Electro Convulsie Therapie (ECT)
Electro Convulsie Therapie (ECT)
Elektro Convulsie Therapie wordt toegepast bij patiënten met een ernstige depressie of met katatonie, waarbij medicijnen weinig of geen effect hebben. Bij deze behandeling wordt een ‘toeval’ (epileptisch insult) opgewekt door een paar seconden een elektrische
stroomstimulus toe te dienen aan het brein.
De behandeling vindt onder algehele anesthesie (narcose) plaats op de operatiekamer (OK). ECT bestaat uit een aantal behandelingen. Gedurende deze behandelingen bent u opgenomen op de Afdeling Psychiatrie van Tergooi, A14 in Blaricum.
Let op: Gedurende de behandeling zult u hier klinisch opgenomen zijn. Zodra de
behandeling is afgerond of vroegtijdig moet worden gestaakt zult u worden terugverwezen naar uw eigen behandelaar. U zult in dit geval dus niet opgenomen blijven op de afdeling psychiatrie van Tergooi. Ook niet als u nog klinische vervolg-behandeling moet ondergaan.
Voorbereiding
Pre-operatieve screening
Voordat de therapie kan beginnen, heeft u een afspraak voor de pre-operatieve screening.
Van tevoren vult u een vragenlijst in over uw lichamelijke situatie. De pre-operatieve screening bestaat verder uit een lichamelijk onderzoek en een gesprek met de
anesthesioloog.
De anesthesioloog bespreekt uw ziektevoorgeschiedenis met u en beoordeelt uw
lichamelijke gesteldheid. Meestal wordt een bloedonderzoek gedaan en soms wordt een ECG (hartfilmpje) gemaakt. Het kan nodig zijn dat andere specialisten uw conditie verder beoordelen, bijvoorbeeld een cardioloog of longarts.
Medicijnen afbouwen
Medicijnen die gebruikt worden bij de behandeling van psychische aandoeningen zoals;
slaapmiddelen en angstdempende medicijnen verstoren de behandeling. Het is daarom belangrijk dat u deze medicijnen in overleg met uw arts afbouwt en niet meer inneemt als de behandeling begint.
Vaak is er 1 tot 3 weken tijd nodig de medicatie die u gebruikt af te bouwen. Soms kan er in goed overleg met de eigen behandelaar al worden gestart met afbouw van de medicatie voor de opname.
Veel patiënten zijn bang dat hun klachten in de afbouwperiode toenemen. De
afbouwperiode wordt inderdaad vaak zwaar gevonden, maar toename van klachten valt meestal mee. Uiteindelijk lukt het vrijwel iedereen om tijdelijk met deze medicijnen te stoppen.
Medicijnen die u voor eventuele andere aandoeningen gebruikt hoeft u meestal niet te stoppen.
De opname
U wordt opgenomen op afdeling A14, de afdeling Psychiatrie in Blaricum. De
verpleegkundige stelt u tijdens het opnamegesprek een aantal vragen en legt u de gang van zaken op de afdeling uit. Om het effect van de behandelingen te kunnen beoordelen wordt zowel voor aanvang van de behandeling als tijdens de opname een korte vragenlijst met u doorgenomen.
De avond voor de behandeling
De verpleegkundige bespreekt met u nog eens de belangrijkste punten. Vanaf 24:00 uur bent u nuchter. Dat wil zeggen dat u niet meer mag eten, drinken of roken.
De dag van de behandeling
U bent nuchter. ’s Morgens mag u uw medicijnen voor uw lichamelijke klachten innemen met een slokje water. Nadat u heeft gedoucht, krijgt u een operatiejasje en ondergoed voor éénmalig gebruik aan.
De verpleegkundige vraagt u om eventuele sieraden af te doen. Ook mag u geen piercings dragen. Als u een gebitsprothese draagt, moet u deze uitdoen. Verder mag u tijdens de behandeling geen make-up, nagellak en kunstnagels dragen. U krijgt een polsbandje om
met uw naam erop. De verpleegkundige brengt u in de loop van de ochtend in een ziekenhuisbed naar de operatie-afdeling. De ECT-verpleegkundige blijft tijdens de
behandeling bij u. De anesthesieverpleegkundige, anesthesioloog en de psychiater zijn bij uw behandeling aanwezig. Soms is er ook een arts in opleiding bij de behandeling
aanwezig.
De behandeling op de OK
Op de holding krijgt u een infuusnaaldje in uw arm, en worden er een aantal controles gedaan.
Op de operatiekamer wordt u aangesloten op apparatuur die uw lichaamsfuncties tijdens de behandeling bewaken.
U heeft dan:
plakkers op uw borst voor de registratie van uw hartritme;
twee plakkers op de arm om de spieractiviteit te meten.
een band om uw arm om uw bloeddruk te kunnen meten;
een knijpertje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te meten;
een band om uw arm om te controleren hoe goed het insult verloopt.
De psychiater voert de behandeling uit. Eerst wordt uw huid op uw voorhoofd, slapen en achter uw oren ontvet met een watje met alcohol.
U krijgt:
plakkers boven uw wenkbrauwen en achter uw oren om uw hersenactiviteit tijdens de behandeling te registreren;
op de slapen worden metalen plaatjes geplaatst die dienen als elektroden.
een elastische band om het hoofd om deze elektroden op hun plek te houden.
De anesthesioloog zal voor de behandeling nogmaals met u doornemen of u weet waarvoor u komt en of alle voorbereidingen goed zijn doorlopen. De zogenaamde ‘time out’
procedure.
De anesthesioloog geeft u daarna via het infuusnaaldje een kortwerkend slaapmiddel.
Nadat u goed onder narcose bent gebracht, geeft de psychiater u een aantal seconden een stroomstimulus. Deze veroorzaken het insult. Het insult duurt ongeveer een halve minuut.
Een paar minuten nadat het insult is gestopt, wordt u wakker.
Na de behandeling
Na de behandeling ligt u korte tijd op de uitslaapkamer. Uw hartslag en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd. De anesthesioloog en de anesthesieverpleegkundige bekijken wanneer u weer naar de afdeling terug mag, meestal is dat een halfuur later. De
verpleegkundige brengt u terug naar de afdeling. Regelmatig wordt uw hartslag en
bloeddruk gemeten. Zodra u goed wakker bent en een slokje water kan drinken, wordt het infuus eruit gehaald. Daarna mag u weer uit bed en mag u ook weer eten en drinken.
De volgende behandelingen
U krijgt in principe twee keer per week een behandeling: op dinsdagochtend en vrijdagochtend. De therapie bestaat initieel meestal uit minimaal twaalf
behandelingen,waarna geevalueerd wordt of er nog wordt doorgegaan.
Tijdens de behandeling bent u opgenomen op de afdeling Psychiatrie en wordt regelmatig geëvalueerd hoe de behandeling verloopt.
Het effect van de behandeling is vaak pas na een aantal keer merkbaar. Om het effect te meten, wordt wekelijks een gevalideerde depressie scorelijst (MADRS) bij u afgenomen.
Bijwerkingen van de therapie
Het is vooraf niet precies te zeggen hoe u op de behandeling zal reageren. Een deel van de patiënten heeft na de behandeling last van hoofdpijn, misselijkheid en/of spierpijn. Ook kunt u direct na de behandeling verward zijn. Deze klachten verdwijnen na korte tijd. De belangrijkste bijwerking van deze behandeling is tijdelijk geheugenverlies voor de korte termijn. Deze klacht verdwijnt meestal na enkele weken tot maximaal drie maanden.
Risico’s van de behandeling
Tijdens het toedienen van de korte stroomstimulus stijgen uw bloeddruk en hartslag. Dit kan gevolgen hebben voor mensen met hart- en vaatziekten. De anesthesioloog beoordeelt uw lichamelijke conditie tijdens de pre-operatieve screening. Hij bespreekt met u welk risico u loopt tijdens deze behandeling.
Als uw lichamelijke conditie verandert nadat u bij de pre-operatieve screening bent geweest, moet u bellen met de pre-operatieve polikliniek. Deze polikliniek is tijdens kantooruren bereikbaar via T 088 753 13 20.
Vragen?
We hebben een algemeen beeld gegeven van het verloop van de ECT. De psychiater kan in overleg met u afwijken van de werkwijze zoals hier beschreven.
Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de psychiater of aan de verpleegkundige van de Afdeling Psychiatrie Tergooi in Blaricum.
Contact
Medisch Psychiatrische Unit (MPU) T T 088 753 23 59
Ma t/m vr 08:30 - 17:00 uur
Psychiatrie - Afdeling T 088 753 23 59
ma t/m vr 08:30 - 17:00 uur
Psychiatrie - Polikliniek T 088 753 13 20