1 Afkortingenlijst
ACE angiotensine I converterend enzym ALS amyotrofische lateraal sclerose
Anti GBM antistoffen tegen de glomerulaire basaal membraam ANP Atriaal Natriuretisch Peptide
AV atrioventriculair
BPPD Benigne Paroxismale Positieafhankelijke Duizeligheid BSE bezinkingssnelheid der erytrocyten
COPD chronic obstructive pulmonary diseases CPAP Continuous positive airway pressure CRP C-reactieve proteïne
CRT Cardiale resynchronisatietherapie CT computer tomografie
CVA cerebro vasculair accident CVD centraal veneuze druk DAS Disease activity score
DMARD Disease modifying antirheumatic drugs
dVIN differentiated vulvaire intraepitheliale neoplasie EBUS Endo Broncial Ultra Sound
ECG elektrocardiogram EMG elektromyogram
ERCP Endoscopische Retrograde Cholangiopancraticografie FSH follikelstimulerend hormoon
(e)GFR (estimated) glomerulaire filtratie snelheid
HELLP Hemolysis Elevated Liver enzymes and Low Platelets HDL high density lipoproteins
ICD implanteerbare cardioverter defibrillator LAD Left Anterior Descending coronary artery LDL low density lipoproteins
LH luteïniserend hormoon
MCV mean corpuscular (cell) volume MMSE mini mental state examination MRC medical research council MRI magnetic resonance imaging MTP meto tarsale phalanx
NRS Numeric (pain) rating scale (VAS-score) NSAID non-steroidal anti-inflammatory drugs OD rechteroog
OSAS obstructief slaap apnoe syndroom PCI percutane coronaire interventie SIAS spina iliaca anterior superior
SNRI Selective Serotonin and Noradrenalin Reuptake Inhibitor SOLK somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten SPECT Single Photon Emission Computed Tomography
SSRI selective serotonine reuptake inhibitor STEC shiga-toxine producerende E. coli TIA transient ischaemic attack
TSH thyroïd stimulerend hormoon
2 Normaalwaarden volwassenen in veneus plasma kreatinine 60 - 110 µmol/L (mannen) kreatinine 50 - 90 µmol/L (vrouwen) kreatinine 30 - 90 µmol/L (kinderen)
ureum 3,0 - 7,0 mmol/L
natrium 137 - 144 mmol/L
kalium 3,4 - 4,6 mmol/L
chloride 98 - 107 mmol/L
bicarbonaat 24 - 30 mmol/L
calcium 2,20 - 2,60 mmol/L
fosfaat 0,80 - 1,30 mmol/L
alkalische fosfatase < 122 U/L
glucose 4,0 - 5,5 mmol/L
osmolaliteit 280 - 300 mosm/kg
TSH 0,4 – 4 mE/L
fT4 8-20 pmol/l
albumine 37 - 53 g/L
cholesterol 4,7 - 6,0 mmol/L
anion gap 8-12 mmol/L
troponine ≤14 ng/L
CK ≤ 225 U/L
ASAT ≤ 30 U/L
LDH 120-250 U/L
MCV 80-100 fL
Ferritine 20-300 g/L
IJzer 10-30 µmol/l
Hemoglobine 7,4-9,0 mmol/L Haptoglobine 0,3-1,6 g/l Totale ijzer bindingscapaciteit 45-80 µmol/l Bilirubine totaal <17 µmol/l Bilirubine geconjugeerd <5 µmol/l Reticulocyten 25 – 120 109/l
INR 1
CRP <10 mg/L
Arteriële bloedgasanalyse
pCO2 4,5 - 6,0 kPa (34 – 45 mmHg)
pH 7,35 - 7,45
pO2 10,6 - 13,3 kPa (79 – 100 mmHg)
bicarbonaat 22 - 26 mmol/L Selectiviteit proteïnurie
hoog < 0,1 matig 0,1 - 0,2 laag > 0,2
Schatting van de kreatinineklaring volgens Cockcroft & Gault (mannen):
(140 - leeftijd in jaren) x lichaamsgewicht in kg x 1,23
plasma-kreatinine in µmol/L [in mL/min]
(voor vrouwen moet de waarde met 15 % worden verminderd) Normaalwaarden urine
Albumine/kreatinine ratio < 2,5 mg/mmol Osmolaliteit 50-1400 mosmol/kg
3 vrouw 3,3-19 E/L folliculair
vrouw 5,2-29 E/L midcyclus vrouw 1,8-15 E/L luteaal
vrouw 37-140 E/L postmenopauze
Oestradiol
vrouw 100 - 575 pmol/l folliculair vrouw 175 - 1150 pmol/l midcyclus vrouw 120 - 1100 pmol/l luteaal vrouw 0 - 180 pmol/l postmenopauze
Zuur/base normogram
4 Vraag 1
Een 79-jarige patiënt komt bij de oogarts met visusdaling en metamorfopsie. Bij fundoscopie worden maculaoedeem, intraretinale bloedingen en harde exsudaten in het rechter oog gezien. Het linker oog heeft een groot litteken in de macula. Waar passen de bevindingen op het rechter oog het beste bij?
1. Centraal sereuze chorioretinopathie 2. Centraal veneuze takocclusie 3. Infectieuze chorioretinitis
4. Neovascularisatie bij macula degeneratie
Vraag 2
Een 42-jarige sportieve vrouw komt op het spreekuur van de huisarts met plots ontstane pijnklachten aan de anterieure zijde van haar knie. Zij is schoonmaakster van beroep en kan nu niet meer goed op haar knie zitten. Er is sprake van een zwelling aan de anterieure zijde (zie figuur 1). Zij is daarbij niet ziek en heeft geen koorts. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Figuur 1
1. Acute bursitis prepatellaris 2. Patellofemorale artrose 3. Runners knee
5 Vraag 3
Een 44-jarige vrouw is overdag vermoeid omdat zij in de nacht slecht slaapt. Zij gaat om 22.00 in de avond naar bed toe en valt pas tegen 02.00 in de nacht in slaap. Ze slaapt dan tot 6.30 en wordt wakker wanneer haar wekker gaat. Zij piekert veel wanneer zij in bed ligt of ze overdag niet te vermoeid zal zijn om te kunnen werken.
Zij is laatst tijdens een vergadering een keer in slaap gevallen en dat vond zij erg gênant. Ook valt zij regelmatig na het avondeten tijdens het televisiekijken op de bank in slaap. Haar man maakt haar dan een half uur slapen wakker. Bij deze vrouw is sprake van de slaapstoornis…
1. advanced sleep phase syndroom.
2. hypersomnie.
3. insomnie.
4. parasomnie.
Vraag 4
Een 70-jarige vrouw in goede conditie met een hoog stadium ovariumcarcinoom komt voor voorlichting over de primaire behandeling. Welke behandeling is het meest passend voor deze vrouw?
1. Chemotherapie gecombineerd met een operatie 2. Chemotherapie gecombineerd met radiatie 3. Immuuntherapie
Vraag 5
Bij een 68-jarige niet-rokende patiënte worden op de CT-thorax meerdere noduli beiderzijds in de longen en vergrote lymfklieren mediastinaal en axillair gezien. Vijf jaar geleden is zij geopereerd aan een mammacarcinoom. Haar moeder is 60 jaar geleden behandeld voor tuberculose. Bij de patiënte uit bovenstaande casus wordt een punctie verricht om tot de juiste diagnose te komen. Waar kan deze punctie het beste verricht worden?
1. Axillair 2. Longnodus 3. Mediastinaal
6 Vraag 6
Een 72-jarige vrouw komt met hartkloppingen op de Spoedeisende Hulp. De klachten bestaan al 5 dagen. Klinisch is er sprake van een milde decompensatio cordis links.
Zij gebruikt reeds een bètablokker en orale antistolling. Het onderstaande
elektrocardiogram is op de Spoedeisende Hulp gemaakt. Het ECG (figuur 2) laat atriumfibrilleren zien.
Figuur 2
De meest passende behandeling van deze ritmestoornis is…
1. adenosine.
2. digoxine.
3. elektrische cardioversie.
4. ivabradine.
Vraag 7
Een 23-jarige vrouw heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis. Zij volgt
dialectische gedragstherapie en maakt goede vorderingen. Desondanks houdt ze last van forse stemmingsschommelingen. Zij wil graag medicatie om hier minder last van te hebben. Welke medicatie is hiervoor de beste keuze?
1. Een benzodiazepine 2. Een SSRI
3. Een tricyclische antidepressivum 4. Lithium
7 Vraag 8
Een 58-jarige patiënt met pleuravocht bij pulmonaal gemetastaseerd coloncarcinoom wordt opgenomen met dyspnoe en thoracale pijn. Hij is thuis al behandeld met
zuurstof, morfine en antibiotica. Desondanks is hij niet comfortabel. Hij geeft aan zo niet verder te willen. Wat is de beste vervolgstap om het comfort van de patiënt te verbeteren?
1. Alle behandelingen te staken om het overlijden te bespoedigen 2. De SCEN arts bellen
3. Het pleuravocht te draineren
Vraag 9
Een vrouw van 68 jaar krijgt een steeds bollere buik als gevolg van ascites. Er wordt een diagnostische ascitespunctie gedaan waarbij maligne cellen passend bij een ovariumcarcinoom worden gevonden. Het albuminegehalte in de ascites is naar verwachting bij deze patiënt…
1. gelijk aan het plasmagehalte.
2. hoger dan het plasmagehalte.
3. lager dan het plasmagehalte.
Vraag 10
Een 41-jarige man heeft met veel moeite een detoxificatiebehandeling doorstaan in verband met een alcoholverslaving. Helaas heeft hij nog steeds forse
leverfunctiestoornissen. De behandeling richt zich nu op het voorkomen dat deze patiënt terugvalt in alcoholgebruik. Er wordt een behandeling met psychosociale interventies gestart. Hiernaast wil de arts een anti-cravingmiddel voorschrijven. Welk middel is hiervoor het meest geschikt?
1. Diazepam 2. Disulfiram 3. Naltrexon 4. Varenicline
8 Vraag 11
Een 70-jarige patiënt komt op het spreekuur van de huisarts in verband met een wond die is ontstaan na een trauma. Hij heeft 3 jaar geleden bij het werken in de tuin een tak tegen zijn hoofd gekregen. Het wondje dat er destijds is ontstaan gaat maar niet weg, maar wordt zelfs steeds groter. Zie figuur 3.
Figuur 3
Welke twee efflorescenties staan bij deze patiënt op de voorgrond (figuur 3)?
1. Macula en een erosie 2. Macula en ulcus 3. Plaque en een ulcus
Vraag 12
Welke anatomische structuur op het plaatje (figuur 4) is groen gekleurd?
Figuur 4
1. Lig. falciforme 2. Lig. sacrospinale 3. Lig. sacrotuberale 4. Lig. sacro-uterinum
9 Vraag 13
Een 40-jarige man klaagt over pijnklachten van zijn rechter schouder welke met name aan de voorzijde zijn gelokaliseerd. Hij heeft geen trauma doorgemaakt. Bij het passieve bewegingsonderzoek van de schouder zijn er geen afwijkingen, bij het actieve bewegingsonderzoek is flexie van de elleboog tegen weerstand pijnlijk ter hoogte van de schouder. De oorzaak van zijn probleem is het meest waarschijnlijk…
1. articulair.
2. ossaal.
3. tendinogeen.
Vraag 14
Een 33-jarige vrouw heeft recent een auto-ongeluk gehad. Op een verrichte CT-scan was een fractuur door het rechter slakkenhuis te zien. Sinds het ongeval is haar gehoor aan de rechter zijde slecht. Wat voor gehoorverlies zal zij hebben?
1. Een conductief gehoorverlies 2. Een perceptief gehoorverlies
Vraag 15
Een 40-jarige vrouw is zwanger geworden nadat er een donorembryo bij haar is teruggeplaatst. Welke van onderstaande hormonen kreeg zij toegediend vóórdat dit embryo werd teruggeplaatst?
1. hCG
2. Oestrogenen 3. Progesteron 4. Recombinant FSH
Vraag 16
Een vrouw van 78 jaar wordt opgenomen via de Spoedeisende Hulp. Haar bloeddruk is 160/80 mmHg met een pols van 68/min. De bloedwaarden laten een serum
natrium zien van 116 mmol/l en een kreatinine van 68 umol/l. Het urineonderzoek toont een urinecreatinine van 5 mmol/l, urineosmolaliteit 400 mosmol/kg en een urinenatrium van 60 mmol/l. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de hyponatriëmie?
1. Hartfalen 2. SIADH
3. Volumedepletie
10 Vraag 17
Een 71-jarige man met hartfalen heeft op het ECG een verbreed QRS-complex door een linkerbundeltakblok. Zijn cardiale probleem kan naast medicamenteuze therapie ook behandeld worden met een biventriculaire pacemaker. Het mechanisme
waardoor een biventriculaire pacemaker werkt, is synchrone activatie…
1. in de laterale wand en apicaal van het linker ventrikel.
2. van het linker atrium en het linker ventrikel.
3. van het septum en de laterale wand van het linker ventrikel.
Vraag 18
Een 68-jarige man valt van een ladder op de grond. Hij is meteen bewusteloos. De ogen zijn gesloten en worden niet geopend wanneer de man een pijnprikkel krijgt toegediend. De man maakt geen geluid. Op een pijnprikkel ontstaat een
strekbeweging van beide armen en beide benen. Wat is de EMV-score van deze patiënt?
1. E1M1V1 2. E1M2V1 3. E2M2V1 4. E2M2V2
Vraag 19
De neuroloog ziet een 23-jarige man op de Spoedeisende Hulp die met de
mountainbike is gevallen en hierbij een flexie trauma van de nek heeft opgelopen. Hij klaagt sinds de val over heftige brandende pijn in de armen en handen. Bij
neurologisch onderzoek op de Spoedeisende Hulp valt verder op dat hij een verminderde kracht heeft in de schouder- en boven armspieren MRC 3, en in de onderarm- en handspieren MRC 4. De arts vermoedt dat er sprake is van een central cord lesion. Welke afwijkingen heeft de patiënt naar verwachting nog meer bij het neurologisch onderzoek?
1. Een gestoorde positiezin aan de armen
2. Een gestoorde temperatuurszin aan de armen 3. Een gestoorde vibratiezin aan de armen
Vraag 20
Een geriater screent een 84-jarige man die matig mobiel is op valrisico. Wat is de beste vraag om het valrisico in te schatten? “Bent u in het afgelopen half jaar…
1. aangewezen geweest op een loophulpmiddel?”
2. bang geweest om te vallen?”
3. gevallen?”
11 Vraag 21
Op basis van het cardiovasculair risicoprofiel overweegt de huisarts om medicatie te starten bij een 58-jarige vrouw. Daarom vraagt hij naar extra risico-informatie. Welke informatie uit de anamnese pleit vóór starten met medicatie?
1. Collitis ulcerosa
2. Een hartinfarct op 69-jarige leeftijd bij haar moeder 3. Reumatoïde artritis
Vraag 22
Een 26-jarige vrouw heeft sinds vier dagen klachten passend bij een
ongecompliceerde urineweginfectie. Ze is 24 weken zwanger. Een dipstickonderzoek op haar ochtendurine toont de volgende uitslag: Nitriet +, Leukocyten 1+, pH 6, proteïne negatief, glucose negatief, ketonen negatief, bilirubine negatief, erytrocyten 2+. De urine heeft een uur op kamertemperatuur gestaan. Wat is nu het eerst
aangewezen vervolgbeleid?
1. Herhalen van de urinestick in de ochtendurine van de volgende ochtend 2. Inzetten van een dipslideonderzoek
3. Inzetten van een kweek en starten antibiotica
Vraag 23
Een 44-jarige vrouw G4P4, met diabetes mellitus, heeft een prolaps. Haar diabetes is matig ingesteld waardoor zij regelmatig moet plassen. Welke van onderstaande risicofactoren zal de grootste rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de prolaps?
1. Diabetes 2. Pariteit 3. Polyurie
Vraag 24
Op de polikliniek neurologie komt een 24-jarige man die bekend is met multipele sclerose (MS). Sinds een aantal dagen merkt hij dat het lopen moeilijker gaat en dat hij de urine niet meer kan ophouden. De neuroloog vindt aan beide benen een piramidebaansyndroom, gestoorde gnostische sensibiliteit aan de benen en een sensibele grens op het niveau van de tepels. Er wordt gedacht aan een nieuwe MS- laesie in het ruggenmerg. Op de radiologieaanvraag voor een MRI-scan van het myelum moet de neuroloog het vermoedelijke niveau van de laesie aangeven. Wat is het vermoedelijke niveau van de ruggenmerglaesie in bovenstaande casus?
1. C8 2. L2 3. Th4 4. Th10
12 Vraag 25
Een 56-jarige vrouw heeft een acute cholecystitis. Dit is een vorm van gecompliceerd galsteenlijden. Om de diagnose te bevestigen wordt een ECHO van de
lever/galwegen verricht. Op deze ECHO zal het beeld van een cholecystitis worden gezien. Waar zal meest waarschijnlijk een galsteen worden gevonden bij dit klinische beeld? Dit is in de ductus …
1. choledochus.
2. cysticus.
3. hepaticus communis.
4. pancreaticus.
Vraag 26
Een 56-jarige vrouw heeft een glioblastoma multiforme (hooggradig glioom, WHO graad IV). Hiervoor is zij reeds geopereerd en bestraald en momenteel krijgt zij chemotherapie. De tumor zit links temporo-parietaal. Ze meldt zich op dit moment omdat ze 2x een episode heeft gehad met gedurende 15-30 minuten klachten van verwardheid en niet goed uit de woorden kunnen komen. Wat is de meest
waarschijnlijke verklaring voor deze episodes?
1. Bijwerkingen van de chemotherapie 2. Focale epileptisch insulten
3. TIA’s
Vraag 27
De politie treft op een bankje in het park een verwaarloosde, half slapende, man. Hij vertelt aan de politie dat hij verslaafd is aan ‘Bruin’. Omdat hij geen woning heeft slaapt hij in het park. Naast hem vindt de politie een zakje met bruin poeder en onder het bankje ligt een injectienaald. Wat is dit bruine poeder meest waarschijnlijk?
1. Cocaïne 2. GHB 3. Heroïne 4. LSD
Vraag 28
Een patiënte met panhypopituarisme krijgt een dubbele kiesextractie bij de tandarts.
Wat is het beste advies ten aanzien van haar hydrocortisongebruik?
1. Extra dosis hydrocortison oraal voor de ingreep
2. Geen aanpassing, alleen bij klachten extra hydrocortison 3. Hydrocortison intramusculair voor de ingreep
13 Vraag 29
Een 45-jarige man is sinds vanochtend enorm duizelig. Hij is hierbij misselijk en moet braken. Bij onderzoek ziet de huisarts een derde graads nystagmus naar links. De man hoort goed en heeft deze klachten nooit eerder gehad. Van welke diagnose is meest waarschijnlijk sprake?
1. BPPD
2. Brughoektumor 3. Labyrintitis
4. Ziekte van Ménière
Vraag 30
Een nierarteriestenose is een relatief zeldzame oorzaak voor hypertensie. Bij welk van de onderstaande situaties is de verdenking op een nierarteriestenose het grootst?
1. Bij een daling van > 20% van de nierfunctie na starten van een ACE-remmer 2. Wanneer de behandeling met 2 antihypertensiva onvoldoende effect heeft
Vraag 31
Een 29-jarige nulligravida bezoekt het spreekuur van de gynaecoloog vanwege onregelmatig bloedverlies. Haar cyclusduur varieert van 4 tot 7 weken. Zij heeft een opvallende gezichtsbeharing. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van haar bloedverlies?
1. Cervicale poliep 2. Endometriumpoliep
3. Persisterend corpus luteum 4. Proliferatief endometrium
Vraag 32
Een 50-jarige vrouw met een BMI van 28 kg/m2 bezoekt de polikliniek gynaecologie voor de jaarlijkse surveillance in het kader van haar lynch syndroom. Zij menstrueert sinds een jaar niet meer. Zij rookt 15 sigaretten per dag. Zij vraagt wat zij zelf kan doen om de kans op het ontstaan van endometriumcarcinoom te verlagen. Met welke van onderstaande adviezen maakt zij deze kans zo laag mogelijk?
1. Gewicht reduceren tot een normale BMI
2. Hormonale therapie gebruiken in eerste 10 jaar van de menopauze 3. Stoppen met roken
14 Vraag 33
Bij een 61-jarige vrouw met dyspnoe is recent de diagnose pulmonale hypertensie gesteld, in een beginstadium. Zij ervaart dyspnoe alleen bij inspanning en niet in rust.
Waardoor wordt haar dyspnoe het meest waarschijnlijk veroorzaakt?
1. Anemie
2. Linker hartfalen 3. Luchtwegvernauwing 4. Rechter hartfalen
Vraag 34
Een 61-jarige man komt op de Spoedeisende Hulp in verband met atriumfibrilleren.
Hij wordt hiervoor behandeld met medicatie. Zijn hartritme verandert hierdoor. Er wordt een nieuw ECG gemaakt, zie figuur 5. Op de ECG is nog steeds een ritmestoornis te zien.
Figuur 5
Welke ritmestoornis is zichtbaar op dit ECG?
1. Atriumflutter 2. Atriumfibrilleren 3. Ventrikelfibrilleren 4. Ventrikeltachycardie
15 Vraag 35
Het vulvaire vestibulitissyndroom (VVS) is het meest voorkomende subtype van chronische dyspareunie en komt voor bij 3-15% van de vrouwen. Wat is bij VVS de meest toegepaste behandeling?
1. Gedragstherapie
2. Medicamenteuze behandeling 3. Operatieve behandeling
Vraag 36
Een 74-jarige man bekend met uitgebreid vaatlijden komt thuis te overlijden. Als vermoedelijke doodsoorzaak wordt een hartinfarct vastgesteld. Zijn vrouw geeft aan dat de man graag donor wilde zijn. Voor welke vorm van donatie komt de man in aanmerking?
1. Orgaandonatie 2. Weefseldonatie
Vraag 37
De neuroloog ziet een 35-jarige vrouw op het spreekuur in verband met een doof gevoel en tintelingen in de linker hand. Deze worden aangegeven in het gebied zoals hier te zien in afbeelding 7 (schaduwtint). Bij welke perifere zenuw passen deze sensibele stoornissen het beste?
Figuur 7
1. De nervus medianus 2. De nervus radialis 3. De nervus ulnaris
Vraag 38
Een 68-jarige man heeft ernstig coronairlijden waarvoor hij ascal en acenocoumarol gebruikt. Hij wordt nu op de Spoedeisende Hulp onderzocht wegens acute
krampende buikpijn en bloederige diarree. Welke bevinding is de beste reden voor de arts om de overweging “darmischemie” te verwerpen?
1. De atherosclerose uit zich bij deze man in de coronairarterieën 2. De bloedbijmenging in de ontlasting
3. Het gebruik van antistolling in combinatie met een trombocytenaggregatieremmer 4. Het krampende karakter van de buikpijn
16 Vraag 39
Op de Spoedeisende Hulp ziet de neuroloog een 7-jarig meisje, dat sinds 1 week wordt behandeld met antibiotica voor een midden oorontsteking. Sinds deze ochtend heeft ze echter hogere koorts, een gedaald bewustzijn en braakt ze. Ze is nekstijf. De neuroloog vermoedt dat er sprake is van een bacteriële meningitis ten gevolge van een doorbraak van haar midden oorontsteking richting het centraal zenuwstelsel. Wat is in dit geval de meest waarschijnlijke verwekker?
1. Neisseria meningitidis 2. Stafylococcus aureus 3. Streptococcus pneumoniae
Vraag 40
Een 25-jarige vrouw wordt door de Spoedeisende Hulp-arts gezien met zeer forse hemoptoë. Zij is bekend met bronchiëctasieën en cystische fibrose (CF). Zij wordt gestabiliseerd op de Spoedeisende Hulp. Welke behandeling is nu als eerste aangewezen voor deze patiënte?
1. Embolisatie
2. Resectie longkwab 3. Stentplaatsing
Vraag 41
Bij een 52-jarige vrouw met een acute verslechtering van de nierfunctie worden de volgende uitslagen gezien: urine soortelijk gewicht 1009 kg/l, urine-
natriumconcentratie 50 mmol/l en urine-osmolaliteit 280 mosmol/kg. Bij welke oorzaak van acute nierinsufficiëntie passen deze uitslagen het beste?
1. Dubbelzijdige nierarteriestenose 2. Glomerulonefritis
3. Tubulo-interstitiële nefritis
Vraag 42
Een 76-jarige vrouw heeft tijdens een val een comminutieve tibiaplateau fractuur opgelopen. Ze gebruikt chronisch prednison in verband met systemische lupus erythematodes (SLE). Ze had voor haar val ook al veel pijn in haar knie. Op dit moment is de meest geïndiceerde behandeling voor haar een…
1. fixateur externe.
2. intra-medullaire pen.
3. plaat osteosynthese.
4. totale knie prothese.
17 Vraag 43
Een AIOS Neurologie ziet op haar spreekuur een jongeman van 19 jaar. Hij heeft al enkele jaren last van onwillekeurige schokken in verschillende delen van zijn
lichaam. Tijdens de anamnese hoort ze meneer ook vaak kuchen en de keel schrapen. Hij kan deze bewegingen kort tegenhouden. Dit probleem past bij een stoornis in…
1. de basale ganglia.
2. de neuromusculaire overgang.
3. de piramidebaan.
4. het cerebellum.
Vraag 44
Een 64-jarige vrouw heeft refluxklachten en bij endoscopie hierdoor duidelijke schade aan de slokdarm. Er zijn meerdere medicamenteuze opties om de schade door zuurinwerking te beperken. In afnemende mate van voorkeur zijn dat … 1. H2 antagonisten, antacida, protonpompremmers.
2. H2 antagonisten, protonpompremmers, antacida.
3. protonpompremmers, antacida, H2 antagonisten.
4. protonpompremmers, H2 antagonisten, antacida.
Vraag 45
Een 60-jarige man heeft vele jaren overmatig alcohol gebruikt. Hij is met hulp van zijn zoon nu 3 jaar gestopt met drinken. Het gaat beter met hem maar wat opvalt is dat hij zich veel feiten uit het verleden niet meer goed kan herinneren. Als hem iets wordt gevraagd waarop hij het antwoord niet weet dan verzint hij iets. Zo vertelde hij
iemand dat hij vroeger bakker was, maar in werkelijk was hij kapper. Hij lijkt zich niet bewust te zijn dat hij dingen verzint. Wat is de beste benaming voor dit symptoom?
1. Alogie
2. Circumlocutie 3. Confabulatie 4. Simulatie
18 Vraag 46
Een 82-jarige man met een myocardinfarct heeft enkele uren geleden een percutane coronaire interventie ondergaan wegens een cardiogene shock. De man is erg ziek, zit rechtop en gebruikt zijn hulpademhalingsspieren. Ondanks 12 liter zuurstof per non-rebreathing masker is de zuurstofsaturatie 90%. De bloeddruk is 89/65 mm Hg, pols 112/min irregulair. De cardioloog hoort een luid holosystolisch geruis over de apex. Welke behandeling, is nu als eerste aangewezen?
1. CABG
2. ICD-implantatie 3. Mitralisklepchirurgie
4. Sluiten van een ventrikelseptum ruptuur
Vraag 47
Een 43-jarige vrouw heeft een gegeneraliseerde angststoornis. Ze piekert een groot deel van de dag over allerlei gevaren die zij voor haar gezin ziet. Ze wil graag met een psychotherapeutische behandeling kijken of haar angsten kunnen verminderen.
Welke behandelvorm is voor haar het meest geschikt?
1. Applied relaxation
2. Contingentiemanagement 3. Dialectische gedragstherapie 4. EMDR
Vraag 48
Een 45-jarige man is behandeld voor een pneumonie. Na aanvankelijk goed herstel krijgt hij opnieuw een pneumonie. Op de X-thorax worden meerdere vergrote klieren in de hilus gezien. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
1. Bronchiëctasieën 2. Empyeem
3. Longkanker 4. Tuberculose
Vraag 49
Een 82-jarige man met rechts hartfalen wordt tijdens een opname behandeld met een antibioticum en ruim infuus met NaCl 0,9%. Vanwege zijn zieke toestand is hij bedlegerig. Om te beoordelen of hij geen rechts decompensatio cordis ontwikkelt door het ruime infuus, controleert de zaalarts of hij oedeem krijgt. Waar zal deze man het eerst oedeem tonen?
1. Periorbitaal 2. Pretibiaal 3. Sacraal
19 Vraag 50
Een 36-jarige man, bekend wegens chronisch alcoholmisbruik, wordt acuut
opgenomen wegens twee uur geleden ontstane pijn boven in de buik. Hij is bleek, en voelt perifeer koud. Hij ademt oppervlakkig. De bloeddruk is 180/60 mmHg, de
polsfrequentie is 120/min. Bij onderzoek van het abdomen wordt geen peristaltiek gehoord, percussie is diffuus pijnlijk en wordt slecht verdragen door de patiënt.
Palpatie is pijnlijk en er is gegeneraliseerde defense musculaire. Wat is de meest waarschijnlijke klinische diagnose?
1. Acute pancreatitis 2. Acuut myocardinfarct 3. Geperforeerde diverticulitis 4. Maagperforatie
Vraag 51
Een 33-jarige vrouw is in partu. Bij vaginaal toucher voelt de verloskundige de kleine fontanel van de baby onder de symfyse. Wat is de meest waarschijnlijke ligging van het hoofdje? Achterhoofdsligging, achterhoofd…
1. achter.
2. voor.
Vraag 52
Een 67-jarige vrouw komt op het spreekuur van de dermatoloog in verband met jeukende huiduitslag op onderbenen, vooral links. De dermatoloog denkt aan een chronische veneuze insufficiëntie (CVI). Welk aanvullend onderzoek is er het meest geïndiceerd bij deze patiënte om CVI aan te tonen?
1. Digitale substractie angiografie 2. Enkel/arm index
3. Veneuze duplex
Vraag 53
Een 63-jarige man heeft een reset osmostat. Hierbij is sprake van een verandering van de gevoeligheid van de ADH-receptor waarbij het setpoint van het serumnatrium is verlaagd. Bij de genoemde man is het setpoint van natrium 125 mmol/l is.
Wat is het effect van het toedienen van hypertoon zout (3% = 514 mmol/l natrium) op de urine-osmolaliteit bij deze man als zijn natriumconcentratie 125 mmol/l is vlak voor het toedienen van hypertoon zout? De urine-osmolaliteit zal in dit geval…
1. afnemen.
2. onveranderd blijven 3. toenemen.
20 Vraag 54
Een prematuur geboren jongetje, dat intussen drie jaar oud is, ontwikkelt een volvulus als gevolg van een malrotatie. Hij ondergaat een operatie wegens de
necrose aan zijn darmen. Hierbij wordt een groot deel van zijn jejunum en proximale ileum verwijderd. Duodenum, een segment jejunum, zijn distale ileum en volledige colon zijn intact. Er wordt een anastomose gemaakt tussen de resterende
darmdelen. Na deze operatie heeft hij permanent diarree. Wat is de meest waarschijnlijke reden van zijn diarree?
1. Galzure zouten 2. Short bowel
3. Zijn premature geboorte
Vraag 55
Een 68-jarige vrouw heeft kort na een CVA moeite met eten omdat ze zich snel verslikt. Welke hulpverlener is in deze situatie hiervoor het meest aangewezen om te helpen om de slikfunctie te verbeteren?
1. Diëtist
2. Ergotherapeut 3. Logopedist 4. Psycholoog
Vraag 56
Een 25-jarige vrouw komt met een, sinds enkele dagen bestaande, pijnlijke zwelling van haar rechter onderooglid op het spreekuur van de huisarts. Bij onderzoek ziet deze een zeer lokale, rode zwelling die drukgevoelig is. Zie figuur 8.
Figuur 8
De meest waarschijnlijke diagnose is … 1. blefaritis.
2. chalazion.
3. hordeolum.
21 Vraag 57
Op het spreekuur van de neuroloog komt een 56-jarige patiënte met sinds drie jaar geleidelijk toenemende balansproblemen en vallen. Bij het neurologisch onderzoek worden onder andere een breedbasisch gangspoor, een intentietremor van de handen en een nystagmus bij de oogbewegingen waargenomen.
Figuur 9
Waar in het zenuwstelsel zit de stoornis die de klachten en verschijnselen verklaart (zie figuur 9)?
1. A 2. B 3. C 4. D
22 Vraag 58
Een patiënt ligt aan de beademing na een openhartoperatie. Hij is morbide obees (BMI 38 kg/m2) en heeft een omvangrijke buik. In de nacht na zijn operatie krijgt hij steeds meer zuurstofbehoefte. Op een thoraxfoto wordt volumeverlies van de rechterlong gezien, passend bij atelectase. Welke beademingsinstelling kan het beste worden gewijzigd om de atelectase open te krijgen?
1. Ademfrequentie 2. I:E ratio
3. PEEP
4. Teugvolume
Vraag 59
Een 35-jarige vrouw loopt vast op meerdere gebieden in haar leven. Ze vindt dat dat vooral de schuld is van de wereld om haar heen. Haar omgeving vindt haar moeilijk in de omgang doordat ze een ‘kort lontje’ heeft. Ze werd twee maal ontslagen doordat ze ten onrechte onkosten declareerde. Toen ze hoorde dat haar broer plots was omgekomen als gevolg van een hartinfarct reageerde zij koeltjes ‘shit happens’.
Op een feestje gaf ze in een opwelling een rondje voor alle 200 aanwezigen en kreeg vervolgens heftige ruzie met de barkeeper toen ze dit niet kon afrekenen. Van welke persoonlijkheidsstoornis is bij deze persoon meest waarschijnlijk sprake?
1. Antisociale persoonlijkheidsstoornis 2. Borderline persoonlijkheidsstoornis 3. Histrionische persoonlijkheidsstoornis 4. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Vraag 60
Een 71-jarige vrouw komt op haar jaarlijkse controle in verband met haar atrofische gastritis. Zij geeft aan vergeetachtiger te worden, somberder te zijn en het gevoel te hebben dat haar tong gladder is geworden. Haar Hb is 5,9 mmol/L. De meest waarschijnlijke onderliggende oorzaak van haar anemie is een tekort aan...
1. foliumzuur.
2. ijzer.
3. vitamine B12.
4. vitamine E.
23 Vraag 61
De reumatoloog heeft bij een 48-jarige man net de diagnose IgM RF anti ccp
positieve reumatoïde artritis gesteld. Hij heeft een DAS 28 van 5,2 wat past bij hoge ziekteactiviteit. Er zijn al erosieve afwijkingen in meerdere MTP-gewrichten
aanwezig. De reumatoloog wil snel een behandeling starten om toename van schade te voorkomen. Wat is het beste behandelregime voor deze patiënt?
1. Een NSAID als bridging en een DMARD, zoals methotrexaat
2. Prednison als bridging en 2 DMARD’s, zoals methotrexaat en hydroxychloroquine 3. Prednison als bridging en een DMARD, zoals methotrexaat
Vraag 62
De oncoloog ziet op haar poli een 73-jarige man met een mondbodem carcinoom die behandeld wordt met platinum-bevattende chemotherapie (cisplatina) en
radiotherapie. In het laboratoriumonderzoek valt een geïsoleerde hypomagnesiëmie op. De meest waarschijnlijke oorzaak hiervoor is …
1. bijwerking van de chemotherapie.
2. bijwerking van de radiotherapie.
3. progressie van ziekte met hematogene uitzaaiingen.
4. verminderde voedselinname.
Vraag 63
Een 63-jarige man komt bij de huisarts, omdat hij bij het hardlopen gemerkt heeft dat hij minder conditie heeft dan voorheen. Ook merkt hij bij het oprennen van een
helling steeds weer een stekende pijn links op de borst, die overigens verdwijnt als hij wat rustiger gaat lopen. Hij rookt niet. Zijn vader heeft op 70-jarige leeftijd een
hartinfarct gehad. Zijn bloeddruk is 135/78 mm Hg, pols 64/min regulair en aequaal.
Over het hart normale tonen zonder geruis. Bij deze patiënt is er meest waarschijnlijk sprake van…
1. aspecifieke thoracale pijnklachten en een laag risico op coronair lijden.
2. atypische angina pectoris en een intermediair risico op coronair lijden.
3. typische angina pectoris en een hoog risico op coronair lijden.
Vraag 64
Een 21-jarige vrouw is ongewenst zwanger. Zij heeft normaliter een regelmatige cyclus van 28 dagen. De eerste dag van haar laatste menstruatie was 42 dagen geleden. De vrouw is er zeker van nu nog geen kind te willen en wil de
zwangerschap daarom afbreken. Zij wil geen abortuspil. Welke behandeling heeft nu de eerste keuze, gezien haar zwangerschapsduur?
1. Instrumentele abortus 2. Zuigcurettage
24 Vraag 65
Een 53-jarige vrouw is geopereerd aan haar rechter heup. Na 12 weken komt zij op controle bij de orthopeed en meldt dat zij pijn met een prikkelend, brandend karakter heeft en ook gevoelloosheid in een nauwkeurig aangegeven gebied aan de zijkant van het rechter bovenbeen. Bij lichamelijk onderzoek heeft patiënte een allodynie van de laterale zijde van het onderbeen. Patiënte is bekend met
hartritmestoornissen. Wat is het medicament van eerste keus voor deze patiënte?
1. Paracetamol 2. Pregabaline 3. Tramadol
Vraag 66
De neuroloog ziet een 33-jarige man op de Spoedeisende Hulp in verband met sinds enkele dagen bestaande, progressieve tintelingen in zijn lichaam. De klachten zijn begonnen in de voeten en ondertussen opgetrokken tot de liezen en de onderarmen.
Patiënt kan nog net lopen, maar de aansturing is duidelijk gestoord. Bij het
neurologisch onderzoek vindt de arts een gestoorde vitale en gnostische sensibiliteit in de benen en onderarmen. De kracht aan de onderbenen en handen is verminderd, MRC 4. Er is een sensore ataxie aan de benen. De reflexen zijn afwezig. De
neuroloog verricht een lumbaal punctie. De liquor toont een verhoogd aantal cellen (150/gezichtsveld), een licht verlaagd glucose en verhoogd eiwit. Welke diagnose is nu het meest waarschijnlijk?
1. Encefalitis
2. Guillain Barré syndroom 3. Myelitis
Vraag 67
Een 25-jarige vrouw komt op het spreekuur van de huisarts vanwege zeer licht jeukende vlekjes op de huid van met name de romp. De huisarts ziet annulaire plaques met enige collerette schilfering die lopen volgens de huidlijnen. De diagnose die hier het best bij past is…
1. gegeneraliseerd allergisch eczeem.
2. pityriasis rosea.
3. psoriasiforme squama.
4. urticaria.
25 Vraag 68
Het verslag van de radioloog spreekt van een luchtbronchogram in de linkeronderkwab. Dit past het beste bij de diagnose…
1. atelectase.
2. pleuravocht.
3. pneumonie.
4. tuberculose.
Vraag 69
Een 72-uur oude neonaat heeft meerdere congenitale problemen: een ernstig oxygenatieprobleem, een flinke hernia diafragmatica en een duodenumatresie. Het kind braakt gallig. Welk van onderstaande problemen is meest waarschijnlijk de oorzaak van het gallig braken?
1. De duodenumatresie 2. De hernia diafragmatica 3. De hypoxie
Vraag 70
Een 5-jarig meisje bezoekt de huisarts. Ze heeft sinds ruim een week hevige oorpijn rechts en koorts. Met name bij het liggen is het oor erg pijnlijk. Het oor lijkt iets af te staan en achter het oor is een rode, fluctuerende zwelling aanwezig. Het
trommelvlies is rood. De gehoorgang lijkt rustig. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
1. Cholesteatoom.
2. Mastoïditis
3. Otitis externa acuta 4. Otitis media acuta
Vraag 71
De neuroloog wordt in consult gevraagd op de Spoedeisende Hulp bij een 34-jarige dame die 2 weken geleden bevallen is. Ze heeft sinds 3 dagen hoofdpijn, braken en dubbelzien. Bij neurologisch onderzoek vindt de arts behoudens een milde n.
abducens parese links geen afwijkingen. Vermoedelijk is er sprake van een
sinustrombose. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het ontstaan van een n. abducens parese bij een sinustrombose?
1. Door directe druk op de n. abducens bij een trombose in de aangrenzende sinus 2. Door het infarct wat ontstaat bij de sinustrombose
3. Door verhoogde intracraniële druk ten gevolge van de sinustrombose
26 Vraag 72
Een 63-jarige man komt bij de huisarts voor het bespreken van zijn bloeduitslagen.
Hij gebruikt simvastatine (cholesterolremmer) en hydrochloorthiazide (antihypertensivum). Bloeduitslagen:
Totaal cholesterol 7,5 mmol/l LDL 4,3 mmol/l
HDL 2,1 mmol/l
Triglyceriden 1,0 mmol/l
Welke afwijkende laboratoriumuitslag is het meest bepalend voor het aanpassen van het beleid?
1. Het HDL 2. Het LDL
3. Het totaal cholesterol
Vraag 73
Een jongen van 6 maanden oud komt samen met zijn moeder op het spreekuur van de dermatoloog. Hij heeft zichtbare huidafwijkingen waaraan hij krabt. Er is sprake van eczeem en impetiginisatie. Zie Figuur 10.
Figuur 10
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
1. Atopisch eczeem 2. Dermatitis perioralis
3. Psoriasis met secundaire impetiginisatie
27 Vraag 74
Een 21-jarige student heeft het klinische beeld van een appendicitis: hij is matig ziek, de pijn is rond de navel begonnen en naar rechts onder afgezakt. Bewegen doet pijn, zeker als hij zijn rechter been optrekt. Diepe palpatie rechts onder in de buik is pijnlijk maar percussiepijn en défense musculaire ontbreken. De koorts neemt toe. Wat zou bij deze student de meest voor de hand liggende complicatie zijn indien zijn ziekte progressief verloopt?
1. Ontwikkeling van een retroperitoneaal abces 2. Perforatie naar de vrije buikholte
Vraag 75
Een patiënt van 83 jaar komt op de Spoedeisende Hulp omdat ze een hele nacht op de grond heeft gelegen na een val achter haar rollator. Ze is ABCDE stabiel, maar ligt vaak met de ogen dicht. Ze voelt zich moe, heeft een pijnlijke rug en weinig vertrouwen dat het goed gaat komen. Van de val weet ze zich weinig te herinneren.
Tijdens het lichamelijk onderzoek is ze moeilijk te stimuleren mee te werken. Dit beeld past het meest bij een…
1. delier.
2. dementie.
3. depressie.
28 Vraag 76
Het onderstaande elektrocardiogram (figuur 11) werd gemaakt bij een 45-jarige vrouw met palpitaties.
Figuur 11
Een typische bevinding bij het lichamelijk onderzoek zal zijn…
1. cannon-waves.
2. hypertensie.
3. pols-deficit.
4. pulsus paradoxus.
Vraag 77
Een 76-jarige vrouw heeft een heup vervangende operatie rechts ondergaan.
Gedurende de eerste paar postoperatieve dagen krijgt zij onder andere een opiaat als pijnstiller voorgeschreven. Welke medicatie moet de vrouw daarnaast ook worden voorgeschreven in verband met de bijwerkingen van dit opiaat?
1. Anticholinergicum 2. Macrogol
3. Protonpompremmer
29 Vraag 78
Bij 28 weken zwangerschapsduur heeft een 29-jarige vrouw pijn in de bovenbuik. Ze heeft een bloedruk van 150/95 mmHg passend bij een HELLP syndroom. Wat is de meest aangewezen behandeling van de hoge bloeddruk van deze vrouw?
1. ACE remmer 2. Calciumantagonist 3. Lisdiureticum 4. Zoutarm dieet
Vraag 79
Een huisarts wordt in de avonddienst gevraagd een visite te rijden in verband met een lijkvinding van een jonge vrouw. Bij aankomst wordt de deur open gedaan door de huisgenoten van de jonge vrouw. Zij vertellen haar op haar rug liggend in bed te hebben aangetroffen in haar kamer nadat zij meerdere malen op de deur hadden geklopt maar geen antwoord kregen. De laatste keer dat ze haar hadden gezien was 2 dagen geleden. Er zijn niet wegdrukbare lijkvlekken aanwezig op de rugzijde van de overledene. Naast het bed staat een leeg kopje met daarnaast een scala aan lege doordrukstrips van psychiatrische medicatie. Er ligt een afscheidsbrief. De huisarts belt daarop de gemeentelijk lijkschouwer omdat hij daar in deze situatie toe verplicht is. Dat is zo omdat er sprake is van…
1. een onnatuurlijke dood.
2. een overlijden van meer dan 24 uur geleden.
3. lijkvinding.
4. twijfel is vanwege de niet passende lijkvlekken bij het verhaal van de omstanders.
Vraag 80
Een man van 36 jaar komt in de middag met pijn en fotofobie op zijn rechter oog bij de huisartsenpost. De pijnklachten bestaan sinds de ochtend. Bij anamnese geeft hij aan dat hij bouwvakker is en gisteren met hamer en beitel heeft gewerkt. Daarbij voelde hij opeens een tikje tegen zijn rechter oog en zag hij wat troebelingen. Omdat er verder niets aan de hand was, heeft hij doorgewerkt. Bij onderzoek is de visus OD 0,05 en OS 1,2. Het rechter oog is rood en er is een wit laagje onder achter de cornea te zien. Wat is de meest passende diagnose?
1. Bulbus perforatie met endophthalmitis OD 2. Contusio bulbi met reactieve uveitis OD
3. Intracorneale corpus alienum met keratitis OD 4. Keratitis photoelectrica met erosie OD
30 Vraag 81
De huisarts van een terminale 83-jarige patiënt met longfibrose belt de longarts. Hij vraagt hoe hij het best de dyspnoe van zijn patiënt kan bestrijden. Het beste advies dat de longarts hiervoor kan geven is starten met…
1. inhalatiemedicatie.
2. morfine.
3. prednison.
4. zuurstof.
Vraag 82
Een 80-jarige patiënt heeft opvallend gestuwde halsvenen als hij op bed ligt. De specialist ouderengeneeskunde meet een verhoogde centraal veneuze druk (CVD).
Bij welke aandoening past een verhoogde CVD?
1. Een ernstige tricuspidalisklep insufficiëntie 2. Links decompensatio cordis
3. Trombose in de vena jugularis aan de kant van de CVD meting
Vraag 83
Een 67-jarige man presenteert zich bij de huisarts met sinds 8 maanden bestaande intermitterende pijnloze macroscopische hematurie. Hij dacht dat het wel vanzelf over zou gaan. De huisarts heeft sinds kort een echoapparaat en besluit een echo van de blaas te maken. Hierop is een ruimte innemend proces zichtbaar. Patiënt vraagt aan de huisarts of het ernstig is. De huisarts antwoordt dat het zichtbaar bloed plassen geassocieerd is met…
1. het stadium van de ziekte, met andere woorden de mate van ingroei/gevorderdheid.
2. de kwaadaardigheidsgraad, laag- intermediair- of hooggradig.
Vraag 84
Een meisje van 4 maanden heeft sinds 2 dagen 5 keer per dag dunne ontlasting en braakt na vrijwel elke voeding. Ze heeft geen koorts en drinkt haar flessen goed.
Haar oudere broer heeft enkele dagen geleden dezelfde klachten gehad. Bij
lichamelijk onderzoek wordt een wat sloom meisje gezien met droge slijmvliezen. Ze is ten opzichte van een meting op het consultatiebureau een week eerder ongeveer 5% afgevallen in gewicht. Wat is het juiste beleid?
1. (Dag)opname voor controle elektrolyten en rehydratie via een infuus 2. (Dag)opname voor rehydratie met ORS via een neusmaagsonde 3. Ontslag naar huis met advies om af en toe extra fles aan te bieden 4. Ontslag naar huis met advies om loperamide te geven (vertraagt de
darmmotiliteit)
EINDE VAN DE TOETS
