• No results found

Consultatieverslag Wet uitvoering verordening financiële benchmarks

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Consultatieverslag Wet uitvoering verordening financiële benchmarks"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Consultatieverslag Wet uitvoering verordening financiële benchmarks 1. Inleiding

Recente gevallen van fraude rondom LIBOR en EURIBOR hebben aangetoond dat benchmarks gevoelig kunnen zijn voor manipulatie. Als reactie hierop is de verordening financiële benchmarks (EU nr. 2016/1011) tot stand gekomen. De verordening biedt een regelgevend kader voor de totstandkoming en het gebruik van benchmarks in de Europese Unie. De verordening is per 1 januari 2018 van toepassing. Hoewel de verordening financiële benchmarks rechtstreeks werkt, zijn er een aantal elementen die uitvoering bij wet behoeven. Hiertoe is het wetsvoorstel Wet uitvoering verordening financiële benchmarks opgesteld. Het wetsvoorstel is van 2 mei 2017 tot 30 mei 2017 ter consultatie voorgelegd via www.internetconsultatie.nl. Naar aanleiding van de

consultatie zijn in totaal twee reacties ontvangen, waarvan één openbaar.

2. Verwerking van de consultatiereacties

De openbare reactie is afkomstig van ICIS, een onderneming die marktinformatie verzamelt en publiceert met betrekking tot de petrochemische industrie. In de reactie van ICIS wordt een drietal opmerkingen geplaatst bij het wetsvoorstel. De eerste opmerking heeft betrekking op het strafbaar stellen van het gebruik van benchmarks die niet zijn opgenomen in het ESMA-register. ICIS vraagt de minister van Financiën te verduidelijken dat het gebruik van een tweetal niet in het register opgenomen benchmarks is toegestaan onder de verordening. Het gaat om 1)

grondstoffenbenchmarks die op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel g, van de verordening zijn uitgezonderd van de reikwijdte en 2) benchmarks die vallen onder de overgangsbepalingen van artikel 51 van de verordening.

Ten aanzien van grondstoffenbenchmarks die onder artikel 2, tweede lid, onderdeel g, van de verordening vallen, geldt dat deze buiten de reikwijdte van de verordening vallen en daardoor altijd gebruikt mogen worden. De beheerder van dergelijke benchmarks hoeft niet opgenomen te worden in het in artikel 36 van de verordening bedoelde register. Deze benchmarks vallen derhalve per definitie niet onder de in dit wetsvoorstel opgenomen strafbaarstelling.

Ten aanzien van benchmarks die vallen onder de overgangsbepalingen geldt dat de verordening een beheerder voor bepaalde tijd toestaat benchmarks aan te bieden zonder dat de beheerder over een vergunning of registratie beschikt. Gedurende de overgangsperiode kunnen er derhalve

beheerders zijn die wel benchmarks aan mogen bieden, maar nog niet staan ingeschreven in het in artikel 36 bedoelde register. Opname in het register is immers verbonden aan het hebben van een vergunning of registratie op grond van artikel 34 van de verordening. Hoewel het overgangsrecht niet specifiek ingaat op het gebruik van benchmarks van beheerders die nog niet in het register staan, moet aangenomen worden dat de verordening het gebruik van dergelijke benchmarks eveneens beoogt toe te staan. Gebruik van dergelijke benchmarks zal gedurende de

overgangsperiode dan ook niet strafbaar zijn in Nederland.

Hiernaast heeft ICIS een tweetal opmerking geplaatst met betrekking op de reikwijdte van de verordening. De reikwijdte vloeit echter voort uit de verordening zelf . Voor zover de verordening tot onduidelijkheid leidt, is het aan de Europese Commissie en ESMA om hier nadere duiding aan te geven. De Nederlandse wetgever is immers niet bevoegd de verordening nader te duiden.

3. Overige

De tweede reactie is afkomstig van een particulier en is anoniem. De betreffende reactie hield geen rechtstreeks verband met de inhoud van dit wetsvoorstel.

4. Vervolg

Het wetsvoorstel zal na instemming door de Ministerraad ter advisering aan de Raad van State worden voorgelegd. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2018, te weten de datum waarop de verordening van toepassing wordt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college beziet tenminste iedere 4 jaar of er aanleiding is deze nota te actualiseren en stemt dit af met de auditcommissie.. Artikel 8

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat in artikel 10 welke informatie de paragraaf lokale heffingen in elk geval moet bevatten. Het kan zijn dat

Met de verordening 212 stelt de raad de kaders voor het financieel beleid, het financieel beheer en de hoofdlijnen voor de inrichting van de financiële organisatie vastc. De

onderhavig besluit wijzigingen aangebracht in het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten (BuEU), het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en

De grondslag die wordt gegeven in artikel 1:87, vierde lid, Wft, is zo ruim dat bij besluit ook het type niet-financiële ondernemingen kan worden genoemd met betrekking waartoe

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en

Met de verordening regelt de raad op hoofdlijnen de spelregels voor het financieel beleid, het financieel beheer en de financiële organisatie. Met de financiële verordening kan

Artikel 212 Gemeentewet bevat de bepaling dat de raad bij verordening in elk geval regels stelt voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van