• No results found

Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 27f, eerste lid, Loodsenwet inhoudende de vaststelling van de Loodsgeldtarieven 2016 Samenvatting Besluit Openbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 27f, eerste lid, Loodsenwet inhoudende de vaststelling van de Loodsgeldtarieven 2016 Samenvatting Besluit Openbaar"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagin

a

1/3

0

Mu zens traat 4 1 | 251 1 W B D en Haa g P os tbus 163 26 | 250 0 B H D en Haa g T 070 722 20 0 0 | F 070 722 23 55 info@ac m.n l | www.ac m.n l | www.c ons uwi jzer.nl

Besluit

Openbaar

Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/207241_OV

Zaaknummer: 15.0747.40

Datum: 10 december 2015

Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 27f, eerste

lid, Loodsenwet inhoudende de vaststelling van de Loodsgeldtarieven 2016

Samenvatting

Het markttoezicht op de registerloodsen is op grond van de Loodsenwet opgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM). ACM stelt op grond van de Loodsenwet jaarlijks de loodsgeldtarieven vast. De Algemene Raad van de Nederlandse Loodsencorporatie (hierna: NLc) dient daartoe jaarlijks uiterlijk 15 juli bij ACM een voorstel in voor de loodsgeldtarieven van het daaropvolgende jaar (hierna: het tariefvoorstel). ACM beoordeelt vervolgens of het tariefvoorstel aan de bij of krachtens de Loodsenwet gestelde eisen voldoet en of het in voldoende mate bijdraagt aan het bereiken van de meest efficiënte werkwijze, productiviteit en kwaliteit van de

loodsdienstverlening. Indien ACM van oordeel is dat het tariefvoorstel hieraan niet voldoet, stelt ACM de tarieven vast in afwijking van het voorstel van de NLc. ACM heeft bovendien de mogelijkheid om bij het vaststellen van de tarieven correcties aan te brengen in verband met bijzondere

omstandigheden.

De NLc heeft op 15 juli 2015 het voorstel voor de loodsgeldtarieven 2016 bij ACM ingediend. Op 10 november 2015 heeft de NLc een bijgesteld tariefvoorstel ingediend waarin rekening is gehouden met onder meer de realisatiecijfers tot en met ultimo augustus 2015.

ACM is van oordeel dat het (bijgestelde) tariefvoorstel 2016 aan de bij of krachtens de Loodsenwet gestelde eisen voldoet en dat de tarieven in voldoende mate bijdragen aan het bereiken van de meest efficiënte werkwijze, productiviteit en kwaliteit van de loodsdienstverlening. ACM heeft echter als gevolg van een uitspraak van het College van Beroep van het bedrijfsleven de loodsgeldtarieven voor de jaren 2014 en 2015 moeten corrigeren. Daardoor heeft ACM moeten afwijken van het (bijgestelde) tariefvoorstel 2016 wat betreft de daarbij voorgestelde tarieven. ACM heeft besloten om voor 2016 een overgangsregeling voor het schema voor de frequentiekorting te treffen. Het

(2)

Besluit

Openbaar

Samenvatting ... 1 1 Inleiding en procedure ... 3 2 Wettelijk beoordelingskader ... 4 2.1 Loodsenwet... 4

2.2 Besluit m arkttoezicht registerloodsen ... 6

2.3 Regeling markttoezicht registerloodsen ... 7

2.4 Eerdere relevante besluiten van ACM ... 7

3 Het Tariefvoorstel van de NLc ... 10

3.1 Tariefvoorstel ... 10

3.2 Consultatie T ariefvoorstel ... 10

4 Beoordeling T ariefvoorstel door ACM ... 11

4.1 Inleiding ... 11

4.2 Beoordeling a ccountantsverklaring ... 11

4.3 Beoordeling a rtikel 27c, zesde lid, Lw ... 12

4.4 Beoordeling a rtikel 27c, t weede en derde l id, Lw ... 19

4.5 Beoordeling a rtikel 27c, vierde lid, Lw (consultatie) ... 20

4.6 Beoordeling a rtikel 27d, e erste lid, Lw en het Bmr ... 20

4.7 Beoordeling restpostbenadering Scheldemonden ... 21

4.8 Conclusie ... 22

5 Beoordeling ef ficiëntie ... 22

5.1 Inleiding ... 22

5.2 Beoordelingskader meest e fficiënte werkwijze registerloodsen ... 22

5.3 Eerste fase v an het onderzoek ... 23

5.4 Tweede fase v an h et onderzoek ... 25

5.5 Gevolgen van de Tariefbesluiten loodsen 2014 en 2015 van 10 december 2015 ... 26

5.6 Conclusie ... 26

6 Vaststelling van d e t arieven ... 26

6.1 Inleiding ... 26

6.2 De l oodsgeldtarieven ... 27

6.3 Overgangsregeling wegens correctie l oodsgeldtarieven 2014 e n 2015 ... 27

6.4 Schema v oor de frequentiekorting ... 28

6.5 Factoren voor bijzondere s ituaties en aanvullende loodsdiensten ... 28

6.6 Loodsvergoedingen ... 28

6.7 Betalingskorting vanwege automatische incasso ... 28

6.8 Effecten van de loodsgeldtarieven 2016 ... 29

7 Besluit ... 30

2/3

(3)

1

Besluit

Openbaar

Inleiding en procedure

1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft op 15 juli 2015 een voorstel van de Algemene Raad van de Nederlandse Loodsencorporatie (hierna: NLc) in de zin van artikel 27c, eerste lid, Loodsenwet (hierna: Lw) voor de loodsgeldtarieven voor het jaar 2016

1

ontvangen. Dit voorstel van de NLc wordt hierna aangeduid als: het Tariefvoorstel. 2. Op 27 oktober 2015 heeft de NLc een voorstel tot bijstelling van het Tariefvoorstel (hierna:

2

het bijgestelde Tariefvoorstel) opgesteld. De aanleiding hiervoor is onder meer gelegen in de meest recente macro-economische gegevens.

3. In het onderhavige besluit wordt beoordeeld of ACM de loodsgeldtarieven voor het jaar 2016 conform het (bijgestelde) Tariefvoorstel van de NLc kan vaststellen, dan wel ingevolge artikel 27g Lw de tarieven in afwijking van het (bijgestelde) Tariefvoorstel dient vast te stellen. Daartoe heeft onderzoek plaatsgevonden naar het (bijgestelde)

Tariefvoorstel.

4. Naar aanleiding van het (bijgestelde) Tariefvoorstel heeft op 24 september 2015,12 oktober 2015 en op 9 november 2015 overleg plaatsgehad tussen ACM en de NLc.

3 4

5. ACM heeft bij brieven van 23 juli 2015 , 1 oktober 2015 en per e-mailbericht van 4

5

november 2015 de NLc schriftelijke vragen gesteld. Deze vragen heeft de NLc bij brieven

6 7 8 9

van 4 september 2015 , 15 oktober 2015 , 20 oktober 2015 en 18 november 2015 beantwoord.

6. Ecorys heeft in opdracht van de Nlc de raming van het aantal te loodsen scheepsreizen voor 2016 uitgevoerd. Het door haar voor deze raming gehanteerde model heeft Ecorys desgevraagd aan ACM beschikbaar gesteld.

7. Dit besluit heeft uitsluitend betrekking op de loodsgeldtarieven als bedoeld in artikel 27f, eerste lid, Lw. De tarieven voor de overige diensten en taken als bedoeld in artikel 27f, tweede lid, Lw stelt ACM - gelijktijdig - maar bij afzonderlijk besluit vast.

(4)

2 Wettelijk beoordelingskader

2.1 Loodsenwet

8. In artikel 27a Lw i s onder meer bepaald da t de loodsgeldtarieven worden vastgesteld overeenkomstig ho ofdstuk VIA (Tarieven e n markttoezicht).

9. Ingevolge a rtikel 27c, eerste lid, Lw d oet d e NLc een voorstel aan ACM voor de ta rieven en v ergoedingen voor de di ensten e n taken, b edoeld i n artikel 27a Lw.

10. Een ta riefvoorstel dient ingevolge h et tweede l id v an a rtikel 27c Lw te worden opgesteld met i nachtneming v an h et ui tgangspunt dat elk afzonderlijk tarief redelijk en n

on-discriminatoir is. Het d erde l id v an d it artikel voegt daaraan toe dat het t ariefvoorstel voor de l oodsgeldtarieven wordt opgesteld m et i nachtneming van d e v olgende ui tgangspunten: a. de l oodsgeldtarieven z ijn v oor het geheel kostengeoriënteerd, en

b. bij een voorstel voor gedifferentieerde aanpassing van d e tarieven p er

zeehavengebied wo rdt ee n b ijdrage geleverd aan e en meer kostengeoriënteerd tar ief per individueel schip.

11. Voorafgaand aa n he t i ndienen v an e en v oorstel bij ACM dient d e NLc ingevolge a rtikel 27c, v ierde l id, Lw e en z ienswijze te vragen aan een bij ministeriële regeling te bepalen aantal regionale ov erlegcommissies. In a rtikel 3 v an de Regeling m arkttoezicht

registerloodsen (hi erna: Rmr) zijn de ze regionale ov erlegcommissies aangewezen. D eze commissies bestaan uit het bestuur van d e de sbetreffende regionale l oodsencorporatie, vertegenwoordigers van o penbare l ichamen, b etrokkenen bij het bestuur van e en o f meer zeehavens, en representatieve organisaties van o ndernemers in he t s cheepvaart- en havenbedrijf.

12. Ingevolge a rtikel 27c, v ijfde l id, Lw i s een voorstel met be trekking to t de loodsgeldtarieven mede gebaseerd op de financiële v erantwoording v an h et aan de i ndiening v oorafgaande kalenderjaar. Het tariefvoorstel heeft betrekking o p h et da arop v olgende k alenderjaar. 13. In artikel 27c, z esde l id, Lw i s bepaald da t een tariefvoorstel ten minste m oet b evatten:

a. een raming van a lle i n he t desbetreffende kalenderjaar te leveren l oodsverrichtingen per tarief en h et v oorgenomen k waliteitsniveau;

b. een raming van d e met de loodsverrichtingen, bedoeld on der a, te b ehalen o mzet, d ie mede is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde o mzet i n he t k alenderjaar voorafgaande a an h et k alenderjaar waarin he t v oorstel wordt gedaan;

c. een raming van d e arbeidsvergoeding d ie i s gebaseerd op de d aadwerkelijk ontvangen vergoeding i n he t k alenderjaar voorafgaande a an h et k alenderjaar waarin he t v oorstel wordt ge daan;

d. een raming van d e wi jzigingen in de kosten v an d e m ateriële v aste ac tiva, de geraamde investeringen en h et ge raamde rendement;

Besluit

Openbaar

4/3

(5)

Besluit

Openbaar

e. een raming van d e ov erige o mzet en kosten, die m ede is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde omzet en kosten i n he t k alenderjaar voorafgaande a an h et k alenderjaar waarin he t v oorstel wordt ge daan;

f. een raming van d e k osten, de stortingen en h et rendement v an d e ge storte bedragen, gemoeid met de verplichtingen, b edoeld i n artikel 26, tweede lid, on der a, v oor het desbetreffende kalenderjaar;

g. een raming van d e v oor het desbetreffende kalenderjaar voorziene algemene besparing o p de kosten;

h. de v oor het de sbetreffende kalenderjaar voorziene correctie i n v erband m et be staande onregelmatigheden i n de mate v an k ostendekkendheid v an d e tarieven v oor de verschillende zeehavengebieden;

i. een verrekening v an h et verschil tussen d e ge raamde e n de daadwerkelijk uitgevoerde wijzigingen in de materiële a ctiva en investeringen in he t kalenderjaar voorafgaande a an het j aar waarin he t v oorstel wordt ge daan;

j. een onderbouwing van de ramingen, bedoeld onder a tot en met g.

14. Ingevolge a rtikel 27d, eerste lid, Lw k unnen bi j algemene maatregel van b estuur in he t belang van d e v aststelling v an k ostengeoriënteerde l oodsgeldtarieven n adere r egels worden gesteld. Hi erin kunnen regels met be trekking t ot de redelijkheid, de

kostenoriëntatie en overige m aatstaven voor de s tructuur van d eze tarieven worden vastgesteld. Deze regels zijn neergelegd in he t B esluit m arkttoezicht registerloodsen (hierna: B mr).

15. Ingevolge a rtikel 27g, eerste l id, Lw s telt ACM de t arieven vast i n af wijking v an h et desbetreffende voorstel, indien h et v oorstel naar het oordeel van ACM:

a. niet v oldoet aan de b ij of krachtens de a rtikelen 2 7c tot e n m et 27 e ge stelde e isen; b. in on voldoende m ate b ijdraagt aa n he t bereiken v an d e meest ef ficiënte werkwijze v an

registerloodsen e n de productiviteit en kwaliteit v an de l oodsdienstverlening, o f, c. niet i s gebaseerd op ee n redelijk rendement o p i nvesteringen.

16. ACM heeft bi j de t oepassing van a rtikel 27g Lw be oordelingsvrijheid, z oals het College van B eroep voor het be drijfsleven (CBb) heeft bevestigd i n z ijn uitspraak van 6 december

10

2010.

17. ACM heeft op basis van a rtikel 27g, tweede l id, Lw de be voegdheid ambtshalve of op verzoek van d e NLc bij de vaststelling v an d e tarieven e n v ergoedingen correcties aan te brengen i n v erband met bi jzondere omstandigheden.

10 CBb, 6 december 2 010, ECLI:NL:CBB:2010:BO6669, r.o. 3.2.4

5/3

(6)

2.2 Besluit markttoezicht registerloodsen

18. Het B mr voorziet i n ee n regeling v oor overige i nkomsten uit andere di ensten o f taken dan die i n artikel 27a Lw z ijn ge noemd. In artikel 2.5 is bepaald da t deze ov erige i nkomsten kunnen worden toegerekend aan de d iensten o f taken g enoemd i n artikel 27a Lw (de loodsdiensten e n de andere bij of krachtens de we t o pgedragen ta ken) indien d eze inkomsten n iet m eer bedragen d an 1 % v an d e tot ale i nkomsten u it al le tarieven. He t gaat derhalve o m inkomsten m et een bagatelkarakter. Daarbij geldt da t er geen s prake m ag zijn v an e en n egatief saldo. Di t betekent d at de kosten g emoeid met he t genereren v an d e overige i nkomsten d ie i nkomsten n iet m ogen overtreffen.

19. In ho ofdstuk 4 B mr worden n adere v oorschriften g egeven ten aa nzien v an d e

loodsgeldtarieven. De ze na dere v oorschriften di enen in acht te worden genomen b ij het opstellen v an h et v oorstel en b ij de v aststelling v an d e tarieven.

20. Met de wijziging v an h et B mr per 1 juli 2013 i s een nieuwe l oodsgeldtariefstructuur

11

geïntroduceerd. In de ze ni euwe t ariefstructuur wordt op grond v an a rtikel 4.3, eerste l id, Bmr onderscheid ge maakt tussen e en s tarttarief (S-tarief), een trajecttarief (T-tarief), een T-speciaaltarief en e en ta rief v oor aanvullende diensten ( A-tarief). V oor wat betreft het S- en T-tarief kan o p grond v an artikel 4.3, tweede l id, Bmr een verder onderscheid ge maakt worden naar in- of uitgaande reizen, rendez-vousreizen e n v erhaalreizen.

21. Het S -tarief en h et T -tarief betreffen u niforme tarieven die v oor alle l oodsreizen g elden. Voor een aa ntal specifieke s ituaties wordt op grond v an a rtikel 4.4 Bmr voorzien i n ee n T -speciaaltarief. Het A -tarief wordt v astgesteld v oor de aanvullende diensten, zoals genoemd i n artikel 4.5 Bmr .

22. In aa nvulling o p de voornoemde ta rieven s telt A CM op grond van a rtikel 4.7, eerste l id, Bmr de loodsvergoedingen vast. Deze l oodsvergoedingen dienen ter dekking v an k osten die do or een l oods worden gemaakt en de ti jd di e ni et met het verrichten van

loodsdiensten is gemoeid v oor de s ituaties zoals deze i n artikel 4.6 Bmr zijn op genomen. 23. Tot s lot s telt A CM op g rond van a rtikel 4.7, tweede lid, B mr de f requentiekorting v ast. 24. Het v oorstel voor de l oodsgeldtarieven d ient o p grond v an artikel 4.10, derde l id, B mr

vergezeld te gaan van e en verklaring v an e en o nafhankelijke ac countant a ls bedoeld i n artikel 393, eerste l id, v an b oek 2 v an h et B urgerlijk Wetboek (BW). Daarin di ent d e accountant t e v erklaren dat h et v oorstel is opgesteld in ov ereenstemming met he t v an kracht z ijnde systeem van k ostentoerekening a ls bedoeld in artikel 27b Lw en dat de bijbehorende ramingen correct z ijn op gesteld.

(7)

2.3 Regeling markttoezicht registerloodsen

12

25. Per 1 j uli 2013 i s de Re geling m arkttoezicht registerloodsen ( hierna: R mr) gewijzigd. Na deze wi jziging z ijn met artikel 3a Rmr tariefgebieden en t ariefkolommen vastgesteld v oor de toepassing van het T-tarief. Tevens is per 1 j anuari 2014 artikel 4 Rmr aangepast, waardoor de c orrectiefactor als bedoeld i n artikel 27d, derde l id, Lw v oor de noordelijke havengebieden (Delfzijl-Eemshaven, Ha rlingen-Terschelling e n Den Helder-Den Oever- Oudenschild) is vastgesteld op 1 30% v an h et voor de d esbetreffende reis vastgestelde S

-13

tarief.

2.4 Eerdere relevante bes

luiten van ACM

26. In het kader van de vaststelling v an d e l oodsgeldtarieven 2 015 zijn on der meer de volgende be sluiten v an ACM relevant.

2.4.1 Kostentoerekeningssysteem

27. Ingevolge a rtikel 27b, eerste l id, Lw s telt de NLc in he t bel ang van e en o p de kosten gebaseerde tariefstelling e en toerekeningssysteem vast voor de k osten v an d e di ensten, taken e n v erplichtingen van h et Lo odswezen. Di t z ogenoemde

kostentoerekeningssysteem (hierna: K TS) behoeft de instemming v an ACM.

28. Bij besluit v an 9 juli 2015 heeft A CM ingestemd m et het KTS Loodswezen 2 016 tot e n m et

14

2018.

2.4.2 Weighted Average Co st of Capital

29. ACM heeft i ngevolge a rtikel 2.9, zesde l id, B mr op 23 ap ril 2013 ee n be sluit genomen waarbij de v ermogenskostenvoet, ook wel: Weighted Average Cost of Capital (hierna:

15

WACC), v oor de jaren 2014-2016 is vastgesteld op 6,5%. Als gevolg v an h et do or het Loodswezen te gen dat b esluit gemaakte be zwaar heeft ACM bij besluit v an 2 2 mei 2014

16

de WACC nader vastgesteld op 7 ,8%.

30. In di t besluit wordt derhalve uitgegaan van d e bi j besluit v an 2 2 m ei 2014 na der vastgestelde WACC v an 7 ,8%.

2.4.3 FLO/FLP

17

(8)

Besluit

Openbaar

uit het krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst toegekend recht op functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO) van het ondersteunend personeel. Het besluit regelt het schema voor de stortingen ten behoeve van de financiering, de hoogte van de

reserveringen, de regelmaat waarmee het geld gereserveerd moet worden en de wijze waarop gereserveerd wordt (hierna: het FLO/FLP-besluit). Bij beslissing op bezwaar van 29 april 2009 heeft ACM het besluit van 16 september 2008 gedeeltelijk herroepen en

18

gewijzigd. Op 29 januari 2013 is het besluit andermaal gewijzigd waarmee het Loodswezen de mogelijkheid heeft gekregen de stortingen uitsluitend voor FLO aan te

19

wenden.

32. Daarnaast heeft ACM bij besluit van 10 december 2015 op basis van artikel 27e, tweede lid, Lw de correctiefactor voor het jaar 2016 vastgesteld in verband met de financiering van de verplichtingen die voortvloeien uit het FLP van registerloodsen en het FLO van het ondersteunend personeel. Bij dat besluit heeft ACM bepaald dat de correctiefactor voor 2016 19,60% bedraagt, waarmee de dotatie voor de reservering FLO en FLP, gelet op het voornoemde besluit van ACM op grond van artikel 27e, eerste lid, Lw, 2,40% bedraagt. In

20

onderhavig besluit wordt derhalve uitgegaan van een FLO/FLP-percentage van 2,40%. 33. Met het Loodswezen is de mogelijkheid verkend om de FLO/FLP-dotatie voor 2016 - zoals

opgenomen in het meerjarenschema van het in vorig randnummer genoemde besluit - te verlagen met het oog op een ultimo 2018 te verwachten overschot van de FLO/FLP-reservering. In verband met de onzekere rendementsontwikkeling voor de korte termijn is in samenspraak met het Loodswezen voor 2016 afgezien van een lagere dotatie dan de voorgestelde 2,40%. Met het Loodswezen is afgesproken om een mogelijke verlaging van de FLO/FLP-dotatie in het kader van de beoordeling van het tariefvoorstel voor 2017 opnieuw te bespreken.

2.4.4 Beoordelingskader meest efficiënte werkwijze registerloodsen

34. Het CBb heeft in zijn uitspraak over de loodsgeldtarieven voor 2010 overwogen dat ACM een heldere en op zijn aanvaardbaarheid toetsbare visie dient te hebben over, kort gezegd, de meest efficiënte werkwijze van de loodsen. Daarbij moet ACM ook ingaan op de productiviteit en kwaliteit van de loodsdienstverlening, het verband tussen deze

21

begrippen en het verband met de tariefvoorstellen. Op 15 mei 2012 heeft ACM de door het CBb gevraagde visie vastgesteld nadat het Loodswezen in de gelegenheid is gesteld te reageren op de conceptvisie. Deze visie is op 24 mei 2012 gepubliceerd onder de naam “Beoordelingskader meest efficiënte werkwijze registerloodsen” (hierna:

22

beoordelingskader).

18 200127/17 19 104368/3

20 ACM/DTVP/2015/207242

21 CBb 6 december 2010, LJN: BO6669, r.o.3.2.4

22 https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/7180/Beoordelingskader-meest-efficiente-werkwijze-registerloodsen/

8/3

(9)

Besluit

Openbaar

35. In het beoordelingskader worden de uitgangspunten beschreven die A CM hanteert bij de beoordeling v an d e ef ficiëntie v an h et Lo odswezen. Tevens is in he t beoordelingskader beschreven welke werkwijze hierbij gevolgd wordt. A CM past dit beoordelingskader toe bij de v aststelling v an d e l oodsgeldtarieven.. Hi ertoe wo rdt i n paragraaf 5.2 van d it besluit nader ingegaan op d e i nhoud v an h et be oordelingskader. In de paragrafen 5 .3 en 5.4 is de beoordeling a an d e ha nd v an he t beoordelingskader opgenomen.

2.4.5 Relevante j urisprudentie

23

36. Op 5 s eptember 2013 he eft het CBb ui tspraak gedaan in het b eroep tegen Tariefbesluit 2010 ,

24 25

Tariefbesluit 2011 en Tariefbesluit 2013 en d eze v oor het grootste de el in s tand gelaten, maar op h et on derdeel van d e v errekening v an b edragen uit e erdere jaren v ernietigd. V oor zover voor dit besluit v an b elang heeft het CBb -kort s amengevat- het volgende ov erwogen en/of geoordeeld:

Bevoegdheid ACM

37. Het CBb he eft geoordeeld da t de omstandigheid da t he t Loodswezen é én i ntegraal

tariefvoorstel doet, o nverlet l aat d at de aan dat voorstel ten g rondslag l iggende to tale geraamde kosten d e op telsom zijn v an de k osten p er regio en per zeehavengebied. De werkwijzen e n de kosten p er regio en zeehavengebied k unnen v erschillen. A CM zal daarom niet en kel de regi o-overstijgende, maar ook de r egio-specifieke werkwijzen moeten be zien te n be hoeve van h aar beoordeling v an h et ta riefvoorstel ingevolge d e Lw.

38. Voorts heeft het CBb ov erwogen dat het a an ACM is om nader onderzoek te d oen wanneer zij wil afwijken v an h et t ariefvoorstel en o m deze af wijking o ok te m otiveren. De rol van h et Loodswezen i n de zen i s om een onderbouwde visie te geven o p de efficiëntie v an e en

bepaalde i n he t tariefvoorstel opgenomen k ostenpost, waarbij ACM het Loodswezen o m nadere uitleg k an v erzoeken. He t ui tblijven d aarvan k an ACM betrekken b ij haar beoordeling.

Beschikbaarheidsuren

39. Het CBb he eft geoordeeld da t A CM een efficiëntiekorting kan o pleggen, i n de vorm van ee n korting o p he t aantal (betaalde) beschikbaarheidsuren. Daarbij heeft het CBb overwogen dat de verhouding tu ssen h et aa ntal bruguren e n he t aantal beschikbaarheidsuren een i ndicator voor efficiëntie k an z ijn. De ram ing v an d e di recte uren e n de beschikbaarheidsuren di ent recht te doen aan de werkelijkheid, namelijk dat de totale beschikbaarheid toereikend is om het

(10)

3 Het Tariefvoorstel van de

NLc

3.1 Tariefvoorstel

40. Het do or de NLc ingediende Tariefvoorstel in de zin v an a rtikel 27c, eerste lid, Lw b evat een voorstel voor de l oodsgeldtarieven v oor het jaar 2016.

41. Overeenkomstig de met het Loodswezen v anaf de b eoordeling v an h et ta riefvoorstel 2011 gemaakte af spraak, heeft A CM ook voor de l oodsgeldtarieven 2 016 ingestemd met h et voorstel van h et Lo odswezen da t de kosten e n op brengsten z ouden worden bijgesteld indien het totaal effect van (1) de mutatie in kosten en opbrengsten van het aantal te loodsen s cheepsreizen o p ba sis van d e realisatiecijfers tot en met au gustus 2015 pl us (2) de h erberekening v an d e k ostentoerekening S cheldevaart er toe z ou l eiden dat d e

generieke tarieven i n 20 16 m eer dan 0, 8% ( positief of negatief) zouden af wijken v an h et i n juli 2015 i ngediende Tariefvoorstel. S pecifiek voor de tarieven 2 016 zijn oo k (3) de meest recente cijfers over het aantal te l oodsen s cheepsreizen i n het zeehavengebied

Delfzijl/Eemshaven e n he t eff ect h iervan o p de formatie be manning te nderdienst Eemshaven meegenomen.

42. De m eest recente cijfers over het aantal te l oodsen s cheepsreizen i n he t z eehavengebied Delfzijl/Eemshaven h ebben i n he t bi jgestelde Tariefvoorstel geleid tot een stijging van het aantal reizen e n da armee o ok tot e en u itbreiding v an de formatie. Het totaaleffect v an de mutaties van d e i n he t v orige randnummer genoemde f actoren l eidt ertoe da t de generieke tarieven v oor 2016 1,76% l ager zijn da n de tarieven, zoals deze i n he t Tariefvoorstel zijn opgenomen. Ten o pzichte v an de tarieven v oor 2013 i s sprake v an e en d aling v an 2 ,97%. 43. In het onderhavige besluit zal ACM het Tariefvoorstel beoordelen zoals de NLc dit - voor

zover nodig - op 27 oktober 2015 heeft bi jgesteld e n bij brief van 9 november 2015 bij ACM heeft i ngediend.

3.2 Consultatie T

ariefvoorstel

44. Ingevolge a rtikel 27c, v ierde l id, Lw v raagt de NL c voorafgaand aa n de indiening v an e en voorstel met be trekking to t de loodsgeldtarieven b ij ACM, een zienswijze aa n de vier regionale overlegcommissies die z ijn aa ngewezen i n artikel 3 Rmr. De ontvangen zienswijzen w orden bi j het t ariefvoorstel gevoegd. De NLc motiveert i n he t ta riefvoorstel zijn ov erwegingen omtrent d e ingebrachte z ienswijzen.

45. De regionale ov erlegcommissies zijn i n de periode van 4 juni 2016 (datum toezending) tot 1 juli 2015 geconsulteerd. Naast h et i ndienen van m ondelinge zienswijzen z ijn pa rtijen i n de

gelegenheid ge steld om tot 1 juli 2015 schriftelijk hun zienswijzen i n te dienen. Tegelijkertijd i s ook de K waliteitsverantwoording 2 014 in de zin v an a rtikel 27j, tweede l id, Lw i n c onsultatie gebracht.

Besluit

Openbaar

10

(11)

Besluit

Openbaar

46. Het ge consulteerde Tariefvoorstel is onder meer gebaseerd op de macro-economische c ijfers van het Ce ntraal Planbureau (CPB), z oals die i n m aart 2015 zijn ge publiceerd. T ijdens de consultatie z ijn pa rtijen g eïnformeerd da t het Tariefvoorstel eventueel aangepast z ou worden aan een mogelijkerwijs bij te stellen raming van het aantal te loodsen scheepsreizen e n de kostenverrekening v an d e S cheldevaart.

47. De i ngebrachte z ienswijzen zijn i n bi jlage 10 v an h et Ta riefvoorstel opgenomen. He t b etreft de mondelinge zienswijzen zoals weergegeven i n de notulen v an d e op 23 juni 2015 ge houden

26

consultatiebijeenkomst. Daarnaast z ijn s chriftelijke z ienswijzen i ngediend door de K oninklijke Vereniging v an Nederlandse Reders (KVNR) bij brief d.d. 23 juni 2015, door de Vereniging v an Rotterdamse Cargadoors (VRC) bij brief d.d. 25 j uni 2015, do or Havenbedrijf Amsterdam bij brief d.d. 30 juni 2015 en door Havenbranchevereniging ORAM bij brief d.d. 30 juni 2015. 48. Een beoordeling van de consultatie is in paragraaf 4.5 opgenomen.

4 Beoordeling Ta

riefvoorstel door ACM

4.1 Inleiding

49. In di t hoofdstuk vindt d e be oordeling v an d e juistheid v an het Tariefvoorstel plaats. A CM toetst of het Tariefvoorstel overeenkomstig he t bi j en krachtens de L w, B mr en R mr bepaalde to t s tand is gekomen e n op de juiste wi jze en met gebruikmaking v an d e correcte c ijfers is ingericht, o nderbouwd e n be rekend. Indien d it ni et he t geval is, s telt ACM zo no dig op grond v an artikel 27g, eerste l id, aa nhef en o nder a Lw de tarieven i n afwijking v an h et Tariefvoorstel vast.

50. ACM beoordeelt i n ho ofdstuk 5 of het Tariefvoorstel bijdraagt aan het bereiken v an d e meest efficiënte werkwijze v an d e r egisterloodsen. I ndien d it ni et het geval is, z al ACM de t arieven o p grond v an a rtikel 27g, eerste lid, aa nhef en o nder b, Lw i n af wijking v an h et Tariefvoorstel vaststellen.

4.2 Beoordeling accountantsverklaring

51. ACM stelt v ast dat bij het Tariefvoorstel overeenkomstig artikel 4.10, derde l id, B mr een accountantsverklaring i s gevoegd.

52. De werkzaamheden di e de accountant h eeft v erricht z ijn:

1. Vaststellen o f de o nderzochte g eprognosticeerde i nformatie al s basis dient v oor de door de NLc berekende tarieven d ie z ijn op genomen i n h et Tariefvoorstel.

2. Vaststellen o f het Tariefvoorstel is opgesteld in overeenstemming met de vereisten u it de Lw, het Bmr, d e R mr, het KTS en d e rel evante besluiten v an ACM.

26 Het Loodswezen heeft met instemming van de Regionale overlegcommissies besloten om met ingang van de

consultatie van het Tariefvoorstel 2016 één gezamenlijke consulatiebijeenkomst te houden in plaats van vier regionale bijeenkomsten.

11

(12)

Besluit

Openbaar

3. Vaststellen v an d e rekenkundige juistheid v an h et cijfermateriaal zoals opgenomen i n het Tariefvoorstel.

53. De ac countant h eeft v erklaard da t op grond v an h et on derzoek van d e ge gevens waarop de p rognoses gebaseerd z ijn, ni ets is gebleken o p grond waarvan d e ac countant z ou moeten c oncluderen da t de veronderstellingen geen redelijke ba sis vormen voor de geprognosticeerde i nformatie. Naar het oordeel van d e a ccountant i s de

geprognosticeerde i nformatie op een juiste wi jze op basis van v eronderstellingen opgesteld en toegelicht i n ov ereenstemming met de vereisten u it het KTS. Daarbij zijn tevens de v an to epassing z ijnde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling z oals genoemd i n he t K TS in aa nmerking g enomen.

54. ACM stelt v ast dat uit de bewoordingen in de accountantsverklaring bl ijkt dat is getoetst of het v oorstel is opgesteld in o vereenstemming m et he t van kracht z ijnde KTS en d at i s getoetst of de ramingen correct z ijn.

55. ACM concludeert, ge zien h et voorgaande, dat de accountantsverklaring bij het Tariefvoorstel voldoet aan de f ormele ei sen d ie he t B mr hieraan s telt.

4.3 Beoordeling artikel 27c, zesde lid, Lw

4.3.1 Raming van all e i n het desbetreffende kalenderjaar te l everen loodsverrichtingen per tarief en h et voorgenomen kwaliteitsniveau (onder a)

Inleiding raming l oodsdienstverrichtingen

56. In pa ragraaf 2.2.1 v an h et Ta riefvoorstel is de raming van het a antal loodsverrichtingen opgenomen. De ze ra ming i s aangepast i n he t bi jgestelde Tariefvoorstel. In b eide g evallen is dezelfde ramingsmethode gevolgd, wa arbij de NL c zich ba seert op on derzoek en a dvies van o nderzoeksbureau E corys.

57. Het do el van d e ra mingsmethodiek is om tot e en z o na uwkeurig m ogelijke puntschatting van h et aa ntal loodsreizen te k omen. Da t wi l zeggen dat b eoogd wordt om het v erschil tussen h et ge raamde e n he t werkelijke aa ntal gerealiseerde l oodsreizen voor 2016 t e minimaliseren.

58. In het (bijgestelde) tariefvoorstel 2015 heeft Ecorys de raming van het aantal loodsreizen gebaseerd op éé n regressie m et twee variabelen: rel evante wereldhandel en b ruto b innenlands product. Deze twee tijdsreeksen h ebben ee n s terke on derlinge correlatie, oo k wel

multicollineariteit genoemd. Di t beïnvloedt de b erekening v an d e c oëfficiënten en daarmee oo k de b etrouwbaarheid v an de regressie.

59. Naar aanleiding v an d eze be vinding v an ACM is mondeling a fgesproken m et E corys (c.q. h et

12

(13)

Besluit

Openbaar

Loodswezen) dat E corys voor het Tariefvoorstel 2016 ni et be ide v ariabelen i n éé n regressievergelijking z ou o pnemen.

60. Ecorys heeft gehoor gegeven a an d eze af spraak en h eeft twee s eparate

regressievergelijkingen bepaald (één op basis van rel evante wereldhandel en é én o p ba sis van bruto bi nnenlands product). In h et Tariefvoorstel wordt nu ge bruik gemaakt v an h et ge middelde van d e uitkomsten v an d eze twee regressievergelijkingen.

61. In het model van Ecorys wordt een raming gemaakt van de a antallen l oodsverrichtingen per goederenstroom en p er zeehavengebied. Behalve de g oederenstromen i s ook rekening gehouden met de ontwikkeling van de f actoren s cheepsgrootte en b eladingsgraad, di e oo k een rol spelen i n de raming v an h et aa ntal te b eloodsen schepen. Voor de ra ming v an d e

goederenstromen worden acht go ederenstromen o nderscheiden. V oor elk van d eze

goederenstromen h eeft E corys een specifiek model ontwikkeld da t naar het inzicht v an E corys een zo go ed mogelijke s chatting v an d e de sbetreffende goederenstroom geeft v oor het l opende en het komende jaar.

62. Ecorys heeft het model zowel mondeling als schriftelijk aan ACM toegelicht. A CM heeft het do or Ecorys ontwikkelde m odel integraal beoordeeld. Daarbij heeft A CM geconstateerd da t in het model twee h avens in ee n v erkeerde r egio waren i ngedeeld (waardoor 52 loodsreizen aan een verkeerde r egio wa ren to egerekend). Di t heeft Ecorys gecorrigeerd.

63. Ecorys heeft naar aanleiding v an o pmerkingen van ACM op h et ta riefvoorstel 2015 de systematiek voor het be palen v an d e c ontaineroverslag voor het (bi jgestelde) Tariefvoorstel aangepast. ACM ziet echter nog ruimte voor verbetering in de systematiek, maar gezien h et zeer beperkte ef fect v an d eze aa npassingen in he t m odel op h et aa ntal loodsreizen (0,5% m eer loodsreizen) accepteert ACM voor nu de gehanteerde s ystematiek. Het ramen van het aantal loodsreizen gaat immers gepaard m et e en z ekere bandbreedte. B ovendien z al een correctie van d eze raming e veneens slechts een zeer gering e ffect hebben op de hoogte van de tarieven. Daarom acht A CM de raming v an h et Lo odswezen voor het aantal loodsreizen v oor 2016 (83.544) een aanvaardbaar uitgangspunt voor de tarieven 2 016.

64. Naar aanleiding v an h etgeen in het v orige randnummer is geconstateerd, ov erweegt ACM in de aanloop naar het ta riefvoorstel voor 2017 d e s ystematiek ter bepaling v an d e ra ming v an d e containeroverslag a an e en e xtern onderzoek te o nderwerpen.

Voorgenomen k waliteitsniveau

65. ACM dient t oezicht te houden op de “economische k waliteit” van d e l oodsdienstverlening. A CM dient e r derhalve op toe te zien d at de klant e en b ehoorlijke prestatie k rijgt di e i n ee n passende

13

(14)

Besluit

Openbaar

verhouding s taat tot h et be drag d at hij daarvoor moet b etalen. E en v an d e i nstrumenten v oor de

27

uitoefening v an d it toezicht i s de b evoegdheid v an ACM om de t arieven v ast te s tellen. 66. In pa ragraaf 2.2.2. v an h et T ariefvoorstel is ten aanzien v an h et v oorgenomen k waliteitsniveau

van d e di enstverlening a angegeven d at ee n v erhoging o f verlaging v an h et k waliteitsniveau niet aan de orde is. De tarieven dienen, volgens het Loodswezen, op een dusdanige wijze te worden vastgesteld da t het huidige k waliteitsniveau ook op de lange termijn i n s tand kan worden gehouden. Het k waliteitsniveau dat m omenteel wordt geboden, voldoet naar het oordeel van d e NLc aan de wensen v an d e be langhebbenden, z onder dat sprake i s van bovenmatige k waliteit. Het v oor 2016 voorgenomen k waliteitsniveau van d e l evertijd i s bijna gelijk aan het in 20 14 gerealiseerde ni veau (zoals blijkt ui t de” Kwaliteitsrapportage 2014 Wet markttoezicht registerloodsen”) en o ok bijna g elijk aan het eerder voor 2015 voorgenomen niveau.

67. Reeds eerder is in ov erleg m et de NLc een indicator ontwikkeld d ie aa ngeeft in ho eveel procent van d e ge vallen l oodsdiensten ti jdig worden ge leverd ten opzichte v an d e met de havens afgesproken levertijdnormen (huidige werkwijze). Ui tgaande v an d e hu idige werkwijze ligt he t voorgenomen k waliteitsniveau per zeehavengebied tu ssen 9 6% en 97%. T en o pzichte v an h et tariefvoorstel 2015 is het desbetreffende kwaliteitsniveau in Rotterdam-Rijnmond met 1 procentpunt gedaald, in de Scheldewethavens met 1 procentpunt toegenomen en i n Amsterdam-IJmuiden met 2 procentpunten to egenomen.

68. ACM acht de hoogte v an d e i n he t Tariefvoorstel opgenomen waarden voor de

kwaliteitsniveaus redelijk. Hi erbij gaat A CM uit v an de o verweging d at he t k waliteitsniveau in de afgelopen jaren ( ongeveer) gelijk is geweest en dat uit de consultatie i s gebleken dat dit ov er het al gemeen het gewenste k waliteitsniveau is.

69. Gelet op het voorgaande c oncludeert A CM dat het Tariefvoorstel voldoet aan het vereiste van a rtikel 27c, z esde l id, on der a, Lw.

4.3.2 Raming van d e met de l oodsverrichtingen te behalen o mzet, d ie mede is gebaseerd op de d aadwerkelijk gerealiseerde omzet in het kalenderjaar

voorafgaande a an h et kalenderjaar waarin het voorstel w ordt gedaan (onder b)

70. In pa ragraaf 4.1 van h et Tariefvoorstel is de g eraamde opbrengst v an l oodsgeldtarieven voor 2016 opgenomen. E en specificatie v an d eze raming is opgenomen i n bi jlage 5 v an het Tariefvoorstel.

71. ACM stelt v ast dat de ra ming v an d e o mzet voor 2016 gebaseerd i s op h et v erwachte aantal loodsverrichtingen in 2016, de samenstelling van h et aantal in 20 14 gerealiseerde

27 Kamerstukken II 2006-2007, 30 913, nr. 3, p. 15.

14

(15)

74. Gelet op het bepaalde i n artikel 27c, z esde l id, aa nhef en o nder c, di ent d e raming v an de arbeidsvergoeding v oor 2016 mede gebaseerd te zijn op de d aadwerkelijk ontvangen arbeidsvergoeding i n 20 14. A CM overweegt dat voor de beoordeling h iervan m et n ame de daadwerkelijke urenbesteding v an d e l oodsen i n 20 14 van b elang is, nu het u urtarief voor de v erschillende uursoorten is vastgelegd in de Rmr. U it paragraaf 2.3.4 v an h et

Tariefvoorstel blijkt dat de re alisatie 20 14 uitgangspunt is geweest v oor het Ta riefvoorstel 2016.

75. Op v erzoek van ACM heeft het Loodswezen b ij zijn bri ef van 10 s eptember 2015 een

29

raming o vergelegd van de i nzetbare ur en v an d e registerloodsen v oor 2016. Met de ze raming i s een nadere s pecificatie ge geven v an d e i nzetbare ur en o vereenkomstig met de opzet di e oo k in v oorgaande jaren i s gehanteerd.

76. ACM stelt v ast dat het Loodswezen met de voor 2016 gegeven ra ming v an d e i nzetbare uren op ee n aa nvaardbare w ijze i nvulling h eeft gegeven a an d e ui tspraak van h et CBb van 5 september 2013. In het bi jgestelde Tariefvoorstel komt de verhouding tussen h et aantal beschikbaarheidsuren en h et aa ntal directe uren uit op 1,30. Dit getal wijst op een

28 Indirect productieve loods (IPL) taken zijn taken die niet direct betrekking hebben op het loodsen van zeeschepen,

zoals bestuur e n management, loodsdienstleider, opleidingen en dergelijke.

29 2015306596

Besluit

Openbaar

loodsreizen e n de tarieven d ie i n 20 16 volgens het Tariefvoorstel in rekening worden gebracht.

72. Gelet op het voorgaande z iet ACM geen reden o m te v eronderstellen d at de methode v an ramen van d e i n 20 16 met d e l oodsverrichtingen te behalen omzet niet juist zou zijn. ACM ziet da n oo k geen aa nleiding om dit onderdeel van h et Tariefvoorstel en d e on derbouwing daarvan o ntoereikend te ac hten.

4.3.3 Raming van d e a rbeidsvergoeding die i s gebaseerd op de d aadwerkelijk ontvangen v ergoeding in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin h et voorstel w ordt gedaan (onder c)

73. In pa ragraaf 2.3 van h et Tariefvoorstel is de raming v an d e arbeidsvergoeding v oor 2016 opgenomen. De NLc heeft d e raming voor de ar beidsvergoeding n ader uitgesplitst v oor de verschillende uursoorten, te weten directe l oodsuren, i ndirecte uren en externe uren. Directe l oodsuren z ijn v erder uitgesplitst i n reguliere bruguren, bi jzondere bruguren, u ren voor loodsen o p af stand (LOA) en a fbestellingen. De indirecte uren zijn ui tgesplitst i n u ren

28

reizen e n wachten, beschikbaarheidsuren en i ndirect p roductieve l oodstaken. De ramingen van d e v erschillende u ursoorten z ijn pe r zeehavengebied o pgenomen. De ramingen van d e tot ale di recte l oodsuren en de arbeidsvergoeding v oor totale i ndirecte uren z ijn oo k weergegeven p er scheepsklasse.

15

(16)

Besluit

Openbaar

beduidend efficiëntere v erhouding d an d e v erhouding 1 ,50 di e v oor het Ta riefbesluit 2 015 gold. A CM ziet da n oo k geen aanleiding v oor een correctie van d e beschikbaarheidsuren. 77. ACM concludeert dat het tariefvoorstel voldoet aan het bepaalde o nder artikel 27c, z esde

lid, on der c, Lw.

4.3.4 Raming van d e w ijzigingen in de kosten v an d e materiële a ctiva, de ge raamde investeringen en h et geraamde r endement (onder d)

78. De ra ming v an wi jzigingen in de kosten v an d e m ateriële activa, de g eraamde investeringen en h et ge raamde rendement v oor 2016 hebben op d ezelfde wi jze plaatsgevonden al s in he t k ader van e erdere tariefvoorstellen.

79. In het Tariefvoorstel is in paragraaf 2.8 de verloopstaat opgenomen voor het jaar 2016. In bijlage 7 i s een nadere onderbouwing van de investeringen opgenomen. De toename v an 23% ( van 11 n aar 14 mln eu ro) van h et i nvesteringsniveau ten opzichte v an 2 015 is grotendeels toe te s chrijven a an e en to ename van: ‘diverse i nvesteringen grote loodsvaartuigen’ (63% v erklarend) en ‘opleidingsmiddelen loodsen/ d iverse k leinere investeringen’ (25% v erklarend).

80. ACM heeft geen reden o m te veronderstellen d at de raming v an d e NLc met be trekking to t de wi jzigingen in de kosten v an d e m ateriële v aste activa, de geraamde i nvesteringen en het g eraamde rendement n iet j uist z ouden z ijn. Op grond van h et v oorgaande z iet A CM dan ook geen aa nleiding o m op d it punt het Tariefvoorstel en d e on derbouwing d aarvan ontoereikend te ac hten.

4.3.5 Raming overige o mzet en kosten ( sub e) Omzet overige v ergoedingen voor wettelijke ta ken

81. In de paragrafen 4.3 en 4.4 van het Tariefvoorstel zijn de ramingen weergegeven van de overige o mzet.

82. De ra ming i n pa ragraaf 4.3 betreft de omzet van o verige v ergoedingen voor wettelijke taken (examinering v an verklaringhouders). V oor de ov erige wettelijke taken worden slechts zeer incidenteel activiteiten u itgevoerd. De hier opgenomen i nkomsten zijn gebaseerd op ee n af zonderlijk bij ACM ingediend voorstel voor 2016 voor de andere tarieven d an d e l oodsgeldtarieven.

83. De ra mingen in pa ragraaf 4.4 betreffen d e omzet van a ndere di ensten e n taken d ie b uiten de regulering, m aar binnen artikel 2.5 Bmr (de z ogenoemde b agatelbepaling) vallen. Dit betreft de omzet van l oodsverklaringen, het doorbelasten a an d erden v an h uur en huisvestingskosten e n he t do orbelasten v an e xterne l oodsuren. De ra mingen in pa ragraaf 4.4 betreffen ook de opbrengsten van het vervoer van personen en goederen. Deze opbrengsten wo rden in m indering ge bracht op de k osten van v aartuigen, omdat d e

16

(17)

Besluit

Openbaar

opbrengsten wo rden verkregen d oor de i nzet v an d eze vaartuigen. Ten s lotte is sprake van e en d oorberekening v oor het voeren v an d e ad ministratie v an d e pe nsioenfondsen, di t bedrag i s in m indering g ebracht op de “overige l andelijke k osten”.

84. De k osten v an d e ov erige d iensten z ijn v erhoudingsgewijs zeer gering. He t z ijn ge en integrale k osten, omdat h et i ncidentele ad ditionele activiteiten b etreft. A angezien d e opbrengsten h oger zijn dan deze marginale k osten wo rden gebruikers niet be nadeeld door het m eenemen van d eze ramingen in de kosten v an d e NLc. Hi ermee i s voldaan aan de i n artikel 2.5 Bmr opgenomen b agatelbepaling. Di t betekent dat d e k osten v oor deze o verige diensten e n taken n iet ho ger zijn da n de inkomsten.

4.3.6 Raming van d e k osten, d e s tortingen en h et rendement van d e gestorte b edragen, gemoeid met de verplichtingen, b edoeld in artikel 26, tweede l id, o nder a, voor het desbetreffende k alenderjaar (onder f)

85. In pa ragraaf 2.9 van h et Tariefvoorstel en i n bi jlage 8 v an h et Tariefvoorstel wordt een raming g egeven v an de kosten, d e s tortingen en h et re ndement van d e ge storte bedragen die z ijn ge moeid m et de toekomstige a anspraken v oor het FLO van h et v arend personeel van d e Nederlands Loodswezen B V en h et FLP. Daarbij is uitgegaan van e en FLO /FLP-percentage v an 2,40%. Het Tariefvoorstel voldoet daarmee aa n he t schema v an stortingen, z oals vastgesteld bij besluit v an 2 9 januari 2013.

4.3.7 Raming van d e v oor het desbetreffende k alenderjaar voorziene a lgemene besparing op de k osten ( onder g)

86. In pa ragraaf 2.10 van h et Ta riefvoorstel is onder de noemer “Algemene kostenbesparing” een overzicht ge geven v an verwachte b esparingen. V oorbeelden van k ostenbesparingen voor 2016 zijn: l evensduurverlenging v an v aartuigen (aluminium tenders) en i nvoering eigen bijdrage pensioenkosten v oor medewerkers.

87. ACM stelt v ast dat de we tgever met artikel 27c, z esde lid, onder g, een e fficiëntieprikkel heeft wi llen i nbouwen. Wel wordt daarbij aan de NL c de r uimte ge laten om de

kostenbesparing in be ginsel in de door hem gewenste omvang en i n he t door hem

30

gewenste te mpo d oor te voeren. ACM concludeert dat hieraan i n he t Tariefvoorstel is voldaan.

88. Gelet op het voorgaande z iet ACM geen aa nleiding te veronderstellen d at de algemene besparing o p de kosten z oals opgenomen i n he t Tariefvoorstel onvoldoende i s.

30 Kamerstukken II, 30 931, nr. 3, paragraaf 4.2.5.5

17

(18)

Besluit

Openbaar

4.3.8 De v oor het desbetreffende k alenderjaar voorziene c orrectie i n verband met bestaande on regelmatigheden in d e m ate v an kostendekkendheid v an d e ta rieven voor de v erschillende z eehavengebieden (onder h)

89. De M inister van In frastructuur en M ilieu h eeft teneinde de nieuwe l oodsgeldtariefstructuur in te voeren de R mr gewijzigd. Het betreft onder andere een wi jziging te n aa nzien v an de indeling v an ta riefgebieden en -kolommen p er 1 juli 2013 en een wijziging v an d e correctiefactor, di e i s ingegaan p er 1 januari 2014.

90. Bij het onderhavige b esluit worden de tarieven vastgesteld, di e z ullen g elden vanaf 1 januari 2016. A lle S - en T-tarieven worden met ee nzelfde percentage a angepast ten opzichte v an d e tarieven p er 1 juli 2015.

91. Gelet op het voorgaande z iet ACM geen aa nleiding o m het Tariefvoorstel op d it punt ni et in ov ereenstemming te achten m et de Lw, he t B mr of de Rmr.

4.3.9 Een verrekening van h et verschil tu ssen de g eraamde e n de d aadwerkelijk uitgevoerde w ijzigingen in de materiële activa e n investeringen in het

kalenderjaar voorafgaande a an h et jaar waarin h et voorstel w ordt gedaan (onder i)

92. In artikel 27c, z esde l id, aa nhef, Lw i s bepaald da t het tariefvoorstel een verrekening b evat voor het verschil tussen d e g eraamde en daadwerkelijk uitgevoerde wijzigingen in de materiële ac tiva en investeringen. De v errekening h eeft b etrekking o p he t j aar

31

voorafgaande a an h et j aar waarin he t tariefvoorstel wordt gedaan. In di t geval het jaar 2014. Tussen A CM en d e NL c zijn na dere a fspraken g emaakt ov er de wi jze waarop d eze verrekening d ient t e worden uitgevoerd en wel ke rentevergoeding d aarbij toegepast di ent

32

te worden.

93. Het te v errekenen verschil tussen d e ge raamde e n de daadwerkelijk uitgevoerde wijzigingen in de materiële a ctiva en investeringen in 20 14, z oals opgenomen i n he t

33

Tariefvoorstel, bedroeg 137.000 euro. Dit bedrag i s in he t Tariefvoorstel verwerkt al s teruggave do or het in m indering te brengen o p he t bedrag dat via de tarieven wo rdt doorberekend aan afnemers van l oodsdiensten. ACM heeft vastgesteld da t di t bedrag

34

overeenkomt met he t i n de financiële v erantwoording o ver 2014 opgenomen b edrag voor de v errekening.

94. In het te verrekenen bedrag heeft de NLc de te on tvangen rente-vergoeding verdisconteerd. In het Tariefvoorstel is deze be cijferd op 10.000 euro.

31 Kamerstukken II, vergaderjaar 2 006-2007, nr. 30 913, paragraaf 4.2.5.7, p. 26.

32 Deze afspraken zijn vastgelegd in de brief van de NLc van 11 november 2009, met kenmerk NLC/WD/CvdB/2997, en

de brief van de NMa van 15 januari 2010, met kenmerk P_600066/3.B949.

33 Paragraaf 3.3.6 van het Tariefvoorstel. 34 2015101277

18

(19)

Besluit

Openbaar

95. ACM heeft v astgesteld da t de verrekening v an d e vermogensvergoeding i s gebaseerd op het p ercentage v ermogenskosten v an 12,26%, hetgeen in overeenstemming is met de

35

beslissing o p be zwaar WACC r egisterloodsen d .d. 1 3 juli 2012.

96. Gelet op het voorgaande z iet ACM geen aa nleiding o m, onverminderd hetgeen hiervoor is opgemerkt, he t T ariefvoorstel en d e on derbouwing d aarvan op dit onderdeel ontoereikend te ac hten en c onstateert A CM dat is voldaan aan het vereiste v an a rtikel 27c, lid 6 o nder i, Lw.

4.4 Beoordeling artikel 27c, tweede en de

rde lid, Lw

97. Op grond van a rtikel 27c, tweede l id, Lw d ient e en t ariefvoorstel opgesteld te worden met inachtneming v an h et ui tgangspunt dat elk afzonderlijk tarief redelijk en n on-discriminatoir is.

4.4.1 Redelijke tarieven

98. In artikel 4.2 Bmr is bepaald dat e en ta rief redelijk moet z ijn i n v erhouding to t de geleverde

36

dienst.

99. Gelet op hetgeen hiervoor en i n ho ofdstuk 5 i s overwogen, i s ACM van o ordeel dat de door de NLc voorgestelde ta rieven redelijk zijn i n v erhouding to t de geleverde di enst. A CM baseert di t oordeel onder meer op het d oor de NLc nagestreefde k waliteitsniveau, de uitkomsten v an d e c onsultatie z oals deze bi j het Tariefvoorstel zijn ge voegd en d e financiële v erantwoording o ver 2014.

4.4.2 Non-discriminatoire ta rieven

100. In de door de NLc voorgestelde ta rieven wordt een onderscheid ge maakt naar zeehavengebieden. Di t onderscheid i s bij wet v oorgeschreven. Da arbij wordt bi j en krachtens de we t v oorzien i n af bouw v an d e k ruisfinanciering tu ssen d e on derscheiden zeehavengebieden. De ta rieven i n he t v oorstel zijn weergegeven i n tabellen. De ze tabellen g elden zonder onderscheid v oor iedere gebruiker in ee n be paalde k lasse. A CM is van o ordeel dat daarmee s prake i s van n on-discriminatoire tarieven.

4.4.3 Kostengeoriënteerde tarieven

101. Ingevolge a rtikel 27c, derde l id, on der a, Lw di enen de t arieven v oor het geheel kostengeoriënteerd te z ijn. H et v oorstel is gebaseerd o p he t door ACM goedgekeurde KTS. A CM constateert dat in he t Tariefvoorstel de v oor 2016 geprognosticeerde k osten inclusief de v ergoeding v oor vermogenskosten g elijk zijn aa n de geprognosticeerde opbrengsten. ACM acht de tarieven z oals voorgesteld i n het Tariefvoorstel voor het g eheel kostengeoriënteerd.

35 200108/201

36 Zie toelichting bij artikel 4.2 Bmr: Stb. 2007, nr. 561, p. 21.

19

(20)

Besluit

Openbaar

102. Overeenkomstig artikel 27c, derde l id, on der b, Lw word t door de af bouw v an d e kruisfinanciering tussen d e z eehavengebieden een bijdrage g eleverd aan ee n meer kostengeoriënteerd tar ief per individueel schip. In de t arieftabellen z oals deze i n de bijlagen bij het (bijgestelde) Tariefvoorstel zijn ge voegd, worden de ta rieven g erelateerd aan de diepgang v an h et s chip en de t e ov erbruggen a fstand. Di t ui tgangspunt leidt ni et noodzakelijkerwijs tot e en k ostengeoriënteerd tar ief voor ieder individueel schip. 103. De parlementaire ge schiedenis vermeldt ec hter in di t v erband dat eerst de

kruisfinanciering t ussen d e z eehavens zal worden af gebouwd, waarna i n ee n tweede f ase

37

de k ruisfinanciering tussen i ndividuele s chepen z al worden af gebouwd. Deze overweging v an d e wetgever is ook het uitgangspunt geweest v an ACM voor de beoordeling v an h et Tariefvoorstel.

104. Per 1 j anuari 2014 is sprake v an e en n ieuwe l oodsgeldtariefstructuur waarbij onder andere in ee n S -tarief is voorzien. Da arop m oet de correctiefactor worden toegepast z oals

bedoeld i n artikel 4 Rmr (nieuw), v oor schepen di e ee n i nkomende-, ui tgaande-, rendez-vous- of verhaalreis maken waarbij loodsdiensten wo rden verricht i n he t z eehavengebied van Delfzijl-Eemshaven, Ha rlingen-Terschelling o f Den H elder-Den O ever-Oudenschild. De c orrectiefactor is vastgesteld op 130% v an h et v oor de betreffende reis vastgestelde S -tarief.

105. ACM acht, g elet op het voorgaande, d e i ngediende tarieftabellen waarin rekening i s gehouden met de correctiefactor per zeehavengebied en waarmee de kruisfinanciering tussen d e z eehavens wordt afgebouwd, i n ov ereenstemming met he t bepaalde bij of krachtens artikel 27c, derde l id, on der a en b , Lw.

4.5 Beoordeling artikel 27c, vierde lid, Lw (consultatie)

106. Zoals in pa ragraaf 3.2 is weergegeven is voor alle regio’s op 2 3 j uni 2015 ee n consultatiebijeenkomst be legd. Tijdens deze bi jeenkomst hebben de organisaties als bedoeld i n artikel 1 en 2 Rmr hun mondelinge zienswijzen kunnen ge ven o p he t Tariefvoorstel. Daarnaast z ijn be doelde o rganisaties in d e ge legenheid ge steld ee n schriftelijke z ienswijze te geven. I n bi jlage 10 v an het Ta riefvoorstel heeft de NLc haar overwegingen omtrent d eze i ngebrachte z ienswijzen o pgenomen. A CM is van o ordeel dat de NLc hiermee h eeft v oldaan aan de v erplichting v an artikel 27c, v ierde l id, Lw.

4.6 Beoordeling artikel 27d, eerste lid, Lw en he

t Bmr

107. In artikel 27d, eerste l id, Lw wordt be paald da t bi j de d aar genoemde o nderwerpen nadere regels kunnen worden ge steld bi j algemene maatregel van be stuur. Deze na dere regels zijn met na me ge steld i n ho ofdstuk 4 B mr.

37 Kamerstukken II 2006-2007, 30 913, nr. 3, p. 19.

20

(21)

Besluit

Openbaar

108. Artikel 4.1 Bmr stelt de eis dat de geraamde o pbrengst i n ee n k alenderjaar niet m eer bedraagt d an d e s om van d e met to epassing v an h et ge ldende K TS aan de

desbetreffende dienst toegerekende kosten, de d aaraan toegerekende

vermogenskostenvergoeding en d e da arbij te v errichten verrekening a ls bedoeld i n artikel 27c, z esde l id, on der i, Lw.

109. ACM heeft het Tariefvoorstel getoetst aan deze be paling. A CM oordeelt dat is voldaan aan artikel 4.1 Bmr.

110. ACM heeft het Tariefvoorstel tevens getoetst aan de in de paragrafen 4 .2 en 4.3 Bmr (artikelen 4 .3 to t en m et 4. 9 Bmr) gestelde e isen o mtrent d e ni euwe

loodsgeldtariefstructuur. O p ba sis daarvan h eeft A CM vastgesteld da t het Tariefvoorstel aan de gestelde eisen voldoet.

4.7 Beoordeling restpostbenadering Scheldemonden

111. De tariefregulering v an d e registerloodsen heeft ui tsluitend betrekking o p de

loodsgeldtarieven v oor het l oodsen v an s chepen v an e n naar de Nederlandse ha vens. In de regio S cheldemonden v erzorgen de d aar werkzame l oodsen e chter ook een deel van de l oodsdienstverlening v an e n na ar de V laamse S cheldehavens. De ta rieven van d e loodsdienstverlening v an e n na ar de V laamse S cheldehavens worden door de V laamse overheid v astgesteld. De Ne derlandse wetgever heeft i n de Memorie van Toelichting aangegeven dat vermeden moet worden dat eventuele tekorten van een

niet-kostendekkende loodsdienstverlening v an e n na ar de V laamse S cheldehavens zonder

38

meer op d e Nederlandse ha vens worden af gewenteld. ACM heeft tot en m et he t

39

tariefvoorstel voor 2014 E rnst & Young laten onderzoeken o f dit het geval is. Uit deze on derzoeken i s steeds naar voren gekomen d at er geen k ruissubsidiëring plaatsvindt v an i nkomsten u it gereguleerde ac tiviteiten v oor de Nederlandse ha vens naar niet-gereguleerde ac tiviteiten v oor de V laamse S cheldehavens. G elet op deze c onsistente uitkomsten z iet A CM vanaf het tariefbesluit 2015 ge en a anleiding o m dit onderzoek jaarlijks uit te l aten uitvoeren. Di t past ook in he t streven n aar een be perking v an d e administratieve l asten. ACM zal daarom voor het onderhavige ta riefbesluit a fzien v an e en dergelijk (extern) onderzoek en v olstaan met de beoordeling v an h etgeen h ierover in h et (bijgestelde) Tariefvoorstel is opgenomen en de beoordeling van de antwoorden op de

40

gestelde v ragen over de S cheldevaart . A CM heeft op basis van d e be schikbare informatie ge en a anleiding o m te veronderstellen d at s prake i s van k ruissubsidiëring van

41

de Nederlandse ha vens ten gunste v an d e V laamse S cheldehavens.

(22)

Besluit

Openbaar

4.8 Conclusie

112. Gelet op het voorgaande z iet ACM geen aa nleiding o m op grond v an a rtikel 27g, eerste lid, aa nhef en o nder a, Lw af te wi jken v an h et (bi jgestelde) Tariefvoorstel.

5 Beoordeling e

fficiëntie

5.1 Inleiding

113. ACM heeft op grond v an a rtikel 27g, eerste l id, aa nhef en onder b, Lw de b evoegdheid ee n besluit v ast te s tellen d at a fwijkt v an h et do or de NLc gedane voorstel voor de ta rieven indien het t ariefvoorstel onvoldoende b ijdraagt aan het bereiken van d e meest eff iciënte werkwijze van de registerloodsen e n de productiviteit en kwaliteit v an d e dienstverlening. He t CBb he eft vastgesteld da t de bevoegdheid v an ACM bij de toepassing v an a rtikel 27g van d e Lw niet

42

beperkt i s tot e en m arginale be oordeling v an h et ta riefvoorstel.

114. Hierna s chetst A CM welk kader zij hanteert bi j de b eoordeling o f het Tariefvoorstel voldoet aan het bepaalde bij artikel 27g, eerste l id, aa nhef en onder b, Lw . Vervolgens toetst A CM het Tariefvoorstel op g rond van dit k ader.

5.2 Beoordelingskader meest efficiënte werkwijze registerloodsen

115. Het al in pa ragraaf 2.4.4 ge noemde b eoordelingskader is opgesteld c onform het uitgangspunt van d e wetgever dat het Loodswezen z al moeten s treven naar een zo g root mogelijk aantal bruguren (di recte uren) en e en z o ge ring mogelijk aantal wachturen en beschikbaarheidsuren (indirecte uren). Daarnaast h eeft de wetgever overwogen, dat het L oodswezen jaarlijks ernaar moet s treven o m kosten t e be sparen. A ls gevolg da arvan moet d e NLc in he t tariefvoorstel aangeven o p welke wi jze he t voorgaande kan worden be reikt. O ftewel, het tariefvoorstel dient inzichtelijk te m aken o p welke wi jze he t Loodswezen haar werkzaamheden zodanig i nricht da t dit bi jdraagt aan de m eest ef ficiënte werkwijze v an d e registerloodsen.

116. Gelet op de b eperkt beschikbare i nformatie en de c omplexiteit v an h et Lo odswezen k an ACM niet v aststellen wat in ee n ge geven jaar de meest efficiënte werkwijze i s. Wel kan ACM de efficiëntie v an d e werkwijze zoals voorgesteld i n he t tariefvoorstel vergelijken met de efficiëntie van d e werkwijze i n ee rdere jaren. Daarbij hanteert A CM als uitgangspunt dat de e fficiëntie v an de werkwijze zoals deze ten grondslag ligt aa n he t v oorliggende tariefvoorstel, ni et m inder mag zijn da n i n v oorgaande j aren. Het be reiken v an d e meest eff iciënte werkwijze i s dan ook volgens ACM een continu p roces waarbij de o ntwikkeling van d e meest eff iciënte werkwijze ten opzichte v an v oorgaande j aren d oor ACM op ba sis van het ta riefvoorstel wordt beoordeeld. 117. Deze be oordeling g eschiedt i n twee stappen. I n ee rste i nstantie wordt gekeken n aar

indicatoren waarmee d e ef ficiëntie v an d e ho ofdprocessen v an h et Lo odswezen k unnen worden gevolgd. Deze processen z ijn: he t totale proces, het p rimaire proces (het l oodsen), het secundaire proces (het b eloodsen e n de planning), de overhead en de b eroepsorganisatie. O m

42 CBb 6 december 2010, ECLI:NL:CBB: BO6669, r.o. 3.2.4

22

(23)

Besluit

Openbaar

een goede vergelijking met de voorgaande jaren te kunnen maken, worden de indicatoren van eerdere jaren gecorrigeerd voor de i nflatie. De u itkomsten v an d e i ndicatoren geven e en e erste beeld v an d e on twikkeling v an de efficiëntie v an d e werkwijze op de h oofdprocessen v an h et Loodswezen.

118. Een v erslechtering v an d e i ndicatoren l eidt ni et au tomatisch tot de c onclusie v an A CM dat niet wordt bi jgedragen aan het b ereiken v an d e m eest ef ficiënte we rkwijze. V an h et Lo odswezen wordt ec hter verwacht da t z ij kunnen toelichten wat de achtergrond en d e oo rzaak is van e en eventuele v erslechtering o f verbetering v an d e ef ficiëntie van d e werkwijze op basis van d e indicatoren.

119. De i ndicatoren hebben dan ook vooral een signalerende functie. De u itkomst v an d e indicatoren k an b ij een verslechtering a anleiding g even t ot na der onderzoek door ACM. Dat geldt oo k voor de s ituatie da t een indicator verbetert. O ok in ee n de rgelijk geval kan n ader onderzoek toch no odzakelijk zijn al s het tariefvoorstel daartoe a anleiding g eeft. Het na dere onderzoek is fase twee in de beoordeling v an d e ef ficiëntie.

120. In f ase twee wordt m eer gedetailleerd onderzocht of het tariefvoorstel bijdraagt aan het bereiken v an d e m eest ef ficiënte werkwijze. De wijze waarop het n ader onderzoek wordt ingevuld, ha ngt a f van d e c oncrete o mstandigheden v an het g eval, waaronder de i nhoud v an het t ariefvoorstel en d e v an d e NLc verkregen informatie. Het nader onderzoek is daarmee n iet te v angen i n ee n s tandaard werkwijze. Mocht he t nader onderzoek daar aanleiding to e ge ven, kan A CM op g rond van a rtikel 27g, eerste l id, aa nhef en onder b, L w bepaalde k osten (deels) buiten b eschouwing laten en d e l oodsgeldtarieven v aststellen i n a fwijking v an h et

tariefvoorstel.

121. ACM houdt er daarbij rekening m ee dat het CBb heeft geoordeeld dat afwijking van het tariefvoorstel alleen mogelijk is indien m et en ige e videntie blijkt dat een bepaalde k ostenpost i n onvoldoende m ate bijdraagt aan het b ereiken v an d e meest efficiënte werkwijze v an de

43

registerloodsen e n de productiviteit en kwaliteit v an de l oodsdienstverlening. Onder enige evidentie v erstaat ACM dat e r met ee n redelijke m ate van zekerheid of aannemelijkheid vastgesteld m oet wo rden dat een kostenpost ni et v oldoet aan de e isen v an e fficiëntie. Tevens verstaat ACM hieronder dat sprake m oet z ijn van e en zeker materieel effect op de ta rieven.

5.3 Eerste fase v

an he

t onderzoek

122. ACM stelt op basis van d e ee rste f ase v an h et on derzoek vast dat voor het (bijgestelde) Tariefvoorstel geldt da t één efficiëntie-indicator verslechtert ten opzichte v an 2 014. Hieronder wordt de ze c onclusie toegelicht. E en v erslechtering v an é én v an d eze indicatoren k an d uiden op e en v erslechtering v an d e ef ficiëntie v an d e werkwijze v an d e registerloodsen. Di t wordt i n paragraaf 5.4 nader onderzocht.

43 CBb 6 december 2010, ECLI:NL:CBB: BO6669

23

(24)

Besluit

Openbaar

123. De i ndicatoren v olgen uit het beoordelingskader. In ta bel 1 z ijn de vijf hoofdindicatoren met bi jbehorende berekeningswijzen o vergenomen.

Omschrijving indicator Berekening

Indicator totale Totale k osten exclusief FLO en FLP en e xclusief Scheldevaart / totaal proces aantal geloodste s cheepsreizen exclusief S cheldevaart

Indicator primair Totale arbeidsvergoeding i nclusief Scheldevaart / arbei dsvergoeding

44

proces

directe uren inclusief Scheldevaart

Indicator secundair a. . totale k osten b eloodsen en p lannen exclusief (afschrijving v aartuigen proces en onderhoudskosten vaartuigen)

b. totale k osten beloodsen e n pl annen ex clusief afschrijving v aartuigen en onderhoudskosten vaartuigen / totaal aantal geloodste scheepsreizen c. totale k osten a fschrijvingen vaartuigen en o nderhoudskosten

vaartuigen

d. totale kosten afschrijving vaartuigen en onderhoudskosten vaartuigen / totaal aantal geloodste scheepsreizen

Indicator overhead (overige regionale k osten + overige l andelijke k osten) / (arbeidsvergoeding l oodsen + kosten

beloodsen e n pl annen)

Indicator totale k osten NL c + kosten Regionale Lo odsencorporatie (RLc) + kosten beroepsorganisatie Stichting O pleiding e n Deskundigheidsbevordering Registerloodsen

(STODEL)

Tabel 1: indicatoren en berekeningswijzen.

24

/30

124. In tabel 2 zijn de uitkomsten op basis van het (bijgestelde) Tariefvoorstel 2016 en het (bijgestelde) tariefvoorstel 2015 per indicator vergeleken. Bij de berekening van de indicatoren is de wijze van indexering van kosten toegepast zoals vastgelegd in het beoordelingskader.

Indicatoren verschil 2016-2015 Bijgesteld Tv 2016 Bijgesteld Tv 2015

Totale proces -4% 1,89 1,96

Primair proces -5% 2,19 2,30

Secundair proces a. -2% 41.900 42.800

Secundair proces b. -4% 0,501 0,521

44 Totale arbeidsvergoeding (inclusief Scheldevaart) is de optelsom van arbeidsvergoeding directe uren,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

Daar de zorg door de curatoren na 1 maart 2019 niet meer kan worden voortgezet, moeten voorbereidingen voor integratie van de ziekenhuislocaties al voor deze datum getroffen

Daarvoor is het noodzakelijk dat het OLVG op de kortst mogelijke termijn de voorgenomen concentratie kan voltrekken en zo de continuïteit van zorg en de patiëntveiligheid voor

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 27f, eerste en tweede lid, Loodsenwet tot vaststelling van de loodsgeldtarieven en de tarieven en vergoedingen

ACM is voorts van oordeel dat een multilaterale redispatch-actie, waarbij direct productie in Nederland wordt afgeregeld en productie in Frankrijk wordt opgeregeld, een effectiever

Indien een voorstel bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt in strijd is met het belang, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, c,

De Raad stelt vast dat de raming van de omzet in 2010 gebaseerd is op het verwachte aantal loodsverrichtingen in 2010 en de tarieven die in dat jaar volgens het bijgesteld