• No results found

l JJ ~ COLOFON REDACTIE BESTUUR ARCHIEF CONTRIBUTIE 2 DE ZWERFSTEEN Bertus Rietberg, voorzitter Il

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "l JJ ~ COLOFON REDACTIE BESTUUR ARCHIEF CONTRIBUTIE 2 DE ZWERFSTEEN Bertus Rietberg, voorzitter Il"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

750JAAR VR7JHEID

(2)

H

et voorjaar 2020 is ook voor de HVS niet geworden wat we ervan verwacht hadden!

Geen naam op de grafsteen van John Gordon Kavanagh, geen familie uit Canada overgevlogen, geen premiere van de documentaire 'Een graf voor Kavanagh', geen grootse herdenking van 75 jaar bevrijding!

Covid-19, een onzichtbare en onvoorspelbare vijand, heeft ons land en bijna heel de we- reld in zijn greep. Omdat een groot deel van onze leden en vrijwilligers qua leeftijd of gezondheid tot de risicogroep behoren zijn we extra voorzichtig. De afgelopen maanden hebben we alle samenkomsten afgelast. Ook de geplande expositie van 3, 4, en 5 mei is afgelast. Er waren er geen bijeenkomsten van onze werkgroepen, geen vergaderingen, geen interviews, niks van dat alles. De algemene ledenvergadering is niet doorgegaan, daarvoor zoeken we nog een oplossing. Hopelijk komt er voor de werkgroepen van de dinsdag, donderdag en woensdagmiddag per 1 juni weer wat ruimte. Voor ons als cultu- rele organisatie beslist daarover de Veligheidsregio.

Toch hoort u mij niet klagen. Ik hoor van meer mensen dat ze in deze periode een bepaalde rust ervaren en dat ze aan dingen zijn toegekomen die al lang waren blijven liggen. Langzamerhand beginnen we ons te realiseren wat het Nieuwe Normaal wordt, in elk geval totdat er een vaccin is. Hopelijk kunnen we het virus tot die tijd onder controle houden met hygienemaatrègelen en door afstand te houden.

Op het oog lijkt dus alles stil te liggen, maar er gebeurt achter de schermen van alles.

Letterlijk achter de schermen, digitaal dus. Zoals u ziet zijn we er zelfs in geslaagd om in deze lastige tijd een dubbeldik bevrijdingsnummer van de Zwerfsteen te maken. We hebben zoveel mogelijk gezocht naar ooggetuigenverhalen over de oorlog en de bevrijding in de voormalige gemeente Steenderen. Uit verschillende eerder gehouden interviews hebben we de oorlogs- stukjes verzameld. Vandaar een groot aantal korte verhalen.

Bij voorbaat onze excuses. Excuses aan de mensen en de nabestaanden van de mensen die we in dit nummer niet noemen. We pretenderen géén volledigheid. Niet alle oorlog-verhalen die in de loop der jaren zijn gepubliceerd zijn in dit nummer opgenomen. Bovendien zijn niet alle verhalen verteld en vastgelegd. Zo vind in dit nummer niks over de Steendernaren die het niet hebben overleefd omdat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren. U vind ook niks over de Steenderense Joden, niet over hen die de oorlog niet hebben overleefd en ook niet over hen die de oorlog wel hebben overleefd. Ook niet over de bemanningen van de neergestorte vliegtuigen, niet over de zware gevechten in de avond en nacht van 5 op 6 mei op Rha. Ook niks over hen die hun leven verloren omdat ze anderen hielpen ontsnappen.

We zijn van plan om de komende maanden alle verhalen uit dit nummer en alle andere Steenderense oorlogsverhalen op onze website te zetten. Bent u of kent u iemand die nog zo'n verhaal kan en wil vertellen? Meld het ons, dan komen we langs om het vast te leggen.

Bertus Rietberg, voorzitter Il

HVS-lid worden?

Wilt u vier keer per jaar de Zwerfsteen ontvan- gen en tevens 4 ledenavonden of excursies bijwonen ... , neem dan een abonnement!

De contributie bedraagt hiervoor 25 euro per jaar. Stuur dan een mail met uw naw-gegevens naarhetsecretariaat@steenderen.nl.

Alle rechten voorbehouden

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder vooraf- gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

2 DE ZWERFSTEEN 2020-02

~ COLOFON

De Zwerfsteen is de kwartaaluitgave van de Historische Vereniging van (de voormalige gemeente) Steenderen, opgeMcht 1 juni 1992.

www.hvsteenderen.nl

REDACTIE

Vormgeving en eindredactie Sesink Grafische Vormgeving robert@sesink.nl,06-34854437

Redactieleden Mieke van der Valk Herman Nieuwenhuis Anneke Pa rent (Correctie)

Verschijning en aanlevering kopij nr. 1 (maart) - vóór 1 februari nr. 2 (juni) - vóór 1 mei

nr. 3 (september) - vóór 1 augustus nr. 4 (december) - vóór 1 november

BESTUUR

Voorzitter Bertus Rietberg

Hoogstraat 23, 7227 ND Toldijk 06-28635276

bertusrietberg@planet. n I

Secretaris/bezorging p.a. Diane Teunissen

Bobbinkstraat 28, 7223 LW Baak 0575-441910

secretariaat@hvsteenderen.nl

Penningmeester Marianne Nieuwenhuis

penningmeester@hvsteenderen.nl

Algemeen lid

Francine v. Leeuwen, 0575-441786 Anton Baars, 0575-452145 Ben Lebbink, 0313-472317

ARCHIEF

Ons archief aan de Burg. Smitstraat 19 in Steenderen is op donderdagmiddag van 13.30 uur tot 16.30 uur en elke eerste dinsdag van de maand van 18.30 uur tot 21.00 uur voor leden en geïnteresseerden geopend.

archief@hvsteenderen.nl

CONTRIBUTIE

De contributie bedraagt 25 euro per jaar per adres. 'De Zwerfsteen' ontvangt u dan 4 keer per jaar en organiseert de vereniging minimaal 4 ledenavonden/

excursies. Om lid te worden stuur een mail naar secretariaat@hvsteenderen.ni.

Regiobank Steenderen NL 16 RBRB 0685 2897 10, t.n.v Hist. Ver. Steenderen.

Losse nummers van 'De Zwerfsteen' zijn te verkrijgen bij het secretariaat. Kosten:

5 euro per stuk: 7,50 euro in geval van omvangrijker uitgaven.

ISSN: 1386 - 5943 ~

Oplage: 500

l JJ

(3)

Me_vrqp}Y"XfA"d,~ '.~·,· .. ··."· · .. ··.··· . ·. '7:. · · .. ··.··.·.·.·.· :

··'·.·_.'··.t.· · .. ···_ .. ··_. . •. . . . ·.

yfjly_er!,"

-n: ·•· •••..•

ue veers:

. Gedeelte uU Jen gesprek

Gesprek vq~:dplaats olJ 12 i'!n.

langf!eZiüphen Eni111erikseweg' in de Zwerfsteen.

75'7JAAR (\: VRTJHEID

j

Hoe hebt u de oorlog beleefd?

Mevr. vd Pavert: Ik was 10 of 11, we woonden op de Veers. Ik ging nog naar de lagere school in Baak.

De tijd werd meteen verzet. We kwamen op school aanlopen en ze zeiden: jullie zijn te laat!

Maar de tijd was verzet. We kregen toen de

"middelduitse tijd"(*) Het scheelde geloof ik 40 minuten met onze tijd. We moesten wel altijd gewoon naar school. Toen we op school kwa- men liepen er soldaten op het schoolplein en in de gang in de school aan de Wichmondseweg.

(1920/1921 gebouwd). Een dochter van Hanne Berns, Dora Berns, was van 1914. Zij waren met van de eersten die op de 'nieuwe' school kwamen."

Verder merkten we hier niet veel van de oorlog.

We woonden achteraf en daar gebeurde niet veel. Er zaten wel overal militairen ingekwartierd.

Tegen het eind van de oorlog stond bij Jan

Hulshof, onze buren, (Bultje Hu/shot) een keu- kenwagen. In het bakhuis hadden ze de keuken.

Bij ons in de schuur zaten ze ook. Dan waren ze aan het eieren bakken in het washok van moeder en we gingen er wel eens bij staan. Wat jullie doen is geen eieren bákken, maar eieren

koken in vet! Zo veel vet hadden ze in de pan.

In de oorlog stonden wel eens militaire wagens in de Kerkereize. (dat was een veldweg die uitkwam bij Til, later Wagenvoort).

Als er vliegtuigen kwamen werd er een gestikte deken voor de beddekast beneden gelegd en daar lagen we dan op. Boven vonden vader en moeder het te gevaarlijk. De jongste van de kinderen en onze Jan en Betsy die bleven thuis. De anderen werden naar grootmoeder en grootvader aan de Beekstraat gebracht, naar Hengelo. Gradus Wolbrink was dat. Gradus was een broer van 'bie ons moeder'. Geert Wolbrink woont er nu nog, met zijn dochter met Maalderink van over de Bekke. Il

Tot aan mei

,494{)

hao,Neclerlaf;d de zgn Amsterdamse Tijd, h.er was

izoo

als,d.f 2

zon op zijn tiöogst Jn AmstE:)rdam stond" .. Dat scheelde zo'n 40 ~inuten"rnètBer.lijn en de Duitsers vonden dat ~iet ~andig, ·duswerd de tijd aangepast aari'de tijd die in püitsl.änd gold. En datis na 1945 zo gebleve?.

~msterdam.~eTUd was ai een af?P(a~k, want daarvoor ~old allE:lE:ln lokale {ijd en was het in Oost Nederland "een. kwartier eerder 1i'tîLir'd~hfl;nVVestNederlarî'8;/1<o~tsier~ ge:

IDrurke~ ~peci~l~horlages.am daar rekening

•2

p;eê

t~hoÛdên, ·

DE ZWERFSTEEN 2020-2 3

(4)

750JAAR VRfJHEID

gesprek oE·~J!'äUrt~Q/3 7tJet.(jerrie Groot Roessink-Klein Sessink, Gerritjen ';JleiniêfàKlein Sessink. Gebor~11,op10~ov

•"/.:· - . . -s-. · /:;..;:· •.\-' .,>'!..

... :J926. Ze overleed op 14 okt. 2013, 86 jaar oud. In

.

,;/ditgesprek vertelde ze o.a. OV~J''.},aa~\J;qlfD:.erk Sessink, die op donderdag 12 oktober 1944 verongelukt<f., veertien jaa~ oud.t

G

errie "Ik was thuus 'n oldsen. Mien breur Derk, die verongelukt is, was onder mij.

Ik was 17 en Derk was 14. Toen is ook een jonge van Derksen verongelukt (13 jr). Die woon'n an de andere kante van To/dijk, an de ZE- weg. Die was net zo old als Marinus Harenberg.

En Gerrie van Zadelhof (van Willem Breukink) die zat ok in die klasse, det waarn ollemaol èavenol- ders. Die hef daar 's middags ok eloopn, mar die was net naar huus."

"s Middags um half twee begon 't schietn. Toos Gosselink uut de zaaibos, die was toen nog niet etrouwd, die was op de fietse en die is bie ons in- ev/ucht. En wie bint in de schuu/kelder e-kroppen.

Vader had een schuulke/der emaakt in de grond in 'n tuin. Van strobaa!n. Een gat in de grond.

"D'r uut" zei-jen ze tegen ons, "anders verbrann' ie nog. En 's middags zei onze Derk nog: alles verbrent, maar wie bint d'r allemao/e uut ekomm, wie hebt 't allemaal gered."

En toen, um half zesse, daor ha 'i 't.

Gerrie: "Vrogger he'] toch van die zaodbargen bie huus, die ze dan later in de winter dorsen.

Daar is 's middags zo'n ding in-ev/aogen. En die is later ontploft. Den barg den brann' later den dag. En daar bint onze Derk en Arie Derksen toen met um-ekomm. Net dáor, waart ze allebei mar éne jonge haddn! Bie Derksen en bie ons.

Arie was een breur van Hendrik Jebbink uut de Peerdestraote zien vrouw. Oh god, . en ik liep d'r ók kort bie. Oh ... het was net of oe zo'n dreun op de oom, 't was of oe de

Dat ze daar lel'jen niet! Zie bint naar de Withagen ebrach, daar op dea!e.

Bart Massink is toen een stuk uut zien arm es/a- gen. En ok uut zien baovenbeen. Bart, den was de grootste kammeraod van onze Derk. Toe we 's aovens um 8 uur binn mossen wean, dan ...

Bart woonn toe nog an de Hoogstraote, woert nae Gerard Franken woont, daar isse geboorn.

En dan liep-e bie ons achter de kamp aover, daar 'i land aover naar huus. En dan zei mien moeder: 'Jong, ie mot maken da-} in huus komt, ie mot van de weg af wean". Zie lei-en a/tied bie mekare. Zie gingen met mekare keniens koopn met kerst. 'n 0/n Beemd van Til, kwet niet o-j den nog ekend hebt, Gert van Til zien vader, had tegen mien vader ezeg: "Den jong van oe den wörd gin boer, den wörd handelsman.

Handelsman, dat zat d'r toen al in. Bart Massink net zo. Derk den was 14 en Arie was 13. Zukke jonges nog.

Pa had 'm net een fietse ekoch, in 'n oorlog, toen ko-j niet goed wat kriegn, een tweedehands fiet- se. Hij zo/ naar Zelhem naar de landbouwscho/e, hij was net van de laegere schole af. En meister Smeenk hef later nog een paar mooie tekeningen van um ebrach. Moeder hef die in /aoten liesten.

Hij kon bassend mooi tekenen. Ik heb d'r in de gang ok nog ene van hangen.

De schoo/n waarn toen dichte, nao die gevech- ten bie Arnhem. Later kreegn ze les bie 0/thof in de warkplaatse en bie Aa/bers de fietsenmaker.

Mien zuster hef nog bie 0/thof les ehad. Det was 't leste half }oor van 'n oorlog.

Ik wazze al van de !eagere schole af toen 'n oorlog begon. Ik bin van 1926. In meert '45 bin-k

Arie Derksen

4 DE ZWERFSTEEN 2020-02

oom knappn. Ja, maar ik heb ze niet eziene heur! an-enommen. Met april biwwe toen bevrijd. Ik wet Derk Klein Sessink

(5)

C)

nog wel dawwe eers nog in 'n schuu/kelder hebt ezettn, veur daw de karke in gingen. Bie't ...

oonder in Steenderen??

Daar in de Kruuselbrink hebt ze toe toch vrouw Ha/fman beschottn! Bie ons was die ZE weg zo kaal, en daar zatt'n ze a/tied te schiei'n. En wie woonn dich- te an de weg. Ach man, wie hébt wat in de schuu/ke/der ezettn daar in Toldiek. Toe we later op de Baokermark zaatn, toen lachen ze ons bienao uut dawwe zo bange waarn.

Gerrie met Derk bij de pomp voor het oude huis ca. 1942. Op de achtergrond de ZE-weg.

Rechtsonder het stoepje van de deur.

Gerrie Groot Roessink: "Toen d'r vanuit een vliegtuig geschaf- ten werd, bie Hief/and zo'n betje, toen is de chauffeur van één van de vrachtwagens- al rie- jend- uut de cabine van de auto e-sprogen en is in een eenmans- gat gaan ziti'n, langs de weg.

Veur ons huus (Klein Sessink) kwam de auto töt stilstand en van die vrachtwage begonnn de gra- naat'n uut mekare te vliegen. Van die granaat'n, zó groot, met van die potloodpuntn der an. Zo dik wel. Een aantal vlaogen in de richting van J.A. S.

Offenberg in de boerderi-je. Die boerderi-je ston toen nog zo'n 100 m van de weg af. Dat huus is ook af-ebrand deur de granaat'n. Die heb't later een nieuwe boerderi-e gebouwd, vlak an de ZE weg, 't Klembroek. Offenberg (de zoon van JAS) is later naar Groningen gegaan.

Gerrie Gr. R: Een aantal granaat'n vlaogen in ons huus (de boerderij van Klein Sessink). In 't huus, in de heujberg, in de varkensschure. De

hele rommel, alles plat, en af-ebrand. Ons huis stond vlak an de ZE weg, vanuut To/dijk zo'n 100 m veur de toegangsweg naar 'Willemsen van de Kamp'. Vader had een schuulkelder gemaakt, in de tuin, een gat in de grond met strobalen d'r in gestapeld. Maar wie masten d'r uut, want het stro in de schuu/ke/der dreigen in brand te vliegen. 'n Hoop volk was d'r te kieken later op 'n dag. Der had wel volle meer mis kunn gaan.

Gerrie Gr. R.: Veur 't huus lagen nog de tramrails langs de weg. En de brokken van zowat drie me- ter lang lagen achter ons huis, in de knollen. En mien vader hef alle granaat'n die daar in de knoln Iei'jn in de kruuwagen epakt en an 'n hoop an de weg eleg! Oh, geveulijk edaon! En gin ene die d'r wat van zei! De rails bint daornao ok niet meer gerepareerd. Later is det op-ebrokken.

An de andere kante van Toldiek, an de Rusderdiek, een eind van de weg af, ston een huus dat was van mien vader, maar dat huus hawwe verhuurd. Daar woon'n Verbeek in. Mien vader had dat huuske waarschijnlijk een keer ekoch met een paar bunder grond d'r umhen. Het ging 'mom de grond. Daar woon'n Verbeek.

Wie-} bint daar toen tiede/ijk bij in gaan woon'n.

Mien vader had met de wederopbouw recht op een noodwoning, en met det geld is toen dat huus dubbel gemaakt. Het was daar een mod- derboel, geen verharding en zo. Mien vader had daar al een betje grond umhen liggen, en toen hef-e an 't begin van de toegangsweg, an de ZE weg, nao een betje uutruilen met Niejenhuus, in 1951 een nie-Je boerderie-je ebouwd. De grond waar op ebouwd wier was van Niejenhuus.

Gerrie Groot Roessink: "De aide uitweg van Jan Offenbarg was eerder völ/e wieter op Toldiek an, op Leissink an, en het huus ston een 100 m van de weg af. Eerder hef daar Anton Boa/tink ewoond, Anton en Hentje Boa/tink. Hentje was een zuster van JAS Offenbarg. Hentje en Anton die hadd'n gin kinderen die hebt later eruild met Offenbarg. Offenbarg woonn an de Beekstraote, waar nae Eef van de Barg woont. Daar had Offenbarg een grote boerderieJe, een braoke van een huus. Det is de geboorteplaats van JAS Offenbarg. Det is later af-ebrand. Die hebt toen geruild. Anton en Hentje Boa/tink bint toe naar de Beekstraote egaon.

JAS Offenberg, onze buren, daar is toen 's mid- dags ok zo'n granaat in het huus evlaogen. Toen ze af-ebrand bint toe bint ze een heeln tied in de Beekstraote ewes. Bie zien zwaoger Anton Boa/tink en zien zuster Hentje in huus. Toen 't nieuwe huus klaar was ('t Klembroek) bint ze daar hen-egaon. Il

DE ZWERFSTEEN 2020-2 5

(6)

' 1

k kom uit een gezin van negen. Vader, moeder en zeven kinderen, zes jongens en één meisje. Ik ben de middelste. Mijn vader had in die tijd een schildersbedrijf met een grote werkplaats achter de woning. We woon- den in Baak aan de grote en toen al drukke weg tussen Zutphen en Emmerik.

De _

In de vroege ochtend van 10 mei werden we wakker gemaakt door mijn vader! "Jongens, opstaan! Het is oorlog!" Dit kan ik me nog heel goed herinneren. Op het moment dat we uit bed gingen, hoorden we overkomende vliegtuigen en harde dreunen in de verte. Nederlandse sol- daten bliezen de bruggen op om zo te proberen de Duitse opmars te stoppen. Toen de eerste Duitsers in zicht kwamen, ,heb ik mij in de tuin achter de heg verstopt. Ik was toen acht jaar oud. Ik durfde eigenlijk niet te kijken, maar zag de soldaten in hun tanks en voertuigen voorbij- komen.

We woonden aan een drukke weg. Tussen onze woning en deze weg lag een trambaan. De tram werd gebruikt om goederen en personen te ver- voeren tussen Nederland en Duitsland. Aan de andere kant van de weg lag boerenland. Op een gegeven moment reed de tram alleen 's nachts, omdat de dreiging van Britse jachtvliegers te groot werd. Deze beschoten de tram overdag.

Er is een moment geweest dat de tram werd gebombardeerd. Toen zaten we met het hele gezin op onze knieën te bidden dat het goed zou gaan. Gelukkig vielen de bommen in het boeren- land, de schade viel mee!

Mijn oom uit Brummen werd op een gegeven moment opgepakt om tewerkgesteld te worden.

Hij werd via de tram die voor ons huis langs liep richting Duitsland vervoerd. Plotseling verscheen er een Britse jager die de tram onder vuur nam. De machinist en de bewakers spron- gen er vanaf en zetten het op een lopen. Dit 6 DE ZWERFSTEEN 2020-02

was de kans voor mijn oom om ook de benen te nemen. Hij heeft bij ons aangeklopt en we heb- ben hem kunnen laten onderduiken. Ik moest toen op de fiets naar Brummen om mijn tante te vertellen dat mijn oom was ontsnapt en dat hij ondergedoken zat. Langs de weg zaten allemaal eenmansgaten, waar je in kon springen als er dreiging was van jachtvliegers.

We moesten ook heel vaak midden in de nacht ons bed uit. We hoorden de bommenwerpers al van ver aankomen: een heel hard gebrom, dat steeds dichterbij kwam. Het duurde soms wel 20 minuten voordat de bommenwerpers daadwer- kelijk overvlogen. Mijn vader ging vaak staan kijken in het portiek. Ik mocht ook een keer meekijken en heb toen de brandende vliegtuigen uit de lucht zien vallen. Een heel raar gezicht.

Ik kan me ook nog herinneren dat we zijn gaan kijken bij een crashlocatie en dat de verbrande lichamen naast het wrak lagen. Dat vergeet je niet weer.

75f1JAAR VRTJHEID

Ik kan me ook nog herinneren we zijn gaan kijken bij een crashlocatie-en dat de verbrande

lichamen naast het wrak lagen.

Er is mij altijd geleerd dat je niet mocht stelen, maar in de oorlog gold: nood breekt wet. De Duitsers hadden veel hout nodig en kapten een dennenbos in de buurt. Het hout werd in het centrum van het dorp op wagons geladen. 's Avonds in het donker moesten we boomstam- men stelen, die ook direct verzaagd moesten worden. Zodoende hebben wij altijd genoeg hout gehad voor de kachel. Ook hadden de Duitsers wagons vol met rollen prikkeldraad. Hiervan na-

(7)

(\

"" _/

men we ook vaak wat om bij boeren in de buurt te ruilen tegen een paar liter melk.

Op een gegeven moment moest mijn vader zich laten keuren voor tewerkstelling. Hij had bronchitis en hij had het slimme plan bedacht om te gaan rennen naar het keuringsstation, wat ongeveer 3 kilometer verderop was. Doordat hij daar hijgend en steunend aankwam, werd hij gelukkig afgekeurd.

Mijn vader had veel klanten op boerderijen in de omgeving, waardoor hij op een gegeven mo- ment een varken kon krijgen voor illegale slacht.

Dit werd verstopt in een geheime ruimte achter in het kippenhok. Mijn vader dacht dat hij deze ruimte goed op slot had gedaan. Tot op een moment midden in de nacht er heel veel lawaai was in en rond het kippenhok. Wat bleek ... het varken was ontsnapt! Met man en macht heb- ben we toen het varken weer gevangen zodat deze op zondag geslacht kon worden. Dit deden we op zondag omdat er dan minder verkeer op de drukke weg was en minder kans om betrapt te worden.

Het was een groot feest! Toen wij

weer teruggingen naar Baak, was Baak ook al bevrijd met tanks

en andere voertuigen.

Ik kan me ook nog goed herinneren dat er tijdens de Hongerwinter allemaal mensen uit de grote steden langskwamen om te vragen of men nog eten over had. Zo ook een man uit Amsterdam. Mijn moeder zei toen dat hij direct maar moest aanschuiven voor een maaltijd. Of ze nu met tien of elf man gingen eten, dat maakt dan ook niet meer uit! De man vertelde dat hij nog een vrouw en zoon thuis in Amsterdam had.

Mijn vader zei toen dat als hij weer zou komen, hij zijn zoon maar moest meenemen. Dit heeft hij ook gedaan en de zoon is tot het eind van de oorlog bij ons gezin gebleven.

Mijn vader had voor de oorlog een motor gekocht zodat hij zijn klanten kon bezoeken.

Toen de oorlog uitbrak, heeft hij hem helemaal uit elkaar gehaald en in de werkplaats achter een aantal glaskisten verstopt. Toen kwam het bevel dat wij ons huis moesten verlaten. Er werd in het boerenland aan de overkant een veldge- schut met schijnwerpers gebouwd. Omdat ons huis groot was en een ruime werkplaats had, was dit ideaal om de soldaten in te kwartieren.

Mijn vader weigerde om het huis te verlaten en kreeg uiteindelijk toestemming om samen met mijn oudere broer en de soldaten in het huis te blijven wonen. Hij wilde ook in de gaten houden of de motor, die achter de glaskisten verstopt was, gevonden zou worden. Gelukkig is dit nooit gebeurd.

Bevrijding

Omstreeks Pasen 1945 hoorden wij dat de geallieerden dichterbij kwamen. Het plaatsje Hengelo was al bevrijd. We zijn toen met een stel jongens daar lopend heen gegaan. En inderdaad, er liepen allemaal Canadezen! Het was een groot feest! Toen wij weer teruggingen naar Baak, was Baak ook al bevrijd met tanks en andere voertuigen. De volgende dag kwamen de bezettingstroepen en kregen wij voor het eerst chocolade en sigaretten voor onze ouders.

Wat een feest was dat! Helaas duurde het voor Zutphen nog een week voordat ze bevrijd werden. Vanaf de andere kant van de IJssel bestookten de Duitsers de geallieerde troepen, die op hun beurt de Duitsers bestookten. Tijdens de gehele oorlog zijn er geen burgerslachtoffers gevallen. Alleen in deze laatste week waren er in het dorp meerdere slachtoffers te betreuren.' 111

· , .. · Oorlàgsherinrieringen (Stibo) i; in sept~ni~

" .ber 2016 in het lèven

·geroepen-door Arjàn .. Denneman en Pieter .

. ':, Trap• Beide heren hebben het initiaUef, çlat uit persoónfijke interè.sse is óntstaan; inmiddèls uit- gebou~dt~f

é·e,;

offièiêle stichting met een steeds groter wordende groep 1/rijwilligers (14 in totaal_

op 1 november 2018). Alle vrijwilligèrs voeren de werkzaamheden voor Stibo op vrijwilligé.basis

op eigen kosten uit: Daarom heeft de stichfing · een culturele ANBI status: Mocht u onswitten ''"' steunen kan dat! Met uw hulp kuhnen de vrijwil- ..

;graag-met ons en Ûwillen delen.

·U·Kllrit de stichting financieel s.teunèn.

NL56RABOÓ:J3;,469112 t.n.v. Stirhtinn R;,hn,

DE ZWERFSTEEN 2020·2 7

(8)

laatste o."prl ogsdage n,

B

ernard: "Ik ben op 27 april 1934 aan de Olburgseweg 9 in Olburgen, toen B 116, geboren. Ik woon sinds 1975 met mijn vrouw, Gerda Melchers, in Doetinchem. Onze vier zonen zijn jaren geleden uitgevlogen. Bij de bevrij- ding was ik bijna elf jaar".

_ 24 maart

De grote, monumentale boerderij van de familie Wiegman op Rha wordt tegen 19.00 uur door het Duitse Flak, dat op twee Engelse vliegtuigen schoot, in brand geschoten. De meeste koeien komen om in de brand.

_ 25 maart

Palmzondag: Met enkele broers gaan we zon- dagmiddag kijken naar de puinhopen en de nog gloeiende zaadmijt. We gaan ervan uit dat onze ouders zich niet gerealiseerd hebben wat we aan schokkende beelden te zien zouden krijgen.

Die Goede Week (25 t/m 31 maart) gaan we "s morgens gewoon naar de kerk. De plechtighe- den van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag zijn hoogtepunten in het kerkelijk jaar en theatraal van presentatie.

7:,,i!.,rri:::,n 31 maart, Paaszaterdag.

Die dag brengen de acht misdienaars de paas- houtjes rond bij de parochieleden. Die houtjes van 30 cm lengte zouden lichtelijk brandend in de ka- chel tijdens onweer bescherming bieden. De acht misdienaars zorgden ieder voor tien houtjes. Toen wij door de weilanden liepen werden we lopend op de dijk tussen de boerderijen van Lebbink en Houtman beschoten door een Engels vliegtuig. Wij doken achter de dijk en waren opgelucht toen het vliegtuig verdween. Van Duitse soldaten kregen we bij boerderij Wijers, een eind verderop, een geweer aangeboden om op een ander vliegtuig te kunnen schieten. Dat weigerden we beleefd.

1 april, t'aaszonaa

Die dag werd een deel van de Achterhoek bevrijd.

Olburgen en Rha hoorden daar niet bij vanwege

8 DE ZWERFSTEEN 2020-02

Gedeelte van een geallieerde luchtfoto van het nog bezette Olburgen met duidelijk zichtbare loopgraven. De boerderij van Gosselink in de cirkel. De foto is gemaakt op zaterdag 7 april 1945. Baak, To/dijk, Steenderen en Bronkhorst waren al bijna een week vrij.

het sneuvelen van een aantal Canadese solda- ten op Rha. De Canadese soldaten trokken zich terug. Ons gebied werd in de dagen daarna wel met granaten bestookt. We zagen die in de akkers ontploffen.

75<7JAAR VRTJHEID

(9)

Paasmaandag 2 april t/m zondag 8 in de kelder doorgebracht Eerst drie dagen bij de familie Streppel, onze buren, met een door de Duitsers verstevigde kelder, die een uitloop had via een gat in de fundering naar een mitrailleursnest in de tuin. Vanaf 4 april moest Rha evacueren. Het gezin Steentjes uit Rha, familie van Streppel, kwam in die 'veilige' kelder en wij gingen naar de onze, die niet verstevigd was.

0

Bernard Gosselink op zijn 13e verjaardag op 27 april 1947.

Zondag, 8 april

Mijn broer Henk en ik waren mis- dienaar en dienden in de Hoogmis van tien uur. Toen de pastoor op de preekstoel de mededelingen voorlas, maakte een vreselijke knal een eind aan de kerkelijke bijeenkomst. Een Duitse soldaat dook achter een pilaar en wij vluchtten naar de kelder van de pastorie. De soldaat was daar niet bij. iedereen was bang. Daar konden we niet blijven, omdat juist de kerk werd beschoten. Op de kleine af- stand van kerk naar de boerderij moesten Henk en ik van Duitse soldaten, die met bajonet op het geweer gebukt liepen, ook gebukt achter de heg lopen om 'vijandig' vuur te ontlopen. Weer de kelder in.

Toen de pastoor op de preekstoel de mededelingen voorlas, maakte een vreselijke knal een eind aan de

kerkelijke bijeenkomst.

\..

's Avonds, het was nog licht, kreeg de bevolking van Olburgen bevel te evacueren naar Dieren en verderop. Een Duitse soldaat hielp mijn moeder, door haar bij te lichten, om kleding uit de kasten te halen. De koeien, varkens, kippen en kalve- ren werden uit de stallen vrij gelaten. Het paard moest nog vanaf het onderduikadres Schotman gehaald worden. Intussen was één van de koeien ('Smulders' genaamd) in een loopgraaf vast komen zitten. Olburgen kende veel loopgraven, aangebracht door dwangarbeiders uit Rotterdam en Amersfoort na de slag om Arnhem in de tweede helft van september 1944. Vader vroeg een Duitse soldaat de koe in de loopgraaf dood te schieten.

Er was voor het dier geen redding mogelijk in de korte tijd voor vertrek. We moesten aan het veer in de rij wachten. Op het moment dat het paard met de wagen vol spullen de pont op wilde rijden werd een klein wagentje van een ander, dat onhandig

tussen voor- en achterwielen geschoven stond, aan flarden gereden met onder andere brekende weckflessen.

Het was intussen ook donker geworden met voor die tijd van het jaar een hoge temperatuur. We hebben tot 22.30 uur in Dieren op een stoeprand gezeten wachtend op vader, die naar de familie Van Remmen, zus van mijn moeder, ging om te vragen of wij daar konden blijven. Tante Hentje en ome Hendrik woonden daar met hun gezin.

De koe 'de Witte' had een paar dagen daarvoor gekalfd en gaf veel melk. Die werd tegenover de Gazellefabriek in een klein boerderijtje onder- gebracht. De kinderen sliepen in de kelder van Buitensingel 21. De hele week prachtig weer. Veel buiten geweest.

Maandag, 16

Twee Duitse soldaten fietsten tegen tienen gehaast over de Harderwijkerweg richting het centrum van Dieren. Vrij kort daarop kwamen Canadese gevechtswagentjes aan op dezelfde weg. Wij er naar toe. Ik werd opgetild en achter een koplamp geplaatst. Mensen maakten er foto's van. Die kiekjes hebben wij nooit gezien, maar zullen misschien bij herdenkingsmomenten getoond worden. 's Middags werden er in de straat meisjes, die contact met Duitsers hadden gehad, kaal geknipt. Daar stonden wij bij. Die haren werden besproeid met benzine en in brand gestoken. Plotseling kwamen er twee B.S.ers (Binnenlandse Strijdkrachten) aanfietsen, in de lucht schietend en schreeuwend, dat wij naar huis moesten. De mensen stoven uiteen. Een tijdje later kwam er een paard met wagen voorbij. In die wagen stonden mannen. Dat zijn NSB'ers hoorden we. Die werden in de school een eindje verderop opgesloten. Wanneer we precies terug naar Olburgen gingen, weet ik niet meer. Wel zorgde het loslopende konijn voor een goede maaltijd.

Wij hadden in de tijd dat de loopgraven werden aangelegd ieder een passende schop 'uitgezocht', die voor de volgende dag in de loopgraaf achter- gebleven waren. Die konden we gebruiken bij het egaliseren van de door de knecht dichtgeploegde loopgraven. Toen wij weer naar school gingen wer- den de NSB'ers vanuit Kamp Avegaar in Ellecom tewerkgesteld. Die kwamen aan in twee vrachtwa- gens via Doesburg, omdat de pont tussen Dieren en Olburgen opgeblazen was.

Mijn vader kreeg via de gemeente f 700,00, omdat er al een groot aantal meters van de loopgraven door ons gezin waren gedicht.

Wanneer we weer naar school gingen weet ik niet meer. Wel dat er 12 september met schitterend weer een groots bevrijdingsfeest was, compleet met volksspelen, straatversiering, kinderspelen en 's avonds dansen voor de grote mensen in een opgezette tent. 11111

DE ZWERFSTEEN 2020-2 9

(10)

Yerhaal van dwangarbeider G.J.J .. Peelen

Arbeitseinsatz van

,NecttrfánderS tijdens de WO II

Over, de gedwongen tewerkste{ling van mijn oom Gerard (Gad) J.J. Peelen, opgesteld door zijn

'1

·neefRob Harmsen aan de hand van documenten die door Peelen bewaard zijn gebleven en na zijn dood door de kinderen mij via de Historische Vereniging Steênderen'ter hand zijn gesteld. Ik heb

:;i.. ,,.:.· .

getracht, aa,i"'de handvan diedocumenten, een zo nauwkeurig mogelijk verslag te maken, waarbij ik de vrijly?id heb genomen om e.e.à ... metfictie en informatie via internet aan te vullén, zonder dat de betrouwbaarheid geweld werd aangedaan en met hulp van zijn kinderen en anderen.

- . . - . .

ijdens de Duitse bezetting werd een zeer groot aantal mannen gedwongen tewerk- gesteld in Nederland en Duitsland. De rekrutering van deze mannen vond vooral plaats door middel van doelgerichte acties, die naarmate de oorlog langer duurde, in hevigheid toenamen.

Tussen 1940 en 1944 zijn zo'n 387.000 Nederlandse mannen in Duitsland te werk gesteld, vaak in de oorlogsindustrie. Eerst waren het de werklozen en vrijwilligers die in Duitsland te werk werden gesteld, maar door de voortdu- rende oorlog werd het tekort aan arbeidskrach- ten steeds nijpender. Door Rijkscommissaris van bezet Nederland Seyss-lnquart werd daarom op 23 februari 1942 de verordening 26/42 uitgevaardigd. Voortaan konden Nederlanders verplicht worden om voor een bepaalde tijd in Duitsland te werken.

Deze verplichting ging gepaard met een groot aantal acties, die tot doel hadden specifieke groepen en aantallen gedwongen te werk te stellen. Zo eiste de Duitse bezetter in het voor- jaar van 1942 30.000 metaalarbeiders, in au- gustus 1942 38.000 arbeiders uit de textiel- en lederindustrie en in december van dat jaar onder meer 25.000 studenten en overheidsmedewer- kers. Van januari tot april 1943 vertrokken nog eens 51.000 dwangarbeiders naar Duitsland.

(bron: Internet)

Zo ook kreeg de 28-jarige hulpbesteller Gerard (Gad) J.J.) Peelen, geboren op 10 februari 1915 te Steenderen een brief op het adres Molenweg 10 DE ZWERFSTEEN 2020-02

A93 te Steenderen. Vreemd is het postadres Molenweg A93. In Steenderen bestaat geen Molenweg, wel de Molenkolkweg, toch komt de brief aan.

Hieronder de letterlijke tekst van de brief:

AANWIJZINGEN VOOR PERSONEEL DAT NAAR DUITSCHLAND WORDT UITGEZONDEN.

1. G.J.J. Pee/en, hulpbesteller te Steenderen, gaat naar Gumbinnen op 28 april 1943, moet vertrekken met de trein, die te 10.17 uur vertrekt uit Oldenzaal, moet daartoe vertrekken uit Zutphen te 8.25 uur, om tijdig den aangegeven trein te halen.

2. (is doorgestreept)

3. Men moet zorgen op tijd te zijn omdat gezamenlijk wordt gereisd op een verza- melpas. Deze pas is in het bezit van den leider van het contingent, die in den trein aanwezig is. De pas die ieder persoonlijk heeft, dient alleen om later daarop naar Nederland te kunnen terugreizen. Te laat komen zal streng worden gestraft.

4. Voor ongehuwden verdient het aanbeveling een klein gedeelte van het loon, (bijv. 1/3) aan zichzelf in Duitsland te doen uitbetalen, omdat de verblijfstoelage wel toereikend is voor de normale uitgaven, doch niet wanneer zich bijzondere uitgaven voordoen. Zij die hun loon geheel of gedeeltelijk in Duitschland willen ontvangen, behooren zoodra zij zijn aangekomen, hun adres aldaar aan het hoofd van dienst op te geven. Betaling zal dan geschieden door toezending van een postwissel.

5. De uitgezondenen moeten hun gasmasker medenemen, alsmede een vork, mes en lepel. Het verdient eveneens aanbeveling voor herstel van kleding, stoppen van sokken enz., naaigerei, stopgaren of stopwol, knoopen, schaar enz. mede te nemen.

6. De Hollandsche distributiebescheiden moeten worden ingeleverd bij de plaatselijken distributie-dienst onder inlichting omtrent den datum van vertrek. De distributie-dienst moet er echter rekening mee houden, dat op reis naar Duitschland brood voor onderweg moet worden meegenomen, omdat het niet zeker is, dat gele- genheid bestaat om gedurende de reis op een station iets te gebruiken.

De Chef van de Afdeeling Personeelszaken, PASMAN

(11)

75C7JAAR VRTJHEID

De dan 28-jarige Peelen, werkzaam als hulp- postbesteller bij de PTT, besluit aan de oproep gehoor te geven, hoewel met tegenzin: sinds enkele jaren heeft hij verkering en vertrekken betekent ook een scheiding van zijn liefje. Zou hij niet gaan, dan moet hij onderduiken en dat bete- kent ook geen contact meer met zijn verloofde.

Omdat hij geen paspoort heeft verkrijgt hij op 21 april van dat jaar dat document met nummer 203033. Verder regelt hij alle praktische din- gen zoals die in de brief zijn aangegeven. Een probleem is het gasmasker; hoe dat opgelost is, is niet bekend.

De reis op woensdag 28 april van Zutphen naar Oldenzaal verloopt zonder problemen. Daar aangekomen is het een drukte van belang van andere lotgenoten die eveneens zijn opgeroe- pen. Hij ervaart dat reizen ook wachten betekent, zeker als dat door Duitsers geregeld wordt, want dan moeten de lijsten helemaal pünktlich klop- pen, tot op de komma nauwkeurig. Nadat alles is nageteld en gecontroleerd kan de speciale trein met alleen maar dwangarbeiders na vele uren eindelijk vanuit Oldenzaal vertrekken. De 1400 km. lange reis gaat verder via Rheine, Lohne, Hannover, Magdenburg, Berlijn naar Gumbinnen en verder naar Köningsberg (Kaliningrad). Op meerdere stations moeten dwangarbeiders uitstappen, die daar blijkbaar in de buurt te werk worden gesteld. De reis duurt meerdere dagen, er is veel oponthoud en soms moet hij overstap- pen. Het valt niet mee in de 3de klasse, het zit niet lekker op de houten banken.

Standplaats Tllslt

Op vrijdag of zaterdag komt de trein einde- lijk aan in Gumbinnen, maar daarmee is het eindstation nog niet bereikt. Hij krijgt te horen dat zijn standplaats Tilsit wordt bij Köningsberg, tegenwoordig het Russische Kaliningrad gehe- ten. Tilsit heet tegenwoordig Sovjetsk en ligt in het noorden van het Russische ministaatje, dat

Sovjetsk (Tilsit) Kaliningrad (Rus/.) 1400 km.

tussen Litouwen en Polen ingeklemd ligt aan de Oostzee. Tilsit ligt aan de rivier de Memel, deze rivier vormt de grens met Litouwen. De Koningin Louisebrug verbindt Tilsit met Litouwen aan de overkant.

In de regio Gumbinnen is op het einde van de oorlog zwaar gevochten door de Russen bij de Operatie 'Goldap Gumbinnen' eind 1944. Door de sterke weerstand van de Wehrmacht leden de Russen daar grote verliezen. Bekend hiervan is het Nemmersdorf bloedbad.

Zijn woonadres in Tilsit is in de Lognitterstrasze.

Het postkantoor staat vlakbij het spoorweg- station aan de Hoofdstraat nr. 81, thans Ulitsa Checkhova (Tsjechovstraat) nr. 5, waar hij zich dagelijks moet melden voor het werk van de posterijen, zoals sorteren en bezorgen. Allereerst moet hij zich aanmelden bij de Polizei te Tilsit om ingeschreven te worden als inwoner van Tilsit.

Hiervoor meldt hij zich op zaterdag 1 mei bij de Polizeiliche Meldebehörde (register autoriteit).

Maar zo snel mag hij nog niet aan het werk, eerst moet hij nog een verklaring ondertekenen dat hij zijn functie plichtsgetrouw en zonder ten eigen voordeel zal vervullen en de wet alsmede andere bepalingen van de nationalistische staat nauwgezet zal uitvoeren, is getekend 3 mei 1943. Hij krijgt nog een dag vrijaf, want pas op woensdag 5 mei krijgt hij het "Arbeitsbuch für Ausländer", pas dan kan hij aan het werk.

Postkantoor aan de Tsechovstraat 5

Sow·etsk (KaUningrad)

Wapen van Sovjetsk (Tilsit)

DE ZWERFSTEEN 2020-2 11

(12)

Op zaterdag 5 juni krijgt hij een Spoorweg Ausweis, waarmee hij zich op het spoorweg- emplacement mag bevinden om de post op te halen van de trein. Ondertussen heeft hij kennis gemaakt met de volgende Nederlanders die ook daar te werk zijn gesteld: uit Zwolle Jo Koezen en Broekhart, uit Kerkrade van Halen en Defesche en met Kruit. Zij zijn de nieuwe collega's. Met de lange Jo Koezen, die al langer in Tilsit was, kon hij het het beste vinden. Er zijn foto's waar achterop de volgende namen zijn geschreven, Bosman, van Halen, Kruit en Peelen zelf natuurlijk. Ook zijn er foto's bewaard gebleven van de rivier de Memel in de winter met sneeuw en ijsschotsen.

Op donderdag 7 oktober krijgt hij van de directeur het volgende handgeschreven bevel uitgereikt.

"Postambt Tilsit.

De heer Pee/en,

"Voor het geval dat vijandige vliegtuigen aan de frontlijn brand- of springbommen hebben afge- worpen, dient u zich onmiddellijk naar het post- kantoor te begeven en desnoods alle belangrijke kasbescheiden, geldzendingen, waardepapieren en contant geld van uw kantoor naar postbussen te brengen, voor zover de obecten niet in bevei- ligde safes zijn ondergebracht.

7 oktober 1943

Handtekening Loosfarge/

Bij een vijandelijke luchtaanval mag je je niet zomaar op straat bevinden, je moet de schuil- kelders in, behalve wanneer je bewijzen kunt dat je ontheffing hebt. Dus krijgt Peel en ook een 'Ausweis' van de Polizeidirektor, dat hij bij een vliegtuigalarm de straat mag betreden om naar zijn werk te gaan. Blijkbaar heeft de politie met papiergebrek te kampen, want de 'Ausweis' is op de achterzijde van een Postkarte (briefkaart) getypt.

Nu maar hopen, dat als het postkantoor bij een bombardement verwoest wordt, Peelen vrijgesteld van dienst wordt. Nee hoor, met Duitse 'gründlichkeit' is ook daar aan gedacht, want op 27 oktober krijgt hij van het Postambt - Reichspostdirection een 'Ausweis' waarbij hij zich als 'Gefolgschafts-mitglied' (collega) in geval van belangrijke oorlogshandelingen op het postkantoor of daar in de buurt moet blijven en mee moet helpen om er voor te zorgen dat de Duitse Rijkspost zo veel mogelijk haar taken kan blijven vervullen. Op de achterzijde daarvan staat een 'Dienstbefehl' dat hij bij een grote luchtaanval zich onverwijld zonder te letten op het diensturen- rooster, zich moet melden bij het kantoor. Mocht dit verwoest zijn, dan moet hij te werk gaan bij een andere plaats van de Duitse Rijkspost of naar een verzamelplaats daarvan. Dit dienstbevel 12 DE ZWERFSTEEN 2020-02

moet ook opgevolgd worden zelfs als u zelf slachtoffer bent geworden of een van uw familiele- den. Tjongejonge.

Wellicht dat de Duitsers enigs- zins ongerust zijn geworden. Het Duitse leger is in februari 1943 bij Stalingrad verpletterend verslagen en is nu op de terugtocht. Uit voorzorg waar- schijnlijk alvast dit dienstbevel.

Verlof en Ziek Er gloort hoop dat zijn diensttijd bij

de Duitse Post er op zit,

voorlopig althans. Hij krijgt op 6 januari 1944 van het Arbeitsambt Tilsit een Ersatz-Urlaubsschein- Nr. 14 uitgereikt, vastgeplakt in de Arbeitskarte fur Holländische Arbeitskräfte aus Holland. Deze Arbeitskarte is geldig van 7-01-44 tot 30-01-44.

Er bestaan gedurende deze tijd voor hem geen bezwaren. Hij krijgt een treinkaartje voor de 3de klasse van Tilsit over Hannover, Lohne en Rheine genummerd 44784. Dat betekent weer geduren- de de dagenlange reis zitten op houten .banken.

Hij moet zich bij zijn verlof thuis direct melden bij het betreffende arbeidsbureau en van deze melding een bewijs meenemen. Wanneer hij terugkeert moet hij zich weer melden bij het betreffende arbeidsbureau in Tilsit.

Waarschijnlijk heeft Peelen geen zin om terug te gaan want hij meldt zich vlak voor het einde van zijn verlof, op 28 januari 1944 ziek bij Dr. Buurke, huisarts te Steenderen. Dokter Buurke meldt zijn ziekte aan bij de Krankenkasse in Den Haag, met het oogmerk dat Peelen dan in aanmerking komt . voor ziektegeld. Echter, indien hij in staat is om te reizen, dan moet hij, ook gedurende zijn verlof, terugkeren naar zijn standplaats en daar terstond de Krankenkasse informeren.

Of Peelen terug gaat naar Tilsit blijkt niet uit de bescheiden, eerder is het tegendeel het geval en blijft hij in Nederland. Wat zeker een rol heeft gespeeld, is dat hij op de bruiloft van mijn vader en moeder in 1939, een meisje heeft ontmoet, Marie Heveling, zus van mjn moeder, uit Etten bij Terborg, en dat ze trouwplannen hebben. Een oude wijsheid is: "Van bruiloft komt bruiloft".

Pee/en, Bosman, Kruit.

(13)

Joseph Kotäl/a, zijn eigenlijke naam was Kota/la, zonder trema.

Hij ontvangt op 7 februari van dat jaar een schrijven van de DEUTSCHE KRANKENKASSE FÜR DIE NIEDERLANDE uit Den Haag op het adres A54 te Steenderen. Daarin staat, dat het begin van de behandeling is gestart op 28-1- 1944 en dat de ziektemelding op 31-1-1944 is ingegaan en dat is precies het einde van zijn verlof. Verder staat de brief vol met verplichtingen waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor ziektegeld, maar bovenal, dat hij voor zijn eigen bestwil terug moet naar Tilsit om daarvoor in aanmerking te komen. "De betreffen- de Duitse Arbeitseinsatzbehörde zal er op toezien dat de verplichte terugkeer wordt uitgevoerd".

Maar Peelen vindt zich niet in staat om te reizen, hij blijft liever bij zijn meisje en geeft op een hand- geschreven briefje (achterop een bidprentje) aan, dat hij nog van tot 21 maart ziek is geweest.

Polizelliches Durchgangslager Amersfoort Blijkbaar wordt zijn ziekte door de Duitse auto- riteiten betwijfeld, want hij wordt op 26 maart gevangengenomen en op 29 maart afgevoerd naar concentratiekamp Amersfoort, officieel Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA). In het kamp maakte hij kennis met kampbewaarder Joseph Kotälla, de Beul van Amersfoort.

Kotälla werd gekwalificeerd als een van de beruchtste kampbeulen van Amersfoort en had als bijnaam 'De Beul van Amersfoort'. Hij was opvliegend van aard, slikte pervitine, dronk liters jenever en had het voornamelijk voorzien op Joden en priesters. Kotälla stond onder anderen bekend om zijn wreedheid tijdens het dagelijks appèl, waarbij hij de gevangenen schopte en sloeg met een knuppel. Hiervan zijn vele getui- genverklaringen opgemaakt na de oorlog. In een geval liet hij bij wijze van strafexercitie gevan- genen op hun rug liggen en liep dan met zijn laarzen stampend over de liggende mensen. In andere gevallen liet hij herdershonden los op de gevangenen. Hij had er schik in om de gevange- nen slecht vijf minuten de tijd te gunnen om hun maaltijd te verorberen. Hij schopte ook tussen de benen van de gevangenen; in het kamp werd dit de 'Kotälla-trap' genoemd. Kotälla maakte diverse keren deel uit van een vuurpeloton.

(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kamp_

Amersfoort )

Een gevangen knokploeglid verklaarde met eigen ogen gezien te hebben dat Kotälla zijn vrienden dood knuppelde. Ook Peelen kreeg een 'souvenir' van Kotälla. Die ranselde hem met zijn knuppel ongenadig af en sloeg zo hard tegen zijn oor, dat hij er behalve een hersen- schudding ook een blijvende gehoorschade aan heeft overgehouden. Hij was blijvend doof aan een oor geworden.

naar Tllslt en

Na ruim drie weken wordt hij op transport gezet naar Rheine en van daaruit verder naar Tilsit.

Vermagerd door het slechte eten in kamp Amersfoort valt de reis hem zwaar. Niet duidelijk is waar precies Peelen ontsnapt is. Onderweg of toch vanuit Tilsit zoals dat door de kinde- ren altijd herinnerd is. Ervan uitgaande dat de treinreis twee dagen duurde voordat hij in Tilsit aankwam en hij op 1 mei 1944 - info op het bidprentje - weer in Nederland was, dan deed hij 8 à 9 dagen over zijn vlucht van meer dan 1300 kilometer van Tilsit naar Denekamp in Nederland. Volgens een van zijn zonen kwam hij uitgeput aan in Denekamp, totaal vermagerd, hij woog nog slechts 42 kilogram en zijn voeten waren helemaal stuk gelopen.

Hoe hij van Tilsit naar Denekamp is gekomen, daar kunnen we slechts naar gissen. Het is een afstand van ca.1300 kilometer, dus onmogelijk te voet af te leggen in die acht dagen of minder.

Mogelijk heeft hij, met hulp van Jo Koezen, zich verstopt in de wagon met poststukken richting Nederland. Als hulppostbesteller had hij toegang tot het spoorwegemplacement en toen de kans zich voor deed kan hij daar gebruik van gemaakt hebben. Het blijft gissen, misschien is hij op de terugweg in Rheine de wagon uitge- kropen en heeft de resterende 55 kilometer van Rheine naar Denekamp te voet afgelegd.

Misschien deed hij dat eerder bijvoorbeeld in Osnabrück en heeft 85 kilometer gelopen. We weten het niet. Hij moet weinig tot niets te eten of drinken hebben gehad gedurende de vlucht, want, totaal uitgeput, broodmager, slechts 42 kilogram, en met bebloede voeten komt hij op 1 mei in Denekamp aan en treft gelukkig een veilig onderdak. Binnen zijn familie is bekend dat zijn zus Door (Dötte) op de fiets naar Denekamp is gekomen om andere kleren te brengen en hem achterop de fiets meegenomen heeft naar Steenderen.

Slechts een paar dagen is hem vergund om enigszins op krachten te komen en hij vlucht door naar Brabant, met hoogst waarschijnlijk hulp van de ondergrondse. Waarom Brabant?

Zijn broer Chris achterna, die al bijtijds richting Brabant is vertrokken, om zich te onttrekken aan de Arbeitseinsatz. Op 3 mei 1944 is hij al in Klundert waar hij een nieuwe identiteit ontvangt, een ontvangstbewijs voor een persoonsbe- wijs dat uitgegeven is ten name van Van de Wiel, Gerhardus, Johannes Joseph, geboren 10 februari 1915 te Boekel. G.J.J. Peelen, heet voortaan G.J.J. van de Wiel, is niet in Steenderen geboren maar in Boekel. Sinds 10 mei duikt hij onder in Eersel in het buurtschap Schadewijk op nummer B27, bij de familie Bartholomeus waarmee na de oorlog nog vaak contact is geweest.

DE ZWERFSTEEN 2020-2 13

(14)

Op 17 september 1944 start de Operatie Market Garden met luchtlandingen bij Eindhoven, Son en Breugel, Veghel, Nijmegen en Arnhem, met als doel zo snel mogelijk de strategische bruggen in handen te krijgen. De grondtroepen gelegen in België vlak voor de Nederlandse grens rukken 's middags op. Doordat op de smalle wegen de door Duitse tegenstand kapotgeschoten voertuigen de weg blokkeren, lopen de grondtroepen vertraging op en zijn de geallieerden 's avonds niet verder ge- komen dan Valkenswaard, ten oosten van Eersel/

Schadewijk waar Peelen ondergedoken zit. Op 18 september gaat de opmars verder en wordt ook Eersel bevrijd. Volgens de negentigjarige Harrie Versmissen, woonachtig op nr. 26 in Schadewijk, die de bevrijding heeft meegemaakt, is er bij hen in het buurtschap geen schot gelost en waren ze van de ene op de andere dag bevrijd. Versmissen kan zich Peelen niet herinneren, zegt hij, want het stikte hier van de onderduikers volgens hem.

Eindelijk kan Peelen weer vrij rondlopen zonder angst om opgepakt te worden. Maar naar huis kan hij niet want we weten dat de bevrijding van Nederland nog lang op zich liet wachten. Hij blijft in Brabant.

Op foto's uit die tijd van oktober 1944 meldt hij dat er veel gebeurd is bij J. de Waal in Eersel. In de wijk Schadewijk heeft volgens de oude Versmissen geen J. de Waal gewoond. Wel is de Waal een bekende familienaam in Eersel en omgeving.

Omdat alles op de bon is, wil hij op zijn logeer- adres ook een bijdrage leveren en vraagt op 15 januari 1945 bij het Bureau Landelijk Herstel - Rayonleider P.J. van Woerkom - een stamkaart aan. Op 17 januari vraagt hij bij hetzelfde bureau een verklaring voor bonkaarten voor de tweede periode aan.

Om toch weer aan de slag te kunnen gaan vraagt hij op 26 februari aan Rayonleider van Woerkom om een aanbevelingsbrief voor de directeur van het postkantoor te Eindhoven om daar aan de slag te kunnen. Of dat gelukt is, is niet bekend, maar waarschijnlijk wel. Er was door de oorlog groot gebrek aan bekwaam personeel nu zoveel mensen op drift waren geraakt en een ervaren postbesteller zal zeer welkom geweest zijn.

Eindelijk op 5 mei is Nederland bevrijd en op 7 mei 1945 is Peelen weer in Gelderland en waar- schijnlijk regelrecht naar zijn aanstaande Marie in Etten.

Maar het muisje heeft nog een staartje. Na de oorlog was het natuurlijk 'bijltjesdag'. Dat gold ook voor de kampbeulen. Aanvankelijk kregen 18 Duitsers de doodstraf die bij negen om werd ge- zet in levenslang. Ook Kotälla was aanvankelijk ter dood veroordeeld, maar dit werd later wegens

14 DE ZWERFSTEEN 2020-02

verminderde toere- keningsvatbaarheid omgezet in levens- lang. Nederland was een van de wei- nige landen die nog Duitse oorlogsmisda- digers in gevangen- schap had. 1 n 1960 kregen er drie gratie en later nog twee.

Over de overige vier werd geen gratie- besluit genomen, zij werden bekend als de Vier van Breda, Ferdinand aus der Fünten, Franz Fischer, Willy Lages en Joseph Kotälla (steeds fout gespeld, zijn werkelijke naam was Kotalla maar in Nederland meer bekend als Kotälla,

met een trema op de a). Kotälla heeft vanwege Schadewijk 827 deze fout nog vergeefs geprobeerd om het pro-

ces ongeldig te laten verklaren, omdat hij niet de persoon was in de tenlastelegging, dit is niet ont- vankelijk verklaard. Toen er binnen de regering plannen ontstonden om de vier gratie te verlenen kwamen veel oudverzetstrijders in opstand en ook veel oudgevangen. Met name Kotälla moest het ontgelden. Dagelijks kreeg de Volkskrant ingezonden stukken, waarvan een met de tekst:

Als die overheid die vier oorlogsmisdadi_gers zou loslaten, zoek ik mijn oude kameraden van de knokploeg op. Dan gaan we weer net doen als we in het verzet hebben gedaan. Ik heb met eigen ogen gezien, hoe Kotälla mijn vrienden doodschopte. Was getekend: Wouter van den Berg.

Ook Peelen liet zich niet onbetuigd, hij schreef ook naar de Volkskrant de volgende tekst:

Hadden ze die rasbeulen meteen maar de doodstraf gegeven, zoals Mussert. Dan zouden we niet steeds meer aan hen herinnerd worden.

Was getekend: G.J.J. Peelen.

Willy Lages werd in 1966 vrijgelaten omdat hij ernstig ziek was, hij overleed in 1971. Kotälla overleed in gevangenschap in 1979. De twee overgebleven gevangenen werden in 1989 vrijgelaten. Gedetineerde Aus der Fünten vroeg of hij wat langer mocht blijven om zijn post af te handelen (het plakken van twee postzegels)

Fischer stamelde: "En mijn werk dan?" De twee stierven in Duitsland in april en september van datzelfde jaar. (Bron: De Volkskrant/ophef over de drie van Breda).

1-1 o-'<-t'e;:

7 e é er::>~ l- 0 n&àc:tv rkecz ·.

7han:., 6&2:e? ctoor de 1:::::nget

&ch B-n

-, . ..5c/,ade-w vlc ,l '7 9t:eruD

(15)

Noot van de samensteller

Veel is onduidelijk. Over hoe lang zo'n treinreis duurde, aangenomen is 2 à 3 dagen. Mijn oom liet weinig los over zijn oorlogsverleden, zoals zoveel slachtoffers van het nazi-regime. Er moest gewerkt worden en Nederland opgebouwd.

Gad Peelen trouwde op 15 mei 1946 met zijn grote liefde Marie Heveling, op dezelfde dag als zijn broer Harm Peelen met Gusta. Het jonge paar trok in bij de familie Roording aan de Toldijkseweg, in afwachting van de definitieve wo- ning, Molenkolkweg A93, die in 1948 nieuw werd

i/Verantwoording gebruikte documenten

of f_9)53 Envelop met detumsiempel 1.1X.l2 1953 (?), adres ,iMolèpweg A93 (?)

voor te werkstelling naar Gumbinn!:Jff' .,. ..

Paspoort van Pee/en, ,GerHardus, Jofràhn~s;.Joseph, 10-2-1915 te Steenderen

Postt,aRtoor Sovjetsk, internet

Arbeitsbuch für Aus/äfldecnr:A11J00251'4, f5-1943,

opgeleverd. Een verklaring van het vreemde adres op de envelop "Molenweg A93" zou kunnen zijn, dat het verliefde koppel al vroeg trouwplan- nen had en reeds een toewijzing had voor een nog te bouwen woning aan de Molenkolkweg op nr. A93 maar dat de oorlog de bouwplannen in de war heeft gestuurd en dat met Molenweg de Molenkolkweg werd bedoeld. Als ik hier zeker- heid over had willen krijgen, dan had ik het gemeentearchief van Steenderen ( opgeslagen in Het Brewinc in Doetinchem) moeten napluizen en dat leek mij voor dit verhaal niet zo relevant.

Ik heb het vermoeden dat Peelen veel later de in- formatie en data achterop het bidprentje heeft ge- schreven om toch wat vast te leggen. Sommige data zijn te verifiëren met andere documenten, andere weer niet. Ik heb mijn twijfels over de datum "1 mei 1944" - in Holland (Denekamp), deze zit zeer dicht op de datum op het document van 3 mei 1944 te Klundert. Niets is onmogelijk, maar om als vluchteling zo snel van het oos- ten van Nederland naar de grens met België te komen, met al die controles van de Duitsers op vele plaatsen, zeker op stations en knooppunten in een gespannen oorlogssituatie, lijkt niet erg ge- loofwaardig. Maar afgaande op de gegeven data is het verhaal zo veel mogelijk gereconstrueerd.

Na de oorlog is er regelmatig contact geweest tussen Jo Koezen en Gad Peelen en hebben ook de kinderen van beide, soms nog contact. 1111

- 06 / 21-03-]944. Bi?préntjé meldir,g ziekteverlof, info van - 26-03°1944. f3idptèntje, gevangèrrgenomen, info van Pee/en.

. ~

- 29-03-1944, Bidprent]«, n_aar Amerstoott, info vanPeelè3n - Info karhp Amèr;f66rt, .internet.

- 20°04"1944,Bidprentje, ontslagen; info van Pee/en - lntotmëtie Kotälla, internet

- 20-04-1944 TrEJ__inka,frtJe naar Rhei;7e,

"01-05,1944Bidpre.ntje, in Holland, info van Pèelen·

- 03-05-1944 Ontyahgstbewijs persoonsbewijs te Klundert voor G.J.J.van de Wie.!

- 10-05-1944 Bidprentje, in Brabant, info van Peélen - 17-09-1944 Start Operatie Market Garden

- 18°09-1944 Eersêl/ Schadewijk bevrijd, info Harrie VersmïsséR nr.

26 Schadewijk.

- 15-01-1945 Brie! Bureeu Landelijk Herstel Eersel, woonadres Eersel SchadeWijk 827

- 19-01-H)45.f3riefBurèau LandelijkHerstel Eersel, verklaring. voor bonkaart •. .. . ,.·:··· ... :c.c.:.4/:.c i'••i:

- 26-02-1945 Brief Bureau Lar,d~lijk HerstefN: O.B. aanbeveling voor Post Eindhoven

- 07-05-1945 Bidprentje, naar Gelderland, info Pee/en - lnto'rmatie"c;ver de Vier van Breda, iroterneil)e Volkskrant - f960-1965 Krentenknioee! De Volfsskra_nt

- ??-??-??'2 foto's met .. oribekehdè méln, met informatie· achterop, tèr nagedachtenis aan kamp Amersfoort.

DE ZWERFSTEEN 2020-2 15

(16)

Dehevrljdlngvan de ge~é~nte; Steen deren

75'7JAAR VRfJHEID

Miep Teunissen-Schooltink, geboren· 193 0

':we woonden in de oorlog 1:1.an het Smidsdiekske. Onder de voormalige slagerij van buurman AJ. Schooltink, (nu Beukenïaan 8) zat een grote gewelfde kelder. Da1:1rhèbbeh veel mensen in rflzeten tijdens de bevrijding. Ook Jan Busink was daar.bij. Ook

iils erEngefse bommenwerpers overkwamen om in Duitsland te

"bombarderen zaten we daar wel eens in. Daar kwam er wel eens

een van naar beneden. Toen ons huis in 1947 1:1fbrandde, is de

slagerij van . de ouurmen verbouwd tot woonhuis, en zijn wij daar,.;

,gaêm wonen". Il

Foto's: collectie Efiesen.

De foto's zijn gemaakt door Teun Eliesen.

16 DE ZWERFSTEEN 2020-02

l~

(17)

Gedeêltëuiteeninterview in 2016 gebören2~ augustus 1920.

750JAAR VRfJHEID

')

lbert: "Op het eind van de oorlog werd er wel veel geschoten op de ZE-weg. Zo is de tram een keer beschoten. Net voorbij café Harkendaa/ kwam de tram tot stilstand. De machinist was dood.

Op 4 oktober 1944 was er weer een beschieting.

Ik geloof dat het op een woensdag was. Engelse vliegtuigen beschoten twee Duitse legerwagens met munitie op de ZE-weg. Eén van de wagens kwam hier voor het huis tot stilstand.

Mijn oom en mijn zus zaten in de bietenkelder op de deel (die had een betonnen deksel). Toen het ergste voorbij was, ging oom Johan kijken, door het raam van de voorkamer, en hij zei dat het wel mee viel. Een beetje vlammen bij één van de vrachtwagens. Maar hij was nog maar net terug in de kelder of de munitie begon te ont- ploffen. Een stuk of vier enorme explosies sloe- gen de hele voorgevel en de zijgevel van het huis en de werkplaats eruit. Allemaal munitie. De werkplaats stond iets dichter op de weg dan het huis (zie foto). Zelfs de kachel in de woonkamer was vernield en de deur van de brandkast was ontzet zodat ze hem niet meer open konden krijgen. Ook de voorgevel van de zaagloods (die was helemaal van hout) was weggeblazen. Eén van de Duitse chauffeurs lag dood op de 'hout- wal' naast de zagerij. Hij was nog wel uit de auto gekomen, maar had het niet overleefd. Gelukkig waren hier geen burgerslachtoffers".

"Ik was er zelf niet bij. Ik was thuis bij vader op het land aan het werk in de Lamstraal. We waren bieten aan het rooien geloof ik. Het was in oktober. We hadden natuurlijk wel gezien dat er iets was gebeurd en ik zei tegen vader:

"Da's vast bie oom Johan". We zijn er toen snel naar toe gegaan en ja hoor. Oom Johan en mijn

zuster (die daar werkte) waren inmiddels via het kelderraam uit de kelder gekropen en liepen hier om het huis. Het voorhuis lag helemaal in puin en ook het achterhuis, met hooi en stro, is helemaal uitgebrand. Het vee liep volgens mij nog in de wei. Links naast het huis was een ap- pe/bongerd en bijna alle appels lagen onder de boom. Hahaha, dat weet ik nog.

Een week later (donderdag 12 oktober 1944, BR) is hetzelfde gebeurd bij Klein Sessink en Offenberg in To/dijk. Ook die beide boerderijen zijn toen afgebrand. Later op de dag zijn daar twee Toldijkse jongens verongelukt door ontplof- fende granaten."

naast het huis was een appelbongerd,

alle appels onder boom.

"We hebben toen een noodwoning voor oom Johan gebouwd. Naast het huis stond de werk- plaats en daarnaast stond de zagerij. Achter aan de werkplaats hebben we toen de noodwoning gebouwd. Daar hebben oom Johan en mijn zuster toen nog vijf jaar gewoond. Hier was het allemaal puin. Heel wat stenen van het oude huis hebben we afgebikt.

Na de oorlog heeft mijn vader zich teruggetrok- ken uit het bedrijf. Toen wij in 1949 wilden gaan trouwen was het wel duidelijk dat de dochters van oom Johan niet voor een opvolger zouden zorgen. Ik werkte al sinds 1938 in het bedrijf en ik ben toen voor mijn vader in de plaats in het bedrijf gekomen". Il

DE ZWERFSTEEN 2020-2 17

(18)

~ /Jit artikel verscheen op 22 november1958 in dagbladTroÛJiJ.,

. :i·::.: ;,,.· ··,:: · .. , ...•.. ,;>, ..•. · ·· cc:· •... ,· :·:· ·.····,. ·,·.: ·.·.·,;,_.,;.,·:··· ,, ....•... ·.:·,, ;}_:··.:· ..•.... ,.,·. ··>· : :.·· .:.; ·" ··,·"·•· "· ··'··. ·.,_.. , .. , .. -.,.., .. · .. '.!; :•,· •·

Iieschreven

,>·· "

.rru~u•>itt::

er'eell noodlan- dominèren en p;~testanten

ilt ge de begrippen rust, stilte, intimiteit en charme in één woord noemen, zeg dan: Steenderen. Langs de slootjes, die de weiden doorkruisen, staan, door de coiffeur van de lente van een nieuwe pruik voorzien, de wilgen. In het dorp doen de vrouwen, karrebies aan de arm, hun boodschap- pen. De melkrijder maakt zijn dagelijkse ronde.

De bussen op de wagen vangen het voorjaars- licht. Door de kleine glas-in-lood-ruitjes van de burgemeesterskamer slaan wij het leven in Steenderen gade. Het onverschaalde leven.

Burgemeester J.J. A. Kruijff heeft gelijk. Zijn ge- meente leent zich niet bij uitstek voor industria- lisatie. Men bewijst er ons volk geen dienst mee van ons land één fabriek te maken. ,,Landbouw en veeteelt blijven hier domineren", zegt hij.

Engelse geholpen

Steenderen is met dit alles zeker geen ander woord voor gezapigheid. Daarvan legt het monument in de schaduw van het gemeentehuis getuigenis af. Het eert de ingezetenen, die In de jaren '40-45 Engelse piloten hebben verborgen, onder wie de bekende Richard Pape, en die dit met de dood moesten bekopen. Zij wisten, waar zij in die tijd hadden te staan. En zij weten ook, wat er in 1958 van hen wordt gevraagd.

Al bleven landbouw en veeteelt primair, helemaal zonder industrie gaat het niet. In de buurtschap Olburgen aan de IJssel staat een steenfabriek. En op de weg naar Baak bevinden zich een timmer- fabriek en een houtzagerij. Ook is er een melk- en kaasfabriek, maar dat is vanzelfsprekend voor een agrarische gemeente. Daar landbouw en vee- teelt en bestaande industrie de beroepsbevolking van Steenderen niet helemaal opvangen, wil het gemeentebestuur meer werkgelegenheid schep- pen. In het uitbreidingsplan is ook een industrie- terreintje opgenomen, maar bescheiden en op een daarvoor geschikte plaats, zodat het karakter van de gemeente niet wordt aangetast.

18 DE ZWERFSTEEN 2020-02

Verlanglijst: Nog geen honderd woningen ver- rezen er na de oorlog in Steenderen. Alles inbegrepen, ook de huizen die in de particuliere sector werden gebouwd. ,,U begrijpt dus, wat bovenaan de verlanglijst staat: woningen!" zegt burgemeester Kruijff.

750JAAR VRTJHEID

Een idyllisch plekje in de gemeente Steenderen: gezicht op de kerk van Baak.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor gebruikers van het middenveld en hun trainers, dat is vaak jeugd, is het belangrijk bij het oversteken naar de buitenkant van de baan goed op te letten en

Als Samuël door de Heere naar Isaï wordt gestuurd om één van zijn zonen tot koning te zalven, lezen we in 1 Samuël 16: 1, dat hij de opdracht krijgt: ‘Vul uw hoorn met

o Geen interessant vak (taal, cultuur, land, inwoners) o Geen nuttig vak (heb ik niets aan in het dagelijks leven) o Heb ik niet nodig voor opleiding/werk. o Ik denk niet dat

De Juridische status/onderbouwing van 80 km/h en waarom 60 km/h niet mogelijk zou zijn is omdat de Oude Spoorbaan beschouwd wordt als een (gebiedsontsluitings)weg buiten de

Winter heeft nu het compro- mis gesloten dat iepen van PWN binnen 500 meter van een gemeentelijke boom wel worden beheerd, maar andere bomen niet. De afstand van 500 meter zou

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

Achteraf bleek het voor niks omdat Karsten vlak daarvoor ontslag had genomen, zo had Zwanet dus voor niks vele onzinnige boodschappen bij de ‘Edah’ gedaan, maar gelukkig kwamen

Daar het bovendien niet toelaatbaar was het deel van het monument, waartegen de kransen gelegd werden, zelf met de achterkant naar het kerkhof te plaatsen, en, omdat alleen aan