• No results found

Ouders en de sociale media: hoog tijd voor een deltaplan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ouders en de sociale media: hoog tijd voor een deltaplan"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Expert meeting Mediaopvoeding 13 november 2012

Nederlands Jeugdinstituut i.s.m. Mijn Kind Online, OudersOnline en stichting Opvoeden.nl

Media zijn hot in de opvoeding, ook al kennen weinig ouders de term ‘mediaopvoeding’. Dat geldt ook voor professionals: zij voelen zich onvoldoende toegerust om ouders goed te ondersteunen, zowel proactief met algemene kennis, als in reactie op vragen van ouders als specifieke problemen zijn ontstaan, zoals online pesten, sexting, hacken of mobben. Bij professionals ontstaat nu langzamerhand wel het besef dat ze iets missen: kennis en middelen om ouders te ondersteunen bij de mediaopvoeding. Hoe vullen we die lacune?

Media zijn hot

Kinderen kunnen niet meer zonder media. En soms gaat dat fout, zoals bij het Twitter-feest in Haren, of bij de zogenoemde Facebook-moord.

• Steeds vaker hebben ouders vragen over het explosief gegroeide aanbod van media.

• Steeds vaker ook gaat het daarbij om jongere kinderen.

De mediawereld van kinderen is nieuw. Ouders moeten vooral afgaan op hun eigen gevoel. Ze kunnen niet teruggrijpen op hun eigen jeugd. Ouders hebben een enorme informatiebehoefte; ze hebben vragen als:

• Kan mijn kind van 10 veilig op Facebook?

• Hoe controleer ik de geschiedenis van mobieltjes?

• Hoe voorkom ik internetten tijdens het huiswerk maken?

• Hoe vind ik educatieve dvd’s, goede games en apps?

• Vanaf welke leeftijd mag mijn kind een eigen tv op de slaapkamer?

• Wat kan ik doen als er bij mijn kind honderden euro’s is afgeschreven door een internetspelletje?

Het groeiend aantal vragen op www.mediaopvoeding.nl en het toenemend aantal ouderavonden met het thema ‘kind en digitale media’ laat zien dat ouders meer en meer en ook dringender op zoek zijn naar een bevestiging of ondersteuning van hun mediaopvoeding-activiteiten. Toch zijn ouders vaak niet bewust bezig met een doorlopende mediaopvoeding: ouders gaan pas op zoek naar informatie of antwoorden op hun vragen als ze thuis een probleem ervaren met of door het mediagebruik van hun kinderen. Kortom,

mediaopvoeding is tot nu toe iets waar ouders voldoende bewust aandacht besteden en dat is op z’n zachtst gezegd een gemiste kans, want aan het bevorderen van mediawijsheid – de versterking van de positieve omgang met de media – komen ouders daardoor vaak niet eens toe.

Opvoedingsondersteuning versterkt de positie van ouders

Zoals bekend is laagdrempelige en vroegtijdige informatievoorziening aan ouders een effectieve manier om ouders te sterken in hun opvoedersrol. Daarmee neemt de kans op een gunstige ontwikkeling van hun kinderen toe en worden problemen in het opvoeden en opgroeien voorkomen. Om ervoor te zorgen dat ouders ook hun mediaopvoeding goed kunnen uitvoeren, is het dus nodig dat zij ook rond de omgang met media betrouwbare informatie en goed georganiseerde ondersteuning kunnen krijgen. Ouders moeten weten waar ze terecht kunnen voor betrouwbare informatie en de juiste gesprekspartners en eventueel goede hulp.

Die informatie en hulp moet snel en eenvoudig te vinden zijn.

Informatiebronnen voor ouders

Er zijn tal van bronnen voor ouders met vragen over de opvoeding en het opgroeien van hun kind, zoals:

• De leerkracht, huisarts/schoolarts, pedagogisch medewerker in de kinderopvang.

• Het Centrum voor Jeugd en Gezin (het laagdrempelige inlooppunt in de lokale omgeving van ouders).

• Online CJG’s en www.stichtingopvoeden.nl (de grootste online bron van gevalideerde informatie over opgroeien, opvoeden en gezondheid).

• OudersOnline (grootste community van en voor ouders).

(2)

2 Voor vragen die specifiek over media gaan, zijn de volgende bronnen beschikbaar:

• Kijkwijzer en PEGI (informatie over schadelijkheid via o.a. tv-gidsen, filmladders, dvd- en game- verpakkingen en mediaplatforms (televisie-uitzendingen, filmvertoningen, websites).

• Mediasmarties.nl (online informatie over ‘voor jonge kinderen geschikte mediaproducties’).

• De bibliotheek (het loket voor burgers, dus ook ouders, voor informatie over mediawijsheid).

• www.mediaopvoeding.nl (deskundige antwoorden op vragen van opvoeders).

Mediawijzer.net, het netwerk van organisaties die mediawijsheid willen helpen bevorderen, erkent het belang van mediaopvoeding. Sinds enkele jaren is het een prioriteit, met als belangrijke resultaten enquêtes,

campagnes (Week / Maand van de Mediaopvoeding) en de oplevering van de online vraagbaak www.mediaopvoeding.nl. Bibliotheken zijn nu het lokale inlooppunt voor de burger met vragen over mediawijsheid en mediaopvoeding.

Is dit genoeg?

Ondanks alle inspanningen is het informatieaanbod over kind en media voor ouders toch nog onvoldoende georganiseerd. Er is nog geen uniforme beleidsvisie met een daaraan gekoppelde minimale

financieringsstroom voor mediaopvoeding. Het thema is vooralsnog ook nog nauwelijks geïntegreerd in andere opvoedingsvraagstukken. Jeugdprofessionals kennen de bovengenoemde bronnen over media vaak niet, laat staan dat ze er gebruik van maken of ouders ernaar verwijzen.

Een NJi-verkenning in 2011 van organisaties rond media- en opvoedingsondersteuning leidde tot de volgende conclusies. Als jeugdprofessionals al doordrongen zijn van de relevantie van mediaopvoeding, dan lopen ze tegen een aantal drempels aan:

• Professionals hebben te weinig op maat gesneden kennisproducten voor hun ondersteuningsfunctie, en het beetje materiaal dat er is kunnen ze niet vanzelfsprekend vinden.

• Ondersteuningsmateriaal is onvoldoende gebaseerd op wetenschappelijke kennis.

• Professionals hebben zelf te weinig kennis hebben van (aspecten van) mediaopvoeding en ze weten niet waar de die kennis moeten halen.

• Professionals hebben onvoldoende overzicht van de taken en functies van medeprofessionals op het gebied van mediaopvoeding bij andere aanpalende instellingen waardoor ze ouders niet adequaat kunnen doorverwijzen of kunnen adviseren.

De recente (concept)richtlijn Opvoedingsondersteuning van de JGZ in de context van het CJG (2012) onderstreept dit: er ligt een kennislacune bij professionals en aandacht voor mediaopvoeding is dringend nodig. De concept richtlijn bevat de volgende aanbevelingen:

• Ontwikkel een richtlijn over het mediagebruik van kinderen (o.a. ontwikkelschema naar leeftijd gekoppeld aan mediagebruik) ter ondersteuning van ouders.

• Maak professionals bewust van de relevantie van mediawijsheid en vergroot hun eigen mediawijsheid (kennis én vaardigheden met media).

• Maak mediaopvoeding nadrukkelijk beleidsspeerpunt bij JGZ- en CJG-organisaties.

Wat is er nodig?

Via het lokale jeugd- en gezondheidsbeleid staan gemeenten als overheidsorganisatie het dichtst bij ouders en hun kinderen en bij professionele mede-opvoeders en opvoedondersteuners. Lokale professionals kennen het best de vragen die bij opvoeders leven. Zij zouden dus het best de vragen van ouders over media en gezond opgroeien kunnen beantwoorden, maar ze hebben nu te weinig kennis, voelen zich onvoldoende toegerust en werken te weinig samen om ouders goed te kunnen ondersteunen.

Er is dus behoefte aan meer in samenhang geordende en betrouwbare informatie op het gebied van mediaopvoeding die voor ouders en opvoeders gemakkelijk vindbaar en toegankelijk is.

(3)

3

• Er moet een oplossing komen om landelijke mediawijsheid-initiatieven en kennisverspreiding over kinderen en media te verbinden met het lokale werk van jeugdprofessionals (in CJG’s, bibliotheken).

• De samenwerking en synergie van verschillende lokaal werkende organisaties moet worden bevorderd en gestructureerd, zodat de bestaande kennis optimaal benut kan worden in dienst van ouders en kinderen. (CJG’s en bibliotheek kunnen bijvoorbeeld meer samen optrekken).

• De landelijk gevalideerde kennis over opvoeden (in de CJG-informatiebank van Stichting Opvoeden) moet voortdurend worden aangevuld met actuele kennis over mediaopvoeding.

• Vragen van ouders op lokaal niveau moeten teruggekoppeld worden aan landelijke initiatieven om witte vlekken op te kunnen sporen.

Om dit te realiseren is het nodig dat relevante stakeholders zich willen committeren aan ‘het belang van gestructureerde aandacht voor mediaopvoeding in opvoedingsondersteuning’ en willen helpen om daar structureel geld, middelen en aandacht voor te genereren.

Vraag is nu, hoe dit te realiseren? 'Hoe gaan we ervoor zorgen dat mediaopvoeding als beleidsspeerpunt tot stand komt en dat professionals beter beslagen ten ijs komen? Met andere woorden welke producten en initiatieven zijn hiervoor nodig? Wat kost dit? Waar kunnen we financiering vandaan halen?

Voor beleidsmakers professionals en in het belang van ouders en kinderen zijn vragen te stellen als:

1. Hoe en waar kunnen we mediaopvoeding agenderen? Is er een bestaand CJG- of JGZ-overleg dat hier bruikbaar voor is? Wat zijn de kosten daar en wie draagt daaraan bij?

2. Wat betekent het concreet dat mediaopvoeding een speerpunt moet worden? Moet mediaopvoeding opgenomen worden in het scholingsaanbod van professionals. Hoe stellen we valide informatie beschikbaar voor ouders en hoe bevorderen we de deskundigheid van professionals? Via workshops, trainingen?

3. Hoe realiseren we de borging en kwalitatieve doorontwikkeling van de kennis bij mediaopvoeding.nl;

waar liggen de mogelijkheden?

4. Zijn beleidsmakers bereid te investeren en tot hoeveel? Wat zijn in te schatten kosten? Wie kan dit financieren?

Graag bespreken wij deze en aanpalende onderwerpen met u op de expertmeeting. Wij rekenen op uw deskundige en enthousiaste inbreng.

Prof dr Peter Nikken Nederlands Jeugdinstituut

Erasmus Universiteit Rotterdam / Hogeschool Windesheim

Justine Pardoen Ouders Online

Henk Boeke Ouders Online

Remco Pijpers Mijn Kind Online

Els Verkerk

Stichting Opvoeden.nl

(4)

4 Deelnemers

Mary Berkhout (directeur Mediawijzer.net) Wim Bekkers (directeur NICAM)

Hermineke van Bockxmeer (directeur Media, Letteren, Bibliotheken OCW) Henk Boeke (OudersOnline)

Nezha Bouanani (adviseur mediabeleid MLB OCW)

Ivonne Coppens (senior adviseur Algemeen jeugdbeleid VWS) Ivoline van Erpecum (beleidsmedewerker Veiligheid en Justitie) Carolien Gelauff (manager Kenniscentrum Nederlands Jeugdinstituut) Maria Heijne (directeur Sectorinstituut Openbare Bibliotheken) Toine Maes (directeur Kennisnet)

Peter Nikken (senior onderzoeker Nederlands Jeugdinstituut, bijzonder hoogleraar mediaopvoeding EUR) Krista Okma (programmaleider Opvoedingsondersteuning/positief opvoeden)

Justine Pardoen (OudersOnline)

Remco Pijpers (directeur Mijn Kind Online)

Nicole Tillie (Korpsleiding politie Programmabureau jeugd) Els Verkerk (directeur stichting Opvoeden.nl)

Hans Versteeg (projectleider informatievoorziening VNG)

Robert van der Zwan (wnd. hoofd mediabeleid MLB OCW) toch afwezig?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De overheid ziet een belangrijke rol weggelegd voor het informele en vanzelfsprekende formele netwerk rondom ouders: zij kunnen ouders helpen bij vragen, zorgen en problemen.. Het

Zijn moeder geeft aan dat ze het kind moeilijk kan hanteren en de medewerkers overtuigen haar ervan dat het belangrijk voor haar is om wat tijd voor zichzelf te hebben.. Wanneer

De kennis van de risico‘s kan zeker helpen om het risico te minimaliseren, studies hebben echter aangetoond, dat veel jongeren ofwel helemaal niet aan de risico‘s denken, of ervan

Netwerkleden kunnen ook andere praktische hulp geven: zij kunnen ouders of kinderen bijvoorbeeld vergezellen naar afspraken met hulpverleners, hen vervoeren naar afspraken of

Hoe kunnen ouders hun kinderen begeleiden bij het gebruik van mobiele media?. Sofie Vandoninck 30

Bijstandsgerechtigden die parttime werken of (in tenminste één maand) parttime werk hebben gedaan naast hun bijstandsuitkering, stromen bijna drie keer zo vaak uit naar werk

Deze urgentie is voor het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Stichting Opvoeden.nl, Ouders Online, Mijn Kind Online en Mediawijzer.net aanleiding geweest om het initiatief te nemen

SARIKE Ook al ben ik moeder van een gehandicapt kind, ik snap niet waarom iemand onder curatele of bewind zou moeten stemmen LEONY FOKKENS De nazorg/reva- lidatie voor mensen met