van deStrandwer kgroepBelgië
aargang11nr. 4
December 1991
D E S T R A N D V L O
- Jaargang11
n r.4
- december1991.
P e r i o d i e k v a n "De S t r a n d w e r k g r o e p " , v e r e n i g i n g v oo r m a r i e n e b i o l o g i e . V e r s c h i j n t d r i e m a a n d e l i j k s .
V o o r z i t t e r : G u i d o RAPPÉ, K a p e l s t r a a t 3, 9 9 1 0 Urs el . Tel. 0 9 1 / 7 4 . 3 9 . 6 8
P e n n i n g m e e s t e r : B a r t V E R H A E G H E , Z u i d b r o e k s t r a a t 11, 8 6 0 0 W ou m e n . Tel. 0 5 1 / 5 0 . 2 3 . 4 6 S e c r e t a r i s : Y ve s V E R H A E G H E , S r i t t e n l a a n 28, 8 4 7 0 G is te l. Tel. 0 5 9 / 2 7 . 5 0 . 2 3 .
R e d a c t e u r : E m m a n u e l D U M O U L I N , H. C o n s c i e n c e s t r a a t 67, 8301 K n o k k e - H e i s t . Tel. 0 5 0 / 5 1 . 0 8 . 4 1
N a t u u r h i s t o r i s c h a r c h i v a r i s : J e a n - P a u l V A N D E R P E R R E N , H o o g s t r a a t 137, 1 9 8 0 Zemst.
Tel. 0 1 5 / 6 1 . 0 7 . 8 1
B e s t u u r s l e d e n : R ika G O E T H A E L S , St. F r a n c i s c u s s t r a a t 55 (bus 10), 8 4 0 0 O os t e n d e . Tel. 0 5 9 / 7 0 . 5 8 . 4 8
S a m m y DE GRAVE, K o n i n g B oudetiijnstraat 27, 9 0 0 0 Gent. Tel. 0 9 1 / 2 0 . 6 2 . 4 2
A b o n n e m e n t s p r i j s : 2 5 0 , - BEF. Te s t o r t e n op rek. 0 0 1 - 1 0 9 1 2 9 1 - 2 0 , t.n.v. "De S t r a n d w e r k g r o e p " , p /a B. V E R H A E G H E ( zie h og e r ) . B u i t e n l a n d s e l e d e n g e b r u i k e n p o s t rek. 0 0 0 - 1 4 9 3 4 2 4 - 1 2 . In N e d e r l a n d k a n g e s t o r t w o r d e n op p o s t g i r o 580 2 9 0 6 t .n.v. G. R A P P É (zie h o g e r ) .
INHOUD.
W o o r d v oo ra f. I n f o r m a t i e f b e r i c h t . 81
E x c u r s i e k a l e n d e r 1992. In m e m o r i a m . 82
I 7 j _ U D E K E M d'A CO Z, C. d'. C o n s i d é r a t i o n s g é n é r a l e s s ur L i o c a r c i n u s v e r n a l i s (RISSO, 1827) et r e m a r q u e s s ur sa p r é s e n c e en M e r d u N o r d ( C r us ta ce a,
^ f. D e c a p o d a , B r a c h y u r a , P o r t u n i d a e ) . 84
H y i 4 V A N D E R P E R R E N , J.-P. N a t u u r h i s t o r i s c h a rc hi ef . 101
K o r t e m e d e d e l i n g . A a n k o n d i g i n g . 1 09
Insttutefof Manns Sc¡en$fc Research
ft^FKssMtaanfô
■ " B ~ 8450 BRE’DEMF R^'-T A li
WOORD VOORAF.
t***-« » » .» » «
Het laatste nummer van '91 waar u ais lid zonder twijfel recht op hebt is nu ook af. De inhoud omvat een voortreffelijk artikel over de Grijze Zwemkrab, een aanvulling op het NHA voor de waarne
mingen van 1990 en een korte mededeling. Verder vind/ je hier het excursieprogramma voor 1992.
Ais ik genoeg artikels binnenkrijg voor het volgende nummer, doe ik mijn uiterste best om het zo snel mogelijk te laten ver
schijnen .
De redacteur.
INFORMATIEF BERICHT.
Het IZWO (Instituut voor Zeewetenschappelijk Onderzoek) be
schikt over een zeer interessante bibliotheek waar een uitgebreid gamma aan publicaties (internationale periodieken, boeken, deter- minatiewerken, rapporten, e.a.) over het mariene milieu in de ruim
ste zin van het woord kunnen geraadpleegd worden.
Wil je een publicatie opzoeken of wil je een artikel uit een periodiek consulteren dan kun je bij het IZWO terecht, mits je de volgende procedure volgt:
- neem contact op met het IZWO: Victorialaan 3, 8400 Oostende.
Tel. 059/32.10.45.
- daar krijg je de sleutel van de bibliotheek die (voorlopig nog) ondergebracht is in het Rijksstation voor Zeevisserij te Oos
tende .
- alleen, of samen met iemand van het IZWO kun je je vervolgens naar de bibliotheek begeven. Een goed op punt gesteld steek
kaartensysteem staat er ter beschikking om je gewenste publica
tie terug te vinden.
Aarzel niet om op deze voortreffelijk georganiseerde dienst beroep te doen!
EXCURSIEKALENDER 1992.
Zondag 23 februari: bezoek aan het oosterstaketsel te Oostende.
Afspraak: 10.00 uur aan de vuurtoren bij het Halve Maan strand.
Leiding: S. De Grave.
Maandag 2 maart: bezoek aan de vismijn van Oostende.
Afspraak: 06.30 uur aan de ingang van de vismijn.
Leiding: E. Eneman.
Vrijdag 17 april t.e.m. maandag 20 april: meerdaags verblijf te Ambleteuse (Boulonnais). Het programma voor deze dagen is:
vrijdag 17/4 - voormiddag: strandexcursie te Audresselles.
Samenkomst om 07.00 uur op de markt van Au
dresselles. Pick-nick meebrengen!
- namiddag: opzoeken van ons logement in het biologisch station te Ambleteuse.
zaterdag 18/4 - voormiddag: excursie naar Dique Nord Boulogne.
- namiddag: bezoek aquarium te Boulogne, zondag 19/4 - strandexcursie te Ambleteuse.
maandag 20/4 - strandexcursie te Ambleteuse.
Voor inschrijving en practische inlichtingen kunt u zich wen
den tot J.-P. Vanderperren, tel. 015/61.07.81.
Zaterdag 23 mei: strandexcursie te De Haan Vosseslag.
Afspraak: 10.30 uur bij de tweede voetgangersbrug komende van Oostende.
Leiding: G. Rappé.
Zondag 21 juni: snorkel-duik excursie naar het Sas van Goes in Ne
derland, gevolgd door een strandwandeling in de omgeving.
Afspraak: 10.30 uur aan het Sas (details volgen nog).
Leiding: S. De Grave.
Zaterdag 19 september: gansedaguitstap naar de Dique Nord te Bou
logne .
Afspraak: 09.30 uur op de nieuwe parking net voorbij Wimereux.
Leiding: C. d'Udekem d'Acoz.
Zondag 18 oktober: bezoek aan het Verdronken Land van Saeftinge.
D.i. een prachtig slikke-schorre-gebied in de omgeving van Doei langs de Westerschelde.
Afspraak: details volgen.
Leiding: een gids van ter plaatse zal de excursie leiden.
Zondag 27 december: eindejaarsexcursie naar De Panne.
Afspraak: 10.30 uur aan het Leopoldmonument op de dijk.
Leiding: E. Dumoulin.
Noot : voor specifieke vragen over het hierbovenstaande excursie- programma kun je steeds terecht bij iemand van het bestuur!
* * *
IN MEMORIAM
Op 21 december 1991 overleed mevrouw Yvonne Struyf- De Clerck. Mevrouw Struyf was lid van De Strandwerk- groep sinds 1988. Niettegenstaande haar hoge leeftijd
(ze was van '21) kwam zij, wanneer dit voor haar moge
lijk was, meerdere malen mee op excursie. Het beeld van haar dat me is bijgebleven is dat van een kranige vrouw die op onze uitstappen steeds een opmerkelijke belangstelling toonde voor de vele zeeorganismen die we konden waarnemen.
Namens De Strandwerkgroep bied ik haar familie en vrienden onze oprechte gevoelens van medeleven aan.
E. Dumoulin
CONSIDÉRATIONS GÉNÉRALES SUR I IOCARCINUS VERNALIS (R ISSO , 1 827) ET REMARQUES SUR SA PRÉSENCE EN MER DU NORD (CRUSTACEA, DECAPODA, BRACHYURA. PORTUNIDAE).
C.
d' Ud e k e m d' Ac o zI . Introduction.
Le crabe nageur Lioca/icínuA vc/inaLiA a été récolte pour la pre
mière fois dans le sud de la Mer du Nord en 1989 et l'espèce a été régulièrement observée sur les plages belges tout au long de l'année 1990 (d'UDEKEM d ’ACOZ & RAPPÉ, 1991). En 1991, ce crabe méridional a continué à se maintenir dans la région et il nous a semblé utile de donner quelques commentaires supplémentaires sur cette espèce insuffisamment connue.
II. Caractéristiques morphologiques.
L¿oc.a/icinuA V eina ¿i A (RISSO, 1827)
(fig- 1)
Références comprenant des figures d'exemplaires non-méditerranéens Po/itunuA mcuv/no/icuA NOBRE, 1936: 36, pi. 11 fig. 19.
f'Iac/LopipuA /ioIaciLua CARDONA BENDITO, 1965: 152, pi. 2 fig. D.
flac/iopipuA vc/maÜA NEVES, 1975: 32, fig. 10, Ile.
Lioca/icinuA sp. aff. holAatuA d'UDEKEM d'ACOZ, 1986: lii, fig. 10, 15, 17, 20.
Lioca/icinuA ve./ina¿ÍA GONZÁLEZ GURRIARÁN & MÉNDEZ, 1986: 97, fig.
30a-i, photo 19.
LioccuicinuA vcn.na.LLA d'UDEKEM d'ACOZ, 1989: 184, fig. 16.
Ltoca/icinuA uc/ina¿ÍA d'UDEKEM d'ACOZ & RAPPE, 1991: 97, fig. 2, 5, 8, 1 1.
Lioca/icinuA ucnnaLiA ADEMA, 1991b: 110, fig. 1, 2, carte 1.
l. i o c a n . c i n u i i:e m a i i "> est très proche de Lioa a / i c i n u A h o é i a i u i, crabe extrêmement abondant dans le sud de la Mer du Nord. Habi
tuellement, L. v e .n n a L iA s'en distingue au premier coup d'oeil par sa coloration plus grise et par ses mouchetures bien contrastées.
Cependant, la couleur ne constitue pas un critère distinctif par
faitement rigoureux et il convient d'examiner certains détails morphologiques pour obtenir une identification certaine.
Le caractère le plus fiable et le plus facile à observer a trait au mérus des pattes nageuses: il est court et robuste chez L, koÎAatuA (1,4-1,6 fois plus long que large) et au contraire
long et étroit chez L. vc/inaliA (2,0-2,5 fois plus long que lar
ge). Les très petits L. koÍAutuA peuvent avoir un mérus légère
ment plus allongé mais la différence de robustesse est déjà très nette chez des juvéniles de 7 mm de large. On signalera aussi que le dactyle des pattes nageuses est plus étroit chez L. vcn.n.a- U a que chez L. koÍAutuA.
Chez L. hoÎAatuA, la dent frontale médiane dépasse toujours et normalement nettement le niveau des submédianes. Chez L. vesinatiA la dent frontale médiane est habituellement légèrement en retrait des submédianes (chez certains spécimens, elle dépasse très légè
rement le niveau des submédianes).
D'une manière générale, la surface de la carapace de L. vc/ina- li-A présente plus de granulations que chez L. hoi-AatuA, mais ce caractère a une très grande variabilité individuelle chez les deux espèces.
Il convient également de signaler que L. veumaliA atteint très rarement 39 mm de large et est ainsi plus petit que L. koÎAatuA qui dépasse occasionnellement 55 mm.
L, holAatuA et L, vc/inaliA présentent deux petites protubéran
ces (parfois très faibles) sur le bord externe du carpe des ché- lipèdes, ce qui les distinguent de Lioca/icinuA ma/imo/icuA chez qui le bord externe du carpe est totalement inerme et régulièrement arrondi.
Les critères permettant de distinguer ces trois espèces sont indiqués avec plus de précision par d'UDEKEM d'ACOZ & RAPPÉ (1991) Les figures données dans les autres références citées ci-dessus peuvent également s'avérer utiles.
Enfin, on rappellera que les L. vcnnaiiA méditerranéens sont en général plus granuleux et plus souvent pubescents que les indi
vidus atlantiques (d'UDEKEM d'ACOZ, 1989).
Fig. 1. LiocaacinuA v canuti a (RISSO, 1827), femelle, lar
geur 35 mm (d'après d'UDEKEM d'ACOZ, 1986).
III. Biologie.
L. vcanatiA vit sur des fonds de sable fin et pur et l'espèce est considérée comme caractéristique de la Biocoenose des Sables Fins Bien Calibrés (PÉRÈS & PICARD, 1964; sous le nom de ftacaopi- pu-6 taatanuA). On peut toutefois le rencontrer en petit nombre sur des substrats partiellement envasés au voisinage des fonds sableux qu'il affectionne (MINERVINI & al., 1982). L'espèce est fondamentalement littorale et côtière. A l'embouchure du Tibre (Italie), elle vit entre 0 et 100 m avec un maximum d'abondance
vers 10 m (MINERVINI & al., 1982). ABELLÓ & al. (1988) font des observations analogues sur la côte catalane (Espagne) et remar
quent qu'il s'agit d'une composante essentielle des communautés littorales des fonds sableux de cette région. Les individus lit
toraux observés personnellement en Belgique, en Bretagne, dans le Golfe de Gascogne et en Algarve proviennent presque toujours de grandes plages de sable fin en mode battu.
GONZALEZ GURRIARÁN & MÉNDEZ (1986) signale que l'espèce s'en
fouit fréquemment dans le sable et KATAGAN (1982) indique qu'elle est epi- et endopsammique, ce qui concorde bien avec nos propres observations. Nous avons trouvé en Bretagne (nord de la Baie de Douarnenez) des individus complètement enterrés dans le sable de la plage et qui n'ont pu être détectés que grâce à la trace peu distincte qu'ils avaient laissée à la surface du sédiment. D'au
tre part, lors de récoltes réalisées en Algarve (Praia de Cabanas:
plage de sable fin, prélèvements effectués à 1 m de profondeur), nous n'en avons capturé aucun spécimen à l'épuisette. Par contre, des autochtones utilisant au même endroit une sorte de rateau re
lié à un filet pour récolter des bivalves du genre donax, rame
naient chacun, outre les d o n a x, de 50 à 100 L. vennati.A, Notre épuisette ne permettait que de récolter les organismes vivant en surface du substrat tandis que le rateau, muni de dents d'une bonne dizaine de centimètres, pouvait fouiller le sable en profon
deur. D'autre part, nous avons observé nettement plus rarement des L. holAatuA enterrés et ceux-ci étaient toujours superficiel
lement enfoui. Il se pourrait donc que L, vennalÀA aie une propen sion plus développée à s'ensevelir.
L. vennalÍA se déplace probablement surtout lorsque l'éclaira
ge n'est pas trop violent. En Bretagne (Pointe Mousterlin), nous en avons vu un soir une quinzaine de spécimens qui déambulaient sur le sable à marée basse, à 10-20 cm de profondeur. Sur la côte belge où les eaux sont particulièrement turbides, ils sont régu
lièrement capturés de jour par les pêcheurs de crevettes procédant devant la plage; ces derniers utilisent un filet qui n'affecte que la couche superficielle du sable. Nous avons pu observer en Grèce que la vitesse d'enfouissement de ces crabes peut être extrê mement rapide. Cela leur permet sans doute d'échapper à certains prédateurs.
Il semble que L. ve.nn.aLlA soit beaucoup plus exigeant en ma
tière de substrat. L. vennalÍA semble exiger des sables fins non envasés ou faiblement envasés; L, holAatuA a aussi une préférence pour ce type de fonds mais est beaucoup plus tolérant en matière de granulométrie (ADEMA, 1991a). L, holAatuA présente également une extension bathymétrique plus large que L, vennalÍA. Ce der
nier ne dépasse normalement pas 100 m et n'est abondant qu'à des profondeurs inférieurs à 25 m (ABELLÓ & al., 1988). Il descen
drait exceptionnellement en-dessous de 150 m (FOREST & GUINOT, 1956), tandis que L. holAatuA peut descendre jusqu'à 400 m (CLARK, 1986). L. vennalÍA présente également une bien meilleure résis
tance à 1'émersion et semble beaucoup moins délicat à maintenir en aquarium. Enfin, il semble que A. vennalÍA soit moins souvent parasité par Sacculina cancini que L, holAatuA: dans un échantil
lon de près de 2000 LiocancinuA procuré par Mr. E. ENEMAN, il y avait 10 L, holAatuA sur 796 (soit 1,3 %) qui présentaient une sac- culine et seulement 1 L. vennalÍA sur 1035 (soit 0,1 %) (d'UDEKEM d'ACOZ & RAPPÉ, 1991).
IV. Répartition géographique générale.
L. vennalÍA est souvent considéré comme une espèce essentielle
ment méditerranéenne mais elle est en fait très commune et large
ment répandue dans 1'Atlantique Nord-Oriental. Son aire de répar
tition actuellement connue est indiquée à la carte 1 mais l'espè
ce présente certainement une distribution plus vaste. On doit s'attendre à trouver ce crabe entre les localités où il est déjà connu, partout où il y a des substrats compatibles avec ses exi
gences écologiques et il est hautement probable qu'on le trouve dans le sud-ouest des Iles Britanniques.
V. Observations en Mer du Nord.
Le 4-XI-1989, un fragment de LiocancinuA présentant un péreio- pode de la cinquième paire avec un mérus très allongé était re
cueilli sur la plage d'Oostduinkerke. A la lumière d'observations ultérieures, il devait être identifié avec certitude comme L. ven- nalÍA.
30°e
-SO°N
-45°N
1000 km
15°e 30°E
15 w
Carte 1. Répartition géographique générale de LlocaA.c¿riuó vc/inall-4. Cette carte a été établie à partir des signa
lements indiqués par ADEMA (1991b), FOREST (1965), FOREST &
GUINOT (1956), FUSTÉ (1989), GARCIA RASO (1984), GONZALEZ GURRIARÄN & MÉNDEZ (1986), GOURRET (1888), HOLTHUIS (1961), HOLTHUIS & GOTTLIEB (1958), KOCATAS (1971), KOUKOURAS (1972), LASTRA & al. (1991), LEWINSOHN & HOLTHUIS (1986), MINER- VINI & al. (1982), MONOD (1956), NEVES (1975, 1990), RAMA
DAN & DOWIDAR (1976), RELINI ORSI & al. (1976), SANZ (1986), SHIBER (1981), STEVCIC (1990), TÜRKAY & al. (1987), d ’UDE- KEM d ’ACOZ (1986, 1989), d ’UDEKEM d'ACOZ & RAPPÉ (1991), ZARIQUIEY ALVAREZ (1968) et a été complétée par nos obser
vations personnelles non publiées.
Le 3-III-1990, trois LiocasicinuA adultes, morts et endommagés, mais clairement référables à L. veanatiA étaient recueillis à De Haan (51° 16' N, 03° 02' E). A partir du mois d'avril et tout au long de l'année 1990, des individus vivants furent récol
tés en divers points de la côte belge: Wenduine (51° 19' N, 03°
05' E), Oostduinkerke (51° 08' N, 02° 41' E) et De Panne (51° 06' N, 02° 36' E). Un individu mort échoué a aussi été trouvé à
Bredene (51° 15' N, 02° 58' E). Les individus vivants ont été obtenus en petites et moyennes quantités avec de nombreux L. kol-
■satu.i dans les petits chaluts traînés par les pêcheurs de cre
vettes juste devant la plage à 1-1,2 m de profondeur. La plupart des échantillons contenaient des crabes de dimensions variées mais un lot recueilli à Oostduinkerke le 25-VIII-1990 ne compre
nait que des juvéniles. L'échantillon comprenant le plus grand nombre d'individus a également été obtenu à Oostduinkerke, le 10-XI-1990. Cet échantillon comprenait des crabes de toutes les tailles. Enfin, un lot de près de 2000 crabes péchés en octobre 1990 au large de la côte belge (localité exacte non précisée) nous était fourni par l'intermédiaire de Mr. E. ENEMAN: il com
prenait plus de L. úesinaliA que de L. kolAutuA ! Ces données ont fait l'objet d'une première note (d'UDEKEM d'ACOZ & RAPPÉ, 1991).
Durant l'année 1990, des femelles ovigères ont été observées en juin, en septembre et en octobre. Le mois d'octobre n'est cepen
dant certainement pas la période préférentielle de ponte car nous n'avons relevé qu'une ovigère sur 373 femelles pêchées pendant ce mois
Plus récemment, L, vesinatiA a été observé aux Pays-Bas: 3 exem
plaires ont été trouvés échoués le 3-III-1991 entre Katwijk et Noordwijk (52° 14' N, 04° 24' E) et 4 autres ont été trouvés dans du sable pompé à 20 km au large des côtes néerlandaises et déversé sur la plage de Scheveningen (52° 06' N, 04° 15' E) (ADEMA, 1991b).
Le 2-VIII-1991, nous avons observé de très nombreux Liocasici- nu.6 (plus de 1000 spécimens) dans les filets des pêcheurs de cre
vettes d 'Oostduinkerke: ces crabes étaient tous sans exception des L. LoIaoLua. Le 15 et le 16-VIII-1991, nous avons capturé chaque fois un jeune L. ve.sin.al.iA de 7 mm de large avec de nombreux jeunes L. h o ¿ A a i u A à Duinbergen (51° 21' N, 03° 15' E), en utili
sant une épuisette à mailles fines. Il faut signaler ici que hormis peut-être un juvénile problématique recueilli le 30-X-1982,
les milliers de Liocarcinus du groupe holsatus que nous avons observés à cette station dans les années 70 et 80 étaient cer
tainement tous de vrais L. holsatus. Un autre échantillon, re
cueilli le 12-X-1991, de nouveau à Oostduinkerke, auprès d'un pêcheur de crevettes contenait cette fois 122 L. vennalls et de très nombreux L. holsatus. Contrairement à ces derniers qui étaient en majorité adultes, les L. ve.nn.alls recueillis alors étaient tous de petite taille: ils avaient une largeur moyenne de 17 mm et le plus grand d'entre eux, un mâle, mesurait 29 mm.
En outre, sur les 67 femelles comprises dans ce lot, seulement quatre avaient le pléon décroché et doivent donc être considérées comme pubères. Enfin, Mr. E. DUMOULIN a également obtenu un cer
tain nombre de L. vennalls à Oostduinkerke le 16-XI-1991 et de nouveau il s'agissait de spécimens de taille réduite.
VI. Discussion.
La découverte de L. vennalls en Mer du Nord est à priori sur
prenante. Ceci pourrait s'expliquer par la confusion systémati
que jusqu'à une date récente des L, vennalls septentrionaux avec L, manmoneus et L. holsatus. Cependant, il se pourrait aussi que L. vennalls ne soit présent ou commun en Mer du Nord que durant certaines années. En 1985, nous avons examiné une série d'échan
tillons de Llocanclnus conservés à l'Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique pour séparer les L. manmoneus des L. hol
satus et nous n'y avons pas observé de L, vennalls. Il faut ce
pendant remarquer qu'à ce moment nous ne pensions pas que L. ven
nalls puisse s'aventurer en Mer du Nord. De plus, il faut signa
ler que nous n'avons examiné que les échantillons subtidaux dé
posés dans cet institut. D'autre part, les échantillons de Llo
canclnus de la Mer du Nord identifiés comme L. holsatus conservés au Musée de Leiden ont récemment été réexaminés par L.B. HOLTHUIS et H. ADEMA et aucun L. vennalls n'y a été détecté (ADEMA, 1991b) Le cas de L. vennalls est peut-être à rapprocher de celui d'au
tres Décapodes qui ont considérablement étendu leur aire de dis
tribution vers le nord pendant un certain nombre d'années pour ensuite régresser. C'est ce qui s'est produit avec Pachygnapsus manmonatus qui a temporairement colonisé le nord de la Bretagne pendant la première moitié du vingtième siècle et a ensuite dis-
par u (BOURDON, 1965). C'est aussi le cas de CllLananlus eny thino
pus qui s'est maintenu dans le sud de l'Angleterre entre 1959 et 1985 pour également disparaître ensuite (SOUTHWARD & SOUTH
WARD, 1988).
Le fait que jusqu'à présent aucun L. vennalls n'aie été détec
té dans les collections anciennes n'implique pas que l'espèce n'aie jamais fréquenté la Mer du Nord auparavant. L'absence de L. vennalls dans les lots néerlandais de Li.ocanci.nus est peut- être liée à une plus grande rareté de l'espèce aux Pays-Bas qu'en Belgique. On connait en effet un autre Décapode méridional, Dio
genes pu g i lai on, qui peut être très abondant en Belgique lors de certaines années (LAPORTE & al., 1985) mais qui semble extrême
ment rare aux Pays-Bas (HOLTHUIS & al., 1986).
D'autre part, le fait que L. vennalls soit spectaculairement abondant sur certains fonds belges n'implique nullement qu'il aie une répartition homogène et qu'il soit comme L. holsatus pré
sent sur tous les types de sédiments du sud de la Mer du Nord.
Ainsi que nous l'avons signalé au paragraphe III, L. vennalls est beaucoup plus exigeant en matière de substrat que L. holsatus.
Comme les conditions climatiques de la région sont probablement aux limites des possibilités de survie de l'espèce et comme il y a sans doute une forte compétition avec L. holsatus, il se peut que L. vennalls soit encore plus exigeant sur la nature des fonds qu'en d'autres régions. Il pourrait ainsi éviter les secteurs trop vaseux ou présentant une granulométrie trop importante. Il semble par ailleurs que l'espèce soit beaucoup plus fréquente sur certaines plages belges que sur d'autres. En 1990-91, ce crabe a été observé à de nombreuses reprises à Oostduinkerke, mais je n'en ai pas remarqué un seul spécimen à Oostende alors que j'ai effectué plus de trente récoltes de crabes à cette sta
tion pendant cette période.
Enfin, il existe une référence belge antérieure qui est peut- être relative à notre espèce. RAPPE (1983) signale une carapace de "Lio concinus manmoneus" qu'il a trouvé échouée entre Wenduine et De Haan le 23-VI-1983. Hormis cette mention, tous les signa
lements de L, manmoneus en Belgique ont trait à des individus pé
chés à une certaine distance des côtes. Par ailleurs, il faut remarquer que RAPPE a uniquement basé son identification sur le fait que là dent frontale médiane de son spécimen était en re
trait des submédianes. Or, cette caractéristique peut s'observer
tant chez L. manmoneus que chez L. vennalls. D'autre part, RAPPÉ donne une description de la livrée de sa carapace qui semble mieux correspondre à L. vennalls qu'à L. manmoneus'. "Het schildje dat ik vond vertoonde een fijnvlekkerig mozaiek, wat ik echter ook bij jonge Gewone Zwemkrabben Liocancinus holsatus heb kunnen waarne
men". Normalement, L. vennalis présente en effet un motif fine
ment moucheté similaire à celui des jeunes L. holsatus (mais en plus contrasté) tandis que L. manmoneus présente normalement des marbrures beaucoup plus grossières et que l'on peut^difficilement considérer comme un motif en mosaique. Enfin, RAPPE (comm, pers.) considère maintenant lui-même comme hautement probable que cette carapace appartenait à un L. vennalls. Malheureusement, la cara
pace n'existe plus et son identité ne pourra jamais être vérifiée.
La fréquence de L. vennalls en Mer du Nord pendant les années 90-91 mérite d'être comparée avec celle d'autres Décapodes pré
sents dans le sud de la Mer du Nord.
- Pnocessa canaliculata'. 3 spécimens trouvés dans les eaux belges en 1990-91 (d'UDEKEM d'ACOZ, 1990a). L'espèce n'avait jamais été signalée auparavant dans la Baie Sud de la Mer du Nord mais elle avait été observée dans la partie nord-ouest de cette mer (SMALDON, 1979) qui présente des températures hivernales plus élevées que la partie sud (LEWIS, 1964).
- Pnocessa edulis cnasslpes: un spécimen observé en 1951 près de l'embouchure de l'Escaut et 22 exemplaires récoltés dans les eaux belges en 1988-90 (d'UDEKEM d'ACOZ, 1990a, 1991).
- Diogenes pugllaton: très abondant en 1990. Moins nombreux mais encore commun en 1991. Quelques signalements sur la côte belge entre 1930 et 1950; nombreux signalements à partir de 1978 et pendant les années 80 (souvent en très grand nombre) (LAP0RTE
& al., 1985). Trouvé entre 1937 et 1953 sur les côtes des Pays- Bas mais plus ensuite (HOLTHUIS, 1950; HOLTHUIS & al., 1986).
- Ponceliana, platycheles', très commun depuis 1989. Pas de réduc
tion des populations en 1991. Il existe un certain nombre de signalements anciens de cette espèce mais il semble qu'elle é- tait rare au début des années 80 (d'UDEKEM d'ACOZ, 1990b).
- Pontumnus latipes', assez nombreux signalements anciens dans le sud de la Mer du Nord, souvent en grand nombre. Rare entre 1956
et 1980 mais ensuite de nouveau très commun. L'espèce était aus si fréquente en 1991 qu'en 1990. D'après ADEMA (1991a), sa ra
reté entre 1956 et 1980 serait liée à une baisse de la tempéra
ture moyenne des eaux du Sud de la Mer du Nord pendant cette pé
riode (ADEMA, 1991) mais 00STERBAAN (1988) pense que ce serait l'hiver extrêmement rigoureux 1955-56 qui aurait porté un coup fatal aux populations de cette espèce qui auraient mis longtemps à se reconstituer (les deux explications ne sont pas mutuelle
ment exclusives).
- Neco ta pulen: exceptionnellement abondant en 1990 (1 N. pulen pour 3 Calcinus maenae entre les rochers de l'estacade d 'Oosten
de au niveau de la frange infralittorale). Nombreux cadavres et fragments échoués au printemps 1991. Aucun exemplaire vi
vant n'a été observé sur les plages belges pendant cette année malgré des prospections régulières aux stations les plus favo
rables. Très nombreux signalements antérieurs. Présence et abondance manifestement corrélées avec l'alternance des hivers doux et rigoureux (ADEMA, 1991a; observations personnelles).
- Pilumnus hirtellus\ très commun sur la côte belge en 1989-90.
Des individus morts et mourants ont été observés entre les ro
chers de la jetée orientale du port de Zeebrugge en mars 1991 mais nous n'avons plus observé ensuite cette espèce. Un cer
tain nombre de signalements antérieurs dans le sud de la Mer du Nord (ADEMA, 1991a). Sa présence et son abondance semblent à première vue liées à l'alternance des hivers doux et rigou
reux comme N. pulen (observations personnelles).
Ces données indiquent que les années 89 et 90, chaudes et précédées par un hiver très doux ont été extrêmement favorables à tous ces Décapodes méridionaux. Il en ressort aussi que le ty
pe d'évolution des populations varie considérablement d'une espèce à l'autre.
Certaines comme N. pulen et P. hintellus semblent avant tout présenter des fluctuations à court terme liées aux températures extrêmes hivernales. Leurs populations peuvent s'accroître très rapidement pendant les années suivant un ou plusieurs hivers doux et diminuer drastiquement après un hiver froid. Ceci pourrait s'expliquer par le régime de températures du sud de la Mer du Nord Celles-ci sont en effet élévées en été et au contraire très bas-
ses en hiver (LEWIS, 1964). Les conditions estivales sont donc très favorables pour les espèces méridionales mais les conditions hivernales peuvent constituer un facteur limitant. Pour certai
nes espèces, les températures hivernales normales seraient pro
ches d'une valeur critique incompatible avec leur survie. Les ef
fectifs de ces espèces pourraient varier d'une manière extrême, selon que l'on se trouve dans une hiver plus froid ou moins froid que la moyenne. En cas de destruction totale de la population, il y aurait recolonisation à partir de larves originaires de la Manche drainées par les courants.
Les populations d'autres espèces comme P. latipes auraient une évolution lente essentiellement liée à la température moyenne an
nuelle des eaux et qui ne serait pas influencée par les hivers moyennement rigoureux.
Enfin, il y a des espèces comme D. pugilator dont l'évolution semble à première vue présenter un caractère mixte, comprenant à la fois des variations à long terme (? liées à la température mo
yenne des eaux) et des variations à court terme liées à la ri
gueur des hivers.
En ce qui concerne L. vernalis, il semble que la population puisse souffrir des hivers moyennement rigoureux, les grands in
dividus ayant apparemment disparu après l'hiver 1990-91. Cepen
dant, l'espèce supporte manifestement mieux ces hivers que N. pa
ïen et que P. hlntellus dont les populations ont complètement dis
paru dans la zone intertidale belge suite à cet hiver. En fait, l'évolution de la population de L . vennalis sur les années 90-91 est à rapprocher de celle de D. pugilaton dont la population a survécu mais a diminué de manière sensible.
Des investigations régulières étalées sur une longue période seront cependant nécessaires pour avoir une idée réelle de l'évo
lution des populations de L. vennalls en Mer du Nord. Un examen annuel des Lloeanelnus dans les filets des pêcheurs de crevettes d'Oostduinkerke en automne constitue peut-être la méthode la plus aisée pour arriver à cette fin.
VII. Conclusions.
L'absence de signalements de L. vennalls dans la Baie Sud de la Mer du Nord jusqu'à une date récente est peut-être liée à la
confusion systématique de cette espèce avec L. holsatus et sur
tout avec L. manmoneus. On ne peut cependant pas totalement ex
clure que l'espèce n'aie colonisé cette mer que depuis peu, à la faveur de conditions climatiques favorables, à partir de larves issues des populations de la Manche entraînées par les courants.
L'examen des collections anciennes encore non examinées révélera peut-être la présence antérieure de l'espèce mais il ne faut pas se faire trop d'illusions sur cette source d'informations. Seu
les des investigations régulières sur une longue période aux en
droits et aux périodes les plus favorables permettront sans dou
te de connaître le type d'évolution de la population de la Mer du Nord.
Summary.
Th e G r e y S w i m m i n g C r a b L i o c a r c i n u s v e r n a l i s h a s b e e n r e c o r d e d s i n c e 1 98 9 i n the S o u t h e r n N o r t h Sea w h e r e it m a y b e l o c a l l y q u i t e c om mo n. It is n o t k n o w n if its o c c u r e n c e in t hi s s ea is t e m p o r a r y or n o t but the p o p u l a t i o n s u r v i v e d a f t e r the r a t h e r s e v e r e w i n t e r 1 9 9 0 - 1 9 9 1 . Its g e o g r a p h i c a l d i s t r i b u t i o n a nd e c o l o g y a r e d i s c u s s e d a nd c o m p a r e d w i t h o t h e r s p e c i e s . The t h r e e L i o c a r c i n u s of the h o l s a t u s - g r o u p m a y b e d i s t i n g u i s h e d as f ol lows:
1 - Two t u b e r c l e s ( s o m e t i m e s v e r y fai nt ) on the e x t e r n a l m a r g i n of c h e l i p e d s c a r pus. P e r e i o p o d s I I- IV s l e n d e r ( Ma in ly the p r o p o d u s ) . . . 2 - E x t e r n a l m a r g i n of c h e l i p e d s c a r p u s r e g u l a r l y r o u n d e d a nd w i t h o u t a n y t ra ce
of t ub er cl es . P e r e i o p o d s I I - I V r o b u s t ( ma in ly t he p r o p o d u s ) . C a r a p a c e n a r row. C r a b s u s u a l l y w i t h a r o u g h a n d v e r y c o n t r a s t e d m a r b l e d p a t t e r n : ...
L i o c a r c i n u s m a r m o r e u s (LEACH, 1814) 2 - F i f t h p e r e i o p o d s m e r u s v er y s h o r t ( 1 . 4 - 1 . 6 l o n g e r t ha n wid e) . M e d i a n f r o n t a l
t o o t h a l w a y s o v e r r e a c h i n g the l e v e l of the two s u b m e d i a n t ee th ( u s u a l l y s t r o n g ly). C a r a p a c e u s u a l l y s m o o t h or w i t h f e w g ra nu le s. C a r a p a c e o f t e n p l a i n p al e b r o w n or p l a i n b l u e i s h grey. O f t e n l a r g e r t ha n 39 m m a c c r o s s : . . . . . . . L i o c a r c i n u s h o l s a t u s ( F A BR IC IU S, 1798) - F i f t h p e r e i o p o d s m e r u s l o n g ( 2 . 0 - 2 . 5 l o n g e r t ha n wide). M e d i a n f r o n t a l t oo th
u s u a l l y n ot o v e r r e a c h i n g t he l ev el of the two s u b m e d i a n teeth. C a r a p a c e u s u a l l y (but n ot a l w a y s !) w i t h m a n y f a i n t g r a n u l e s . C a r a p a c e u s u a l l y g re y or g r e y i s h a n d m i n u t e l y s p e c k l e d . V e r y s e l d o m l a r g e r t han 3 9 m m a c c r o s s : . . . . . . . L i o c a r c i n u s v e r n a l i s (RISSO, 1816)
Samenvatting.
S i n d s 1 90 9 is de G r i j z e Z w e m k r a b L i o c a r c i n u s v e r n a l i s in de Z u i d e l i j k e N o o r d z ee w aa r g e n o m e n . In B e l g i ë k o m t ze p l a a t s e l i j k z el fs a l g e m e e n voor. D e s oo rt w e r d h e r h a a l d e l i j k te O o s t d u i n k e r k e a a n g e t r o f f e n in d e n e t t e n v an k ru ie rs . W a a r s c h i j n l i j k w or dt ze t i j d e n s de h e r f s t p e r i o d e h e t t a l r i j k s t g e v a n g e n . Het is m i j n ie t b e k e n d of het v o o r k o m e n v an de G r i j z e Z w e m k r a b in de Z u i d e l i j k e N o o r d z e e e e n n o r m a a l f e n o m e e n is, of d at h a a r o p t r e d e n er s l e c h t s z eer u i t z o n d e r l i j k is.
O p m e r k e l i j k is d a t de p o p u l a t i e de t a m e l i j k k o u d e w i n t e r v a n 199 0- '9 1 o v e r l e e f d heeft. De s oo rt l i j k t ook s t r e n g e r e e c o l o g i s c h e e i s e n te s t e l l e n d an L i o c a r c i n u s h o l s a t u s . Ze g ee ft de v o o r k e u r a an e e n s l i b v r i j e tot l ic ht s l i b h o u d e n d e z a n d b o dem. De d ri e L i o c a r c i n u s - s o o r t e n uit de h o l s a t u s - q r o e p o n d e r s c h e i d e n z ic h ais volgt:
1 - B u i t e n r a n d v a n de c a r p u s v an de s c h a a r p o t e n m e t t wee k n o b b e l s (soms s l e c h t s z eer z wak a a n w e z i g ) . T weede, d e r d e e n v i e r d e l o o p p o o t ( p e r e i o p o d e n ) d un ( vo or al de p r o p o d u s ) . . . 2 - B u i t e n r a n d van de c a r p u s v an de s c h a a r p o t e n r e g e l m a t i g a f g e r o n d en g e h e e l
z on d e r k no b b e l s . T weede, d e r d e e n v i e r d e l o o p p o o t s t e v i g (vo or al de p r o p o dus). R u g s c h i l d w e i n i g v er br ee d. K ra b g e w o o n l i j k m e t e e n z eer g e s c h a k e e r d g ro f g e m a r m e r d k l e u r p a t r o o n . . . L i o c a r c i n u s m a r m o r e u s (LEACH, 1814) G e m a r m e r d e Z w e m k r a b ( sp oe lt z e l d e n a an op h e t s tr and).
2 - Z w e m p o t e n m e t e e n z e e r k o r t e m e r u s ( 1 , 4 - 1 , 6 m a a l l a n g e r d an b re ed ). D e m i d d e l s t e t an d o p de v o o r r a n d van de c a r a p a x is s t e e d s ( me es ta l d u i d e l i j k ) l a n ger d a n de t we e z i j d e l i n g s e t anden. R u g s c h i l d d o o r g a a n s g l a d of e e n w e i n i g k or re li g. M e e s t a l b l e e k b r u i n of b l a u w a c h t i g g r i j s v a n kleur. H et k l e u r p a t ro on is d o o r g a a n s effen; s om s e v e n w e l l ic ht g e m a r m e r d of l i c h t g e s p i k k e l d . W or dt d i k w i j l s b r e d e r d an 39 m m . . . L i o c a r c i n u s h o l s a t u s ( FA BR I C I U S , 1798) G e w o n e Z we mk ra b.
- Z w e m p o t e n m e t e e n lange, d u n n e m e r u s ( 2 , 0 - 2 , 5 m a a l l a n g e r d an bre ed ). De m i d d e l s t e t an d op de v o o r r a n d van de c a r a p a x w o r d t z e l d e n l a n g e r d an de t wee z i j d e l i n g s e . R u g s c h i l d v aa k (maar n ie t a lt i j d ) d u i d e l i j k k o r r e l i g . K le ur g r i j s of g r i j s a c h t i g m e t e e n d u i d e l i j k p a t r o o n van s pi k k e l s . B e r e i k t z eer z e l d e n een b r e e d t e v an 39 m m . . . L i o c a r c i n u s v e r n a l i s (RISSO, 1816) G r i j z e Z we mk ra b.
Bibliographie.
A BELLÓ, P., F.J. V A L L A D A R E S & A. C A S T E L L Ó N , 1988. A n a l y s i s of the s t r u c t u r e of D e c a p o d C r u s t a c e a n a s s e m b l a g e s off the C a t a l a n c o a s t ( N o r t h - W e s t M e d i t e r r a n e a n ) . - M a r i n e Bio lo gy , 98: 39-49.
ADEMA, J . P . H . M . , 1991a. De k r a b b e n van N e d e r l a n d e n B e l g i ë ( C r us ta ce a, D ec a p o d a , B r a c h y u r a ) . - N a t i o n a a l N a t u u r h i s t o r i s c h M us e u m , L ei de n, i-xii, 1-244.
ADEMA, J .P . H . M . , 1991b. E en a a n v u l l i n g op: "De k r a b b e n v an N e d e r l a n d en B el gi ë" . De G r i j z e z we mk ra b, L i o c a r c i n u s v e r n a l i s (RISSO, 1816) in de N o o r d z e e g e v o n d e n . - H et Z e e p a a r d , 51(5): 1 10 -1 15 .
BOU RD ON , R., 1965. I n v e n t a i r e d e la f a u n e m a r i n e de R os coff. D é c a p o d e s - S t o m a t o - p o d e s . - E d i t i o n s de la S t a t i o n B i o l o g i q u e de R os co ff , 1-45.
C A R D O N A B EN DI TO , A., 1965. D e c á p o d o s m a r i n o s de la ria de M i g a . - Inv. Pesq., 28:
133-159.
CLA RK , P.F., 1986. N o r t h E a s t A t l a n t i c Crabs. An A t l a s of D i s t r i b u t i o n . - M a r i n e C o n s e r v a t i o n S oc i e t y , R o s s - o n - W y e . 1-252.
F OR ES T, J., 1965. C a m p a g n e s d u " P r o f e s s e u r L a c a z e - D u t h i e r s " a u x B a l é a r e s : j uin 195 3 et a o û t 1954. C r u s t a c é s D é c a p o d e s . - Vie et M il ie u, 16(B): 325-413.
F OREST, J. & D. G UINOT, 1956. Sur u n e c o l l e c t i o n de C r u s t a c é s D é c a p o d e s et S to- m a t o p o d e s d e s m e r s t u n i s i e n n e s . - Bull. Stat. o cé a n o g r . S al am mb ô, 53: 24-43.
FUSTÉ, X., 1989. C r u s t á c e o s D e c á p o d o s de la b a h i a de e l s A l f a c s (Delta del E b r o ) . - Inv. Pssq., 52(4): 6 17 -6 23 .
G A R C I A RASO, J.E., 1984. B r a c h y u r a o f t he c o a s t of S o u t h e r n S p a i n . - S pi xi an a, 7(2): 1 05 -113.
G O N Z A L E Z G U R R I A R Ä N , E. & M. M E N D E Z G., 1986. C r u s t á c e o s D e c á p o d o s das C o s t a s de G al ic ia . I. B r a c h y u r a . C u a d e r n o s d a A re a de C i e n c i a s B i o l ó x i c a s . - S e m i n a r i o de E s t u d o s Gal eg os , Vol. 2 (2a Ed.). 0 C a s t r o - S a d a , A C oruña, 1-242.
G OU RR ET , P., 1888. R é v i s i o n d e s C r u s t a c é s P o d o p h t h a l m e s du g o l f e de M a r s e i l l e , s u i v i d ' u n e s s a i de la c l a s s i f i c a t i o n de la c l a s s e d e s C r u s t a c é s . - A n n l s Mus.
Hist. nat. M a r s e i l l e , 3(5): 1-212, pi. 1-18.
H O L T H U I S , L . B., 1950. D e c a p o d a (K IX) A: N at a n t i a , M a c r u r a R e p t a n t i a en S t o m a t o p o d a (K X ) . - F a u n a v a n N e d e r l a n d , 15: 1-166.
H O L T H U I S , L . B., 1961. R e p o r t o n a c o l l e c t i o n of C r u s t a c e a D e c a p o d a a n d S t o m a t o p o da f r o m T u r k e y a n d B a l k a n s . - Zool. Verh. Lei de n, 47: 1-67, pi. 1-2.
H OL TH UI S, L.B. & E. G O T T L I E B , 1958. An A n n o t e d L i s t of the D e c a p o d C r u s t a c e a of the E a s t e r n M e d i t e r r a n e a n C o a s t of Israel, w i t h an a p p e n d i x l i s t i n g the D e c a pod a of the E a s t e r n M e d i t e r r a n e a n . - Bull. R e s e a r c h C o u n c i l Israel, 7B: 1-126.
H O L T H U I S , L . B . , G.R. H E E R E B O U T & J .P .H.M. ADEMA, 1986. De N e d e r l a n d s e D e c a p o d a (Garn al en , K r e e f t e n e n K r a b b e n ) . - Wet. Med ed . K .N . N . V . , 179: 1-66.
K AT AG AN , T., 1982. I n v e s t i g a t i o n s on B i o - E c o l o g y of M a c r o p i p u s v e r n a l i s (RISSO, 1816) (Crus ta ce a, D e c a p o d a ) f r o m I zm ir B a y . - J. Fac. Sei. E g e Univ., Ser. B, 4 (1-4): 6 1 - 8 3 (en turc).
K OC AT AS , A., 1971. I n v e s t i g a t i o n s on t he T a x o n o m y and E c o l o g y of C r a b s " B r a c h y u ra" f r o m I zm ir B ay a n d its a d j a c e n t a r e a s . - Sei. Rep. Fac. Sei., E g e Univ., 121: 1 -7 7 (en turc).
K O U K O U R A S , A., 1972. A C o n t r i b u t i o n to the S t u d y of D e c a p o d C r u s t a c e a n s of G re e c e H e l l e n i c O ce an ol . L im no l. , 11: 7 4 5 - 7 7 9 (en grec).
L AP GR TE , J., K. W O U T E R S & G. RAPPÉ, 1985. S t r a n d v o n d s t e n van D i o g e n e s p u g i l a t o r l an gs de B e l g i s c h e k u s t . - D e S t r a n d v l o , 5(2): 39-42.
L AS TR A, M., J. P AL AC IO , A. S A N C H E Z & J. MORA, 1991. E s t r u c t u r a T r ó f i c a I n f r a l i t o ral de la B a h i a de S a n t a n d e r . - Cah. Biol. Mar., 32: 3 33 -351.
L E W I N S O H N , C. & L.B. H O L T H U I S , 1986. T h e C r u s t a c e a D e c a p o d a of C y p r u s . - Zool.
Verh. Lei de n, 230: 1-64.
LEWIS, J.R., 1964. T he E c o l o g y of R o c k y S h o r e s . - T h e E n g l i s h U n i v e r s i t y Press, L ondon, i-xii, 1-321, 1 pi. h o r s texte.
M I N E R V I N I , R., M. G I A N N O T T A & L. F AL C I A I , 1982. A P r e l i m i n a r y R e p o r t on t he D e c a p o d C r u s t a c e a n s in t he E s t u a r i n e A re a of the T i b e r . - Quad. Lab. Tec no l. P e s ca, 3 (2-5): 305 -3 18 .
M0N0D, T., 1956. H i p p i d e a et B r a c h y u r a o u e s t - a f r i c a i n s . - Mém. Inst. F r a n ç a i s d ' A f r i q u e Noire, 45: 1-674.
NEVES, A.M., 1975. S o b r e u n a c o l e c c a o de C r u s t á c e o s D é c a p o d e s de B a i a de S e t u b a l ( Po r t u g a l ) . - Est. F a u n a Port., 5: 1-48.
N EVES, A.M., 1990. O n a S m a l l C o l l e c t i o n of C r u s t a c e a D e c a p o d a f r o m S a g r e s ( A l g a r v e ) . - Arq. Mus. B ocage, N. Ser., 1(45): 6 61 -695.
N OBRE, A., 1936. C r u s t á c e o s D é c a p o d e s e S t o m a t o p o d e s m a r i n h o s d e P o r t u g a l . 2a ed.
F au na m a r i n h a d e P or t u g a l , Porto. 4: 1-213, pis. 1-61.
0 0S TE R B A A N , A . F.F., 1989. V e r a n d e r i n g e n in de H o l l a n d s e k u s t f a u n a . - Wet. Meded.
K .N .N .V ., 193: 1-60.
PÉRÈS, J.M. & J. PIC AR D, 1964. N o u v e a u m a n u e l de b i o n o m i e b e n t h i q u e de la M e r M é d i t e r r a n é e . - Rec. Trav. St. Mar. E nd oume, 3 1(47): 1-137.
R AM ADAN, S.E. & N.M. D OW IDAR, 1976. B r a c h y u r a ( D e c a p o d a C r u s t a c e a ) f r o m the M e d i t e r r a n e a n w a t e r s of E g y p t . - T h a l a s s i a J u g o s l a v i c a , 8(1): 1 27 -139.
RAPPÉ, G., 1983. L i o c a r c i n u s m a r m o r e u s (LEACH, 1814), e en v e r g e t e n z w e m k r a b . - De S tr an dv lo , 3(2): 36-39.
R EL IN I ORSI, L.P. A R A T A & M.R. COSTA, 1976. I C r o s t a c e i l i t o r a l i de P o r t o f i n o II.
R a c c o l t e s u b a c q u e e a c a s i di f o r e s i a . - Boli. Mus. 1st. Biol. Univ. G enova, 44: 81-92.
SANZ, A., 1986. C r u s t a c e a D e c a p o d a c o s t e r o s del F a r o de C u l l e r a ( M e d i t e r r á n e o o c c i d e n t a l ) . - Bol. Asoc. esp. E ntom., 10: 13-19.
SHIBER, J.G., 1981. B r a c h y u r a f r o m L e b a n e s e w a t e r s . - Bull. Mar. Sei. Miami, 31(4): 8 B4 -8 75 .
SMA LD ON , G., 1979. B r i t i s h C o a s t a l S h r i m p s a n d P r a w n s . - Syn. Brit. F a u n a (N.S.), A c a d e m i c Press, 15: 1 - 1 2B.
S O U T H W A R D , A.J. & E. S O U T H W A R D , 1988. D i s a p p e a r a n c e of the W a r m - w a t e r H e r m i t C ra b C l i b a n a r i u s e r y t h r o p u s 'f r o m S o u t h - W e s t B r i t a i n . - J. Mar. Biol. Ass. U.K., 68: 4 09 -412.
STEV/CIC, Z., 1990. C h e c k - l i s t of t h e A d r i a t i c D e c a p o d C r u s t a c e a . - A c t a A dr iat., 31 (1-2): 1 83 -274.
TUE RKAY, M., G. F I S H E R & V. N EU M A N N , 1987. L i s t of the M a r i n e C r u s t a c e a of the N o r t h e r n S p o r a d e s ( Ae ge an Sea) w i t h S y s t e m a t i c a nd Z o o g e o g r a p h i e r e m a r k s . - Inu. Pesq., 5 1( s u p l . 1 ): 8 7-109.
U D E K E M d 'ACOZ, C. d ', 1986. E t u d e d ' u n e c o l l e c t i o n d e C r u s t a c é s D é c a p o d e s de B r e t a g n e . - De S t r a n d v l o , 5(4): 97-130.
U D E K E M d 'A CO Z, C. d', 1989. S e c o n d e n o t e s ur l es C r u s t a c é s D é c a p o d e s de la B r e t a g n e . - De S t r a n d v l o , 8(4): 1 66 -2 05 .
U D E K E M d 'A CO Z, C. d', 1990a. P r o c e s s a c a n a l i c u l a t a LEACH, 1815, u n e c r e v e t t e n o u v e l l e p ou r la f a u n e b e l g e e t p ou r la B ai e S ud de la M e r d u N o r d . - De S t r a n d vlo, 10(1 ): 8-11.
U D E K E M d 'A CO Z, C. d', 1990b. A p r o p o s d ' u n C r u s t a c é D é c a p o d e r a r e m e n t s i g n a l é sur la c ô t e bel ge : P o r c e l l a n a p l a t y c h e l e s ( PENNANT, 1 7 7 7 ) . - De S t r a n d v l o , 10(1): 14-15.
U D E K E M d'A CO Z, C. d', 1991. N o u v e l l e s d o n n é e s s u r P r o c e s s a e d u l i s c r a s s i p e s N O U VEL & H O L T H U I S , 1 9 5 7 en B e l g i q u e . - De S tr an dv lo , 10(4): 1 11 -112.
U D E K E M d 'ACOZ, C. d' & G. RAPPÉ, 1991. P r é s e n c e et a b o n d a n c e de L i o c a r c i n u s v e r n a l i s (RISSO, 1816) d an s la B a i e Sud de la M e r du N o r d ( De ca po da , B ra ch yu ra , P o r t u n i d a e ) . - C r u s t a c e a n a , 61(1): 95-99.
Z A R I Q U I E Y A LV AREZ, R., 1968. C r u s t á c e o s D e c á p o d o s I b é r i c o s . - Inv. Pesq., 32:
i-xv, 1-510.
Avenue du Bois des Collines, 34 1420 Braine l'Alleud Belgique
NATUURHISTORISCH ARCHIEF.
J . - P .
V a n d e r p e r r e n Wij wensen u regelmatig op de hoogte te houden van de strand- vondsten van onze medeleden, zodat het NHA een regelmatige rubriek kan worden in De Strandvlo. Vandaar deze aanvulling op de waarnemingen van 1990. Moge dit voor iedereen een stimulans zijn om zijn vondsten regelmatig te melden aan het archief.
Voor 1991 hebben tot nu toe nog maar enkele leden hun waarne
mingen doorgegeven. Het archief wordt opgebouwd door de leden en staat ten dienste van de leden. Wij rekenen op talrijke strand- bezoeken en vele interessante en goed gedocumenteerde waarne
mingen .
We menen dat het archief onder de huidige vorm goed consulteer
baar is. Uw reacties en suggesties zijn natuurlijk steeds welkom.
Toelichtingen bij de waarnemingslijst.
Datum:
In de volgorde jaartal-maand en dag weergegeven.
Aantal :
E= enkele, A= algemeen, M= massaal. Een cijfer geeft het juiste aantal waargenomen exemplaren aan.
Toestand :
L= levend, V= vers en D= dood.
Gemeenten :
DP= De Panne, K0K= Koksijde, 0DK= Oostduinkerke, SIB= St. Idesbald.
Waarnemers :
MTV= M.-Th. Vanhaelen.
A BRA ALBA WITTE D U N S C H A A L 901 1 0 0 50 KOK MTV
ABR A ALBA WIT T E D U N S C H A A L 90 1 2 0 0 100 KOK MTV
ABRA ALBA WIT T E D U N S C H A A L 901222 M KOK MTV
A C A N T H O C A R D I A E C H I N A T A G E D O O R N D E H A R T S C H E L P 900922 1 0 KOK DO U B L E T MTV
A L L O T E U T H I S S U B U L A T A D W E R G P I J L I N K T V I S 900 7 3 0 1 ODK UIT NET KR U I E R MTV
AN E M O N I A S U L C A T A D R A A D R O O S / W A S R O O S 900714 1 ODK MTV
A S C O P H Y L L U M N O D O S U M K N O T S W I E R 900710 10 ODK ODK ) KOK MTV
A S C O P H Y L L U M N O D O S U M K N O T S W I E R 900724 A ODK MTV
A S C O P H Y L L U M N O D O S U M K N O T S W I E R 900831 A ODK 10 TALLEN MTV
B A R N E A C A N D I D A WIT T E 8 0 0 R M O S S E L 90 0 9 2 2 50 D KOK LOS S E K L E P P E N / VERS MTV
BA R N E A CA N D I D A WITTE B O O R M O S S E L 901202 A KOK LO S S E K L E P P E N MTV
B A R N E A CA N D I D A W I T T E B O O R M O S S E L 901222 A L+D KOK EN K E L E 10 0 D E N / */- 2CM MTV
B I T T I U M R E T I C U L A T U M NA A L D J E 90 0 7 1 0 I OUD ODK ODK > KOK MTV
B U C C I N I U M U N D A T U M WULK 90 1 2 2 2 M KOK VELE 100DEN VERS f OUD MTV
B U C C I N U M U N D A T U M WULK 900711 E ODK ODK ) KOK T R OSSEN MTV
B U C C I N U M U N D A T U M WULK 901222 1 KOK L I N K S G E W O N D E N MTV
B U C C I N U M U N D A T U M WULK 90 1 2 2 8 1 D DP MET D IER MTV
C A N C E R P A G U R U S N O O R D Z E E K R A B 90 0 8 2 2 2 D ODK SC H I L D MTV
C A N C E R P A G U R U S N O O R D Z E E K R A B 900822 1 D ODK MTV
C A N C E R P A G U R U S N O O R D Z E E K R A B 90 1 2 2 2 100 D KOK V O L L E D I G E E X E M P N .+SCHI L D E N MTV
C A R C I N U S M A E N A S S T R A N D K R A B 900714 A L ODK L t V E R V E L L I N G E N MTV
C E R A S T O D E R M A EDU L E KO K K E L 90 0 8 2 2 100 D ODK ODK ) KOK VER S E D O U B L E T T E N MTV
C E R A S T O D E R M A EDULE KO K K E L 900922 10 L KOK MTV
C E R A S T O D E R M A E D U L E KO K K E L 901200 A D KOK VER S E D O U B L E T T E N MTV
C E R A S T O D E R M A EDU L E KO K K E L 901222 A KOK GR O T E VE R S E D O U B L E T T E N MTV
C H O R D A FI L U M V E T E R W I E R 900825 A KOK MTV
C H O R D A FILUM V E T E R W I E R 900831 A ODK K L U W E N S MTV
C H O R D A FI L U M V E T E R W I E R 980901 M ODK ODK > KOK MTV
C O L P O M E N I A P E R E G R I N A 90 0 7 1 8 6 KOK RIOOL MTV
C O L P O M E N I A P E R E G R I N A 900718 10 ODK VOL S R A N D V L O O I E N MTV
C O R Y S T E S C A S S I V E L A U N U S H E L M K R A B 900714 1 D ODK V O L L E D I G MTV
-z a i-
C O R Y S T E S C A S S I V E L A U N U S H E L M K R A B 90 0 8 2 2 1 D ODK SC H I L D MTV
C R E P I D U L A F O R N I C A T A M U I L T J E 9 0 1 2 2 3 A L KOK KETENS MTV
D E S M A R E S T I A L I G U A T A 900711 2 ODK ODK > KOK MTV
D I O G E N E S P U G I L A T O R H E R M I E T K R E E F T 900711 5 L ODK ODK ) KOK IN T E P E L H . / G E V L . F U I K H ,/PURPERSL MTV
D I O G E N E S P U G I L A T O R H E R M I E T K R E E F T 90 0 8 0 3 1000 KOK MTV
D I O G E N E S P U G I L A T O R H E R M I E T K R E E F T 9 0 0 8 0 5 M KOK VEL E H O N D E R D E N MTV
D I P L O D O N T A R O T U N D A T A 90 0 7 1 0 1 OUD ODK ODK > KOK LOS MTV
D O N A X V I T T A T U S ZAAGJE 90 0 7 0 2 100 V ODK MTV
D O N A X V I T T A T U S ZAAGJE 900711 20 L ODK ODK ) KOK MTV
DON A X V I T T A T U S ZA A G J E 90 0 7 1 4 200 L ODK MTV
D O N A X V I T T A T U S ZAAGJE 90 0 7 1 6 10 L ODK ODK ; KOK MTV
DON A X V I T T A T U S ZAAGJE 9 0 0 7 1 8 100 L ODK MTV
D O N A X V I T T A T U S ZAAGJE 9 0 0 8 2 2 100 L ODK ODK > KOK MTV
DO N A X V I T T A T U S ZAAGJE 9 0 0 9 2 2 20 KOK MTV
DON A X V I T T A T U S ZAAGJE 9 0 1 2 0 0 A KOK 10 TA L L E N MTV
D U M O N T I A I N C R A S S A T A 90 0 7 1 4 E ODK MTV
E C H I N O C A R D I U M C O R D A T U M H A R T E C E L / Z E E K L I T 9 0 1 2 2 2 M KOK MTV
E L M I N I U S M O D E S T U S 90 0 9 3 1 A ODK 10 TA L L E N OP 8 L A A S W I E R MTV
E N S I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 90 0 7 0 2 5 D ODK ST ANDRE V E R S D E B O U B L . / l O P V A L L E N D PAA R S MTV
E N S I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 90 0 8 0 7 2 ODK G R O E N E N D I J K MTV
ENS I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 90 0 8 1 7 2 D ODK G R O E N E N D I J K 1 E X . 12.5 CM P A A R S ALS EN S I S DI R M T V
E N S I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 9 0 0 9 2 2 7 D KOK D U I N P A R K VE R S E DOUBL 11 TÛT 13CM MTV
EN S I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 90 1 1 1 7 2 D ODK TW E N T Y ONE VER S E DOUBL. +-13CM MTV
E N S I S A R C U A T U S GR O T E Z W A A R D S C H E D E 9 0 1 1 1 8 2 D ODK ST ANDRE VERS MTV
ENS I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 901201 20 KOK S C H I P G A T ) iG R O E N E N D I J MTV
ENS I S A R C U A T U S GRO T E Z W A A R D S C H E D E 901 2 0 2 10 3 KOK ST ANDRE VERS MTV
EN S I S D I R E C T U S 90 0 7 0 2 A D ODK ST AND R E 100DEN LEG E VERSE DO U B L )15.2CM MTV
E N S I S D I R E C T U S 90 0 7 0 4 A Q ODK ST ANDRE 100DEN VER S E D O U B L E T T E N MTV
ENS I S D I R E C T U S 900711 D ODK ST ANDRE 100DEN VER S E D O U B L E T T E N MTV
ENS I S D I R E C T U S 900712 D ODK ST ANDRE Í30DEN VER S E D O U B L E T T E N MTV
E N S I S D I R E C T U S 930 7 1 4 D ODK ST AND R E Î00DEN VER S E D O U B L E T T E N MTV
COL
