G E M E E N T E B E U N I N G E N
Besluitenlijst van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 4 december 2012.
Kenmerk : BW13.00047 Kenmerkcode
Aanwezig de voorzitter de raadsgriffier de leden
de wethouders
de secretaris
drs. CF. van Eert drs. A.V. Dewkalie
H.G.M. van Aalten (BN&M)
R.LM. van Beuningen (BN&M)
W A Bijmans (BN&M)
A. Boekhorst (BN&M)
W. Brand (WD)
P.J.W. Cobussen (BN&M)
P.F.H. ten Haaf CWD) F. M.H.P. Houben (GL) A.F. Jacobs (PvdA) G. W.J. Jeurissen (BN&M)
mr. ing. J.G.Th.M. Kersten (BN&M)
S.J. de Lange (BN&M)
D. F. Preijers (CDA) A. A. Mentink (CDA) J.J.M. Janssen (BN&M)
E. A.W. Rengers (WD) W.M.M. Repkes (PvdA) M.J.P. Straathof (PvdA) W.H.M. van Teffelen (CDA) B. J.M. Wenting (GL) G. J.M. Hendriks (BN&M)
P.J.M. de Klein (BN&M)
H. Plaizier (WD)
A.H.W.M. Kocken-Ouwens
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom.
Stemming en rondvraag zullen beginnen bij mevrouw Van Aalten.
2. Spreekrecht burgers.
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
3. Vragenuur.
De heer Ten Haaf vraagt in vervolg op de onlangs gehouden verdiepingsbijeenkomst
betreffende gemeenschappelijke belangen/Breed hoe het vervolgtraject eruit ziet ten aanzien van verdere verdieping bij gemeenschappelijke regelingen?
De voorzitter stelt voor om in januari of februari 2013 gekoppeld aan de commissie PAZ, waarbij aan de fractievoorzitters de mogelijkheid wordt geboden, eventueel ondersteund door twee anderen uit de fractie, verdiepend te spreken over de gemeenschappelijke regeling in
ríáĩ*.
het algemeen, de vorm van regionale samenwerking en waar de verantwoordelijkheden liggen.
4. Vaststelling agenda.
De heer Mentink merkt op dat in de vergadering van 2 oktober 2012 door de heer Brand is toegezegd dat er voor het eind december 2012 een initiatiefvoorstel zou komen ten aanzien van het landgoedverzoek Ewijk. Vraagt aan de heer Brand waarom dit voorstel nog niet voorligt en wanneer voorstel te verwachten is?
De heer Brand antwoordt dat de vertraging te maken heeft met aangescherpte
criteriavoorwaarden voor een landgoedvoorstel. Een ambtelijke notitie daarover wordt opgesteld. Omdat de ambtelijke verwerking voor het eind december 2012 niet haalbaar is kan het initiatiefvoorstel worden verwacht op de agenda van de raadsvergadering van 22 januari 2012.
5. Vaststelling besluitenlijst 06 november 2012.
Besluit:
De besluitenlijst wordt vastgesteld.
6. Vaststellen raadsvoorstel 2* financiële bestuursrapportage 2012 (Herfstnota).
Mevrouw Straathof geeft namens de PvdA-fractie aan, dat op pagina 3 van het raadsvoorstel onder "incidentele financiële afwijkingen" onder het kopje 'programma welzijn' een bedrag staat vermeld ad « 85.000,00; dit betreft de stelpost 'Speelbeleid'. De stelpost Speelbeleid is niet gerealiseerd en daarom wordt een bedrag ad C 85.000,00 uit de reserve bezuinigingen gehaald. Echter, naar aanleiding van de behandeling van de begroting 2012 is door het college bij brief van 30 november 2011 aangegeven dat er in 2012 een budget van
ť 30.000,00 beschikbaar is. Er zou een nieuw speelbeleid worden ontwikkeld met een sobere aanpak en daarbij zou de daadwerkelijke bezuiniging inzichtelijk worden gemaakt. Het is niet duidelijk waarom het bedrag ad ć 85.000,00 als bezuiniging is ingeboekt. De PvdA-fractie is het niet eens met het inboeken, omdat dit niet overeenkomt met het gestelde in de brief van het college van 30 november 2011. Het voorstel van de PvdA-fractie is om het bedrag ad ć 85.000,00 niet als bezuiniging in te boeken, hetgeen uitname uit de reservebezuinigingen overbodig maakt. Een amendement hiertoe is voorbereid (bijlage 1).
De heer Brand spreekt waardering uit voor de uitgebreide en intensieve bezuinigingsronden en spreekt de hoop uit dat wanneer alle mogelijke denkbare bezuinigingen worden
gerealiseerd de gemeente over enkele jaren weer financieel gezond zal zijn.
De heer Houben geeft aan dat in de Herfstnota is vermeld, dat er een structureel voordeel is van ć 62.000,00 op de kapitaallasten afval en stelt namens de GL-fractie voor dat bedrag te gebruiken om het structureel verwijderen van zwerfafval voort te zetten en niet af te schaffen.
Hiertoe wordt een amendement ingediend (bijlage 2).
De heer Jeurissen merkt op, dat wanneer de ontwikkelingen in de Herfstnota werkelijkheid worden deze resulteren in een positief saldo van ć 500.000,00. Zoals in deze rapportage wordt geprognosticeerd komt de jaarrekening 2012 uit op een positief resultaat van bijna C 1.5 miljoen. De BN&M-fractie stelt voor het voordeel te bestemmen voor de gememoreerde reservebezuinigingen.
De heer Plaizier antwoordt ten aanzien van de opmerking van de PvdA-fractie met betrekking tot de Nota Speelbeleid dat hij zich kan voorstellen dat een misverstand is ontstaan. Er is een bedrag van « 85.000,00 op geboekt en in de meerjarenbegroting meegenomen. Omdat de bezuiniging niet gerealiseerd kan worden zal die moeten worden afgeboekt. Daarom is in de herfstnota een bedrag van C 85.000,00 opgenomen en dat betekent dat het bedrag niet wordt opgevoerd maar afgeboekt. Het betreft terugkomen op een boeking die in een
meerjarensituatie is opgevoerd, maar daar niet hoort.
2
G E M E E N T E B E U N I N G E N
De heer De Klein antwoordt op de vraag in het kader van de bezuinigingen dat het ophalen van zwerfafval als bezuinigingsvoorstel wordt ingediend. Reden daarvoor is dat naast het kostenaspect ook toe te willen naar een andere manier van verantwoordelijkheid. In het kader van werkbeheer wordt bezien of daar met de inwoners gezamenlijk aan kan worden gewerkt.
In 2013 zal het tarief C 122,00 per aansluiting gaan bedragen. Door het structureel voordeel, dat vrijkwam uit de vervroegde afschrijving is het voordeel doorberekenend naar inwoners, hetgeen resulteerde in een vaststelling van ć 116,00 per aansluiting. Als het voorstel van de GL-fractie wordt gevolgd dan zal de lastenverhoging van C 6,00 per aansluiting worden doorgevoerd, hetgeen neerkomt op C 122,00.
In 2« termijn:
De heer Houben is namens de GL-fractie van mening dat de afvalstoffenheffing in principe niets te maken heeft met de bezuinigingen, omdat het verwijderen van zwerfafval één-op-één betaald wordt uit de afvalstoffenheffing. De verlaging van het tarief van vorig jaar was eenmalig, dit had geen structurele doorwerking. Het is belangrijk om als gemeente een goed voorbeeld te geven als het gaat om zwerfafval. Als draagvlak voor een schone gemeente is het belangrijk dat door de gemeente op een planmatige manier het voorbeeld wordt gegeven om zelfbij te dragen aan het opruimen van zwerfafval.
Mevrouw Straathof is naar aanleiding van het antwoord van de heer Plaizier van mening dat beiden mogelijk niet hetzelfde bedoelen. De PvdA-fractie is van mening dat het op pagina 3 van het voorliggende raadsvoorstel, een eenmalige taakstellende bezuiniging betreft, die in 2012 niet is gerealiseerd.
De heer Plaizier antwoordt, dat wanneer een bezuiniging niet kan worden gerealiseerd dat bedrag dan moet worden afgeboekt. Dat gebeurt in dit systeem.
De voorzitter merkt op, dat voorafgaande aan de gememoreerde brief van het college van 30 november 2011 de begrotingsvergadering heeft plaatsgevonden. Tussen de
begrotingsvergadering en de brief van 30 november 2011 is bij het college het besef ontstaan dat er onterecht ť 85.000,00 als bezuiniging zou worden ingeboekt in 2012 en verder.
In oktober 2012 is constateert dat deze bezuiniging niet kan worden gerealiseerd en dat het bedrag moet worden afgeboekt en daarvoor is genoemde post naar voren gebracht.
De voorzitter besluit de daarop ontstaande discussie tussen mevrouw Straathof en de heer Plaizier met de vraag of mevrouw Straathof het door de PvdA-fractie ingediende amendement gestand wenst te doen. Op de wijze zoals het amendement thans is geformuleerd is het niet de weg, zoals uit de nu gegeven informatie blijkt.
Mevrouw Straathof deelt mede de redenering van het college te begrijpen. Deelt eveneens mede dat zij het met deze redenering niet eens is, maar trekt het amendement in.
De voorzitter stelt de heer Houben voor om het amendement bij de verordening over de belastingtarieven in te brengen.
De heer Houben antwoordt dat dit onderdeel in de Herfstnota is opgenomen. Er staat duidelijk dat de raad de Herfstnota vaststelt en niet dat de raad van de Herfstnota
kennisneemt. Het is dan niet juist om dit bij de legesverordening aan de orde te stellen. Op het moment dat de Herfstnota wordt vastgesteld, wordt daarmee ook het tarief voor afvalstoffenheffing vastgesteld eveneens omdat in de Herfstnota staat deze aanpassing wordt meegenomen in de legesverordening.
De voorzitter deelt mede, dat op de wijze waarop de GL-fractie het amendement formuleert inhoudt dat bij de legesverordening C 6,00 wordt opgeteld en merkt op, dat dan nog een zin moeten worden opgenomen. Het is juist opgemerkt, dat het college vraagt om vaststelling van de tussenrapportage. Wellicht moet worden afgesproken dat nu het amendement wordt behandeld, zoals het is ingediend en dat afhankelijk van de uitkomst van deze stemming nog
een amendement wordt aangedragen bij het agendapunt legesverordening. Kunt u zich daarin vinden?
De heer Houben deelt mede, dat de GL-fractie ook kan instemmen wanneer in dit
amendement een aanpassing wordt doorgevoerd dat de tariefwijziging van ć 116,00 naar C 122,00 wordt meegenomen bij de vaststelling van de legesverordening.
De voorzitter besluit deze discussie met de opmerking dat de GL-fractie dan toch de
systematiek zoals opgenomen in het te amenderen stuk volgt en vat nogmaals samen dat een bedrag van ť 62.000,00 uit de begroting wordt gehaald inhoudende ć 6,00 per aansluiting van de legeskosten voor de afvalstoffenheffing en dat het bedrag niet zoals bij de begroting is aangenomen « 116,00 per aansluiting bedraagt maar f . 122,00.
Het amendement wordt in stemming gebracht, de fracties PvdA, GL stemmen voor; de fracties W D , BN&M en CDA stemmen tegen; daarmee is het amendement verworpen.
Besluit:
Het amendement 'Gewijzigd vaststellen 2' finanáėïe bestuursrapportage 2012' wordt door de PvdA ingetrokken.
Het amendement "planmatig verwijderen van zwerfafval voortzetten' wordt niet aangenomen.
Het raadsvoorstel wordt aangenomen.
7. Voorstel raadsvoorstel Reclamebelasting.
De voorzitter brengt eerst de nagekomen notitie onder de aandacht en wijst op hetgeen is besproken in de bijeenkomst van de ondernemers en op de definitieve schets, de rode lijn van het beoogde gebied waarvoor deze reclameheffing zou moeten gelden. Deze lijn wijkt af van de rode lijn in het oorspronkelijke raadsvoorstel.
De heer Janssen deelt namens de B&M-fractie mede, verheugd te zijn met het initiatief van de ondernemersvereniging om het winkelcentrum aantrekkelijker te maken voor de inwoners.
De BN&M-fractie wil graag antwoord op de vragen waarom de westkant van de Wilhelminalaan niet is opgenomen, daar zijn tien ondernemers gevestigd en wie verantwoordelijk is voor de gebiedsafbakening?
De heer Mentink deelt namens de CDA-fractie eveneens verheugd te zijn met de grote opkomst van de ondernemers en het feit zoveel ondernemers zich kunnen vinden in de Reclamebelasting.
De CDA-fractie wenst een toelichting van de wethouder over de essentie van de deze avond ter tafel gelegde aanvullende notitie en omtrent de beheerstichting. Vraagt of bekend is welke ondernemers gaan deelnemen? En geeft ter overweging in hoeverre het mogelijk is om de vastgoedeigenaren die verhuren aan de ondernemers ook te betrekken bij deze belasting.
De heer Repkes geeft namens de PvdA -fractie aan graag bredere contouren te zien wie deelneemt aan de Reclamebelasting. Ook geeft de PvdA-fractie er de voorkeur aan de Reclamebelasting met ingang van 1 januari 2013 in te voeren.
De heer Brand is namens de WD-fŕactie van mening, dat het raadsvoorstel dient te worden aangehouden dan wel dat het wordt aangepast, in die zin dat nog geen uitspraak wordt gedaan over de grondslag en het gebied. Dit, omdat onder andere de vragen
gebiedsafbakening, heffing nog open liggen.
De heer Houben geeft aan dat de GL-fractie zich kan zich vinden in het voorstel Het voorstel van het college om nadat is overeengekomen wat de ondernemers aan heffing gaan betalen een eerste wijziging van de verordening plaats te laten vinden is een goede praktische oplossing om de reclamebelasting per 1 januari 2013 in te voeren.
De heer Plaizier antwoordt dat in de bijeenkomst met de ondernemers met opzet is "geknipt", met de bedoeling om in eerste instantie van de ondernemers en genodigden te vernemen of zij kunnen instemmen met het invoeren van Reclamebelasting.
4
G E M E E N T E 5É** B E U N I N G E N
Wanneer de ondernemers in januari opnieuw bij elkaar komen wordt gesproken over mogelijke scenario's. Overigens wordt niet uitgesloten, dat tot de conclusie wordt gekomen dat de WOZ-waardebepaling wel een juiste is. Vrijstelllingen van Reclamebelasting zijn mogelijk in de medische en sociaal culturele beroepen (huisarts, fysiotherapeut, bibliotheek, cultureel centrum). Degenen die echter breed aangeven welke werkzaamheden worden uitgevoerd in het desbetreffende pand op medisch grondslaggebied zijn niet vrijgesteld. De gebiedsverschillen in de tekeningen kort gezegd westelijk Wilhelminalaan en nu slechts oostelijk Wilhelminalaan is ingegeven door het feit, dat is vernomen dat de ondernemers aan de westkant hebben aangegeven geen profijt te hebben van de Reclamebelasting gezien de aard van de werkzaamheden. Om te voorkomen dat de opbrengst die het college hoopt te genereren met het invoeren van de reclamebelasting teniet wordt gedaan aan het voeren van bezwaren is besloten om dan de westkant van Wilhelminalaan te skippen. De
vastgoedeigenaren worden erbij betrokken door in het stichtingbestuur in ieder geval ook de eigenaren van de panden te gaan betrekken. Er is niet overwogen om de eigenarenbelasting in de reclamebelasting mee te betrekken. Door het college wordt nagestreefd, dat er geen vertegenwoordiging van de gemeente zit in organen waar het college enige binding mee heeft om vermenging te voorkomen. Het belastinggeld wordt geïnd door de gemeente en wordt, na aftrek van de kosten, ter beschikking gesteld aan de stichting. De gelden die aan de stichting ter beschikking worden gesteld zijn verankert in de subsidieverordening.
Uitgangspunt is de verordening vast te stellen; de heffingstoeslag is een fictieve toeslag.
Nadat de definitieve grondslag is vastgesteld wordt dit opgenomen in de eerste wijziging van de verordening.
Het is van essentieel belang, dat de invoering van het stuk op deze datum absoluut is, om ervoor te zorgen dat gelden die nodig zijn voor de leefbaarheid van het centrum vanaf dag 1 ter beschikking gesteld kunnen worden.
In 2' termijn
De heer Janssen merkt op dat de noordkant van de Van Heemstra weg in de gebiedsafbakening is veranderd; is dat op advies van de ondernemersvereniging?
De heer Mentink vraagt om een toelichting betreffende de financiële bijdrage van eigenaren (op pagina 3, bovenaan).
De heer Brand merkt op dat de ondernemers gaan over het gebied en derhalve de
gebiedsindeling; zij kunnen als eerste proeve vaststellen. Is er een financieel risico voor de gemeente?
De heer Plaizier antwoordt dat een gebiedsindeling altijd arbitrair is. In de indeling zoals die voorligt is het de situatie waarvan de ondernemers hebben aangegeven, dat dat het gebied is waarin zij willen opereren.
De voorzitter stelt dat met het definitief maken van de verordening bij de eerste herziening dat ook kan gelden voor het kaartmateriaal. Als de ondernemers de kaart amenderen dan kan bij de tweede vaststelling van deze verordening de definitief gekozen kaart door de
ondernemers worden geamendeerd.
De heer Plaizier antwoordt dat de kosten die gepaard gaan met invordering ten laste komen van de gelden die worden doorgestort aan de ondernemers. De gemeente loopt in dezen geen risico. Vanuit financieel perspectief wordt er de voorkeur aan gegeven om een verordening aan het einde van het jaar vast te stellen, betrekking hebbend op het volgend jaar.
Met betrekking tot de door de heer Mentink aangehaalde zinsnede op pagina 3 zal worden teruggekomen nu deze te juridisch is geformuleerd (juridische beschrijving belastingdienst).
De huidige heffingsgrondslag kan niet worden gehanteerd bij de eigenaren van het vastgoed.
Men begeeft zich dan op het terrein van verhuurder/ondernemer en dat is niet wenselijk.
Besluit:
Het voorstel is vastgesteld zoals het voorligt.
8. Vaststellen raadsvoorstel verordening Wmo 2013 gemeente Beuningen.
De heer Van Teffelen geeft aan dat de CDA-fractie van mening is dat het principe van de Wmo is om mensen zo lang mogelijk in hun sociale leefomgeving te laten en het netwerk zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. Door het element verhuizen belangrijker te maken dan de woningaanpassing wordt dit principe geweld aangedaan. Op betrekking van dat punt wordt een amendement ingediend (bijlage 3). Cliënten worden in deze verordening
afhankelijk van een ambtelijke imchatting/indicatie van het zorgloket, waar wordt gekeken of de voorziening noodzakelijk is. Zijn er rechtsmiddelen ten dienste van de cliënt als een cliënt het met een beslissing op ambtelijk niveau niet eens is?
De heer Jacobs merkt namens de PvdA-fractie op, dat het college in beslispunt 3 vraagt om een PGB-verantwoording in te stellen en te controleren aan de hand van de
zorgovereenkomst. Geeft in overweging frequenter de controle en handhaving van het volledige PGB-budget toe te passen, alsook de jaarlijkse indexering toe te passen. Eén en ander brengt onduidelijkheid bij de cliënt teweeg. Met jaarlijks indexeren voor deze doelgroep wordt inkomensverlies voorkomen.
De heer Ten Haaf vraagt namens de WD-fractie of een toezegging is gedaan dat de indexering wordt aangepast?
Mevrouw Wenting vraagt namens de GL-fractie wie beslist of de burger moet verhuizen?
pe heer DP lan^e merkt op dat de BN&M-fractie bezwaar heeft om geen recreatieve sporťvoorzieningen te treffen, tenzij het de enige manier is om deel te nemen aan de maatschappij. Het voorstel is om recreatieve sportvoorzieningen te verstrekken als dat belangrijk is om deel te nemen aan de maatschappij en de aanvrager de benodigde sportvoorziening niet kan betalen. Hiertoe wordt een amendement ingediend (bijlage 4).
De heer Hendriks antwoordt dat geadviseerd wordt het amendement van de CDA-fractie niet over te nemen. Reden daarvoor is dat wanneer er een kans dat iemand in staat is te verhuizen in plaats van kosten te maken voor een verbouwing, die kans niet onbenut moet worden gelaten.
Een verhuizing wordt als optie met cliënt besproken Een cliënt wordt niet gedwongen te verhuizen om kosten te besparen. Dit gaat in samenspraak met goed opgeleide consulenten.
Mocht een cliënt het niet eens zijn, kan de cliënt in bezwaar gaan.
De indexering is toegezegd in commissievergadering van 19 november 2012. Eind november is door het college een memo opgesteld en naar de griffie gezonden. De griffie zoekt dit na.
De inhoud van de memo komt erop neer, dat wordt voorgesteld de indexering te herzien bij elke verandering in de Wmo-verordening. Een verandering van de Wmo-verordening zal als raadsvoorstel ter tafel komen.
De heer Hendriks adviseert om het amendement van de BN&M-fractie niet over te nemen. In september 2012 is het Wmo-beleidsplan vastgesteld, waarin onder andere is opgenomen "het beperken van de wettelijke taken en compenseren van wensen op de goedkoopst mogelijke wijze". Dat is door de raad besloten. Voorstel is om onder beslispunt 6 "de enige manier* te vervangen door "de goedkoopst compenserende manier".
De heer De Lange is van mening dat de omschrijving "de goedkoopst compenserende" geen juiste is; is de mening toegedaan dat adequaat moet worden gecompenseerd.
21 termijn.
De heer Van Teffelen of een cliënt de keuze heeft om niet te willen verhuizen, terwijl dat wel goedkoper is?
De heer Hendriks antwoordt dat na aanvraag tot een woningaanpassing in gesprek wordt gegaan met de aanvrager. In dat gesprek wordt gekeken naar de best compenserende oplossing.
De heer Van Teffelen begrijpt uit het antwoord van de heer Hendriks dat de kosten niet primair worden gesteld en dat het sociale netwerk van cliënt voorop staat en trekt het amendement in.
Besluit:
In beslispunt 6 de tekst aan te passen als:
"Recreatieve sportvoorzieningen alleen op grond van de Wmo te verstrekken als dat een adequate compenserende manier is om deel te nemen aan de maatschappij".
6
G E M E E N T E B E U N I N G E N
Dit amenderende op het voorliggende voorstel is het voorstel vastgesteld.
9. Voorstel raadsvoorstel idrvoeringsprogramma 2013 en Wmo Benchmark 2012.
Na een korte toelichting van mevrouw Wenting en de heer De Lange is de conclusie dat de raad instemt met het raadsvoorstel.
Besluit:
Unaniem aangenomen.
10. Voorstel raadsvoorstel beleidskader Dorpshart Winssen.
De heer Van Beuningen vraagt namens de BN&M-fractie om een toelichting ten aanzien van het onderliggende raadsvoorstel. Wat wordt verstaan onder het toetsingskader en het beleidskader en welke gevolgen heeft dat voor de inwoners?
Mevrouw Straathof vraagt in haar betoog namens de PvdA-fractie aandacht voor klankbordgroep Winssen. Leden van de klankbordgroep hebben hun schaarse vrije tíjd gebruikt ten behoeve van hun dorp. Na een gesprek is duidelijk geworden dat enkele leden van de klankbordgroep het idee hebben dat hun werk zonde van de tijd en het geld is
geweest. Dat betreurt de PvdA-fractie en is er voorstander van om op dit soort voorstellen pas te besluiten na vaststellen van het nieuwe welstandsbeleid, maar wil daartegen geen lopende zaken frustreren of processen stilleggen door tegen te stemmen.
De heer Brand merkt namens de WD-fractie op, dat raadsbreed is ondersteund, dat hetgeen het Gelders Genootschap zou adviseren zou worden gevolgd en aanvaard. Het advies van het Gelders Genootschap is dat het dorpshart van Winssen groen moet blijven. Daarom is WD- fractie van mening dat dit advies moet worden gevolgd en aanvaard.
De heer Houben geeft namens de GL-fractie aan, dat zorgvuldig en met respect moet worden bezien wat mogelijkheden zijn. Het rapport van het Gelders Genootschap is wat betreft de GL- fractie het enige kader wat aanwezig is om dat op een goede manier te doen. Vraagt
helderheid omtrent het beleids- en toetsingskader.
De heer Van Beuningen merkt op dat van de conclusie die de heren Brand en Houben trekken uit het rapport van het Gelders Genootschap geen sprake is. In het rapport is vermeld, dat
"dat de contouren worden gehandhaafd en het groene schild met hagen omlijnd zijn" en "dat moet worden gekomen tot een openbaar museaal tuinpark".
De heer De Klein antwoordt dat als beleid geldt wanneer besluiten zijn genomen deze worden getoetst aan de hand van de besluitenlijsten. Wat besloten is wordt ook uitgevoerd.
Binnenkort wordt gekeken wat kan worden gerealiseerd in Winssen. De structuurvisie Winssen staat daarbij voorop. Voor de beleidsmedewerkers is dat het toetsingskader waarbinnen wordt gekeken of bepaalde verzoeken kunnen worden uitgevoerd, die
gemeenteraad en gemeente Beuningen hebben afgesproken. Eerder aangenomen motie en amendementen worden uitgevoerd.
In 2» termijn
De heer Van Beuningen is van mening, dat de mening van de heer De Klein te "zwart/wit" is.
Citeert dat onder een toetsingskader wordt verstaan: "geheel van ruimte gebonden uitspraken, die een gewenste ontwikkeling omschrijven waaraan een nieuwe ontwikkeling aan worden getoetst". In dit geval is het reageren op initiatiefvoorstellen het toetsingskader en het beleidskader is onderdeel van het plan dat wenselijk of nodig is om een ruimtelijke structuur te realiseren. Dat gaat verder dan een toetsingskader. Vraagt of de heer De Klein zich daarin kan vinden?
De heer Preiiers vraagt namens de CDA-fractie waarom dit voorstel nodig is; het zaait verwarring. Geeft het toetsingskader meer ruimte voor initiatieven of is afwijken alleen mogelijk als er een goede ruimtelijke onderbouwing voorligt?
De heer De Klein antwoordt dat het voorstel dat is vastgesteld in de vergadering van 19 juni 2012 geldt als toetsingskader. Om daar in de praktijk vorm aan te kunnen geven moet het als beleid worden vastgesteL Daarvoor ligt dit voorstel voor, zodat de ambtenaren het kunnen hanteren als beleidsstuk. Wanneer ruimtelijke ontwikkelingen van invloed zijn op
bestemmingsplannen en structuurvisies moet daar altijd een motivatie aan ten grondslag liggen. Er is een motivatieplicht om aan te tonen wat een initiatief inhoudt. Op het moment dat een stuk voorligt als beleid weegt dat zwaarder dan een toetsingskader.
In de vergadering van 19 juni 2012 is besloten dat de status beschermd dorpsgezicht niet wenselijk is.
De heer van Beuningen geeft aan dat de BN&M-fractie voorstander is van deregulering en van mening is dat verantwoordelijkheid meer bij inwoners zelf moet komen te liggen. Het voorstel impliceert dat er acties worden genomen om de gewenste ontwikkeling gestalte te geven. Dit heeft vergaande financiële gevolgen voor de gemeente Beuningen en voor de inwoners van het dorp Winssen. De BN&M-fractie wil het voorstel amenderen en het onderzoek schrappen en de gedachte van het Gelders Genootschap niet als beleidskader uitvoeren, maar puur als toetsingskader. Hiertoe wordt een amendement ingediend (bijlage 5). Op 19 juni 2012 is het voorstel geamendeerd. Wat wordt nu gehanteerd als toetsingskader?
De heer De Klein antwoordt dat het voorstel wat is geamendeerd inhoudt dat Dorpshart Winssen niet wordt beschermd. De Nota númtelijke kwaliteit is een beleidsnotitie; deze kan worden toegevoegd.
Daarop wordt het amendement in stemming gebracht. Mevrouw Straathof onthoudt zich van stemming en verlaat de raadzaal. De fracties BN&M, PvdA (twee leden) en CDA stemmen voor; de fracties W D en GL stemmen tegen; daarmee is het amendement aangenomen.
Besluit:
Het amendement wordt aangenomen en het raadsvoorstel wordt aangenomen.
11. Vaststellen raadsvoorstel aanpassen aanbestedingsbeleid gemeente Beuningen.
De heer Van Beuningen geeft namens de BN&M-fractie aan twee toevoegingen in het aanbestedingsbeleid te willen zien. Als eerste een onderhandse aanbesteding na selectie. Dat is een aanbesteding, waarbij tenminste twee natuurlijke - of rechtspersonen in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan een selectie volgens selectiecriteria, waarna een of meer van hen, maar niet meer dan zes tot mschrijving kunnen worden uitgenodigd. Hierdoor ontstaat er geen papierwerk voor de aannemer waardoor geen onnodige kosten worden gemaakt. De selectie kan op basis van gestelde kwaliteitseisen, ervaring en wellicht op lokale mensen van het bedrijf. De tweede aanvulling is de mandaatregeling; deze kan niet los
worden gezien van het aanbestedingsreglement en de bedragen van de aanbestedingsregeling dienen overeen te komen met de mandaatregeling. Het is van belang dat de bevoegdheid en integriteit van de ambtenaren niet in het geding komen met de huidige mandaatregeling.
De heer Preiiers merkt op dat de CDA-fractie zich kan vinden in het voorstel met dien
verstande, dat de maximaal aan te vragen offertes voor een enkelvoudige aanbesteding moet worden verhoogd naar maximaal drie offertes. Als verantwoordelijkheid naar de burgers toe moet gelden dat ook voor enkelvoudige aanbestedingen geldt dat voor de beste prijsinkoop de beste kandidaat moet worden gevonden tegen de laagst mogelijke kosten.
Mevrouw Straathof geeft aan, dat binnenkort overleg plaatsvindt in de Auditcommissie. Dit onderwerp zou daarin aan de orde kunnen worden gesteld. Het nieuwe aanbestedingsbeleid zou kunnen worden meegeven als onderwerp op de controle op de jaarrekening 2013.
De heer Rengers vraagt namens de WD-fractie of bij aanbestedingen onder de 145.000,00, het normaal economisch principe kan worden aangehouden?
8
G E M E E N T E 9 t f * ţ B E U N I N G E N
De heer Houben geeft aan dat de GL-fractie van mening is, dat enkelvoudig aanbesteden tot C 45.000,00 begrijpelijk is als het om werken gaat. Bij levering en diensten ligt dat wellicht anders. Vraagt of er een onderscheid te maken is in aanbestedingsregels tussen enerzijds werken en anderzijds leveringen en diensten. De EU-regels maken ook onderscheid tussen werken en leveringen en diensten.
De heer De Klein antwoordt dat het enkelvoudige aanbestedingsbedrag thans ć 30.000,00 bedraagt. Het aanbestedingsbeleid zoals dat nu voorligt is in samenwerking met
ondernemend Nederland tot stand gekomen. Voorziet geen problemen. Stelt voor om
onderscheid te maken tussen werken en levering en diensten. Concrete bedragen zijn nog niet te noemen.
De heer Kersten stelt voor dat de Auditcommissie dit voorstel bespreekt en het voorstel op dit onderdeel aan te houden.
Besluit:
Het voorstel wordt aangenomen met uitzondering van het onderdeel enkelvoudige aanbesteding tot f45.000,00 en rekeninghoudend met het op te nemen onderscheid tussen werken en leveringen en diensten.
12. Raadsvoorstel Kredietvoorstel Keizershoeve HL
De heer Bijmans vraagt namens de BN&M-fractie of het kredietvoorstel Keizershoeve I I I definitief in 2013 in ontwikkeling komt? Hoever staat project Ebben; zijn daar concrete plannen voor? Hoe verloopt de verkoop? Wat gebeurt er met de financiën indien de projecten niet worden gerealiseerd?
De heer Preiiers merkt namens de CDA-fractie op, dat uit het raadsvoorstel blijkt dat de gemeente financieel risico loopt indien de bouwrijpe grond niet wordt afgenomen. Het CDA is niet tegen Collectief Particulier Ondernemerschap, maar de gemeente kan zich in de huidige tijd geen enkel financieel risico riskeren. De onderhandelingen op dit punt zouden moeten worden heropend. Hiertoe wordt een amendement ingediend (bijlage 6).
De heer De Klein antwoordt dat de insteek is geweest dat de ontwikkelingen van
Keizershoeve III aansluiten bij de ontwikkelingen bij Keizershoeve I I . De ontwikkelingen gaan bij voldoende afname van woningen van start in 2013. Inzake project Ebben zijn er acht tot tien initiatiefnemers, waarvan een aantal de eigen woning nog niet hebben verkocht. De doorstroming is een belemmerpunt waar het gaat om bouw in Nederland. Als het project niet kan worden gerealiseerd is het voornemen om het project alsnog van de grond te krijgen om de bouw in Beuningen weer te stimuleren. Eind januari/begin februari 2013 zullen borden in de gemeente worden geplaatst, waarop het vastgoed aangeboden wordt. Keizershoeve ID is een uitgelezen kans voor bouwen en wonen in de gemeente. Adviseert het amendement van de CDA-fractie niet over te nemen. Het is gebruikelijk dat in de markt bij een afname van ongeveer vijftig procent wordt overgegaan tot het bouw- en woonrijp maken van grond. Ook bij volledige afname is het krediet nog niet geheel afgedekt. Een bepaald risico als gemeente moet worden ingecalculeerd.
Er ontstaat een discussie tussen de heren Preijers, De Klein, Mentink, Ten Haaf en Rengers over de risicofactoren, waaruit voortvloeit dat het amendement niet in stemming wordt gebracht.
Besluit:
Het voorstel wordt aangenomen.
13. Vaststellen raadsvoorstel Meerjarenbeleidsplan 2013-2014 Politie-eenheid Oost Nederland.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
14. Vaststellen raadsvoorstel autorisatie eenmalige budgetten 2012 en administratieve wijzigingen 2012.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
15. Vaststellen raadsvoorstel begroting GGD.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
16. Raadsvoorstel Plan van Aanpak transitie AWBZ en Jeugdzorg.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
17. Raadvoorstel bestemmingsplan Reekstraat 9 te W e u r t Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
18. Raadsvoorstel vaststelling belastingverordeningen.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
19. Raadsvoorstel voordracht fractie.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
20. Ingekomen stukken en mededelingen.
Besluit:
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
2 1 . Spreekrecht burgers.
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
22. Sluiting.
Daar er niets meer aan de orde is, sluit de voorzitter de vergadering om 22.30 uur.
De griffier,
drs. A.V. Dewkalie
•aaďťf
i
de voorzitter, de er
10
