1. ZIENSWIJZEN
1 Provincie Noord-Brabant
Zienswijze Standpunt gemeente
► De nieuwbouw van een woning op nr.
60 in een bebouwingsconcentratie gelegen binnen een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling kan worden gerealiseerd op basis van artikel 8.2 Vr2014. De bouw van één woning is geen stedelijke ontwikkeling maar een ruimtelijke ontwikkeling.
Er mag inbreuk worden gemaakt op de toepassing van de Ruimte-voor-ruimte- regeling. Dit betekent dat er een tegenprestatie ten behoeve van
kwaliteitsverbetering van het landschap voor de bouw van een woning vergelijkbaar dient te zijn met de tegenprestatie die gevraagd wordt voor het oprichten van een ruimte-voor-ruimte-woning. Een dergelijke investering is niet inzichtelijk gemaakt en ontbreekt.
► De gemeente blijft bij het standpunt dat er sprake is van een stedelijke ontwikkeling met een groot
maatschappelijk belang.
Het plangebied is gelegen binnen het ‘zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling – kern in landelijk gebied’.
Voor deze gebieden geldt dat een bestemmingsplan kan voorzien in een stedelijke ontwikkeling.
Onderhavig planvoornemen maakt onderdeel uit van de woningbouwontwikkeling Loverbosch, zijnde een stedelijke ontwikkeling (artikel 1.75). Uit onderzoek bleek dat het agrarische bedrijf, een varkenshouderij, aan de Stegen 56-60 de mogelijke woningbouw voor een groot deel door een geurhindercirkel
belemmerde. Als onderdeel van de woningbouwont- wikkeling Loverbosch is daarom met de eigenaar van deze varkenshouderij op 9 oktober 2007
overeengekomen dat op de locatie Stegen 60 na bedrijfsbeëindiging, sloop en bestemmingswijziging, een nieuwe woning met bijgebouw mocht worden gerealiseerd.
Ondanks dat de ontwikkeling onderdeel uitmaakt van de stedelijke ontwikkeling wordt de bouw van één woning op basis van de Verordening echter gezien als een ruimtelijke ontwikkeling (1.72). Voor de
ontwikkeling van een ruimtelijke ontwikkeling geldt een zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit (artikel 3.1) en een kwaliteitsverbetering van het landschap (artikel 3.2). Ook in dit geval is er sprake van sloop van ruim 1200 m² stallen en het beëindigen van het agrarische bedrijf in ruil voor een landschappelijk ingepaste woning met bijgebouw.
Daarnaast is de gemeente van mening, mocht dit nodig zijn, dat in dit geval in verband met maatwerk kan worden afgeweken van de algemene regels (artikel 3.3). Nieuwvestiging, zijnde de vestiging op een locatie die volgens het geldende bestem-
mingsplan niet is voorzien van een (bouwvlak op een) bestaand perceel, kan mogelijk worden gemaakt indien dit noodzakelijk is vanwege een groot belang.
In onderhavig geval is hiervan sprake.
Gevolgen voor het bestemmingsplan
De toelichting van het bestemmingsplan is met bovenstaande motivering aangevuld.