• No results found

Voor het jaar verkoos de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte hem tot dekaan. Hij was in secretaris en in voorzitter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voor het jaar verkoos de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte hem tot dekaan. Hij was in secretaris en in voorzitter"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EDGARD BLANCQUAERT

1925

Blancquaert, Edgard, geboren te Opdorp (0.-Vl.) op

20

juni

1894.

Volbracht zijn middelbare studiën aan het Koninklijk Atheneum te Mechelen.

Zijn hogere studiën aan de Rijksuniversiteit te Gent (kandidatuur) werden onder- broken door de oorlog

1914-1918

en voortgezet, gedeeltelijk aan het front

(1 • doktoraat, centrale jury, Le Hàvre), gedeeltelijk aan de Vrije Universiteit te Brussel, waar hij promoveerde tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte op

7

september

1919;

onderwerp :

Het Opdorpsch Dialekt.

Tijdens de oorlog werd hij op

18

oktober

1915

onderluitenant aan het Yzerfront en op

15

januari

1917

luitenant bij de Belgische strijdkrach- ten in Afrika. Hij werd benoemd tot leraar

in

de geschiedenis en aardrijks- kunde aan het Koninklijk Ateneum te Gent op

13

maart

1920

en tot leraar aan 's Rijks Middelbare Nor- maalschool te Brugge op

15

februari

1921.

Bij K.B. van

17

september

1925

werd hij benoemd tot docent bij de Facul- teit der Letteren en Wijsbegeerte met de nieuwe leeropdrachten De proef ondervindelijke Klankleer en De Vlaam- sche Dialectkunde, die na diverse wij- zigingen zouden heten : De Klankleer en de Orthophonie van het Nederlandsch en De Vlaamsche Dialectstudie en de

Methoden van de Moderne Dialectstudie. Hij stichtte er het Fonetisch Laboratorium en het Seminarie voor Vlaamse Dialectstudie. Bij K.B. van

25

januari

1927

werd hij belast met de Historische Grammatica van het Nederlandsch en de Philologische Oefeningen van het Nederlandsch. Bij K.B. van

25

februari

1937

werd hem de cursus in de Waalsche Dialectologie en de Methoden van de Moderne Dialectstudie opgedragen, waarvan hij echter op zijn verzoek werd ontlast op

1

oktober

1941.

Op

18

januari

1939

kreeg hij opdracht om aan het Hoger Instituut voor Opvoed- kundige Wetenschappen de cursus te doceren in de Klankleer en de Orthophonie van het Nederlands. Hij doceerde tijdelijk (van

1

februari

1944

tot

19

september

1947)

de Vergelijkende Spraakkunst van de Indo-Europese talen (Germ. gedeelte) en het Gotisch.

Inmiddels was hij op

4

maart

1930

benoemd geworden tot gewoon hoogleraar.

289

(2)

Voor het jaar 1935-1936 verkoos de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte hem tot dekaan. Hij was in 1942-1943 secretaris en in 1943-1944 voorzitter van het Hoger Instituut voor Opvoedkundige Wetenschappen.

Op 19 december 1945 werd hij benoemd tot Rector van de Universiteit voor de periode 1945-1947. Als rector bracht hij in 1946 een bezoek aan een aantal Amerikaanse en Engelse Universiteiten.

Op 29 november 1951 werd hij benoemd tot Beheerder-Inspecteur met ingang van 1 januari 1952, en toen dit ambt verviel, op 1 oktober 1954 tot Regerings- commissaris van de Rijksuniversiteit.

Van einde 1955 tot begin 1958 is hij lid van de Raad van Beheer van de Officiële Universiteit van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi.

Van februari tot april 1939 was hij Minister van Openbaar Onderwijs.

Zijn wetenschappelijk werk bestond er voornamelijk in, dialectmateriaal te verzamelen voor het gehele Nederlandse taalgebied (zie bijlage I van de biblio- grafie). Hij maakte zijn studenten deelachtig aan de werkzaamheden en publi- caties van zijn seminarie (zie bijlage II van de bibliografie). Behalve de materiaal- verzameling voor de moderne dialecten stimuleerde hij eveneens de studie van het oud- en middelnederlands, waarvan hij de resultaten liet publiceren in de reeks uitgaven van het door hem gestichte Belgisch Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek. In maandelijks te Gent gehouden colloquia bracht hij collega's en oud-studenten samen, voornamelijk om mededelingen te doen over hun opzoekingen.

Hij werd in 1935 bekroond met een prijs De Keyn van de Académie Royale de Belgique. In 1938 was hij voorzitter van het Internationaal Congres voor fonetische Wetenschappen te Gent, en in 1949 algemeen voorzitter van het XVIIIe Vlaams Filologenkongres te Gent; in september 1955 wordt hij te Rome verkozen tot bestuurslid van de Internationale Geselischaft für Germanistik. Sinds 1938 is hij lid van de Vlaamse Cultuurraad. In 1957 werd hij verkozen tot voor- zitter van de Commissie voor Filologie van het Nationaal Fonds voor Weten- schappelijk Onderzoek. In 1926 werd hij benoemd tot lid en secretaris van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Sinds 1946 is hij lid van de Technische Commissie voor het Nederlands-Belgisch cultureel akkoord; sinds 1951 lid van de Commissie van Bijstand van het Woordenboek der Neder- landsche Taal. In 1937 werd hij lid van de Commissie voor de vertaling van de wetteksten bij het Ministerie van Justitie, en

in

1954 lid van de nieuwe Com- missie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste Wetten en Besluiten (Justitie) en tevens van de Centrale Commissie voor de Nederlandse Rechtstaal en Bestuurstaal in België (Binnenlandse Zaken).

In 1945 werd hij lid van de Spellingcommissie en in 1946 lid van de Woorden-

lijstcommissie; in 1950 voorzitter van de Belgische Afdeling van deze Com-

missie. Sinds 1 september 1948 is hij lid van de Koninklijke Commissie voor

Monumenten en Landschappen. In 1947 wordt hij secretaris, in 1957 eresecretaris

van het Belgisch Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek.

(3)

Sedert 1927 is hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden.

In

1935 wordt hij corresponderend en in 1938 werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Voor 1943 en 1948 werd hij verkozen tot onderbestuurder en voor 1949 tot bestuurder van deze instelling.

In 1948 werd hij doctor honoris causa van de Universiteit te Rijsel. Sinds 1952 is hij lid van het Provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Weten- schappen en sinds 1954 lid van de Fryske Akademy.

In 1955 werd hij verkozen tot buitenlands lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen. In 1958 werd hij lid van het International Institute for Arts and Letters, en in 1959 erelid van het Genootschap "Veldeke".

Bij K.B. van 16 april1957 werd hem, op zijn verzoek, met ingang van 30 sep- tember 1957 het emeritaat verleend, alsmede ontlasting van zijn functie van regeringscommissaris. Hij werd gemachtigd de titels te voeren van ererector, ere-beheerder-inspecteur en ere-regeringscommissaris.

PUBLIKATIES VAN EDGARD BLANCQUAERT*

't Zal Wel Gaan in Kongo (onder schuilnaam PrOT). Almanak van 't Zal wel Gaan, 49' Jg., 1919, Gent, blz. 170-184.

Romaansche dialectologie. N.T., XVI, 1922, blz. 136-150.

Een paar lengtemetingen. Ts. v. Nederl. Taal- en Letterk., XLII, 1922, blz. 1-19.

Over bestaande Dialect-Atlassen op het gebied der Germaansche en Romaansche talen en een eventueelen Nederlandsehen Dialect-Atlas. Handel. V' Vla. Philol. Congres geh. te Brugge in 1922, blz. 163-186.

Over de dubbele ontkenning en nog wat. Handel. VI' Vla. Philol. Congres geh. te Antwerpen, 1923, blz. 60-69.

Over Dialectstudie. De Vla. Gids, XII, 1924, 3, blz. 228-262.

Beschaafde uitspraak v. h. Nederlandsch. Handel. I' Vla. Paedagog. Congres v. h. O.M.O., 1925, blz. 288-291.

Een gemeenschappelijke Grondslag voor het N.-en Z.-Nederlandsch Dialectonderzoek. Paginae Biblio- graphicae, I, nr. 12, 1926, blz. 370-378.

Madame Bertha Galeron de Calonne. O.M.O., 6' Jg., nr. 7, 1926, blz. 132-135.

Phonetiek in het M.O., ibid., nr. 8, 1926, blz. 160-162.

Vlaamsche Dialectologie. I. Methode van de Vlaamsche Dialectologie. II. Historisch Overzicht van de Vlaamsche Dialectologie (met 3 uitsl. kaarten). H.C.T.D., I, 1927, blz. 201-243.

Klein-Brabantsche Dialect-grenslijnen. Album J. Vercoullie, I, 1927, blz. 53-61 (met een kaart).

Landbouwliederen. Oostvlaamse Zanten, 2, 1927, blz. 7-8.

De Nederlandsche Dialectnamen van de Spin, den Ragebol en het Spinneweb (met 3 kaarten) (met zijn studenten van het Seminarie voor Vlaamsche dialectologie). H.C. T.D., III, 1929, blz. 209-228.

West-Brabantsche Dialectologie. Eigen Schoon en De Brabander, XII, Nieuwe Reeks IV, 1929, blz. 221-231.

Dialectgeografiese Rondvraag. N. T., XXIV, 1930, blz. 97-98.

Toponymie en Dialectologie. Revue Belge Phil. Hist., IX, 1930, blz. 275 .

.État actuel de la géographie linguistique du Néerlandais. Résumé d'une communication faite à Liège le 13 août au Ier Congrès Intern. de Géog. Historique. C.R. des travaux du Congrès, 1930, blz. 108.

Kivu. Toerisme, IX, 19 okt. 1930, blz. 471-474.

*

= boek of brochure

(4)

Zur vergleichenden Untersuchung des Nord- und Sudniederländischen. Korte inhoud v. lezing voor Intern. Geselischaft f. Experimentelie Phonetik te Bonn in 1930; Bericht über die I. Tagung der Intern. Geselischaft etc. Bonn, 1930, blz. 70-71.

Voor een fonetiese beschrij'ving van het modern Nederlands. N. T., XXV, 1931, blz. 197-207.

Tekst bij de Phonoplaat over beschaafd Nederlandsche typeklanken en beschaafd Nederlandsche Sandhi.

Van In en Co, Lier, 1930.

Beschouwingen bij een Zwitsersch taalgrens-standaardwerk. De Taalgrens, III, 1931, blz. 3-6.

Uit het Archiif van een Oostvlaamsche Schuttersgilde. Isid. Teirlinck-Album, 1931, blz. 311-315.

Voor de voorbereiding van een taalgrensstatuut. Ontwikkeling, 1931, 7-8, blz. 466-468.

Wat is Taalgrens? De Taalgrens, III, 1931, blz. 34-39.

Vlaamsch of Duitsch? Revue Belge Phil. Hist., X, 1931, blz. 382-385.

Beoordeding van het Nederlandsch door de Duitschers. Ibid., kroniek 1, blz. 340.

Eerste congres der Internationale Vereniging voor Experimentede phonetica, Ibid., kroniek 97, blz.

742-744.

Beschaafde uitspraak in de huiselijke kring. Voor Moeder en Kind, 11, 3, 1932, blz. 17-19.

Fonotheek en Klankfilms voor Literatuur- en Taalwetenschap. Gedenkboek A. Vermeylen, 1932, blz. 364-370.

Een Tentoonstelling voor Nederlandse Diatektologie te Gent op 1, 2 en 3 Aprill932. H.C.T.D., VI, 1932, blz. 167-178 (

+

3 foto's).

De Nederlandsche Dialectnamen van de Spin, den Ragebol en het Spinneweb (met 3 geld. kaarten) (met Dr. W. PÉE en hun Studenten). H.C.T.D., VII, 1933, blz. 329-432.

*Ook als nr. 1 van de reeks: Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent, 1933 (met geringe correcties).

*Practische uitspraakleer van de Nederlandsche taal. Antwerpen, De Sikkel, 276 blz., 1934.

Dr.]. 0. De Gruyter als filoloog. In : Dr. Jan Oskar De Gruyter, Antwerpen, De Sikkel, 1934, blz. 311-316.

Jacob-Frans-Johan Heremans. Rede uitgesproken bij de Dies Natalis Herdenking van de Univer- siteit te Gent, voor het studentencorps in de Minard-Schouwburg op 21-XI-1934, Aula 11, 1934, blz. 70-77.

Dialektstudie en Folklore. Oostvlaamse Zanten, VII, 1932, blz. 3-7, ibid., X, 1935, blz. 111-125.

De gewijzigde spelling van ons Nederlands, Aula 11, 1935, blz. 95-98.

Vlaamsch Neerlandicus op den Uitkijk. Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. v. Taal en Letterk., 1935,, blz. 1045-1054.

In Memoriam Prof Dr. Bug. Ulrix. H.C.T.D., X, 1936, blz. 27-35.

Een woord vooraf Bij : H. DE ScHRIJVER: De oude Landmaten in Vlaanderen. Gent, 1936, blz. 5-6.

In Memoriam Henri Logeman. Versl. en Meded. v. d. Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk., 1936, blz. 225-228.

Noord- en Zuidnederlandsche Schakeeringen in de Beschaafd-Nederlandsche Uitspraak. Ibid., blz. 597-612.

Henri Logeman. Jaarboek v. d. Mij. der Nederl. Letterk. te Leiden, 1935-1936, blz. 133-138.

Hoe lang nog? Aula, IV, 1936.

Der Genter Sprachatlas. Archiv für Vergleichende Phonetik. Bd. 1, 1937, blz. 20-27 (1 kaart).

Intervocalische Tenuis-verschuiving in Vlaanderen (met Dr. W. PÉE). Feestnummer Jac. van Ginneken van Onze Taaltuin, 6• Jaarg., 1937, blz. 5-11 (met 1 kaart).

*Ook als nr. VI van de Reeks: Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent.

Ueber Miiglichkeiten der Zusammenarbeit auf dialektgeographischem Gebiet. Rheinische Vierteljahrs- blätter, VII, 1937, blz. 19-25.

In Memoriam Jozif Vercoullie. Revue Belge Phil. Hist., XVI, 1937, blz. 556-560.

Medewerking aan Winkier Prins' geïllustreerde Encyclopedie, 5• uitgave, 1937, artikels o.m.

over Dialect, Taalatlassen, Dietsche beweging, Isoglossen, Nederlandsche Taal (met C. B. van Haeringen), Schuermans, Leonard Willems, Delecourt, De Flou, De Keyser, Grootaers, Mansion, Hansen, Scharpé.

(5)

Over een Vlaamsche Academie voor Wetenschap en Kunst. Het eerste Vlaamsch Socialistisch Congres, Deurne-Antwerpen, 1937, blz. 63-72.

*Nederlandsche Phonoplaten van Blancquaert en Van der Plaetse (eerste reeks) Tekstboekje. Antwerpen, De Sikkel, 1937, 35 blzz.

Een Vlaamsche reeks gramophoonplaten. Ts. v. Lev. Talen, III, 1937, blz. 93-94.

Niederländisch und Afrikaans (met W. PÉE). Archiv für Vergleichende Phonetik, I, 1937, blz.

173-178.

Ter Bevordering van het Algemeen Beschaafd in Vlaanderen. Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. v.

Taal en Letterk., 1938, blz. 561-569.

Het Nederlandsch Woordenboek van de Twintigste Eeuw. Ibid., blz. 781-799.

Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent. Wetenschap in Vlaanderen, III, 1938, kol. 321-326.

*Nederlandsche Ponoplaten van Blancquaert en Van der Plaetse (eerste reeks). Tekstboekje. Tweede, bijgewerkte druk, Antwerpen, De Sikkel, 1939, 39 blzz.

*Algemeen Verslag over de Maturiteitsexamens 1938-1939 (Universitaire Stichting) -Rapport général sur l'examen de maturité 1938-1939 (Fondation Universitaire), 2 x 16 blzz.

*Proceedings ofthe Third InternationalCongressof Phonetic Sciences, Ghent 1938 (met W. PÉE). XXIII

+

536 blzz., Ghent, 1939.

"Sandhi" en "Assimilatie". Album Philologicum voor Th. Baader, Nijmegen, 1938, blz. 3-8.

*Eerste Jaarverslag van den Nederlandsehen Cultuurraad (in samenwerking met de vier andere leden van de Raad). Ministerie van Openbaar Onderwijs, 1939, 56 blzz.

*Practische Uitspraakleer van de Nederlandsche taal. Tweede uitgave, Antwerpen, De Sikkel, 1942, 279 blzz.

*Nederlandsche Ponoplaten van Blancquaert en Van der Plaetse. Tekstboekje. 3e uitgave, Antwerpen, De Sikkel, 1942.

Genus-onderscheid en Phonetische Tendensen. Album René Verdeyen. Brussel-Den Haag, 1943, blz. 27-33.

Apocope van slot-n na doffe J in het Nederlandsch (met Mevr. C. TAVERNIER-VEREECKEN en hun Studenten). Feestbundel H.

J.

Van de Wijer, dl. II, blz. 7-27 (met drie kaarten), Leuven, 1944.

Quantiteit en Intonatie. Revue Beige de Phil. Hist., XXIII, 1944, kroniek 13, blz. 596-597.

Vijf en twintig jaar na Dr. Goemans' Methodologisch artikel over de Studie van het Middelnederlandsch.

Versl. en Med. Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk., 1944, blz. 31-39.

De Functie van de Universiteit. Zondagspost, 28 januari 1945.

*Weerstand en Bevrijding. Uitgave v. d. Universiteit te Gent, Gent 1945.

Een ideale Studentengroepeering. Gentsch Studentenleven, I, nov. 1945.

Grondslagen van de Belgische Gedachte. Rectorale rede. Universiteit te Gent. Plechtige Opening der Leergangen op 12 nov. 1945, Gent, 1946, blz. 3-14.

Toespraak van den Rector. Ibid., blz. 15-21.

Universiteit te Gent. Onthulling van twee gedenkplaten. Toespraak van den Rector. Ibid., blz.

35-36.

Zes artikels "Een maand in Amerika". Het Laatste Nieuws, 15 mei - 3 juli 1946.

Zes artikels "Bezoek aan Britsche Universiteiten". Het Laatste Nieuws, 5-29 nov. 1946.

Een Woord Vooraf in "Voor de Studenten". Uitg. v.h. Rectoraat der Universiteit, Gent, 1946, blz. 3-4.

Universitaire Problemen. Rectorale rede. Universiteit te Gent. Plechtige opening der Leergangen op 14 okt. 1946, blz. 3-20.

Toespraak van den Rector. Ibid., blz. 21-26.

Onthulling van een gedenkplaat, geschonken door de Vrije Universiteit te Brussel. Antwoord van den Rector, ibid., blz. 51-53.

*Verslag over de Enquête van het Vermeylen-Fonds. Reeks "Stand en Uitbouw van de Vlaamse Beweging", 1, 1947, 40 blzz. Uitgave van het Vermeylen-Fonds.

Indrukken uit Engelse en Amerikaanse Universiteiten. Alumni, XVI, 1947, blz. 122-130.

(6)

Huidige Stand en Toekomst van de Nederlandse Taalkunde. Ts. v. Lev. Talen, XIII, 1947, blz. 209- 218.

*Ook als broch. in "Série Langnes Vivantes -Levende Talen", nr. 18, Brussel, Didier, 1947.

Ter Inleiding. Algemene Vereniging van Oud-Studenten van de Universiteit te Gent, Mede- delingen, 1948, 1, blz. 3-4.

De Vlaamse Beweging weer van wal. Nieuw Vlaams Tijdschrift, II, jan. 1948, blz. 734-750.

*Ook als nr. 3 van de Reeks "Stand en Uitbouw van de Vlaamse Beweging", Uitgave van het Vermeylen-Fonds, 1948.

Universitaire Problemen. 11. Rectorale rede. Universiteit te Gent. Plechtige opening der leergangen, 13 okt. 1947, Gent, 1948, blz. 3-22. (Ook als brochure).

Toespraak van den Rector. Ibid., blz. 23-31.

"Scilt" en "Vrient". Album Prof. Dr. Frank Baur, Antwerpen, 1948, I, blz. 85-89.

Huidige Stand en Toekomst van de Nederlandse Taalkunde (naschrift). Ts. voor Levende Talen, XIVe jg., 1948, blz. 368-371.

*Na meer dan 25 jaar Dialect-onderzoek op het Terrein. Kon. Vla. Acad. v. Taal- en Letterk., Reeks III, nr. 28, 1948 (57 blzz.

+

kaart). Ook verschenen als nr. XI van de Reeks "Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent".

Taalgeografie. Hand. XVIIIe Vla. Philol. Congres geh. te Gent, 1949, blz. 15-29.

Onder Ndl. "Jouw" en "jouwen" schuilt een Gallische haan (met Mevr. C. TAVERNIER en de Stu- denten van het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie). H.C.T.D., XXIII, 1949, blz. 201-220

( +

2 platen).

*Ook verschenen als nr. XII van de Reeks "Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent".

Intreerede van de Bestuurder voor 1949. -Overdracht van het Bestuurschap. Versl. en Med. Kon.

Vla. Acad. v. Taal- en Letterk., 1951, blz. 56-59 en 61-63.

Pleidooi voor de Jeugd. Versl. en Med. Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk., 1949, blz. 163-172.

Rouwhulde Prof R. Verdeyen. Ibid., blz. 86-88.

*Practische Uitspraakleer van de Nederlandse Taal. 3e Uitg., Antwerpen, De Sikkel, 1950, 278 blzz.

Overzicht van Gentse Klanken (met Mevr. C. TAVERNIER). In : LODEWIJK LIEVEVROUW-COOPMAN : Gents Woordenboek, I, Gent, 1950. Uitg. Kon. Vla. Acad. v. Taal- en Letterk., blz. 24-33.

Professor Ladewijk Grootaers 65 Jaar. Zuidndl. Mij. voor Taal- en Letterk. en Geschiedenis, Hande- lingen, IV, 1950, blz. 3-7.

Taalgeografie (Methodologische Beschouwingen). Album Grootaers, Leuven, 1950, blz. 71-80.

Systèmes phonologiques et mots d'emprunt franco-néerlandais (met Mevr. C. TAVERNIER). Mélanges de linguistique offerts à Albert Dauzat, Paris, 1951, blz. 41-46.

*Vijf Jaar Culturele Samenwerking tussen Nederland en België, 1946-1951 (met de andere leden v. d.

Gemengde Nederl.-Belg. Technische Commissie). Brussel-'s Gravenhage, 1951.

Vijf Jaar Culturele Samenwerking tussen Nederland en België (1946-1951). Nieuw Vlaams Tijdschrift, VI, 1951, blz. 81-84.

Opdorpiana I. Vergelijkingen. Album Dr. Jan Lindemans, Brussel, 1951, blz. 161-168.

Opdorpiana IJ. Invoeging van d in zinsverband. Taal en Tongval, III, 1951, blz. 13-19.

Occlusief, explosief, etc. Album Dr. L. Kaiser, Amsterdam, 1951, blz. 17-25.

Wenken en Wensen voor V.B.O. Nu Nog, I, 1951, blz. 12-14.

De Sonograaf en de Triomf van het Fonetisch Schrift. Versl. en Meded. v. d. Kon. Vla. Acad. v. Taal- en Letterkunde, 1950 (versch. in 1951), blz. 133-139.

Célébration du 25e Anniversaire de la Commission Royale de Toponymie et de Dialectologie ... Her- denking van het 25-jarig bestaan van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie ...

Discours du Président- Toespraak van den Voorzitter. H.C.T.D., XXV, 1951, blz. 39-46. Cl8ture de la Séance par Ie Président de la Commission - Slotwoord van den Voorzitter van de Commissie.

Ibid., blz. 85-86.

Geestelyke Nooddruft. De Vlaamse Gids, 1951, blz. 711-716.

Julius Pée (1871-1951). Belg. Ts. v. Philol. en Geschied., XXIX, 1951, 1, blz. 336-339.

(7)

Isidoor Teirlinck als Dialectoloog. Jaarboek 1949-'51 van de Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk.

(versch. in 1952), blz. 30-36.

Linguistique néerlandaise et Linguistique Jrançaise. Mélanges de Philologie Romarre offerts à M. Karl Michaëlsson, Göteborg,· 1952, blz. 63-67.

Keulse Potten (mit 2 Karten) (met Mevr. C. TAVERNIER). Pestschrift Theodor Frings. 1 Teil.

Rheinische Vierteljahrblätter, jg. 17, 1952, blz. 51-58 (met 2 kaarten).

Zestig Jaar Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit te Gent (met Prof. Dr. P. DE KEYSER). In : Zestig Jaren Onderwijs en Wetenschap aan de Faculteit van de Wijsbegeerte en Lett., 114e Afl., Brugge, 1952, blz. 124-156.

Opmerkingen en Kanttekeningen (bij de reeks lezingen over "De Gentse Universiteit en de Vlaamse Gemeenschap" geh. te Gent op 25-XI-51). Alumni, XXI, 1952, blz. 233-235.

Les atlas régionaux de la Belgique Flamande et des Pays-Bas depuis 1949. Obris, Bulletin International de Documentation Linguistique, I, 1952, blz. 392-398.

Overdracht van het Bestuurschap op 18 januari 1950. Versl. en Meded. van de Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk., 1951, blz. 61-63. (Verschenen in 1952).

Vlaanderen groet de Vlaamse Toeristenbond. De Autotoerist, 9e jg., juni 1952, blz. 544.

The Belgian Inter-University Centre of Dutch Studies issues the second volume of its series. ON OMA, lil, 1952, blz. 63-65.

De Rijksuniversiteit te Cent. De Autotoerist, 6e jg., nr. 8, apr. 1953, blz. 397-400 en : De Toerist, 32e jg., 8, 16 april 1953, blz. 217-220.

*Practische Uitspraakleer van de Nederlandse Taal. 4° uitgave, Antwerpen, De Sikkel, 278 blzz., 1953.

Opdorpiana III. Opdorps en Kiliaans. Feestnr. C. G. N. de Vooys van deN. T., 1953, blz. 21-29.

Nederlands in Noord en Zuid. Akademiedagen, VII, Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, Amsterdam, 1954, 3, blz. 132-145.

Autonomie et indépendance des Universités. Discours d' ouverture du groupe B. Rapport de la Conférence de Recteurs et Vice-Chanceliers d'Universités européennes, Cambridge, juillet 1955. Londres, 1955, blz. 91-95.

Opdorpiana IV. Een moderne Dialecttekst. Taal en Tongval, VII, 1955, blz. 27-42.

*Ook als nr. XIV van de reeks "Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Uni- versiteit te Gent", 1955.

In Memoriam Prof Dr. Albert Dauzat (1877-1955). T. enT. VII, 1955, blz. 187-188.

Prof Dr. L. Crootaers gehuldigd t.g.v. zijn 70° verjaardag. Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. v. Taal- en Letterk., 1955, blz. 483-486.

Hochsprache und Munclart im niederländisch-jlämischen Raum. Zeitschrift für Mundartforschung, XXIV, 1956, blz. 151-160

+

8 kaar~es buiten tekst.

Taallagen en Sociale Lagen. Tijdschrift voor Sociale Wetenschappen, 1, 1956, blz. 88-97.

Eredoctoraat C. Huysmans. Toespraak van Ererector E. Blancquaert. Herdenking van de 25e verjaardag van de vernederlandsing van de Gentse Universiteit, 18 februari 1956, Rijksuniversiteit, Volders- straat, Gent, blz. 19-20.

Bij de 100° Verjaardag van Prof]. Vercoullie's Geboorte. Uitg. v. d. Kon. Vla. Acad. v. Taal- en Letterk., Reeks X, nr. 7, 1957, blz. 9-20.

*Praktische Uitspraakleer van de Nederlandse Taal. se Uitgave, Antwerpen, De Sikkel, 278 blzz., 1957.

Ten Geleide. De Brug, Nieuwe Serie van Meded. v. A.V.O.S.U.G., nr. 1, 1957, blz. 3-4.

Opdorpiana V. Woordenschat van het Boogschieten, T. en T., XI, 3-4, 1959, pp. 5-13.

Opdorpiana VI. Opdorps en Latijn. Spieghel Historiael I, 4, 1959, 108-116.

Allocution... Séance de Cloture du premier Congrès International de Dialectologie Générale, par S. Pop, Louvain, 1960, p. 19.

V erslagen en Recensies in :

Handelingen van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie, I tot en met XIII; XVI (jaarver- slagen); tienjaarlijks verslag. Ibid. X.

Revue Beige de Philologie et d'Histoire. VI, 1927, 342-345 en 345-346; VII, 1928, 153-156 en 1105- 1107; X, 1931, 607-608; XI, 1932, 758-760; XX, 1941, 653-655.

(8)

Paginae Bibliographicae. II, 1927, 745-749 en 749-753.

Verslagen en Meded. v. d. Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterk. 1938, 653-657; 1939, 658-660;

669-673; 1943, 189-191; 1952, 547-548; 713-717; 885-890; 1954, 376-378; 1955, 405-410; 453- 457; 457-461; 1956, 366-367; 1957, 352-355, 1959, 509-512.

Tijdschrift voor Levende Talen. XVII, 1951, 10-23.

BIJLAGE I

Leiding van de Reeks Nederlandse Dialektatlassen, Antwerpen, De Sikkel, waarin verschenen :

*E. BLANCQUAERT : Dialect-atlas van Klein-Brabant, I, 22 blz.-239 bladen. - II, 150 kaarten 1925;

*E. BLANCQUAERT: Dialect-atlas van Klein-Brabant (met F. V ANACKER). I, 22 blz.-239 bladen. - II, 150 kaarten, 1925; 2• uitg. 1952.

*E. BLANCQUAERT : Dialect-atlas van Noord-Oost- Vlaanderen en Zeeuwsch- Vlaanderen, I, xxvr- 234 blz. - II, 150 kaarten, 1935.

*H. VANGASSEN : Dialect-atlas van Vlaamsch-Brabant, I, xxvm-380 blz. - II, 150 kaarten, 1938.

*E. BLANCQUAERT en P.J. MEERTENS : Dialect-atlas van de Zeeuwsche Eilanden, I, xur-106 blz. - II, 150 kaarten, 1940-41.

*W. PÉE (met E. BLANCQUAERT) : Dialect-atlas van West-Vlaanderen en Fransch-Vlaanderen, I, xcv-474 blz. - II, 150 kaarten, 1946.

*A. WEIJNEN : Dialect-atlas van Noord-Brabant, I, XLV-208 blz. - II, 150 kaarten, 1952.

*K. BoELENS en G. VAN DER WouDE (met K. FOKKEMA enE. BLANCQUAERT) : Dialect-atlas van Friesland, I, xu-220 blz. - II, 150 kaarten, 1955.

*W. PÉE : Dialektatlas van Antwerpen. I, u

+

596 blz.) - II, 150 kaarten, 1958.

BIJLAGE II

Leiding van de Reeks Uit het Seminarie voor Vlaamse Dialectologie van de Universiteit te Gent, waarin verschenen :

1. Zie Bibliografie, p. 292.

2. Dr. A. E. VAN BEUGHEM: Bijdrage tot de studie van het geslacht der zelfstandige naamwoorden in de Zuidnederlandsche dialecten, 1934.

3. Dr. W. PÉE en P.J. MEERTENS: Dr. L. Grootaers' en Dr. G. G. Kloeke's Systematisch en Alfabetisch Register van Plaatsnamen voor Noord-Nederland, Zuid-Nederland en Fransch- Vlaanderen. Her- zien en bijgewerkt (met een kaart), 1934.

4. Dr. W. PÉE: Dialectgeographie der Nederlandsche Diminutiva. Bekroond door de Kon. Vla. Acad.

v. Taal- en Letterkunde, I-II, met 24 gekleurde jaarten, 1936-1938.

5. Dr. K. HEEROMA: De Nederlandse Benamingen van de Uier. Met 4 kaarten, 1936.

6. Zie Bibliografie, p. 292.

7. CECILE VEREECKEN: Van "slut-ila" naar "sleutel": Umlaut en spontane Palatalisering op Neder- lands Taalgebied. Met 9 gekleurde kaarten, 1938.

8. ARTHUR VAN DooRNE: De Franse Woorden in het Dialect van Wingene. 1939.

9. REM! DuPONSELLE: Ijzerfront en Dialect. Bekroond door de Kon. Vla. Acad. voor Taal- en Letterkunde, met 59 kaarten, 1942.

10. FR. V ANACKER: Syntaxis van het Aalsters Dialect. Speciale oplage van nr. 4 van de Werken uitg. door de Kon. Comm. voor Top. en Dialectologie, Vlaamse Afdeling, 1948.

11. Zie Bibliografie, p. 294.

12. Zie Bibliografie, p. 294.

13. C. TAVERNIER-VEREECKEN: Dierensoortnamen van Mensennamen afgeleid: garnaal, wulk, pier, vlinder, 1950.

14. Zie Bibliografie, p. 295.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op deze manier bieden wij substantiële steun ook aan gezinnen die normaal snel weer uit beeld zouden verdwijnen (wegens hun eigen weerstand tegen hulp, óf omdat ze steeds

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Behalve dat dit een indicator kan zijn voor de (erva- ren) aantrekkelijkheid van het raadslidmaatschap van de betreffende partij, geeft dit ook inzicht in de omvang van

Wat betreft het vraagstuk van verplicht gebruik van gegevens uit authentieke registraties, wordt aanbevolen af te zien van een algemene bepaling hieromtrent ten aanzien van

MARIANNE BOOGAARD MARIANNE BOOGAARD MARIANNE BOOGAARD GUUSKE LEDOUX. GUUSKE LEDOUX GUUSKE LEDOUX HESSEL NIEUWELINK

gemeenten, bezuinigingen, decentralisaties in het sociale domein en verzelfstandiging) die van invloed zijn op de manier waarop het openbaar bestuur functioneert en zich verhoudt

In hoofdstuk 8 is vervolgens de blik verlegd naar toekomstverwachtingen en -inschattingen. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze

Sprenger van Eijk, Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk