• No results found

Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg Plan van Aanpak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg Plan van Aanpak"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg

Plan van Aanpak

Provincie Noord-Holland September 2019

Versie 3.1 – Definitief VE

(2)

Inhoudsopgave

1. Aanleiding verkenning ...2

2. Doel en scope ...4

3. Aanpak ...5

3.1 Probleemanalyse ...5

3.2 Inventarisatie oplossingen ...6

3.3 Samenstellen Programma Bereikbaarheid Bosrandweg/Fokkerweg...7

4. Participatie ...9

4.1 Betrokken partijen ...9

4.2 Participatie omgeving ...9

4.3 Informatieborging ... 10

5. Organisatie... 11

6. Planning ... 13

Bijlage 1 – Raakvlakprojecten ... 14

(3)

1. Aanleiding verkenning

Het gebied rondom luchthaven Schiphol is in beweging. Er vinden veel ontwikkelingen plaats zoals het uitbreiden van de economische activiteiten, het bouwen van woningen en het bereikbaar houden en maken van deze gebieden. In de provinciale Omgevingsvisie is deze opgave omschreven onder het kopje ‘Metropool in ontwikkeling’. Voor de bereikbaarheidsopgave geldt dan ook het inzetten op alle modaliteiten: auto, hoogwaardig openbaar vervoer, fiets en ketenmobiliteit. Dat vormt dan ook het uitgangspunt voor deze verkenning: kijken naar een integrale multimodale oplossing.

Oorsprong

In het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) is vastgelegd welke projecten, studies en verkenningen gedaan gaan worden. Het PMI wordt opgesteld op basis van de

investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur (iNHi). In het PMI 2019 is het volgende opgenomen over het knooppunt Bosrandweg-Fokkerweg-Schipholdijk (N232/N231):

“Afwikkeling knooppunt Bosrandweg-Fokkerweg-Schipholdijk e.o., gemeente Haarlemmermeer Eén van de conclusies uit het onderzoek 'Ontsluiting A9/A2' is dat de knoop Bosrandweg-Schipholdijk- Fokkerweg in de toekomst mogelijk een knelpunt wordt. Nadere studie wordt opgestart.”

Vervolgstudie N201

In de Vervolgstudie N201 uit 2010 is reeds onderzoek gedaan naar de Fokkerweg (N232) en Bosrandweg (N231), de Ontsluiting A9/A2. Uit dat onderzoek is gebleken dat de doorstroming van het verkeer op beide provinciale wegen in 2030 niet meer voldoet aan de normen. De mogelijke oplossingen die zijn aangedragen zijn:

 Verhogen van de capaciteit van drie kruispunten op de Fokkerweg, waaronder Fokkerweg – Bosrandweg.

 Vergroten van de capaciteit van de verbindingsboog van de Fokkerweg richting de A9.

 Verbreden van een deel van de Zijdelweg, inclusief verruiming van twee kruispunten.

 Aanleg van een rondweg om Amstelveen met 2x2 rijstroken, inclusief een ongelijkvloerse aantakking van de Zijdelweg/Bovenkerkerweg en verruimde kruispunten bij de Groenelaan en aansluiting op de A9.

Diverse partijen hebben aangegeven de rondweg rond Amstelveen niet wenselijk te vinden.

Daarvoor in de plaats studeert Amstelveen aan het vergroten van de capaciteit op de

Bovenkerkerweg en de Beneluxbaan. Daarnaast wordt een aantal kruispunten aangepast om de capaciteit te vergroten.

De afgelopen jaren is een aantal maatregelen uit de Vervolgstudie N201 op kruispuntniveau genomen om de doorstroming te verbeteren, waaronder op de kruising Fokkerweg-Bosrandweg.

Echter, zoals het onderzoek uit 2010 al aantoont is het aanpakken van alleen de kruispunten niet voldoende om de problematiek op te lossen.

(4)

HOV Schiphol-Oost

In het kader van het project HOV Schiphol-Oost werkt de provincie samen met de Vervoerregio, gemeenten en Schiphol aan het aanleggen van een HOV-verbinding bij Schiphol-Oost. Het gaat om een vrijliggende busbaan door Schiphol-Oost. De busbaan sluit aan op de Fokkerweg ten zuiden van het kruispunt met de Bosrandweg. Uit de onderzoeken van het project is eveneens naar voren gekomen dat vanaf 2025 de doorstroming bij het kruispunt Fokkerweg-Bosrandweg stagneert.

In de originele scope van het project was het de bedoeling om de vrijliggende busbaan te verlengen tot aan de N201. Echter, gedurende het project werd duidelijk dat op deze korte termijn niet het hele tracé gerealiseerd kan worden omdat nader onderzoek nodig is. Met de partijen is afgesproken om de HOV-verbinding tussen Schiphol-Oost en de N201 onderdeel te laten zijn van de verkenning Bosrandweg/Fokkerweg.

(5)

2. Doel en scope

Het doel van de Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg is:

1) het inventariseren van de (toekomstige) multimodale knelpunten op het knooppunt N232/N231 en aansluitende wegen;

2) het in beeld brengen van mogelijke oplossingen om de knelpunten op te lossen, waarbij nadrukkelijk aandacht is voor een HOV-verbinding via de Fokkerweg tussen Schiphol-Oost en de N201 ter hoogte van de Waterwolftunnel;

3) te komen tot een multimodaal adaptief programma met grote en kleine maatregelen, gedragen door de partners en een groot deel van de omgeving: ‘Programma Bereikbaarheid Bosrandweg/Fokkerweg’.

In afbeelding 2.1 is de scope van het project weergegeven.

Afbeelding 2.1: Scope Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg met studiegebied en invloedsgebied

In blauw is het studiegebied aangegeven waar de verkenning zich primair op richt. Naast de provinciale wegen N232 (Fokkerweg) en N231 (Bosrandweg) gaat het ook om het onderliggend wegennet (de lokale wegen) in Schiphol-Oost en buurtschap Oude Meer. Er wordt niet alleen gekeken naar de auto, maar ook naar openbaar vervoer, fiets en goederenvervoer over deze wegen.

Eventuele oplossingen in dit studiegebied hebben invloed op de omliggende wegenstructuur. De effecten op deze omliggende wegen, het invloedsgebied, worden in kaart gebracht.

In bijlage 1 is een aantal raakvlakprojecten opgenomen die een relatie hebben met deze verkenning.

(6)

3. Aanpak

De verkenning kan grofweg in drie fasen opgedeeld worden:

1) Probleemanalyse

2) Inventarisatie mogelijke oplossingen

3) Samenstellen programma met kleine en grote maatregelen

Na de eerste en tweede fase wordt een tussenrapportage opgeleverd. Na de derde fase een eindrapportage met het multimodaal adaptief programma met kleine en grote maatregelen.

Gedurende de eerste en tweede fase wordt een beoordelingskader opgesteld waaraan de oplossingen getoetst kunnen worden. Door de drie fasen heen loopt een participatietraject (zie hoofdstuk 4) zodat, in combinatie met het beoordelingskader, draagvlak ontstaat. Elke fase kent een stukje besluitvorming waarbij in ieder geval na de probleemanalyse en de inventarisatie van de oplossingen en bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast worden de bestuurders eveneens betrokken bij het samenstellen van het programma. Zie verder ook hoofdstuk 5.

3.1 Probleemanalyse

De probleemanalyse wordt multimodaal aangevlogen. Dat wil zeggen dat gekeken wordt naar problemen voor het autoverkeer, het openbaar vervoer, de fiets en het goederenvervoer. Daarnaast wordt een analyse gemaakt van de verkeersveiligheid. Voor de verkeersonderzoeken wordt

gebruikgemaakt van een verkeersmodel. In het verkeersmodel worden ruimtelijke ontwikkelingen meegenomen (zoals bijvoorbeeld woningbouw in Aalsmeer en Amstelveen en de uitbreiding van KLM op Schiphol-Oost). Daarmee kan inzichtelijk worden gemaakt welke problemen er in de toekomst op gaan treden. Vervolgens kunnen met datzelfde model mogelijke oplossingsrichtingen doorgerekend worden op effecten in het studie- en invloedsgebied. Aanvullend op de berekeningen wordt de omgeving gevraagd naar hun ervaringen. Zo worden naast de theoretische en berekende problemen ook de ervaren problemen in de praktijk zichtbaar. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de participatie.

Verkeersberekeningen

Door middel van het regionale verkeersmodel VENOM wordt verkeersonderzoek gedaan. In beeld wordt gebracht wat de te verwachten verkeersknelpunten zijn in 2030 en 2040 in het invloedsgebied (autonome verkeerssituatie). Knelpunten in het invloedsgebied worden geïdentificeerd aan de hand van de intensiteit/capaciteit-verhouding van wegvakken en kruispunten.

Openbaar vervoer

Ten behoeve van het openbaar vervoer worden de rijtijden van Schiphol-Noord via Schiphol-Oost naar Schiphol-Zuid in beide richtingen berekend. Daarnaast worden de rijtijden van Schiphol-Oost naar Amstelveen (tot kruising Beneluxbaan) in beide richtingen berekend. Op basis van

halteafstanden wordt bekeken of de bereikbaarheid van de gebieden langs de Bosrandweg en Fokkerweg per openbaar vervoer voldoende is.

(7)

Fiets

De (elektrische) fiets speelt een belangrijke rol in de verplaatsingen op afstanden tot 15 kilometer. In het Perspectief Fiets is opgenomen dat de provincie inzet op doorfietsroutes. Deze routes verbinden belangrijke woon- en werklocaties met elkaar. Schiphol-Oost is één van de knooppunten waar doorfietsroutes bij elkaar komen. Vanuit Schiphol-Oost is o.a. een doorfietsroute gepland richting Aalsmeer en Uithoorn. Deze lopen dan langs de N232 (Fokkerweg) en N231 (Bosrandweg). Er wordt geïnventariseerd wat nodig is om deze routes geschikt te maken als doorfietsroutes.

Goederenvervoer

Het aandeel goederenvervoer over de weg en het water wordt in beeld gebracht. De

doorstromingsproblemen voor het autoverkeer gelden eveneens voor het goederenvervoer over de weg. Daarnaast is het van belang om te weten of het goederenvervoer gebruik maakt van routes die niet wenselijk zijn.

Verkeersveiligheid

Naast doorstroming van het verkeer is verkeersveiligheid een belangrijk thema. Er wordt een ongevallenanalyse uitgevoerd en de huidige inrichting wordt getoetst aan de ERBI-richtlijnen.

Ervaren problematiek

Naast de technische kant van de analyse wordt ook informatie opgehaald uit de omgeving. Zie ook hoofdstuk 4.

Resultaat: tussenrapportage

De bevindingen uit de probleemanalyse worden gebundeld in een tussenrapportage. Deze rapportage wordt besproken op ambtelijk en MT-niveau. Daarnaast is een eerste aanzet gemaakt voor het beoordelingskader: wat zijn voor de partners en de omgeving de (beleids)uitgangspunten?

3.2 Inventarisatie oplossingen

Na de probleemanalyse wordt voor het studiegebied in kaart gebracht wat mogelijke oplossingen zijn om de knelpunten te verzachten of op te lossen. Het gaat dan om oplossingen voor zowel auto als openbaar vervoer, fiets, goederenvervoer en andere maatregelen. De effecten van de oplossingen op het studiegebied en invloedsgebied worden onderzocht. Om de robuustheid van het wegennet te toetsen wordt ook een simulatie gedaan van wat er gebeurt als het verkeer door de Waterwolftunnel (N201) gestremd is. De oplossingsrichtingen worden daaraan ook getoetst, om ook daarvan de robuustheid te kunnen vaststellen.

Vanwege het verkleinen van de scope van het project HOV Schiphol-Oost wordt in ieder geval als oplossingsrichting bekeken wat de mogelijkheden zijn voor een vrijliggende busbaan tussen Schiphol- Oost en de N201. Ook hiervan worden de effecten in beeld gebracht.

Bij het in beeld brengen van de oplossingen wordt de omgeving betrokken. Zie verder ook hoofdstuk 4.

(8)

Duurzaamheid

De provincie Noord-Holland heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan, waaronder de GreenDeal GWW. Binnen het project wordt gekeken in hoeverre aanvullende duurzaamheidsmaatregelen meegenomen kunnen worden. Dat hangt af van het uiteindelijke programma.

Koppeling met Raakvlakprojecten

Naast raakvlakprojecten op het gebied van mobiliteit, spelen ook op andere terreinen projecten.

Tijdens de verkenning wordt inzichtelijk gemaakt waar kansen liggen om werk-met-werk te maken, en (delen van) deze raakvlakprojecten te realiseren.

MER voorbereid

De onderzoeken die gedaan worden en kenmerken kennen van onderzoeken die ook bij een MER–

procedure gedaan worden, zijn voorbereid op een eventueel MER-vervolg van een deel van het programma. Dit maakt het mogelijk om in een vervolgfase tijd te winnen en wordt voorkomen dat onderzoeken dubbel gedaan worden.

Resultaat: tussenrapportage en beoordelingskader

Na het inventariseren van de oplossingen en het effect daarvan worden in een bestuurlijk overleg de tussenresultaten gepresenteerd. Het tussenrapport wordt aangevuld met de inventarisatie van de oplossingen en de effecten. Daarnaast is het beoordelingskader gereed waardoor een programma samengesteld kan worden.

3.3 Samenstellen Programma Bereikbaarheid Bosrandweg/Fokkerweg

Aan de hand van het beoordelingskader dat in de eerste twee fasen is opgesteld, wordt uit de verschillende oplossingen een pakket gemaakt. Dit pakket kan bestaan uit een basispakket met no- regret maatregelen die met weinig middelen een positief effect hebben. Daarnaast wordt het pakket aangevuld met maatregelen waar voldoende (bestuurlijk) draagvlak voor is. Het totaal vormt het adaptieve Programma Bereikbaarheid Bosrandweg/Fokkerweg wat bestaat uit kleine en grote projecten. Voor elk project is voor de uitvoering een van de partners verantwoordelijk. Afhankelijk van de grootte van het programma kan een programmamanager aangesteld worden om het overzicht te bewaken.

De kleine projecten kunnen snel en voortvarend opgepakt worden. De grote projecten kennen, afhankelijk van de aard van het project, een apart traject onder de vleugels van het programma.

Resultaat: eindrapportage en Programma

Het resultaat van deze fase is een Programma Bereikbaarheid Bosrandweg/Fokkerweg met als achtergrond een eindrapportage van de probleemanalyse, inventarisatie oplossingen en

onderbouwing van het programma. De rapportage en het programma worden vastgesteld in een bestuurlijk overleg.

(9)

Afhankelijk van de inhoud van het programma worden nadere afspraken gemaakt met de partners over het uitvoeren van het programma. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een samenwerkings- overeenkomst (SOK), maar dat zal tijdens de verkenning verder duidelijk worden.

(10)

4. Participatie

4.1 Betrokken partijen

De volgende partijen worden betrokken bij de verkenning:

 provincie Noord-Holland (initiatiefnemer);

 Vervoerregio Amsterdam;

 gemeente Haarlemmermeer;

 gemeente Amstelveen;

 gemeente Aalsmeer;

 hoogheemraadschap Rijnland;

 Schiphol.

Deze partijen participeren in een begeleidingscommissie (BGC) die de verkenning begeleidt.

Eventuele besluiten worden genomen in op directeurenniveau in MT-verband. Wanneer besluiten op een bestuurlijk niveau plaats moeten vinden, kan een bestuurlijk overleg (BO) georganiseerd worden.

In ieder geval zullen op twee momenten de bestuurders geïnformeerd worden: na de probleemanalyse met de inventarisatie van de oplossingen en bij het samenstellen van het programma met projecten.

4.2 Participatie omgeving

Deze verkenning kan grofweg in twee delen worden gezien: een deel probleemanalyse en een deel oplossingsrichtingen. Het betrekken van de omgeving is hierbij cruciaal, allereerst om draagvlak voor het project te creëren. Bij het inventariseren van de problemen die er spelen is daarnaast het ophalen van ervaringen van de omgeving waardevol. Hierdoor komen praktische problemen in beeld die helpen bij het definiëren van het uiteindelijke probleem. Vervolgens kan de denkkracht van de omgeving ingezet worden om mee te denken over mogelijke oplossingen. Bij het betrekken van de omgeving is het van belang dat de provincie vooraf duidelijk communiceert wat de kaders van het participatietraject zijn en wat er met de uitkomsten gedaan wordt (verwachtingsmanagement).

Het bureau dat de benodigde onderzoeken gaat uitvoeren, wordt gevraagd om de omgeving hierbij te betrekken en daarbij een omgevingsmanager te leveren. Als initiatiefnemer nodigt de provincie de omgeving uit, terwijl het bureau het inhoudelijke deel verzorgt. Bij de participatie kan onderscheid gemaakt worden in drie categorieën: bewoners, bedrijven en gebruikers. Tot nu toe is bekend dat de bewoners van Oude Meer zijn verenigd in bewonersgroep Oude Meer, Rijsenhout en

Aalsmeerderbrug (ORA). Zij zijn ook betrokken bij het project HOV SOOMR. De bedrijven van Fokker Logistic Park zijn eveneens verenigd. Via Schiphol kunnen de bedrijven van Schiphol-Oost benaderd worden. Daarnaast wordt een aantal bedrijven (waaronder een hotel en maneges) en bewoners langs de Bosrandweg gevraagd mee te denken. Een nadere stakeholderanalyse moet een compleet beeld geven van de omgeving.

(11)

4.3 Informatieborging

Binnen de provincie wordt bij het uitwerken, realiseren en opleveren van projecten met BIM gewerkt. BIM draagt bij aan informatiemanagement en helpt bij het overdragen van het project aan B&U. Voor dit project wordt data uitgewisseld volgens de BIM-werkmethodiek. Onderdelen van de BIM-werkmethodiek zijn o.a de BIM-viewer en Relatics. De BIM-viewer geeft de actuele stand van zaken van het project grafisch weer. Hierin worden de actuele ontwerpen en alle geografische informatie opgenomen, zoals kabels en leidingen (K&L), luchtfoto’s, objecten, resultaten van onderzoeken en het ontwerp van het systeem. Gedurende het project wordt de viewer constant aangevuld met nieuwe gegevens. In het kader van Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) is Relatics een effectief middel om de standpunten van stakeholders en eventuele gespreksverslagen te archiveren en te ontsluiten.

(12)

5. Organisatie

De initiatiefnemer is de provincie Noord-Holland, sector Mobiliteit. Het projectteam van de provincie bestaat uit:

 projectmanager;

 projectsecretaris;

 netwerkadviseur;

 programmamanager INFRA;

 adviseur IGI;

 adviseur verkeersmanagement.

Samen Infra

In het kader van werkafspraken tussen de sector Mobiliteit en de directie B&U worden de disciplines over en weer betrokken in het gehele proces. Het doel hiervan is om de overdracht van studie naar uitvoering beter te geleiden. Deze verkenning kan dus worden gezien als een pilot om de

samenwerking tussen de beide directies in de infraketen van de provincie te versterken.

Bij deze verkenning wordt een vaste schil aan medewerkers met de juiste expertise verzameld. Deze schil wordt regelmatig op de hoogte gehouden van de inhoud en voortgang van de verkenning. De volgende disciplines bevinden zich in deze schil:

 Directie Beleid:

- Bestuur & Strategie - Groen

- Grond

- Integrale Opgaven en Transities - Mobiliteit

- Omgevingsbeleid

- Onderzoek en Informatie - Regionale Economie en Erfgoed - Ruimtelijke Ontwikkeling

 Directie B&U:

- Beheerstrategie en Programmering Infrastructuur (BSP) - Ingenieursdiensten, Geodata en Innovatie (IGI)

- Kwaliteit, Beheersing en Informatie (KBI) - Netwerkmanagement

- Realisatie Infrastructurele projecten (INFRA) - Smart Mobility

 Overig

- Managing agent Waterwolftunnel - Communicatie

- Juridische Zaken

(13)

Organigram

Afbeelding 5.1: Organigram Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg GS

Noord-Holland bevoegd gezag

| Bestuurlijk

Overleg bestuurlijk niveau

| MT

N232-N231 directeurenniveau

| BGC

N232-N231 ambtelijk niveau

| Incidenteel

intern overleg

Projectmanager

Omgeving

| | |

Expertiseschil Projectgroep Project- secretaris

(14)

6. Planning

In tabel 6.1 staat een overzicht van de verschillende fasen van de verkenning.

Nr. Fase Resultaat Gereed

0. Aanbesteding Ingenieursbureau Q4 2019

1. Probleemanalyse Tussenrapportage Q1 2020

2. Inventarisatie oplossingen Tussenrapportage en beoordelingskader in BO

Q2 2020

3. Samenstellen programma Eindrapportage en programma in BO Q3 2020

Tabel 6.1: Fasen en planning Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg

In het derde kwartaal van 2020 wordt het eindrapport en het Programma Bereikbaarheid

Bosrandweg/Fokkerweg opgeleverd. Vervolgens worden de verschillende projecten opgestart door de verschillende partners. Kleine projecten kunnen snel (vanaf 2021) uitgevoerd worden en resultaat opleveren. De grotere projecten zullen een eigen traject doorlopen in bijvoorbeeld en provinciaal inpassingsplan (PIP).

(15)

Bijlage 1 – Raakvlakprojecten

Deze bijlage beschrijft de raakvlakprojecten die (mogelijk) invloed hebben op de Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg. In onderstaande afbeelding zijn de projecten weergegeven. De groene lijnen en vlakken zijn projecten die afgerond zijn of in de afrondende fase zijn. De blauwe lijnen en vlakken zijn projecten in studie of voorbereiding.

HOV Schiphol-Oost

Het project is in de afrondende fase. De laatste werkzaamheden worden buiten uitgevoerd. De scope is verkleind tot de aansluiting op de Fokkerweg, ten zuiden van het kruispunt met de Bosrandweg. De verkenning is een vervolg op dit project (zie verder ook aanleiding, hoofdstuk 1).

Het gedeelte Oude Meer – Schiphol Rijk van HOV Schiphol-Oost wordt onderdeel van de Verkenning.

HOV SOOMR

SOOMR staat voor Schiphol-Oost – Oude Meer – Schiphol-Rijk. In 2017 heeft de Vervoerregio Amsterdam samen met de gemeente Haarlemmermeer en de provincie Noord-Holland onderzoek gedaan naar het verbeteren van het openbaar vervoer aan de oostzijde van Schiphol. Het onderzoek richtte zich op de laatste ontbrekende schakel van de HOV-ring Schiphol tussen HOV Schiphol Oost, de busbaan in aanleg, en het binnenkort aan te leggen Knooppunt Schiphol-Zuid.

Doel van het onderzoek was om de huidige trage en onbetrouwbare busroute te verbeteren in snelheid en betrouwbaarheid en een voorstel voor een nieuwe HOV-route op te leveren. Hiervoor zijn in overleg met betrokken partijen 13 routevarianten in beeld gebracht waarvan uiteindelijk 4

(16)

kansrijke routes zijn overgebleven. Van deze varianten zijn de inpassingsgevolgen en de kosten- baten-verhouding gedetailleerd in beeld gebracht. Uit deze analyse is een voorkeursvariant gebleken voor een HOV-route via de Fokkerweg.

Vanwege de (technische) uitdagingen voor de inpasbaarheid van het tracé langs de Fokkerweg is gekozen om de scope te beperken tot het gebied tussen het knooppunt Schiphol-Zuid en de aansluiting Fokkerweg/Waterwolftunnel. Hierdoor is een ‘gat’ in het tracé van de HOV-ring van Schiphol ontstaan tussen de N201 bij de Waterwolftunnel en Schiphol-Oost. Dit gat wordt met de Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg nader onderzocht.

Groot onderhoud N231 Bosrandweg

Gelijktijdig met het groot onderhoud op de N231, gedeelte N201-N232, worden maatregelen getroffen aan diverse kruispunten en wegvakken om de doorstroming en verkeersveiligheid te verbeteren. Vanuit de gemeente Amstelveen is gevraagd om na het uitvoeren van groot onderhoud de ontwikkelingen omtrent de Bosrandweg niet op slot te zetten. De Verkenning

Bosrandweg/Fokkerweg richt zich dan ook mede op het tracé van de N231 tussen de N232 en Amstelveen.

Biobased proeftuin

De Bosrandweg (N231) is de komende tien jaar een 'biobased proeftuin'. Langs een wegvak van circa 850 meter worden zo veel mogelijk hernieuwbare materialen getest, zoals bermgras, bamboe, suikerriet en hars. Het doel van de proeftuin is om inzicht te krijgen in de kwaliteit en toepasbaarheid van het biobased materiaal. De weg en het fietspad krijgen negen proefvakken met verschillende soorten asfalt. Bovendien staan er verkeersborden van gelamineerde bamboestroken langs de weg.

De lichtmasten worden uitgevoerd in bioplastic en bij markeringen wordt getest hoe natuurvezels zich houden onder de druk van banden.

HOV Aalsmeer – Schiphol-Zuid

Het tracé loopt van de Fokkerweg in de Haarlemmermeer naar de Poelweg in Uithoorn. Gekozen is voor de aanleg van een geheel vrije busbaan op de "oude" N201. Daarnaast wordt de N196, gedeelte Fokkerweg-Legmeerdijk, versmald van 2x2 rijstroken naar 2x1 rijstrook. Het beoogde HOV-tracé tussen Schiphol-Oost en Schiphol-Rijk sluit aan op het tracé tussen HOV Aalsmeer en Schiphol-Zuid.

Omlegging N201 Schiphol-Rijk

Er ligt een nieuwe verbindingsweg tussen de Aalsmeerderweg en de omlegging Aalsmeer-Uithoorn naast de bestaande Fokkerweg, die via een ongelijkvloerse kruising over de Beechavenue en de Kruisweg naar de Aalsmeerderweg loopt. In het kasritme zijn voor 2019 kosten geraamd voor de mogelijke sloop en verlegging van deze verbindingsweg, als het Rijk besluit de parallelle Kaagbaan aan te leggen. Deze uitgaven zijn integraal onderdeel van de bestuurlijke besluitvorming rond de scopewijziging BoerenLand Variant (BLV). Wanneer het Rijk besluit om de parallelle Kaagbaan niet aan te leggen, vervalt de reservering van de middelen. Mogelijk dat deze middelen ten gunste van de Verkenning Bosrandweg/Fokkerweg kunnen komen.

(17)

Mobiliteitsvisies Amstelveen en Aalsmeer

De gemeente Amstelveen is een mobiliteitsvisie aan het opstellen voor haar gemeente met als planhorizon 2040. De gemeente Aalsmeer is bezig met de voorbereidingen om ook een

mobiliteitsvisie op te stellen en gaat van start na de zomer van 2019. In de visie zal op basis van kennis van nu, van data en meningen en van verwachte ontwikkelingen een aantal richtinggevende uitspraken worden gedaan op basis waarvan de visie wordt opgesteld. In de visie zal met name de koppeling tussen verkeer en ruimtelijke ontwikkelingen worden bezien, alsmede nieuwe vormen van mobiliteit (denk aan Smart Mobility, MaaS en mobiliteitshubs). Daarnaast wordt ook het raakvlak met duurzaamheid en met economische ontwikkeling nadrukkelijk opgezocht.

Mobiliteitsvisie Haarlemmermeer

Mobiliteit is van vitaal belang voor het functioneren van Haarlemmermeer. We zijn een goed bereikbare gemeente. Of het nu per auto, fiets, openbaar vervoer of een combinatie van

vervoerswijzen is, de waardering voor de verbindingen is onverminderd hoog. Het behouden van de bereikbaarheid is de komende decennia niet vanzelfsprekend. Het aantal inwoners en ondernemers groeit zowel in onze als in omliggende gemeenten. De druk op de verkeers-en vervoersnetwerken zal toenemen. Ons doel is om de groei van mobiliteit te faciliteren. De reiziger krijgt hierin keuzevrijheid, hij kan immers zelf het beste bepalen met welke vervoersmiddel hij het beste zijn reis kan maken.

De Mobiliteitsvisie heeft de volgende ambities:

a. Vrijheid van bewegen en vrijheid om een vervoermiddel te kiezen, b. Ruimte voor innovatie voor het 'nieuwe bewegen' c. Een efficiënt en flexibel mobiliteitssysteem: klaar voor de toekomst d.

Bestaande knelpunten in het netwerk oplossen e. Mobiliteit met oog voor de leefomgeving f. Veilig bewegen g. Evenwichtige ontwikkeling op de juiste plek, met de juiste functies h. Mobiliteit in en door Haarlemmermeer: gedeeld belang van gemeente, regio, rijk en bedrijfsleven i. Faciliteren van schone en stille mobiliteit j. Monitoring en indicatoren.

Fietsverbinding Amstelveen – Aalsmeer

Er wordt gestudeerd naar het verbeteren van de fietsverbinding tussen Amstelveen en Aalsmeer ter hoogte van de Legmeerdijk en de Bosrandweg. Deze fietsverbinding kruist de Bosrandweg. Voor de verkenning moet rekening gehouden worden met een eventuele ongelijkvloerse kruising voor het fietsverkeer.

HOV Kruiswegcorridor Aalsmeer

Dit is een gezamenlijk project van de Vervoerregio Amsterdam, de gemeente Haarlemmermeer, de Schiphol Group en de provincie. Er zijn meerdere knelpunten en ontwikkelingen in en rondom de Kruisweg-corridor waarin de A4, de N201 en de N196 belangrijke verkeersaders zijn. Partijen hebben de handen ineen geslagen om te komen tot integrale oplossingsrichtingen (fiets, HOV en weg) voor de middellange/lange termijn, die de bereikbaarheid van de gehele corridor verbeteren.

De keuzes die gemaakt worden in dit project kunnen van invloed zijn op de verkenning.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het wegen beleidsplan heeft onder andere samenhang met het GRP en het fiets beleidsplan Doel: De commissie/raad heeft inzicht in het wegenbeleidsplan en kennis van de

Voor Gooise Meren zijn het alle assets (bijv. bruggen, groenstroken en wegen) in de openbare ruimte, in eigendom en beheer bij de gemeente. Deze maken een goed gebruik van de

Dit kan ook moeilijk anders in een groep volwassen en deskundige vrouwen die dag na dag hun eigen gemeenschap bege- leiden naar een nieuwe toekomst waarin niet langer jongeren

Taalbeschouwing als vertrekpunt laat toe om vanuit de basis (het Nederlands) stil te staan bij en een link te leggen naar de vreemde talen?. Op welke manier wordt spelen met taal en

De gemeenten Amstelveen en Aalsmeer zijn aan zet voor de locatiebepaling, daarna worden Provincie en Vervoerregio nauw betrokken bij verdere uitwerking. Gemeente

Figuur 9: Reacties van de deelnemers op de stelling “Het investeren in maatregelen voor fiets in het basispakket is een goed idee”.?. Figuur 10: Reacties van de deelnemers op

Hierdoor was het tijdelijk (drie weken) drukker, wat meer klachten opleverde. Er wordt opgemerkt dat de bereikbaarheid van het Fokker Business Park met de fiets niet wordt genoemd

Behalve de opmerking over het ontbreken van OV als thema bij vraag 3, zijn er veel en diverse opmerkingen gemaakt. Veel opmerkingen betreffen eigenlijk knelpunten of