 de financiële verantwoording over de uitvoering van de universele postdienst in 2013 over te leggen.

ACM stelt vast dat PostNL aan beide verplichtingen heeft voldaan. PostNL heeft op 28 februari 2014 per brief met kenmerk 14/PA/U/008 aan ACM een beschrijving verstrekt van het

Toerekeningsysteem van Koninklijke PostNL B.V. voor het jaar 2014 (hierna:

Toerekeningsysteem 2014) inclusief bijlagen. Tevens heeft PostNL op 27 mei 2014 per brief met kenmerk 14/PA/U/027 de Financiële Verantwoording universele postdienst 2013 (hierna:

Financiële Verantwoording) aan ACM verstrekt. Verder heeft ACM op 25 juli 2014 en op 18 augustus 2014 aanvullingen en correcties op de Financiële Verantwoording ontvangen. Op grond van deze documenten, de antwoorden op meerdere vragenbrieven, het besprokene in diverse overleggen en twee dieptesessies heeft ACM onderzocht in hoeverre de

(2)

OPENBARE VERSIE

2/2

volgens de gewijzigde Postregeling nog niet kan vaststellen. ACM verwacht het onderzoek in november 2014 te kunnen afronden.

Voor het geval de datum van 1 september 2014 niet gehaald wordt, bepaalt artikel III van de Postregeling 2009 dat, totdat ACM de tariefruimte bepaalt in het kader van de gewijzigde Postregeling, de tariefruimte volgens de ‘oude’ postregeling als basistariefruimte geldt.

Besluit

ACM stelt hierbij deze tariefruimte op basis van de overgangsregeling als volgt vast:

Index

(t.o.v. 1 januari 2011) Stand 2014

Aanvullende tariefruimte

(factor)

Stand 2015 Externe index (inclusief

extra tariefruimte 2013 en 2014)1 127,97 1,0792 138,11 Externe index, uitsluitend op grond van CPI 109,09 1,0792 117,74

ACM rekent op een voortgaande constructieve medewerking van PostNL bij het vervolg van het onderzoek, teneinde inderdaad binnen een periode van twee à drie maanden de definitieve tariefruimte voor de UPD voor het jaar 2015 te kunnen bepalen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend,

Autoriteit Consument en Markt namens deze,

(w.g.)

dr. F.J.H. Don bestuurslid

Het vaststellen van de tijdelijke tariefruimte is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij Autoriteit Consument en Markt, Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

1

Regeling van de minister van Economische Zaken van 4 mei 2013, nr. WJZ/13061574, houdende wijziging van de Postregeling 2009 en Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 augustus 2013, nr.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Concluderend meent TPG Post dat het voorlopig oordeel van OPTA d.d. 28 november 2002 inzake de verzending van aangifteformulieren door de Belastingdienst onjuist is.

Deze uitspraak heeft naar het oordeel van het college gevolgen voor zijn conclusies inzake de concessierapportages 2000 en 2001, alsmede het onderzoek deelwaarnemingen 1999..

Het college heeft het voorstel op grond van artikel 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht) beoordeeld, alsmede tegen de achtergrond van zijn brief van 4

heeft ACM op grond van artikel 14 van de Postregeling de tariefruimte voor de universele postdienst voor het jaar 2017 vastgesteld op € 1,4466.. De door PostNL berekende

Weliswaar dienen de netto kosten gebaseerd te zijn op de werkelijke kosten, maar dit betekent naar het oordeel van het college niet dat PostNL ongeclausuleerd haar kosten

Na bestudering van de door PostNL overgelegde documentatie en na overleg met de door ACM aangewezen accountant over de exacte reikwijdte van de conclusie van het door hem opgestelde

De gewogen gemiddelde omzet per eenheid volume blijft dus binnen de tariefruimte voor het jaar 2017 die de ACM heeft vastgesteld.. PostNL heeft hiermee naar het oordeel van de

Alvorens de Minister besluit of een bijzondere investering noodzakelijk is, brengt de ACM, gelet op het bepaalde in artikel 39f, derde lid, van de Gaswet, binnen vier weken nadat