• No results found

Bijlage: wijzigingen in de nieuwe concept verordening Jeugdhulp ten opzichte van de huidige verordening Jeugdhulp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage: wijzigingen in de nieuwe concept verordening Jeugdhulp ten opzichte van de huidige verordening Jeugdhulp"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage: wijzigingen in de nieuwe concept verordening Jeugdhulp ten opzichte van de huidige verordening Jeugdhulp

Leeswijzer:

In dit document staat uitgewerkt wat er in de nieuwe verordening jeugdhulp, beleidsregels jeugdhulp en regeling tarieven anders is omschreven dan in de huidige stukken. De huidige stukken zijn als beginpunt genomen. De veranderingen staan uitgewerkt onder de artikelen.

Wijzigingen op hoofdlijnen:

De nieuwe verordening sluit aan bij de actuele situatie en wettelijke eisen. Als het gaat om jeugdhulp zetten we in op het versterken van de ‘normale’ context van kinderen en jongeren:

werken aan thuis-school-buurt als sterke basis.

We passen de verordening aan om:

a) De eigen kracht en het probleemoplossend vermogen van gezinnen te vergroten;

b) Gezinnen te ondersteunen en stimuleren bij het aanspreken van het eigen netwerk, om samen te komen tot duurzame oplossingen;

c) Kinderen te ondersteunen bij het ‘zo normaal mogelijk’ opgroeien;

d) De inzet van een persoonsgebonden budget (PGB) te laten aansluiten op de huidige Jeugdwet;

e) Een juridische basis te leggen om de Jeugdwet optimaal uit te voeren.

Speciale aandacht voor het persoonsgebonden budget

Hoewel de wijzigingen in de verordening gaan over de gehele toegang tot tweedelijns jeugdhulp (en daarmee ook beide financieringsstromen, te weten zorg in natura en het persoonsgebonden budget), lijkt veel aandacht uit te gaan naar, specifiek, het persoonsgebonden budget. Dat komt doordat wijzigingen in voorwaarden omtrent het persoonsgebonden budget voor inwoners het meest (direct) merkbaar zijn, bijvoorbeeld doordat ouders én beheerder zijn van het PGB, én zichzelf inkopen als zorgverlener of doordat de kwaliteitseisen zijn aangescherpt. Als er bij zorg in natura wijzigingen zijn, dan pakt de gemeente dit zelf op met de zorgaanbieders. Zodoende merken de inwoners daar minder van.

In de huidige verordening is duidelijk te zien dat onderstaande wijzigingen ook daar al deels zijn doorgevoerd. Echter, door inspraak van inwoners, uit bezwaarprocedures, de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en door de toets van Schulinck, hebben we de afgelopen periode geleerd dat we beter moeten omschrijven, concretiseren en aanscherpen hoe wij werken. De grootste wijzigingen staan hieronder op een rij:

1. Grotere focus op de bedoeling van de Jeugdwet

De bedoeling en het beoogde effect van jeugdhulp, is drieledig. Zo wordt er in de Jeugdwet

gesproken over het verbeteren, stabiliseren of behandelen van jeugdproblematiek, het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en afsluitend over het overnemen van bepaalde zorgtaken in het kader van persoonlijke verzorging aan jeugdigen, om daarmee het gebrek aan zelfredzaamheid op te heffen. Het college hecht er waarde aan om vanuit de bedoeling van de Jeugdwet te werken, met het belang van kinderen voorop, als er een verwijzing naar

tweedelijnszorg wordt afgegeven. We zien het aantal kinderen met een tweedelijnsvoorziening stijgen de afgelopen jaren en dit is een zorgelijke trend. Het is daarom van belang dat er kritisch wordt gekeken óf al deze kinderen daadwerkelijk gebaat zijn bij een tweedelijnsvoorziening. Dit betekent dat er wordt gewerkt vanuit de gedachte dat kinderen waar nodig zo normaal mogelijk opgroeien, met steun en hulp van het eigen netwerk en dat er eventueel aanvullende

ondersteuning en hulp kan worden geboden als dat niet (geheel) op eigen kracht lukt. De

financieringsvorm van de benodigde hulp, zou daar onder de huidige wetgeving geen rol in mogen spelen.

2. Meer focus op eigen kracht versus op ‘compensatie’ voor bovengebruikelijke zorg In de Awbz was er een grote focus op bovengebruikelijke zorg. Een kind had in de eerste plaats een diagnose nodig om in aanmerking te komen voor een PGB. Het kind met deze

hulpvraag/diagnose werd vergeleken met een kind van dezelfde leeftijd zonder deze

hulpvraag/diagnose en de extra zorguren werden vervolgens opgeteld en, in principe, afgegeven in PGB-uren. Daarmee konden ouders een derde inkopen, maar ook zichzelf betaald inzetten als zorgverlener. Echter, bij zorg in natura (toentertijd viel dit onder een andere wet) ging dat niet zo;

daar werd sec gekeken hoeveel uren per week een gecontracteerde aanbieder nodig had om aan de gestelde doelen te werken. Deze doelen werden herhaaldelijk geëvalueerd en op het moment dat het kind zelfredzamer werd, werd de zorg, logischerwijs, afgeschaald.

(2)

Er is nu geen sprake meer van aparte wetgeving; er is één Jeugdwet. In de huidige verordening hebben we daarom concreet gemaakt wat het afwegingskader is om te beslissen of een kind en gezin in aanmerking komen voor een tweedelijnsvoorziening. Dit afwegingskader is gebaseerd op de modelverordening van Schulinck. Er wordt pas een individuele voorziening getroffen als kinderen en gezinnen geen oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag:

a. binnen hun eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen, waaronder in ieder wordt verstaan:

i. gebruikelijke hulp van ouders en hulp van andere personen uit het sociale netwerk;

ii. bovengebruikelijke hulp van ouders voor zover zij beschikbaar en in staat zijn de noodzakelijke hulp te bieden en dit geen overbelasting oplevert en er ook geen problemen in het gezin ontstaan als de hulp door de ouder wordt geboden;

iii. het aanspreken van een aanvullende verzekering die is afgesloten.

b. door gebruik te maken van een algemene voorziening, of;

c. door gebruik te maken van een andere voorziening.

Als blijkt dat het gezin er, op basis van bovenstaand afwegingskader, niet (geheel) zelf in slaagt om de hulpvraag op te lossen, komt het gezin pas in aanmerking voor een individuele voorziening voor jeugdhulp. Daarna wordt beoordeeld hoeveel hulp er nodig is om aan de gestelde doelen te werken en daarna welke financieringsvorm passend is. Uiteraard wordt er ook met het gezin meegekeken als blijkt dat zij niet in aanmerking komen voor een individuele voorziening; welke andere hulp is dan passend en kan de gemeente het gezin doorgeleiden naar een passende voorliggende voorziening?

3. De weigeringsgronden in de huidige verordening zijn onvolledig

Uit een juridische toets (intern en extern) blijkt dat de huidige weigeringsgronden onvolledig zijn.

Dit betekent dat aanvragen onvoldoende konden worden getoetst aan de weigeringsgronden. Dit is in de huidige verordening en beleidsregels aangescherpt.

4. Inzet van de niet-geregistreerd professional

Gemeente Hoogeveen heeft vorig jaar in de ‘Regeling tarieven jeugdhulp’ al het tarief voor de niet- geregistreerd professional ingevoegd, maar in de huidige verordening en beleidsregels, was daarvoor nog geen onderbouwing gegeven. In de huidige stukken is deze onderbouwing wel opgenomen. Punt 5 geeft daarover meer uitleg.

5. De Regeling tarieven jeugdhulp, alsook de basis hiervoor in de verordening, zijn vereenvoudigd en geconcretiseerd

Artikel 10 van de concept verordening gaat in op ‘Hoogte PGB’. Hier wordt de basis gelegd voor de uitwerking van de tarieven. De tarieven zullen nader worden uitgewerkt en vastgesteld door het college.

In de huidige verordening en regeling tarieven, wordt er gewerkt met verschillende hoogten van tarieven, passend bij ‘licht, midden en zwaar’. Echter, gebleken is dat er geen duidelijk

afwegingskader was om te beoordelen wanneer onze inwoners in categorie licht, midden of zwaar zouden vallen. Daarom is er, in overleg met adviesbureau Schulinck, jurist en toezichthouder, voor gekozen deze subjectieve beoordelingen los te laten. We kiezen daarom, voor de niet-geregistreerd professional en het informele netwerk, nu voor één tarief voor individuele begeleiding en

persoonlijke verzorging. Dit tarief (van €17,- per uur) zorgt voor een doorlopende lijn naar de Wmo (waar het tarief voor informele zorg ook €17,- per uur is). Dit draagt bij aan een betere

doorlopende lijn voor adolescenten die overgaan van de Jeugdwet naar de Wmo. Daarnaast is rekening gehouden met het algemeen geldende gemiddelde bij Nederlandse gemeenten voor soortgelijke zorgvragen.

(3)

1. Wijzigingen verordening:

Voorwoord toegevoegd

In dit voorwoord is iets meer context geschetst over waar het college vandaan komt (transitie in 2015) en waar het college nu staat (de grote transformatieopdracht). Daarnaast is er aandacht voor de dynamische, weerbarstige praktijk. Jurisprudentie, vooral op het gebied van

persoonsgebonden budgetten (PGB’s) voor jeugd, volgen zich vlug op. Vanzelfsprekend brengt dat het risico met zich mee dat gedeeltes van de verordening/beleidsregels gaandeweg aangepast moeten worden om juridisch weer te voldoen. Toch kiest het college ervoor zich niet teveel te laten (af)leiden; de visie en de koers dienen helder te zijn voor onze inwoners.

Artikel 1: begripsbepalingen

Omschrijving van de volgende termen toegevoegd:

- Algemene voorziening;

- Gebruikelijke hulp;

- Budgethouder;

- Sociaal netwerk.

Artikel 2: vormen van jeugdhulp

1. Het woord ‘overig’ in het hele artikel vervangen door het woord ‘algemeen’. Daarnaast de zorgvormen onder lid 1 concreter herschreven om beter aan te sluiten bij de huidige inkoopregels.

2. De jeugdhulpvormen ‘jeugdbescherming’ en ‘jeugdreclassering’ verwijderd. Dit zijn jeugdbeschermingsmaatregelen en geen hulpverleningsvormen.

Artikel 3: toegang jeugdhulp via huisarts, medisch specialist of jeugdarts

- Lid 2 en 3 zijn toegevoegd, omdat het college beter zicht wil houden op het geheel van verwijzingen, alsook de bredere gezinscontext van de jeugdigen

Artikel 4: toegang jeugdhulp via de gemeente

- Het artikel is geheel herschreven en geconcretiseerd in zes stappen Artikel 5: inhoud beschikking

Artikel wordt in nieuwe verordening artikel 11. De volgende artikelen zijn toegevoegd in de nieuwe verordening:

• Artikel 5: onderzoek;

• Artikel 6: de afstemming met andere voorzieningen;

• Artikel 7: criteria voor een individuele voorziening.

Artikel 6: regels voor PGB

Wordt in nieuwe verordening artikel 8. Dit artikel is geheel herschreven, gelet op nieuwe

jurisprudentie. Daarnaast is geconcretiseerd welke afweging het college maakt bij het komen tot een PGB.

Artikel 7: nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

Wordt in de nieuwe verordening artikel 12, maar is intact gebleven. In de nieuwe verordening zijn een drietal artikelen toegevoegd, te weten:

• Artikel 9: onderscheid tussen formele en informele zorg;

• Artikel 10: hoogte PGB (in nieuwe verordening gebaseerd op de concept regeling tarieven);

• Artikel 11: inhoud beschikking (zie artikel 5 in huidige verordening) Artikel 7a: bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik

In nieuwe verordening verplaatst naar artikel 13, maar blijft op inhoud intact. Aan nieuwe verordening is ‘artikel 14: opschorten’ toegevoegd. In dit artikel staat uitgelegd hoe en wanneer het college het recht heeft om PGB’s op te schorten, dan wel terug te vorderen.

Artikel 8: verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Is in nieuwe verordening verplaatst naar artikel 15 en op inhoud intact gebleven.

Artikel 9: vertrouwenspersoon

Dit artikel is verwijderd uit de verordening. In de nieuwe beleidsregels jeugdhulp is echter uitgebreid aandacht besteed aan inzet van vertrouwenspersonen cq. Cliëntondersteuners.

(4)

Artikel 10: klachtregeling

Verplaatst naar artikel 16, op inhoud intact gebleven.

Artikel 11: inspraak en medezeggenschap

Verplaatst naar artikel 17, op inhoud intact gebleven. In de nieuwe verordening is ‘Artikel 18.

Intrekking oude verordening en overgangsrecht’ toegevoegd.

Artikel 12: Inwerkingtreding en citeertitel

Verplaatst naar artikel 19, op inhoud intact gebleven. In de nieuwe verordening zijn de volgende artikelen, afsluitend, nog toegevoegd aan de verordening:

• Artikel 20: evaluatie (het college legt hiermee vast dat de verordening en de beleidsregels bij herhaling geëvalueerd zal worden)

• Artikel 21: hardheidsclausule (het college legt hiermee vast dat het college begrijpt dat er in de jeugdhulp gewerkt wordt met mensen. Dit betekent dat ruimte voor maatwerk geboden moet worden. Dat neemt niet weg dat er vanuit basiskaders gewerkt kan worden, zie de rest van de verordening).

(5)

2. Wijzigingen in de nieuwe beleidsregels jeugdhulp ten opzichte van de huidige beleidsregels jeugdhulp

Artikel 3. Vooronderzoek

Oude artikel 3 verwerkt in hoofdstuk 2 beleidsregels en verordening.

Artikel 4

Oude artikel 4 verplaatst naar verordening.

Artikel 5

Oude artikel 5 verplaatst naar verordening.

Artikel 6

Oude artikel 6 naar verordening en gewijzigd (nieuw artikel 8, onderscheid formeel/informeel) Artikel 7

Oude artikel 7 naar verordening verplaatst.

Artikel 8

Oude artikel 8 deels verplaatst naar verordening (lid 1). Lid 2 verwijderd, want juridisch niet juist.

Artikel 9

Oude artikel 8 deels verplaatst naar verordening (lid 1). Lid 2 verwijderd, want juridisch niet juist.

Advies daarom om dit niet zo in regeling op te nemen.

Artikel 10

Oude artikel 10 verplaatst naar verordening Artikel 11

Oude artikel 11 verwerkt in hoofdstuk 2 Artikel 12

Deels verplaatst naar verordening (lid 4). Verder verwerkt in hoofdstuk 4 Artikel 13

Verwerkt in hoofdstuk 4 Artikel 14

Lid 2 verwijderd. Hoort in de verordening thuis (opgenomen in artikel 12). Verder opgenomen in hoofdstuk 4 beleidsregels.

Artikel 15

Oude artikel 15 verwijderd. Verplaatst naar verordening.

(6)

3. Wijzigingen in de nieuwe concept regeling tarieven ten opzichte van de huidige regeling tarieven

Onderbouwing van de nieuwe tarieven

De tarieven jeugdhulp zijn nu opgebouwd zoals omschreven in artikel 10:

1. De hoogte van het pgb voor formele hulp wordt bepaald aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

2. De hoogte van het pgb voor formele hulp als bedoeld onder artikel 9 lid 2 onderdelen a en b, kent een uurloon van maximaal €27,50 per uur voor individuele begeleiding en persoonlijke verzorging, met uitzondering van respijtzorg en dagbesteding in dagdelen (€51,- per dagdeel) en kortdurend verblijf (€59,- per etmaal)

3. De hoogte van het pgb voor informele hulp is gebaseerd op en altijd tenminste het minimumloon en bij het bestaan van een dienstbetrekking maximaal €17,- per uur, met uitzondering van respijtzorg en dagbesteding in dagdelen (€51,- per dagdeel) en kortdurend verblijf (€59,- per etmaal).

4. Voor vervoer geldt: indien het college het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden ingevolge artikel 2.3 lid 2 Jeugdwet

noodzakelijk acht, vergoedt het de kosten van: a. Het openbaar vervoer, b. Het eigen vervoer, indien geen gebruik gemaakt kan worden van het openbaar vervoer. De reiskostenvergoeding bedraagt dan € 0,19 per kilometer, of c. De taxikosten, indien zowel het openbaar vervoer als het eigen vervoer niet mogelijk is.

Uitleg bij lid 1:

De tarieven voor formele hulp, geboden door een geregistreerd professional, blijven gelijk. Deze tarieven gelden voor geregistreerd professionals. Dit zijn professionals die geregistreerd zijn in Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ), de Nederlandse Vereniging voor Pedagogen en

Onderwijskundigen (NVO) en Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Daarnaast dienen deze professionals te voldoen aan het volledig Drents Kwaliteitskader.

Uitleg bij lid 2:

Gemeente Hoogeveen maakt hiermee onderscheid tussen geregistreerd professionals (zie lid 1) en professionals die voldoen aan een deel van het Drents Kwaliteitskader. Dit is tot stand gekomen in nauw overleg met de collega’s in de uitvoering en via hen, met onze inwoners. In de praktijk is merkbaar dat niet voor alle vormen van zorg een HBO- of WO geschoolde zorgverlener nodig is.

Echter, deze mensen scharen onder het informeel netwerk, doet geen recht aan de werkelijkheid van onze inwoners en diens zorgverleners. Gemeente Hoogeveen kiest er daarom voor om een

‘tussentarief’ te hanteren, waarmee onze inwoners professionals kunnen inkopen, passend bij de zorgvraag. Denk hierbij aan MBO-geschoolde professionals of professionals met een diploma die niet past bij SKJ, NVO of BIG. Omdat deze professionals niet hoeven te voldoen aan de

registratieplicht en doorgaans lichte jeugdhulpvormen bieden, is gekozen voor een lager tarief dan de geregistreerd professional, maar een hoger tarief dan voor informele zorg.

Uitleg bij lid 3:

Bij het inzetten van een pgb binnen het sociale netwerk, kan sprake zijn van een

arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Voor beide type overeenkomsten geldt sinds 1 januari 2018 de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). In deze bepaling is dan ook geregeld dat het informeel pgb-tarief wordt gebaseerd op tenminste het wettelijk

minimumloon. Het tarief wordt echter niet vastgesteld op het minimumloon, omdat het college aan wil sluiten bij de tarieven die de Wmo hanteert (á €17,- per uur voor individuele begeleding), om zodoende een vloeiende lijn te organiseren voor jongvolwassenen en diens zorgverleners bij de overgang 18-/18+. Daarnaast is het voor onze inwoners hinderlijk dat de tarieven door het jaar heen herhaaldelijk worden aangepast, zodra het minimumloon wordt aangepast. Met dit

vastgestelde tarief, baseren we ons op het minimumloon, maar houden we wat ruimte om stabiliteit in te bouwen en om aan te sluiten bij de Wmo. De jeugdige of ouder kan daarmee te allen tijde aan zijn arbeidsrechtelijke verplichtingen voldoen. Omdat het bij informele hulp vrijwel altijd gaat om hulp uit het sociale netwerk, waarbij de hulp op de eerste plaats voortvloeit uit de affectieve relatie, achten we een tarief op basis van het wettelijk minimumloon ook passend.

(7)

Grootste wijzigingen

1. Bij de niet-geregistreerd professional en het informeel netwerk laten we ‘licht, midden en zwaar’ los en kiezen we zoveel mogelijk voor één tarief

In de huidige regeling tarieven, wordt er gewerkt met verschillende hoogten van tarieven, passend bij ‘licht, midden en zwaar’. Echter, gebleken is dat er geen duidelijk afwegingskader was om te beoordelen wanneer onze inwoners in licht, midden of zwaar zouden vallen. Onze inwoners hebben recht op een objectieve beoordeling. Daarom is er, in overleg met onze jurist Marcel Engels en toezichthouder Corine Bartlema, voor gekozen deze subjectieve beoordelingen los te laten. We kiezen daarom voor de niet-geregistreerd professional en het informele netwerk nu voor één tarief voor individuele begeleiding en persoonlijke verzorging.

Risico van deze verandering:

Maar weinig inwoners, werden door onze uitvoering onder ‘zwaar’ geschaard. Echter, deze

inwoners zijn er wel, al zij het in kleine mate. Voor inwoners die vielen onder informele hulp, in de categorie ‘zwaar’, geldt dat zij onder de nieuwe verordening hulp moeten inkopen voor €17,- in plaats van €27,50. Dat is een daling van €10,50 per uur. Echter, het gaat hier om mensen uit het informeel netwerk, die zorg verlenen aan iemand waarmee zij een affectieve band hebben. Andere Drentse gemeenten hebben hiervoor nooit een dusdanig hoog tarief, te weten €27,50, gehanteerd.

Gemeente Hoogeveen acht het van belang de financiële prikkel om voor een naaste te zorgen, te minimaliseren, om zodoende het risico op perverse prikkels zoveel mogelijk uit te sluiten.

Desalniettemin dienen wij onze inwoners de gelegenheid te geven om, middels een

overgangstermijn van maximaal 12 maanden en in afstemming met de collega’s uit de uitvoering, tot goede maatwerkvoorzieningen te komen in het belang van onze kinderen. Daarmee moet voorkomen worden dat kinderen en gezinnen in de knel komen als het gaat om inkoop van jeugdhulp (zie daarvoor artikel 18, lid 4 van de verordening)

2. Het tarief voor persoonlijke verzorging en individuele begeleiding wordt gelijkgesteld In de nieuwe verordening wordt gewerkt met één tarief voor persoonlijke verzorging en individuele begeleidingen. Het is namelijk niet duidelijk geworden waarom er met twee tarieven werd gewerkt.

Dit is bij andere gemeenten ook niet het geval. We kiezen daarom voor één tarief.

Risico van deze verandering: voor een naaste (dus een persoon uit het informeel netwerk) gold voor persoonlijke verzorging een uurloon van €20,-. Dat gaat nu naar een tarief van €17,- per uur.

Ook hier geldt daarom dat we inwoners de mogelijkheid moeten bieden gebruik te maken van een overgangstermijn van maximaal 12 maanden, in overleg met collega’s van de uitvoering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op het moment dat je dat zo toegankelijk mogelijk maakt door alles in één verordening te zetten in plaats van in twee aparte verordeningen, wordt het veel overzichtelijker

 Pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 en artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan de cliënt, jeugdige

Hoe: Wanneer kinderen en jongeren pedagogische hulp nodig hebben en écht (tijdelijk) niet thuis en ook niet bij familie terecht kunnen, stellen wij voor dat ze blijven wonen in de

Overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de

pgb : persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de

Ten aanzien van particuliere inzet waaronder mede begrepen de inzet door iemand uit het sociaal netwerk dient te worden toegelicht dat in het proces van aanvraag zoals beschreven

[r]

kelingen in de jeugdhulp steeds hetzelfde proces terug: “Wanneer ergens iets nieuws wordt bedacht dat (op korte termijn) de vraag naar specialistische zorg voor jeugdigen zou