Factsheet April 2021
Niet direct toegankelijke wo- masteropleidingen
Deze factsheet geeft een aantal feiten weer van universitaire
masteropleidingen die in 2019 niet direct toegankelijk zijn, namelijk:
• de ontwikkeling van het aantal niet direct toegankelijke masteropleidingen;
• kenmerken van masteropleidingen die niet direct toegankelijk zijn;
• de studentenpopulatie van deze masteropleidingen vergeleken met de studentenpopulatie van masteropleidingen die direct toegankelijk zijn.
Het hoger onderwijs moet volgens de wet toegang bieden aan iedereen die voldoet aan de vooropleidingseisen. Daarnaast zijn er opleidingen die mogen selecteren en daartoe bovenop de vooropleidingseisen aanvullende eisen stellen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij numerus fixusopleidingen in de bachelorfase, waar het aantal studentplaatsen beperkt is, maar ook bij masteropleidingen waar niet altijd sprake is van een capaciteitsbeperking.
Sinds het afschaffen van de doorstroommaster is het stellen van aanvullende eisen voor veel masteropleidingen de manier om geschikte studenten te selecteren. Wanneer dit leidt tot ongelijke toegangskansen op basis van kenmerken ánders dan de gestelde aanvullende eisen, bijvoorbeeld vanwege onbedoelde effecten van de selectieprocedure, is er sprake van een
onwenselijke situatie. Dit is ook het geval indien hbo’ers niet worden
toegelaten, terwijl aansluitende hbo-bacheloropleidingen bestaan. De inspectie monitort de ontwikkeling van niet direct toegankelijke masteropleidingen en signaleert mogelijk onwenselijke situaties indien zij die aantreft. Deze factsheet is hier een resultaat van.
De feiten op een rijtje
De toegankelijkheid van het universitaire masteronderwijs in 2019 is
vergelijkbaar met het jaar er voor. Tevens zijn er opvallende verschillen in de doorstroom naar Engelstalige en niet-Engelstalige masteropleidingen.
Verschillen tussen masteropleidingen
• Het aantal niet direct toegankelijke universitaire masters is redelijk stabiel.
• Sectoren binnen het hoger onderwijs verschillen fors van elkaar in het aandeel masteropleidingen dat selectie-eisen stelt.
• Er worden bijna altijd selectie-eisen gesteld door researchmasters, masters met een capaciteitsbeperking en ‘voor hbo’ers niet toegankelijke’ masters.
Verschillen tussen studentenpopulaties
• Relatief meer vrouwen dan mannen stromen vanuit de wo-bachelor door naar een wo-masteropleiding die selectie-eisen stelt.
• Relatief meer mannen dan vrouwen stromen vanuit de wo-bachelor door naar een Engelstalige master.
• Relatief meer internationale studenten dan Nederlandse studenten beginnen aan een masteropleiding die selectie-eisen stelt dan aan een niet-selectieve masteropleiding. Bij masters met selectie-eisen die daarnaast óók een capaciteitsbeperking hebben is dit verschil er niet.
• Relatief meer studenten met een hoge sociaal economische status (SES) dan studenten met een lage sociaal economische status stromen vanuit de wo- bachelor door naar een Engelstalige master.
• Relatief meer studenten zonder- of met een westerse migratieachtergrond dan studenten met een niet-westerse migratieachtergrond stromen vanuit de wo-bachelor door naar een Engelstalige master.
• In de vergelijking tussen masters met selectie-eisen en masters zonder selectie-eisen, zien we nauwelijks verschillen in doorstroom als het gaat om SES en migratieachtergrond.
Wat verstaan we onder niet direct toegankelijk?
Selectie-eisen
In het begrippenkader, dat is opgesteld door OCW, VSNU, LSVb en ISO, wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten van eisen die
masteropleidingen kunnen stellen (toelating en selectie in de master). Uit het begrippenkader:
• Toelatingseisen: kennis en competenties die de student verworven kan hebben tijdens de bacheloropleiding.
• Selectie-eisen: vaardigheden van de student die buiten/boven de eindkwalificaties van de bacheloropleiding gaan.
Capaciteitsbeperking
Indien er sprake is van een beperkt aantal beschikbare studentplaatsen, wordt doorgaans geselecteerd om deze plaatsen te vullen. Uitzonderingen zijn hier masteropleidingen geneeskunde en tandheelkunde, selectie vindt reeds plaats in de bachelor.
Voertaal en toegankelijkheid voor hbo’ers
De voertaal van een opleiding is strikt genomen geen selectiemiddel maar leidt vaak wel tot het stellen van (extra) eisen aan het niveau van de
taalbeheersing. Ook het beperken van de instroom van hbo-gediplomeerden is geen selectiemiddel. Het heeft echter wel een gevolg voor de directe
toegankelijkheid van masteropleidingen.
Het aantal niet direct toegankelijke masters is stabiel Van alle masteropleidingen in 2019 (N=697):
• stelt rond de 40 procent selectie-eisen;
• heeft ruim 10 procent een beperkt aantal plaatsen;
• biedt ongeveer 60 procent het onderwijs in het Engels aan;
• is ruim 25 procent niet toegankelijk voor hbo’ers;
• stellen bijna alle researchmasters selectie-eisen.
Bovenstaand beeld is de laatste twee jaar redelijk stabiel, met uitzondering van een afname in het aantal opleidingen dat niet toegankelijk is voor hbo’ers.
Wel vond een verschuiving plaats in welke opleidingen selectie-eisen stellen. In 2019 zijn 30 masteropleidingen begonnen met het stellen van selectie-eisen, terwijl 32 masteropleidingen daar juist mee stopten.
Figuur 1 Percentage en aantal niet direct toegankelijke masteropleidingen, 2018 en 2019
0 50100 150 200 250
10%0%
20%30%
40%50%
60%70%
80%90%
100%
100%
80%
60%
40%
20%
0%
Selectie-eisen Capaciteitsbeperking
500 100% 500
400 80% 400
300 60% 300
n research-
200 40% 200 master
100 20% 100 n master
0 0% 0
2018 2019 2018 2019
% master Niet toegankelijk Engelstalige
100%
80%
60%
40%
20%
0%
vanuit hbo-ba opleidingen % research-
master
500 100% 500
% totaal
400 80% 400
300 60% 300
200 40% 200
100 20% 100
0 0% 0
2018 2019 2018 2019
Selectie-eisen, capaciteitsbeperking en hbo-beperking gaan vaak samen
Masteropleidingen met een capaciteitsbeperking stellen – logischerwijs – bijna altijd selectie-eisen. Ook het merendeel van de masteropleidingen die geen toegang bieden aan hbo-bachelors stelt selectie-eisen. Onderstaand diagram laat de overlap van deze groepen masteropleidingen zien.
Figuur 2 Combinaties van masteropleidingen met selectie-eisen, capaciteitsbeperking en beperking voor hbo-bachelors van alle 697 voltijd masteropleidingen in het wo, 2019
capaciteits- beperking (n=86)
geen HBO (n=189)
selectie-eisen (n=258) geen bijzondere kenmerken
(n=379)
In totaal 379 voltijd masteropleidingen hebben geen bijzondere kenmerken. Zij stellen geen selectie-eisen, hebben geen capaciteitsbeperking en zijn
toegankelijk voor hbo-bachelors, al dan niet via een schakelprogramma. Dat is 54 procent van het totale voltijd masteraanbod in het wo.
Grote sectorverschillen in masteropleidingen met selectie-eisen Tussen de sectoren in h et hoger onderwijs bestaan forse verschillen in het aandeel masters met selectie-eisen. Daar waar masteropleidingen in de sectoren Landbouw en Techniek niet tot nauwelijks selectie-eisen stellen, is rond de helft van het masteraanbod in de sectoren Gedrag & Maatschappij en Taal & Cultuur selectief. Dit komt deels door het grote aandeel
researchmasters in deze twee sectoren.
Figuur 3 Masteropleidingen met selectie-eisen naar sector, 2019 (aantal o pleidingen in cirkeldiagrammen opgenomen)
32 0
14
maatschappij zorg
69 26 46
62 26
31 2
14 32 12
21 52 10
Natuur Sector- Recht Onderwijs
overstijgend
35 57 5
3 2
46 19
5
11 3
Techniek Landbouw en natuurlijke
omgeving regulier
research
regulier selectief research selectief 77
3
28
Taal en cultuur Gedrag en Gezondheids- Economie
Vrouwen vaker in selectieve- en minder vaak in Engelstalige master Vrouwen stromen vanuit de bachelor relatief vaker dan mannen een selectieve master (29,7%) of een master met een capaciteitsbeperking (16,7%) in. Dit verschil tussen mannen en vrouwen hangt gedeeltelijk samen met het feit dat veel masteropleidingen met selectie-eisen tot sectoren behoren die een relatief grote vrouwelijke instroom kennen, zoals Gedrag & Maatschappij en
Gezondheidszorg.
Het verschil tussen mannen en vrouwen is omgekeerd voor masteropleidingen met het Engels als voertaal. Ruim 60 procent van de mannen stroomt vanuit de bachelor een Engelstalige master in, de overige 40 procent start aan een Nederlandstalige master. Voor vrouwen is deze verhouding fifty-fifty. Mogelijk zien we hier een effect van het grote aantal Engelstalige masters in de sector Natuur, waar de populatie overwegend mannelijk is.
Figuur 4 Doorstroom van mannen en vrouwen vanuit wo-bachelor naar masters met selectie-eisen, capaciteitsbeperking en Engels als voertaal (o nderkant) en masters zonder selectie-eisen, zonder capaciteitsbeperking en zonder Engels als voertaal (bovenkant), 2019
niet-selectief geen capaciteisbeperking niet-Engels 100%
80%
60%
40%
20%
0%
38,7%
73,2% 70,3%
49,9%
89,0% 83,3%
61,3%
50,1%
26,8% 29,7%
16,7%
11,0%
mannen vrouwen selectief
mannen vrouwen capaciteitsbeperking
mannen vrouwen Engels
1. Vergelijken van populatiesamenstelling Verschillen in populatie tussen niet direct toegankelijke
masteropleidingen en direct toegankelijke
masteropleidingen zijn vaak terug te voeren op verschillen tussen sectoren. Zo weten we bijvoorbeeld dat er meer vrouwen studeren in de sector Taal&Cultuur, waar ook veel
masters met selectie-eisen voorkomen. Dit maakt het lastig om deze verschillen te interpreteren. Doordat de
inspectie jaarlijks een uitvraag doet naar selectieve maatregelen in de master kunnen we op termijn mogelijk
masters m et selectie-eisen vergelijken met de situatie in het jaar waarin ze nog geen selectie-eisen stelden.
Daarmee sluiten we andere factoren beter uit.
2. Studentenpopulatie
Bij het vergelijken van groepen studenten op basis van studentkenmerken hebben we gekeken naar het aandeel
van de groep dat doorstroomt vanuit een universitaire bachelor naar een universitaire master. Bijvoorbeeld: van
alle vrouwen die vanuit een wo-bachelor een wo-master instromen, kijken we welk percentage instroomt bij een selecterende master en welk percentage instroomt bij een
niet-selecterende master.
Studenten met een hoge SES vaker naar Engelstalige
masteropleidingen, Nederlandse studenten met een niet-westerse migratieachtergrond minder vaak naar Engelstalige masteropleidingen De opleiding en het inkomen van ouders, beide een indicatie van de sociaal economische status van de student (SES), zijn sterk bepalend in de vroege onderwijsloopbaan, maar maken nauwelijks verschil voor de toegang tot masteropleidingen met selectie-eisen. Ook tussen studenten met een
verschillende migratieachtergrond zijn er nauwelijks verschillen in doorstroom naar selecterende masters (niet in figuur).
Bij Engelstalige masters zijn deze verschillen er wel. Studenten waarvan ten minste één van de ouders een opleiding in het hoger onderwijs heeft afgerond, de tweedegeneratie studenten, en studenten uit de hogere inkomensgroepen stromen relatief vaker door vanuit een wo-bachelor n aar een Engelstalige master. Nederlandse studenten met een niet-westerse migratieachtergrond stromen minder vaak door naar Engelstalige masteropleidingen.
Figuur 5 Doorstroom van studenten vanuit de wo-bachelor naar Engelstalige (onderkant) en niet-Engelstalige (bovenkant) masteropleidingen, SES en migratieachtergrond, 2019
Engels
niet-Engels
Engels 100%
80%
60%
40%
20%
0%
51,7% 43,3% 39,6%
50,8% 45,2% 40,9% 42,0% 40,1%
54,7% 47,5% 45,1%
48,3% 56,7% 60,4%
49,2% 54,8% 59,1% 58,0% 59,9%
45,3% 52,5% 54,9%
max mbo1 mbo2-4 hbo wo (PhD) 1-20%
eerste tweede generatie generatie
21-40% 41-60% 61-80%
huishoudinkomen
81-100% niet-westerse westerse geen
migratieachtergrond
Internationale studenten vaker in Engelstalige en selectieve masters Niet verbazingwekkend treffen we in Engelstalige masteropleidingen veel internationale studenten aan. Rond de 70 procent van de internationale studenten in masteropleidingen volgt een Engelstalige master, tegen ruim 50 procent van de Nederlandse studenten.
Ook in masteropleidingen met selectie-eisen stromen er naar verhouding meer internationale studenten in. Van alle internationale instroom treffen we 33,9 procent aan in masteropleidingen met selectie-eisen. De overige 66,1 procent stroomt een niet selectieve master in. Deze verhouding is bij Nederlandse studenten 25,2 om 74,8%. Bij masteropleidingen met selectie-eisen én een capaciteitsbeperking i s het verschil in instroom tussen Nederlandse en internationale studenten verwaarloosbaar.
Figuur 6 Instroom van internationale en Nederlandse studenten naar masters met selectie-eisen, capaciteitsbeperking en Engels als voertaal (o nderkant) en masters zonder selectie-eisen, zonder capaciteitsbeperking en zonder Engels als voertaal (bovenkant), 2019
niet-selectief geen capaciteisbeperking niet-Engels 100%
80%
60%
40%
20%
0%
28,7%
74,8% 66,1%
47,2%
86,6% 88,0%
52,8%
71,3%
25,2% 33,9%
13,4% 12,0%
Nederlands
selectief
internationaal
capaciteitsbeperking
Nederlands internationaal
Engels
Nederlands internationaal