2003 U1872
'Ruggen recht, heren!'
Hoe de Nederlandse christen-democraten het tegenover hun Duitse geestverwanten aflegden in het debat over
het profiel van de Europese Volkspartij
Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren Proefschrift
ter verkrijging van de graad van doctor aan de Katholieke Universiteit Nijmegen,
op gezag van de Rector Magnificus prof.dr. C.W.P.M. Blom, volgens het besluit
van het College van Decanen in het openbaar te verdedigen
op maandag 12 mei 2003, des namiddags om 1.30 uur precies
door
ALEXANDER VAN KESSEL Geboren op 21 augustus 1968 te Eindhoven
Inhoudsopgave
Woord vooraf 9 Verantwoording 10 Proloog: 1958 21
Deel I: tot 1967: Pogingen tot transnationale convergentie 25 1 Moeizame politieke consensus 31 Internationale contacten: de NEI 31 'Europa' als bindende factor 34 Eerste aanzetten voor Europese partijvorming 39 Sociaal-economische divergentie 41 Hahn en het Nederlandse beeld van 'een CDU' 45 Ideologische aanzetten in NEi-verband 1958-1962 48 2 Christen-democraten en conservatieven 52 Britse christen-democraten 52 Het conservatieven-debat verbreedt zich 55 De CDU en de gaullisten 58 Intermezzo: Exclusief-protestantse contacten in Zwitserland
en Noorwegen 63 Het conservatieve probleem: discussie voortgezet 66 Aanvraag van de Tories 70 Intermezzo: relaties met Latijns-Amerikaanse christen-democraten 75 Tegenstelling tussen Duitsers en Italianen: de Nederlanders kiezen partij 77 Deel II: 1968-1978: Verdeeldheid over de Europese partij 87 1 Gevecht om de uitgangsposities in de EUCD 95 Geen conservatieve Duitse opvolging van Rumor 95 Machtswisseling in Bonn 102 Ontknoping in de strijd om het EUCD-leiderschap: Rumor herkozen 105
Veranderingen in de CDU: 'maar allemaal zijn ze wel wat konservatief!' 108 Nederlandse pleidooien voor aansluiting van 'nieuwe' christen-democraten 115 Voortgezette strijd om de EUCD-leiding tussen Italianen en Duitsers 120 Bonn november 1973: 'coup' van de CDU 122 2 Ideologische plaatsbepaling 126 De commissie-Van Niftrik 127 Discussie in eigen kring 131 Werkgroep 'La pensee et 1'action' 136 Europees Manifest en Caracas Document: moeizame
ideologische convergentie 140 3 Naar de oprichting van de Europese Volkspartij 150 Kooijmans' peiling over de Europese partij 151 Perspectieven voor samenwerking met conservatieven in het
Europees Parlement? 154 Nieuwe verhoudingen in het Europees Parlement 159 Debat om het karakter van de Europese partij 163 Discussie over samenstelling en naam 167 Programmatische verwikkelingen 177 4 Europese Volkspartij versus Europese Democratische Unie 192 Britse, Duitse en Oostenrijkse plannen voor een Europees
democratisch centrum 192 Naar de oprichting van de Europese Democratische Unie 205 Een modus vivendi overeengekomen 211 EVP en EDU in het Europese-partijenlandschap 217 Deel III: Na 1979: De nederlaag van het CDA voltrokken 221 1 De jaren tachtig: behoud van de status quo 226 Onverminderde tegenstellingen tussen CDU/CSU en CDA 228 Combines in het Europees Parlement 231 Kanttekeningen bij de groepsdiscipline 234 Voortgaande discussie over de programma's 237 Uitbouw van de EDU 241 Christen-democratische antwoorden op de Internationale
Democratische Unie 247 Stoelendans: de voorzitterszetels van EVP en EUCD 250 Scandinavische en mediterrane aanwinsten voor de EUCD 253 Fusie tussen EVP en EUCD? 256
2 Conservatieve toetredingen 259 Uitbreiding EVP met Griekse conservatieven 260 Toetreding van de Partido Popular: de conservatieve kwestie
terug op de agenda 262 Juni 1989: aanvraag van de EDG 271 Meningsverschil tussen het CDA en Jansen 275 Jeugdig verzet tegen aansluiting van conservatieven 279 Nuances in CDA-eurodelegatie en partij 284 Versterkte positie CDU en leiderswissel Tories: isolement CDA dreigt 287 Pogingen tot afstemming vóór de partijleidersconferentie van april 1991 290 Hertoginnedal 302 Interpretatieverschillen naar aanleiding van een moeizaam
bereikt compromis 305 Arbeid in het overlegcomité 307 Maastricht en Tindemans: de laatste kansen voor de Nederlanders? 310 Hertoginnedal II 313 De fractie beslist anders 317 Toetreding van de Scandinavische conservatieven en christen-democraten 325 3 Ideologische verdieping: bunkerstrategie 331 Ideologische verkenningen door CDA en CDU 331 Een beginselprogramma 334 Tussenbalans 1992: het CDA en zijn zusterpartijen 342 Mondiale verwikkelingen 344 Europese verkiezingen 1994: samenwerking op fractieniveau bevestigd 346 Deconfiture van een bondgenoot: ondergang van de DC 350 4 Uitbreiding oostwaarts 353 Midden- en Oost-Europa: kansen voor de christen-democratie? 353 Een nieuwe rol voor de EUCD 355 Rivaliteit in steunverlening 359 Voorkeuren in Hongarije, Polen en Tsjecho-Slowakije 361 Nog meer toetredingskwesties 368
Fusie EUCD - EDU? 373
Oost-Europese 'christen-democraten' en de EVP 376 5 Het CDA en de EVP na 1995 378 De Tories houden afstand 378 Toetreding Forza Italia 380 Christen-democratisch terreinverlies in West-Europa 382 Terreinverlies in Oost-Europa; liquidatie EUCD 386 Europese verkiezingen van 1999: EVP de grootste 388 Eindspel: samensmelting EVP en EDU 391
Enige conclusies 397 Bijlagen 403 Noten 407 Afkortingen 451 Documentatie 454 Zusammenfassung 470 Personenregister 476 Curriculum vitae 483