ONDERZOEK ONDERWIJSKWALITEIT

ONDERZOEK ONDERWIJSKWALITEIT

Naam school:Klimop Brinnummer:08SL

Adres: Kerkveld 2, 5447 AV Rijkevoort Tel nr: 0485-371726

Audit uitgevoerd op: 04-10-2018 Uitvoerders: M. Driessen, J. Vloet

INHOUDSOPGAVE

1 Inleiding bladzijde 3

1.1 Werkwijze onderzoek bladzijde 4

1.2 Opbouw rapport bladzijde 4

2 Bevindingen

2.1 Context van de school bladzijde 5 2.2 Profiel van de school met toelichting bladzijde 5 3 Conclusies en aanbevelingen

3.1 Oordeel bladzijde 10

3.2 Aanbevelingen bladzijde 10

3.3 Afronding en vervolg bladzijde 11 4. Bijlage

Trend rekenopbrengsten bladzijde 11

1 INLEIDING

Stichting Peelraam staat voor een proactieve beleidsvoering. Zij heeft vertrouwen in eigen mogelijkheden om te komen tot gedegen

kwaliteitsverbetering.

Als fundament voor een systematische en duurzame kwaliteitsverbetering is zelfevaluatie essentieel. Binnen stichting Peelraam krijgt deze o.a. vorm als onderdeel van een auditsysteem ingericht en uitgevoerd vanuit het toezichtkader van de onderwijsinspectie en het meerjarig strategisch beleidsplan Peelraam.

Een auditteam, met gespecialiseerde medewerkers van de eigen stichting, is in 2017 van start gegaan.

Op 4 oktober 2018 hebben we, M. Driessen en J. Vloet, een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het onderwijs op Klimop op verzoek van directeur G. Verstraten.

Basisschool Klimop wil met input van het auditteam de nieuwe werkwijze bij het rekenonderwijs verder vormgeven.

1.1 Werkwijze onderzoek

Uitgangspunt voor het onderzoek is het toezichtkader van de onderwijsinspectie.

In het intakegesprek met directie is gekozen voor de volgende kwaliteitsgebieden:

OP 2 – Onderwijsproces: zicht op ontwikkeling OP 3 – Onderwijsproces: didactisch handelen SK 1 – Schoolklimaat: veiligheid

SK 2 – Schoolklimaat: pedagogisch klimaat OR 1 – Onderwijsresultaten: resultaten

KA 2 – Kwaliteitszorg en ambitie: kwaliteitscultuur

Voorafgaand aan het onderzoek heeft er een intakegesprek plaatsgevonden met het MT, G. Verstraten en J. van Raaij, over de onderzoeksvragen en de inhoud.

Ter voorbereiding heeft het auditteam relevantie documenten ontvangen en is de website van de school bekeken. We hebben de trend van de rekenresultaten van de afgelopen drie jaren in alle groepen bekeken.

 Onderwijskundig Jaarplan Klimop 2018-2019

 Onderwijskundig Jaarplan de Sprong 2018-2019

 Hulpvragen BCO

 Richtinggevende uitspraken 2018-2021

Tijdens dit onderzoek zijn de volgende acties uitgezet:

 Unitbezoeken 1-2/3-4-5/6-7-8 van 45 minuten met korte feedback

 Gesprek met 4 ouders

 Gesprek met 5 leerlingen van de leerlingenraad

 Gesprek met intern begeleider

 Gesprek met 6 teamleden

 Gesprek met directeur en locatieleider

 Terugkoppeling aan het team

 Slotgesprek directie en locatieleider

De bevindingen, conclusies en aanbevelingen zijn vastgelegd in voorliggend rapport.

1.2 Opbouw rapport

Het rapport is als volgt opgebouwd.

Hoofdstuk 2 geeft het profiel van de school weer. Dit profiel wordt nader toegelicht.

Hoofdstuk 3 schetst het algemene oordeel en geeft de conclusies en de daaraan verbonden aanbevelingen.

BEVINDINGEN 2.1 Context

Het schoolgebouw is een vierkant gebouw met een gang die rondloopt. In het midden de aula, tevens lunchruimte en leslokaal creatieve vakken. In de aula vinden we ook de BOS. De lokalen zijn hieromheen gesitueerd. Naast het gebouw is het schoolplein waar de kinderen buiten spelen.

Voor het gebouw is een tuin, die is recentelijk aangepakt. Er staat een kunstwerk gemaakt door alle leerlingen van oud meubilair.

In het gebouw vinden we rechts naast de hoofdingang een ruime teamkamer, een kantoor voor de ib’er. Links naast de hoofdingang is een kantoor voor de directeur / locatieleider, kopieerruimte en een speelzaal voor peuters/kleuters.

De orthotheek vinden we achterin de school.

Het gebouw is recentelijk van binnen opgeknapt zodat de school een meer eigentijdse uitstraling krijgt. Nieuwe vloeren, schilderwerk en een aantal kleine ruimtes hebben een andere functie gekregen. Foto’s van locaties uit het dorp sieren een muur van de aula. In de gangen vinden we nieuw meubilair waar leerlingen kunnen werken.

De peuters zijn verhuisd naar een lokaal grenzend aan het lokaal van groep 1-2.

De groepslokalen 4-5 en 6-7 zijn met elkaar verbonden. Iedere unit heeft werkruimte op de gang. Eén groepslokaal staat leeg.

De leerlingen zijn verdeeld over 3 units: groep 1-2 is unit 1, groep 3 t/m 5 is unit 2, groep 6 t/m 8 is unit 3.

De huidige directeur is in augustus 2016 begonnen. Zij is tevens directeur van De Sprong in Wanroij. De intern begeleider is vanaf augustus 2018 intern

begeleider op Klimop. Ze is tevens sinds augustus 2018 intern begeleider op De Sprong in Wanroij (groepen 1-2).

Ondanks krimp in de regio is het leerlingaantal redelijk stabiel: per 1 oktober 2018 125 leerlingen.

Het team bestaat uit 9 leerkrachten, 1 intern begeleider, 1 onderwijsassistente, 1 locatieleider en 1 directeur. Dit schooljaar zijn er drie nieuwe collega’s komen werken: in groep 1-2 en groep 6-7 is een startende leerkracht gekomen, parttime werkend. Er is sinds dit schooljaar een onderwijsassistente

aangenomen. De ervaren leerkrachten werken al hun gehele loopbaan met elkaar op deze school.

Het team werkt samen met het team van De Sprong in Wanroij sinds het schooljaar 2016-2017. Dit schooljaar volgen zij, waar het meerwaarde heeft, dezelfde teamscholing.

2.2 Profiel van de school met toelichting

OP 2 – Onderwijsproces: zicht op ontwikkeling binnen het rekenonderwijs.

Doel van het team is dat kinderen actief betrokken zijn en zicht hebben op het eigen leerproces bij het vak rekenen. Leerkrachten hebben zicht op de leerstijl die past bij het kind.

In unit 1 (groep 1-2) en unit 2 (groep 3-4-5) krijgen de kinderen op eenzelfde moment een leerdoel op de leerlijn aangeboden.

In unit 1 krijgen de kinderen eenzelfde rekeninstructie. De verwerking is voor groep 2 gedifferentieerd. Op een raket staan, zichtbaar voor kinderen, de doelen op de leerlijn die centraal staan. Kinderen weten aan welk doel zij werken. De leerkracht heeft leermaterialen geselecteerd passend bij het leerdoel. Kinderen kiezen zelf het leermateriaal om het leerdoel te oefenen. De leerkracht bekijkt in een observatie/werkmoment of het kind het leerdoel bereikt heeft. Deze manier van werken past bij het doel van het team: Kinderen beschikken over een overzicht van de essentiële leerstof van een leerlijn. Ze kunnen aantonen dat ze competent zijn om naar een volgend doel te kunnen gaan. De essentiële leerstof is omgezet in doelen.

In unit 2 krijgen de groepen 3, 4 en 5 in hun eigen jaargroep de rekeninstructie aangeboden. De verwerking is gericht op het behalen van hetzelfde leerdoel en is voor enkele leerlingen gedifferentieerd.

In unit 3 (groepen 6-7-8) werken kinderen op eigen tempo de rekenmethode Alles Telt door. Er wordt gewerkt met instructies aan groepen afgewisseld met zelfstandig (ver)werken. De instructie is voor de kinderen die deze ontvangen hetzelfde, wij hebben geen differentiatie binnen de instructie gezien. De

leerkrachten plannen een instructie op de leerlijn in. Kinderen kunnen zelf kiezen of ze de instructie nodig hebben en willen volgen. De leerkracht kan een kind verplichten de instructie te volgen indien deze dat nodig acht. In de praktijk blijkt het voor de kinderen lastig te zijn om vooruit te kijken of ze een instructie nodig hebben of niet. Kinderen maken een toets wanneer ze een blok voldoende hebben verwerkt.

Leerlingen weten zelf op welk niveau zij de (ver)werkingsopdrachten moeten maken. Leerlingen mogen zelf kiezen welke opgaven (differentiatie) ze maken.

De groepsplannen zijn helder en vindbaar. Voortgang, bijstellen en tussentijds evalueren wordt twee keer per jaar zichtbaar in het groepsplan uitgewerkt. Het pedagogisch didactisch overzicht is de basis voor de groepsplannen.

Het team heeft globaal een eindprofiel van een leerling op Klimop beschreven.

Het document “richtinggevende uitspraken” kan richting geven bij het uitwerken van dit eindprofiel. Het team wil dit eindprofiel verder gaan uitwerken.

OP 3 – Onderwijsproces: didactisch handelen De schooldoelen op dit domein zijn:

De leerkracht staat boven de leerstof en werkt m.b.v. leerlijnen.

Alle leerkrachten geven kwalitatief goede instructie.

Verwerkingsopdrachten passen bij de behoefte en leerstijl van de leerlingen.

Leerlingen reflecteren op het lesdoel.

De lokalen zijn rustig en functioneel ingericht. Het team gaat efficiënt om met de beschikbare onderwijstijd, er is een goed klassenmanagement, heldere structuur en leswisselingen verlopen vlot. Er is weinig sprake van storing en ruis. Tijdens de rekeninstructie in unit 2 viel op dat de instructie lang was. Er was ruis tijdens de instructie en tijdens de verwerking. Leerkrachten zijn zich hiervan bewust en zoeken naar oplossingen.

Het digibord wordt actief ingezet bij de instructie en/of bij het bespreken van het werkboek.

Leerlingen hebben de vrijheid om een optimale leer- werkplek te kiezen. Binnen de aan elkaar gekoppelde klaslokalen werken de diverse jaargroepen door elkaar heen.

Doel van het team is dat de leerkracht boven de leerstof staat en werkt m.b.v.

leerlijnen. Leerkrachten weten welke doelen ze de komende periode willen bereiken, maken een vertaalslag naar de dagelijkse praktijk en communiceren dit met kinderen. Doelen zijn zichtbaar. Alle leerkrachten geven kwalitatief goede instructie. De leerkracht staat boven de leerstof en werkt vanuit

leerlijnen/doelen. In overleg met het team wordt het instructiemodel aangepast.

Het gaat hierbij om instructie passend bij de visie/ passend bij het kind. Op meerdere momenten kort en krachtige instructie. Ook wordt het model van de verlengde instructie aangepast aan eigenaarschap ( regie over eigen leerproces).

Tijdens de instructie worden coöperatieve werkvormen toegepast zodat de betrokkenheid van leerlingen groter is.

Het team beschikt over benodigde didactische vaardigheden. De leerkrachten halen voorkennis op en koppelen dit aan de lesstof. Tijdens de instructie wordt het lesdoel in heldere (kinder)taal benoemd. Er wordt gestart vanuit een

vraagstuk passend bij de belevingswereld van de kinderen. Tijdens de instructie wordt aangehaakt bij onderwerpen die actueel zijn voor de kinderen. De

leerkrachten leggen de leerstof voldoende duidelijk uit en controleren of de

lesstof begrepen wordt. De leerkrachten betrekken de leerlingen bij de instructie, leerlingen hebben een betrokken en actieve houding.

Een ander doel van het team is dat de verwerkingsopdrachten passen bij de behoefte van de groep en de leerling. Leerkrachten hanteren verschillende

verwerkingsvormen waardoor tegemoet kan worden gekomen aan de verschillen tussen de kinderen. Kinderen mogen eigen keuzes maken en werken aan

persoonlijke leerdoelen. De volgorde van opdrachten wordt bepaald door de leerkrachten. Kinderen leren samenwerken, tonen respect voor de ander en zijn hulpvaardig.

In unit 1 en 2 zijn de leerlingen handelend bezig, de betrokkenheid is hoog.

Leerlingen geven in gesprek aan dat de juffen en meesters goed uit kunnen leggen, en dat ze goed helpen als er vragen zijn. In unit 1 werken kinderen samen met leermaterialen. In unit 2 en 3 werken kinderen met maatjes tijdens het rekenen. Kinderen geven aan dat ze samenwerken prettig vinden, omdat een ander kan uitleggen of vragen kan beantwoorden.

Het samenwerken is duidelijk zichtbaar. Risico’s die we gehoord en gezien hebben: Leerlingen schrijven antwoorden van elkaar over, wat leren leerlingen individueel? Kan mijn kind straks wel voldoende rekenen. Hoe houden de leerkrachten zicht op resultaten? Samenwerken moet gebeuren op

gelijkwaardige basis (Gesprek met ouders). Kinderen maken niet voldoende gebruik van de effectieve leertijd en komen hierdoor niet uit met de lesstof. Voor leerlingen is niet duidelijk hoe leerkrachten dit monitoren. (Gesprek met

leerlingenraad)

Over het geheel genomen zijn de lessen leerkracht gestuurd en zijn leerlingen actief betrokken. Daarnaast is bij instructie en verwerking afstemming op de onderwijsbehoefte van leerlingen, met name bij de makkelijk lerende leerling, niet altijd zichtbaar.

Op een whitebord in unit 2 en 3 kunnen kinderen aangeven of ze een vraag hebben, een probleem hebben of toe zijn aan het maken of nabespreken van een toets. De leerkrachten binnen de unit bedienen alle kinderen binnen het

verwerkingsmoment op hun onderwijsbehoeften.

Aan het eind van een instructie of verwerking hebben we geen vorm van

evaluatie op product of proces kunnen waarnemen. In unit 3 was dit wel expliciet waarneembaar. De leerkracht heeft tijdens de instructie, de instructie aangepast op het volgende doel op de leerlijn, op basis van de aanwezige kennis van de leerlingen.

Kinderen van de leerlingenraad geven aan dat ze veel leren op school. Ze leren van de leerkrachten, van elkaar en met de computer. Kinderen vertellen over spellingteams, taalteams en thuisteams. Kinderen weten nog niet te vertellen aan welke leerdoelen ze werken. Als je iets al weet of kan moet je toch de

opdracht maken. Je mag wel kiezen welke bolletjes je maakt bij rekenen. Je mag soms kiezen of je een rekeninstructie wilt volgen. De kinderen geven aan dat er weinig tijd is voor creatieve vakken. De tijd is vaak te kort als je iets groots wilt maken.

SK 1 – Schoolklimaat: Veiligheid

De school heeft een pestprotocol en stelt zich als doel dat incidenten snel en oplossingsgericht worden aangepakt.

Kinderen voelen zich veilig op Klimop. Ouders beamen dit. Kinderen gaan graag naar Klimop. Kinderen van de leerlingenraad vertellen over de vage grens tussen plagen en pesten. Kinderen geven aan dat er geplaagd wordt, soms door

dezelfde kinderen. Sommige kinderen vinden het lastig om de juiste spelregels te hanteren, dan ontstaat er een opstootje. Leerlingen van unit 3 zijn speelcoach bij unit 1.

Het team van Klimop werkt met elkaar samen, leerkrachten vragen hulp aan elkaar. Leerkrachten bereiden samen rekenactiviteiten voor met name op de leerlijn meten-tijd-geld. We hebben geen aanwijzingen gevonden dat

leerkrachten zich niet veilig voelen.

SK 2 – Schoolklimaat: Pedagogisch Klimaat

Het team stelt zich als doel te werken vanuit de growth mindset.

Hiervan hebben we weinig concreet teruggezien. In het teamgesprek blijkt dat leerkrachten weten wat een growth mindset is en hebben ze zich er samen in verdiept. Ze geven aan dat in de concrete lessituatie het nog lastig is om dit gedurende de hele dag toe te passen.

PBS is zichtbaar in de school door gedragsafspraken die hangen in de gang, in de lokalen en aula (lunchafspraken). In ieder groepslokaal hangt een

groepsafspraak op het bord waar die week de focus op ligt. Hierop is een beloningssysteem in de groep. In de lokalen vinden we een poster met alle groepsafspraken. In ieder lokaal vinden we een beloningssysteem. De groep kan een beloning verdienen als ze de groepsafspraak naar tevredenheid naleven. We

hebben een voorbeeld gezien tijdens een instructie in unit 1. Er is een beloning gegeven aan de groep op de groepsafspraak “netjes op je stoel zitten”.

Kinderen geven aan dat PBS in de klas geldt. De groep krijgt een beloning voor bijvoorbeeld “snel stil zijn”.

Ouders geven aan dat PBS gepromoot wordt, maar dat ze er weinig van

terugzien. Soms vertelt hun kind dat er iets verdiend is. Dezelfde gedragsregels blijven terugkomen volgens ouders.

Het team geeft aan dat na de afgelopen drie jaar PBS de cultuur op school is veranderd. Er is meer respect voor elkaar en saamhorigheid. Er hoeft minder gecorrigeerd te worden op gedrag omdat kinderen zich gedragsregels eigen gemaakt hebben. Leerkrachten willen PBS graag borgen. Ze stellen voor nieuwe leerkrachten te instrueren. Afspraken moeten op papier gezet worden. Er is een werkgroep PBS. In de eerste schoolweek zijn de groepsdoelen voor PBS

hetzelfde. Daarna is het doel aangepast op wat de groep nodig heeft.

Kinderen van de leerlingenraad vertellen ook over de schoolbeloning: een ijsje, dat was heel leuk!

OR 1 – Onderwijsresultaten: Resultaten

Klimop in Rijkevoort heeft de afgelopen drie schooljaren voldoende resultaat behaald op de eindtoets. Leerlingen zijn succesvol in het VO.

In het verleden heeft Klimop een rekentraject gevolgd bij BCO. De rekenresultaten zijn na dat traject m.b.t. de rekendidaktiek op orde.

KA 2 – Kwaliteitszorg en ambitie: kwaliteitscultuur

Het doel van de school is: Alle leerkrachten werken vanuit hun eigen rol aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. De visie van de school staat centraal en de richtinggevende uitspraken zijn hierbij steeds het uitgangspunt. De

doorgaande lijn staat steeds centraal.

Het team is positief kritisch en beschikt over voldoende wilskracht en motivatie om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, in een nieuwe organisatievorm.

Het team heeft een duidelijke stip op de horizon gezet hoe het werken in units er uiteindelijk uit gaat zien door de richtinggevende uitspraken 2018-2021. Het onderwijsaanbod moet eigentijdser worden door ook ICT nadrukkelijker te integreren. Zij merken dat er veel aandacht en tijd nodig is om dit te gaan realiseren. Het scholingstraject dat begeleid wordt door Gert Kusters van het BCO, is helpend voor het verder realiseren van het werken in units tijdens het rekenen. Het team is enthousiast over de begeleiding van Gert Kusters. De dag voor de audit heeft het team een studiedag gehad. Tijdens de audit worden al vormen toegepast die aan bod kwamen tijdens de studiedag. Het team kan snel nieuwe informatie omzetten in het handelen in de dagelijkse praktijk.

Het team weet waar aandachtspunten liggen. Leerkrachten werken steeds meer samen binnen de unit. Leerkrachten voelen zich steeds meer verantwoordelijk voor de kinderen in de unit i.p.v. de kinderen in hun groep.

De verantwoordelijkheid over jaargroepen is nog gekoppeld aan een leerkracht.

In het onderwijskundig jaarplan van de school lezen we dat eigenaarschap en samenwerken uitgangspunten zijn. In het gesprek met het team en de leerlingen komen deze items naar voren. In de praktijk zien we vormen van samenwerken:

leerlingen die samenwerken tijdens het rekenen en leerkrachten die

samenwerken in de unit. Het eigenaarschap van leerlingen zien we terug in het kiezen van een optimale werkplek, kiezen van het leermateriaal in unit 1, kiezen in opdrachten binnen de rekenmethode en in unit 3 kiezen voor de geplande instructie.

In de teamkamer hangt een bord waarop het team samen doelen formuleert en samen richting bepaalt in de onderwijsvernieuwing waar men samen aan werkt.

De leerlijn meten-tijd-geld is een middel om het gehele onderwijs meer

eigentijds vorm te gaan geven. Het team ervaart het als prettig om binnen dit kader vernieuwing te ontwikkelen.

Binnen het team mogen de individuele leerkrachten zich in eigen tempo

ontwikkelen binnen de gegeven kaders. Dit betekent dat er verschillen mogen zijn, en vraagt voortdurende afstemming op elkaar. Het team voelt zich

gestimuleerd en gesteund door het MT in het doormaken van de ontwikkelingen.

3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 3.1 Oordeel

Op basisschool Klimop is voldoende basis aanwezig om goed onderwijs te geven aan leerlingen.

Op basisschool Klimop heerst een goed pedagogisch klimaat. Leerlingen, ouders en leerkrachten ervaren de school als veilig, open en betrokken.

Zowel de directie als teamleden staan open voor feedback en willen ontwikkelen.

In het scholingstraject trekken ze samen op met het team van De Sprong in Wanroij. Dat ervaren ze als positief voor de ontwikkeling. Om het werken in units verder te ontwikkelen is ruimte en tijd nodig. Belangrijk is om in gesprek te blijven met elkaar en de vertaling te maken naar concrete stappen met het einddoel voor ogen.

3.2 Aanbevelingen Onderwijsleerproces:

 Leerlijn meer zichtbaar maken voor leerlingen: leerlingen geven aan dat zij niet weten aan welk leerdoel ze werken.

 Instructies koppelen: het werken in units biedt de kans om instructies van verschillende jaargroepen te koppelen en instructies te geven die

aansluiten op de leerlijn van leerlingen uit verschillende jaargroepen.

 Leerkrachten bepalen het lesdoel. Werk er naar toe dat leerlingen weten wat het lesdoel is. Leerlingen zijn dan meer betrokken als zij zelf het lesdoel formuleren.

 Evalueer met leerlingen het proces en het behalen van het doel.

 Instructies differentiëren: in de instructies prikkelende vragen stellen met behulp van bijvoorbeeld de taxonomie van Bloom. Tijdens instructies gebruik blijven maken van actuele onderwerpen uit de belevingswereld.

Coöperatieve werkvormen veelvuldig blijven gebruiken.

 Instructietijd bewaken: maximaal 20 minuten.

 Verwerking differentiëren: Diverse concrete materialen aanbieden. ICT gaan inzetten bij het inoefenen en automatiseren. Binnen de methode gebruik maken van het plusschrift. De doorgaande lijn door de school afspreken m.b.t het maken van open, dichte bolletjes.

 Leerlingen volgen op effectieve lestijd: leerlingen hebben geen zicht op wat er aan leerstof nog volgt. Samen doelen stellen wat betreft planning geeft richting aan welke lesstof af moet zijn op welk moment. Leerlingen krijgen meer zicht op hoeveel er tussentijds “ontspannen” kan worden.

 Samen met leerlingen kijken wat in een blok aan bod komt en welke instructies komen. Leerlingen leren dat je met een instructie kunt meedoen, ook al ben je nog niet bij die betreffende les.

 Samenwerkingsvaardigheden: er zit veel verschil in de kwaliteit van samenwerkingsvaardigheden van kinderen. Vaardigheden moeten aangeleerd worden. Bouw dit expliciet in in je aanbod.

Spreek met leerlingen af hoe het samenwerken eruit ziet, wat je wil horen.

Schoolklimaat:

 PBS meer uitleggen naar ouders toe: ouders hebben te weinig zicht op de positie van PBS in de school. Toelichting geven op het aanleren en oefenen van regels, het beloningssysteem dat erbij hoort.

 Stappenplan PBS voor nieuwe leerkrachten.

 Afspraken PBS in een schooldocument zetten.

Kwaliteitszorg en ambitie:

 ICT heeft de aandacht bij het aanbieden van de instructie. Bouw hieraan verder. Als vervolg hierop ICT meer inzetten tijdens de verwerking. ICT is een middel om te differentiëren.

 Concretiseer met het team hoe je een growth mindset in de praktijk brengt. Zet “growth mindset “ opmerkingen bij elkaar.

Spreek met elkaar af dat je een bepaalde les, of bepaald dagdeel actief reflecteert op de interactie met leerlingen.

 Eindprofiel van de leerling verder ontwikkelen en vastleggen.

 Ouders missen informatie over de inhoud van de leerstof in het schooljaar en over de onderwijsvernieuwing: informatievoorziening bekijken.

In de klankbordgroep dit onderwerp ter sprake brengen.

3.3 Afronding en vervolg

Na goedkeuring van de directie van Klimop zal dit rapport definitief worden vastgesteld en door het auditteam worden aangeboden aan het college van bestuur.

De directie is eigenaar van het rapport en is verantwoordelijk voor het delen van het rapport met team, MR en ouders.

4 Bijlagen

4.1 Trendanalyse rekenen-wiskunde uit CITO