• No results found

Besluit van de directeur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit van de directeur"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 1742/Renault VI-Bedrijfswagen Import Nederland

I. MELDING

1. Op 17 januari 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Renault Vhicules Industriels S.A. voornemens is via haar dochteronderneming Charvin Val Dor S.A. zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Bedrijfswagen Import Nederland B.V. Van de melding is mededeling gedaan in

Staatscourant 15 van 21 januari 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. Renault Vhicules Industriels S.A. (hierna: Renault VI) is een vennootschap naar Frans recht. Alle aandelen in Renault VI zijn in handen van Renault S.A. (hierna: Renault Frankrijk). Charvin Val Dor S.A. is n van de

dochterondernemingen van Renault VI.

3. Renault VI is actief op het gebied van het ontwerpen, produceren en verkopen van vrachtwagens en onderdelen daarvoor, autobussen en touringcars.

4. Bedrijfswagen Import Nederland B.V. (hierna: BIN) is een besloten

vennootschap naar Nederlands recht. Alle aandelen in BIN worden gehouden door A.R.M. Stokvis B.V., onderdeel van de Hagemeyer-groep. Hagemeyer is een beursgenoteerde onderneming. BIN houdt alle aandelen in vijf

dealervennootschappen van bedrijfsautos en vier onroerend goed-vennootschappen.

5. BIN is actief op het gebied van het importeren van vrachtwagens van het merk Renault, het verkopen van bedrijfsautos en het exploiteren van onroerend goed.

III. DE GEMELDE OPERATIE

(2)

and purchase of the shares in Bedrijfswagen Import Nederland B.V. d.d. 20 december 1999, waarbij Renault VI (via n van haar dochterondernemingen) alle aandelen in BIN van A.R.M. Stokvis B.V. zal verwerven.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat Renault VI zeggenschap verkrijgt over BIN.

8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Renault Frankrijk en BIN.

9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten

10. BIN is actief als importeur van vrachtautos van Renault en distributeur van bestelwagens van Renault. Renault VI is thans enkel actief als importeur van bestelwagens. Geen andere groepsonderneming van Renault Frankrijk is actief op de markten waar Renault VI opereert.

11. BIN is eigenaar van vijf dealerbedrijven van bedrijfsautos (vracht- en bestelwagens). Renault VI en Renault Frankrijk zijn geen eigenaar van dealerbedrijven van bedrijfsautos in Nederland.

a. Import van en detailhandel in lichte bedrijfs- en vrachtautos etc.

12. De relevante, mogelijk benvloede markten zouden volgens partijen de markten voor import en distributie van bedrijfsautos (vracht- en bestelwagens), met inbegrip van onderdelen en accessoires, en de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte bedrijfsautos, met inbegrip van onderdelen en

accessoires, kunnen betreffen.

13. Op de markt voor import en distributie van bedrijfsautos kan volgens partijen wellicht nog een onderscheid worden gemaakt tussen vracht- en bestelwagens.

14. Voor het onderhavige besluit kunnen de volgende markten worden onderscheiden[1]:

(i) de markt voor de import van nieuwe lichte bedrijfsautos, onderdelen en accessoires;

(3)

accessoires;

(iii) de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte lichte bedrijfsautos, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties en

(iv) de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte vrachtwagens, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties.

15. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of er sprake is van n markt voor de import van nieuwe bedrijfsautos, onderdelen en accessoires of van twee afzonderlijke markten als bedoeld in punt 14 onder (i) en (ii), aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punten 21 en 22).

b. Onderhoud, reparatie, schadehersteldiensten

16. Voor de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte bedrijfsautos geldt volgens partijen dat wellicht nog een onderscheid zou kunnen worden gemaakt tussen de verkoopactiviteiten en onderhouds- en reparatiediensten van dealerbedrijven.

17. Mogelijkerwijs kan een afzonderlijke markt of een aantal afzonderlijke markten voor onderhoud, reparatie en schadehersteldiensten worden

onderscheiden, eventueel nader onderscheiden naar type voertuig of merk.[2] In het onderhavige geval kan in het midden blijven of er sprake is van n of meer afzonderlijke markten voor deze diensten, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 23).

c. Aanbieden of importeren van onderdelen en accessoires

18. Mogelijkerwijs kan voorts een afzonderlijke markt of een aantal afzonderlijke markten voor het aanbieden of importeren van onderdelen en accessoires worden onderscheiden, eventueel nader onderscheiden naar type voertuig of merk. In het onderhavige geval is het echter niet noodzakelijk hierop in te gaan, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wijzigt (zie punten 24 en 25).

Relevante geografische markten

19. De relevante geografische markt betreft volgens partijen vermoedelijk Nederland, behalve mogelijkerwijs voor de markt voor de detailhandel in nieuwe en gebruikte bedrijfsautos.

20. Voor het onderhavige besluit kan het in het midden blijven of de respectievelijke productmarkten lokaal, regionaal of nationaal zijn, omdat, zoals uit de punten 21 e.v. van dit besluit blijkt, de afbakening van de

relevante geografische markten niet beslissend is voor de beoordeling van de gevolgen van de voorgenomen concentratie.

B. Gevolgen van de concentratie

a. Import van en detailhandel in lichte bedrijfs- en vrachtautos

(4)

geen overlap plaats vindt op de relevante importmarkten. De distributie van bestelwagens van Renault wordt thans verzorgd door BIN, maar ook door anderen. Na de concentratie zal Renault VI de distributie van bestelwagens in Nederland die thans verzorgd wordt door BIN geheel zelf verzorgen. Volgens partijen bedraagt het marktaandeel van BIN op de Nederlandse markt voor detailhandel in bedrijfsautos minder dan 1%.[3] Gelet op dit marktaandeel luidt de slotsom dat de gevolgen voor de mededinging als gevolg van deze verticale integratie beperkt zijn.

22. Wordt uitgegaan van de veronderstelling dat Renault VI en BIN op

dezelfde markt voor de import van nieuwe bedrijfsautos (lichte bedrijfsautos en vrachtwagens samen) actief zijn dan neemt Renault VI op die markt thans volgens partijen vermoedelijk de zevende of achtste plaats in en bedraagt het marktaandeel niet meer dan een aantal procenten.[4]

b. Onderhoud, reparatie, schadehersteldiensten

23. Op de Nederlandse markten voor detailhandel in bedrijfsautos en voor onderhoud, reparatie en schadehersteldiensten vindt geen samenvoeging van marktaandelen plaats.

c. Aanbieden of importeren van onderdelen en accessoires

24. Op het gebied van de detailhandel in onderdelen en accessoires vindt geen samenvoeging van marktaandelen plaats aangezien slechts n van beide betrokken ondernemingen op dit gebied actief is, namelijk BIN.

25. Indien het importeren van onderdelen en accessoires als n (of meerdere) afzonderlijke productmarkt(en) wordt gekenmerkt, dan bedragen de aandelen van Renault VI en BIN op de totale markt voor de import van onderdelen en accessoires voor bedrijfsautos volgens partijen minder dan 1% en is het niet aannemelijk dat deze aandelen bij een onderverdeling naar onderdelen en accessoires voor lichte bedrijfsautos enerzijds en vrachtwagens anderzijds heel anders komen te liggen.

VI. NEVENRESTRICTIES

26. Partijen hebben verzocht een non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 7 van de ontwerp-Share Sale and Purchase Agreement, aan te merken als nevenrestrictie. Bedoeld beding verbiedt A.R.M. Stokvis B.V. gedurende een periode van drie jaar en binnen Nederland werknemers van BIN en/of Renault-truckdealers of klanten van BIN en/of haar

dochterondernemingen actief te benaderen of te werven met het doel om met BIN te concurreren in de Renault-vrachtwagenhandel. De duur van dat beding (drie jaar) strekt volgens partijen niet verder dan wat redelijkerwijs

(5)

27. Voor zover het door partijen als nevenrestrictie aangemelde beding zich uitstrekt tot Renault-truckdealers kan het niet als nevenrestrictie worden aangemerkt nu Renault-truckdealers als derde partijen ten aanzien van de gemelde concentratie moeten worden beschouwd.

28. De koper van een onderneming zal echter tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerend handelen van de verkoper. Voor zover het door partijen als nevenrestrictie aangemelde beding zich niet uitstrekt tot Renault-truckdealers is het aanvaardbaar, omdat het ertoe bijdraagt dat de volle waarde van de activiteiten van BIN wordt overgedragen aan Renault VI; de duur en het geografische bereik gaan niet verder dan noodzakelijk voor de totstandbrenging van de concentratie en zijn direct daaraan verbonden.

VI. CONCLUSIE

29. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

30. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

31. Gelet op de overwegingen in de punten 26 tot en met 28 is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in punt 26 bedoelde clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voor zover het in punt 26 bedoelde non-concurrentiebeding zich niet uitstrekt tot Renault-truckdealers.

Datum: 10-02-2000

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:

(6)

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

---[1] Vgl. zaak 1611/Koops BSO en VLF, besluit van 6 december 1999, NMa-1611/8, punt 10.

[2] Vgl. zaak 1611/Koops BSO en VLF (reeds aangehaald), punt 11.

[3] Het aandeel van BIN op de Nederlandse markt voor de distributie van lichte bedrijfsautos wordt door partijen op 5% geschat.

[4] Het aandeel van BIN op de Nederlandse markt voor de import van nieuwe vrachtwagens wordt door partijen op 3% geschat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar het oordeel van de Hoge Raad zijn de onderdelen ieder afzonderlijk aan te merken als product, en nu de onderdelen afzonderlijk van elkaar in het verkeer zijn gebracht kent

Zijn er verschillende markten voor de verkoop van advertentiezendtijd voor advertenties op radio, televisie en de verkoop van advertentieruimte in print, op online en via

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Formaties duren langer naarmate de raad meer versplinterd is, gemeenten groter zijn, er na verkiezingen meer nieuwe raadsleden aantreden en anti-elitaire partijen meer

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Om het programma VPT optimaal in te zetten binnen het onderwijs heeft het ministerie van BZK behoefte aan diepgaand inzicht in welke relaties in het netwerk van

Tijdens de behandeling van de detailhandelsvisie in de commissie Ruimte van 4 november 2015 is gevraagd of de verkoop van kleding bij Topshelf past binnen het

22 † TIO past geconcentreerde marketingstrategie toe, want TIO richt zich op een speciale doelgroep, gedoubleerde 4-havo