Help dieren de winter door!
inspiratie gids
Ontdek hoe jij van je tuin een huis voor dieren maakt
Geef dieren een thuis in je tuin
Steeds meer dieren komen in de verdrukking of verdwijnen zelfs helemaal uit ons land. Buiten natuurgebieden is het voor dieren moeilijk om te overleven. Waar vinden ze nog genoeg voedsel en een plek om te schuilen en een nest te bouwen?
Gelukkig kun je de dieren een handje helpen, gewoon in je eigen tuin.
Mathiska, onze boswachter met groene vingers, weet als geen ander hoe je een tuin vol leven krijgt. Lees de tips van Mathiska in deze
inspiratiegids en ga zelf aan de slag. Maak van je tuin een plek waar insecten, vogels en egels zich thuis voelen.
2
Maak een lekkere vogelsnack
Wat wel en wat niet? Wat is de beste plek voor een vogelsnack?
Mezen hangen graag aan een vetbol, vinken en merels scharrelen liever op de grond. Je kunt dus voer op de grond strooien of op een voedertafel, maar hang ook vetbollen of andere vogelsnacks in bomen of struiken. Wil je bijzondere vogels zoals een specht of een boomklever naar je tuin lokken?
Hang dan voedsel aan een boomstam, op een
rustige, beschutte plek. Ook roodborstjes zoeken het liefst een beschut plekje om te eten.
Wat geef je ze te eten? Zadenmengsels, bessen, fruit, klokhuizen, schillen, gewelde krenten en rozijnen, pelpinda’s, pindakaas, vetbollen. Let er bij vetbollen op dat je altijd het netje eromheen
weghaalt, mezen kunnen hier namelijk in verstrikt raken. Zout voedsel is erg slecht voor vogels, kies dus altijd speciale vogelpindakaas en geen gewone pindakaas. Ook gewoon brood is vaak te zout voor vogels.
Wat drinkwater vinden ze ook fijn. Zorg er ook voor dat de vogels er niet in kunnen baden, anders bev-
riezen ze.
Tip:
Laat bladeren op een hoop in jetuin liggen. Hier zitten insecten in waar de vogels weer van smikkelen.
Wanneer voer je vogels en wat is de beste plek voor een vogelsnack? Welke vogel lust wat en hoe maak je een feestmaal voor ze? Leer alles over het helpen van vogels in de winter. Ga zelf aan de slag en maak de lekkerste vogelsnacks.
3
Foto: Kevin van den Hoven
Maak een pindaslinger Maak van een dennenappel een
vogelsnack
Maak het koordje vast aan de naald. Rijg de
doppinda’s aan elkaar door je naald te prikken door de pinda’s en de rozijnen. De pindaslinger kun je zo lang maken als je wilt. Hang het op een zichtbaar plekje in de tuin, dan kan je de vogels goed zien.
• doppinda’ s
• rozijnen
• een grote stopnaald
• een dun koordje, touwtje of restje breikatoen
Zoek een paar flinke dennenappels. Leg de
dennenappels even op de verwarming. Dan gaan de schubben wijder staan en is er meer ruimte voor de vogelpindakaas. Knoop een touwtje vast aan de dennenappel om hem straks aan op te hangen.
Meng de vogelpindakaas eventueel met vogelvoer, gedroogde insecten of rozijnen en prak het met een lepel of een vork zo veel mogelijk in de
dennenappel. Smeer de pindakaas die je over hebt aan de buitenkant en rol daarna de dennenappel door het vogelvoer. Klaar om op te hangen!
• flinke dennenappel
• touw
• vogelpindakaas
• lepel of vork
• eventueel vogelvoer, gedroogde insecten, rozijnen
Dit heb je nodig:
Dit heb je nodig:
4 o: T
onny Loverbos
Vetbol uit eigen keuken
Smelt het frituurvet voorzichtig in een pan. Wacht tot alles gesmolten is en haal de pan van het vuur. Voeg nu
voorzichtig vogelzaad toe. De mengverhouding is 1:1. Je hebt dus net zoveel frituurvet nodig als vogelzaad. Als je het hebt gemengd, vul je de vormpjes met het mengsel. Het mengsel wordt het snelst weer hard op een koude
plek. Giet je mengsel nu voorzichtig in de vormpjes en leg er steeds een touwtje in zodat je jouw creaties straks makkelijk op kunt hangen.
Heb je je vetbol in een melkpak, kopje, sinaasappelschil of eierdoos gemaakt? Dan kun je deze zo buiten hangen.
• Vast frituurvet (of kokosvet)
• Vogelzaad
• Vormpjes: je kunt koekvormpjes gebruiken maar ook kopjes, lege
melkpakken, eierdozen of zelfs uitgeperste sinaasappelhelften
• Stukjes touw.
• Een pan.
Dit heb je nodig:
Je kunt vetbollen natuurlijk in de winkel kopen, maar je kunt ze ook heel makkelijk en snel zelf maken! Dit kan met wat vormpjes, lege melkpakken, wc-rolletjes of eierdozen.
o: Kevin van den Hoven
5
Help egels de winter door
Egels slapen niet de hele winter. In zachte winters zijn er nog insecten en slakken te vinden en verlaten ze hun winterhol om op rooftocht te gaan. Daarom hebben egels een rustig plekje nodig waar ze kunnen overwinteren. Met deze tips maak je jouw tuin egelvriendelijk!
Rommelhoekje voor egels
Liggen er bladeren en takjes op de grond? Veeg ze bij elkaar en maak er een hoopje van onder een struik of heg.
Zo maak je een beschut plekje waar egels hun winterslaap kunnen houden. In andere seizoenen hebben egels dit soort rommelhoekjes nodig om overdag in te slapen. Ook in een composthoop of stapel
boomstammetjes duiken egels graag weg voor hun dagelijkse dutje en winterslaap.
Zorg voor een gedekte tafel
Zet planten en struiken in je tuin die van hier komen, inheemse soorten dus. Daar leven veel meer insecten op en dat is weer voedsel voor egels. In een natuurlijke tuin met veel planten en struiken en rommelhoekjes vinden egels beschutting en veel voedsel! Laat gevallen blad gewoon tussen alle andere planten liggen. Hier komen enorm veel insecten op af. En dat is niet alleen voedsel voor egels maar voor heel veel vogels en andere dieren.
Wil je egels nog wat extra’s geven? Zet dan wat speciale paté voor egels of kattenvoer neer.
Foto: Ido Hummelink
6
Egelpoortje in de schutting Help dorstige egels
Egels hebben meestal een groter leefgebied dan jouw tuin. Kijk daarom goed of egels wel van de ene tuin naar de andere kunnen komen. Staat er een schutting tussen jouw tuin en die van de buren?
Maak dan wat openingen aan de onderkant van je schutting zodat ze naar de tuin van de buren
kunnen. Leuk om samen met de buren te doen, maar een egelsnelweg door meer tuinen is natuurlijk nog leuker en beter!
Niet alleen de planten hebben dorst. Ook de dieren in je tuin hebben water nodig. Je kunt op beschutte plekken waterschalen neerzetten. Zet ze niet in de volle zon, want dan drogen ze snel weer op. Voor egels en andere zoogdieren is het belangrijk dat ze goed bij het water kunnen. Zorg dus voor een lage rand waar ze gemakkelijk overheen klimmen. Geef egels nooit melk. Daar krijgen ze diarree van.
Als je de ruimte hebt, kun je een vijvertje
aanleggen. Zorg wel voor een geleidelijk aflopende oever of een loopplankje zodat ze er gemakkelijk in en uit komen. Een oude waterbaan van de kinderen ingraven werkt ook prima als vijvertje. Daar zitten allemaal verhogingen in waar egels ook bij het water kunnen.
Maak een egelhuis
Gebruik een oude kist of mand met een gat in de zijkant als huisje voor de egels. Je kunt de
bovenkant waterdicht maken met dakpannen, takken of een dikke laag bladeren. Gebruik ook wat oud hout, bladeren en takken om het huisje een beetje mee te camoufleren. Zo heeft de egel een rustig plekje. Wil je er helemaal een egelparadijs van maken? Zet dan een schoteltje met droge
kattenbrokjes voor de ingang om de egel te lokken
.
Dit heb je nodig:• Kistje / mand met gat in zijkant
• Bladeren
• Takken/hout
• Evt. dakpannen
• Stukjes touw
• Een pan Heb je een tuin waar de natuur een beetje
zijn gang mag gaan? Dan heb je dikke kans dat daar ’s nachts een egel rondscharrelt.
Pootafdrukken, drolletjes en verschoven bladeren verraden hun aanwezigheid. Heb je een tegel in je tuin? Til het huisje niet op, dan schrikt de egel en komt hij
waarschijnlijk niet meer terug.
Zo weet je of je een egel in de tuin hebt
o: A. Westra
7
De koolmees zie je op de foto hierboven. Het is de grootste onder de mezensoorten qua formaat en aantal. In de winter zie je hem met het grootste gemak acrobatische toeren uithalen bij een vetbol of voedertafel met noten en zaden. Zijn favoriete kostje bestaat in de zomer uit spinnen, insecten en vooral rupsen, dé eiwitbommetjes voor de jongen. Koolmezen stemmen het broedseizoen liefst af op de hoeveelheid rupsen en leggen hun eerste ei zodra er veel rupsen zijn.
Wil jij graag vogels een handje helpen en ze bijvoeren? Dan is het handig om te weten welke vogels er rondvliegen in je tuin. Niet alle vogels eten namelijk hetzelfde. Herken de 10 meest voorkomende tuinvogels.
Koolmees
Lijkt wel wat op de koolmees, maar heeft een blauw petje en geen zwarte stropdas. Ook voor pimpelmezen vormen rupsen vaak de bulk van het voedsel voor hun jongen. Zo houden in een natuurlijke tuin allerlei dieren de rupsen in toom en krijg je geen rupsenplaag.
Pimpelmees
Top 10 tuinvogels
Foto: Erik de Klerck
Foto: Kimmylou Molendijk
8
In tuinen een tam vogeltje, in bossen kruipt hij liever weg tussen struiken en planten.
Roodborsten zijn nogal vechtlustig en verdedigen hun territorium fanatiek. Om
geen agressie op te wekken bij de ouders hebben jongen nog geen rode borstveren. Roodborsten tikken weleens tegen het raam. Niet omdat ze naar binnen willen, maar ze zien in hun eigen spiegelbeeld een rivaal die ze weg willen jagen.
Roodborst
Een huismus houdt niet van een tuin met
schuttingen. In een heg kan hij schuilen en aan beide kanten uitvliegen om voedsel te zoeken.
Maakt een slordig nest van takjes, grasstengels, dierenharen en veertjes. Hij nestelt in holen, onder daken of in een nestkast.
Huismus
Leeft verborgen tussen struiken en planten in tuinen, parken en bossen. Je ziet hem vaak op de grond rondscharrelen op zoek naar kleine insecten en spinnen. Hij komt ook op een voedertafel of pikt met zijn fijne snavel
bladluizen van planten. Mannetje en vrouwtje maken samen een mooi stevig nestje in een struik of heg.
Heggenmus
Een onopvallend bruinig vogeltje dat je goed kunt herkennen aan zijn opgewipte staart.
Bovendien brengt de winterkoning zijn zang luidkeels ten gehore. Iets wat je niet echt
verwacht bij het op een na kleinste vogeltje van Nederland. De winterkoning leeft van insecten, rupsen en spinnen. Hij houdt van tuinen met dichte struiken en klimop waar hij beschutting vindt en een nest in kan bouwen.
Winterkoning
Foto: Gineke BlessingFoto: Leon VersaevelFoto: Annelies VriensFoto: Ruud Poelstra
9
Je ziet hem vaak op het gazon hippen, op zoek naar regenwormen. Merels eten echt van
alles: vruchten, zaden, bessen, insecten,
spinnen, pissebedden, slakken en oorwurmen.
Laat ‘s winters de bladeren in je tuin liggen, want daar leven dit soort diertjes en kan de
merel voldoende voedsel vinden. Plant struiken met bessen of leg eens wat appels voor hem op de voedertafel of onder de struiken.
Merel
Dat de vink een zadeneter is, zie je aan zijn stevige snavel. Je ziet hem in je tuin vaak onder de voedertafel scharrelen, waar hij zaadjes oppikt die andere vogels hebben laten vallen.
Knoppen van planten en struiken eet hij ook. In het broedseizoen schakelt de vink over naar een dieet van insecten.
Vink
Huiszwaluwen nestelen gezellig met een groepje onder de dakrand of dakgoot.
Tenminste, als je nog zwaluwen ziet. Want het gaat niet goed met de boerenzwaluw en
huiszwaluw. Er zijn minder plekken om te broeden en minder om te eten. De huiszwaluw eet enorme aantallen muggen. Je kunt ze helpen door een zwaluwkast onder je dakrand te hangen.
Huiszwaluw
Luidruchtige tuinvogel die andere vogels op de voedertafel wegjaagt voor een lekker hapje. Hij kan buiten de broedtijd in enorme groepen slapen in bomen of hoge gebouwen en daar overlast geven. Toch kan het een mooi gezicht zijn als ze met een hele groep door de lucht zwenken. Van dichtbij zie je dat een spreeuw niet egaal zwart is, maar een paarse en groene weerschijn heeft.
Spreeuw
Foto: Guido de KleijnFoto: Wiel AretsFoto: John A HorsfallFoto: Linda van der Veeken
10
Maak van je tuin een dierenparadijs
Wil jij insecten en andere dieren helpen? Dat begint in je eigen tuin. In je eigen tuin kan je dieren al een thuis aanbieden. Hoe maak je je tuin aantrekkelijk voor dieren? Dat lees je hieronder.
• Laat uitgebloeide planten ‘s winters staan. Voor veel insecten zijn de stengels een mooi beschut plekje om te overwinteren. Ook zitten er op de stengels veel eitjes, larven en cocons van insecten.
• Elke tuin heeft een rommelhoek nodig. Dat zijn plekken waar veel leeft: insecten, wormen, maar ook egels en vogels komen hier op af. Gebruik compost om je tuin vruchtbaarder te maken.
• Veel planten die beschouwd worden als onkruid, zijn enorm belangrijk voor insecten. Laat bijvoorbeeld dovenetels staan, die zitten namelijk barstensvol hommels. Er komen veel bijen en vlinders af op vergeet-mij-nietjes en boterbloemen. Je kan ook een wilg of bloembollen in je tuin planten
.
• Laat waar mogelijk planten groeien: bijvoorbeeld een klimop of kamperfoelie tegen het hek of tegen de gevel. De bijen en vlinders zullen je dankbaar zijn voor alle nectar. Vogels kunnen dit gebruiken als schuilplek en maken er nesten in.
• Plant planten met meerdere functies. Een vuurdoorn bijvoorbeeld trekt hommels aan en hij heeft bladeren die door rupsen worden gegeten. Ook de meidoorn, twijgjes en klimop zijn planten met meerdere functies.
Foto: Gerard Roest
11
Drinkplekken voor dieren
Water brengt leven in je tuin. In een mooie, natuurlijke vijver leven niet alleen kikkers, padden en salamanders. Maar ook libellen, waterkevers en wantsen houden wel van zo’n plasje water. Voor andere dieren is het een plek om te badderen en te drinken. Heb je nog een plekje over? Leg dan een vijvertje aan.
Aanleg van een vijver Planten voor je vijver
Een vijver hoeft niet groot te zijn. Er zijn speciale vijverbakken te koop, maar je kunt ook een
speciekuip ingraven. Of zelf een gat graven in de vorm die je mooi vindt en afdekken met
waterdicht vijverfolie. Een goede vijver heeft verschillende dieptes, overgangen en glooiende randen. In het diepste deel (liefst meer dan 80 cm diep) kunnen dieren wegkruipen als het ’s winters hard vriest. Met een paar grote stenen of
boomstronk maak je een kant van de vijver minder diep. Dieren kunnen er dan gemakkelijk in en uit. En het water warmt zich er sneller op, een ideale plek voor kikkerdril en allerlei soorten insectenlarven. In de stenen zet je wat waterplanten vast.
Gebruik voor je tuin en je vijver alleen inheemse planten. Dat zijn planten die van oorsprong voorkomen in Nederland. Exoten, planten uit andere delen van de wereld, hebben hier geen concurrentie van andere soorten en
kunnen zich extreem vermeerderen. Als ze in de vrije natuur terechtkomen verdringen ze andere planten. Dat gebeurt nogal eens, met alle
gevolgen van dien (watercrassula bijvoorbeeld).
Waterplanten vermeerderen zich meestal goed dus als je een paar jaar je vijver niet schoonmaakt zit hij zo vol dat je over water kan lopen. Haal daarom ieder jaar ongeveer 1/3 van alle aanwas weg. Gooi het in de groenbak of op je composthoop, maar dus nooit in de natuur.
Foto: Loes Belovics
12
Waterplanten voor in je vijver
Zonder planten krijg je geen leven in je vijver. Er zijn 3 soorten waterplanten:
• Zuurstofplanten zorgen ervoor dat het water leefbaar blijft en de vijver niet volgroeit met algen. Denk aan hoornblad, sterrenkroos of waterpest.
• Oeverplanten, zoals zeggen, gele lis, rietsigaar en grote boterbloem. Larven van libellen en waterjuffers gebruiken deze planten om uit het water te kruipen als ze volwassen worden. Hangend aan de stengel sluipen ze dan uit hun velletje en vliegen ze weg zodra de vleugels droog zijn.
• Drijvende waterplanten zijn voor kikkers een mooie uitkijkpost. Ze zitten er graag op als ze insecten vangen. Bekende soorten zijn waterlelies, fonteinkruiden en gele plomp. Fijn voor de kikkers en mooi om naar te kijken.
Dieren in je vijver Regenwater opvangen
Of je vissen in je vijver wil bepaal je natuurlijk zelf.
Het zijn wel schrokoppen die heel wat andere diertjes op kunnen eten. Met een beetje geluk vinden salamanders, kikkers en padden hun weg naar je vijver. Net als libellen, juffers, bootsmannen, schrijvertjes, kokerjuffers, waterslakken,
staafwantsen en nog heel erg veel meer. Zij komen vanzelf in je vijver terecht.
Planten gedijen het best op regenwater. Vang dit dus zoveel mogelijk op. Dit kan door een waterton aan je regenpijp te bevestigen, maar je hebt ook complete schuttingen die water op kunnen vangen.
Pas wel op dat er geen geïsoleerde watertjes
ontstaan, zoals in een emmer of bloempot die nog buitenstaat. Want dan heb je kans dat steekmuggen daar hun eieren in afzetten. Muggenlarven leven in het water en zijn voedsel voor een heleboel andere dieren. Maar in een geïsoleerd watertje zijn die er niet en dan kunnen ze massaal tot ontwikkeling komen. Gooi ze dus regelmatig leeg op de planten die dat het hardst nodig hebben.
Foto:Thea Bezemer Verdoorn
13
Een waterbaan als vijver Drinken en badderen
Een oude waterbaan van de kinderen ingraven werkt ook prima als vijvertje. Daar zitten allemaal verhogingen in waar vogels op kunnen zitten en de egels ook bij het water kunnen. Waterschalen om te badderen kun je ook ophangen, ook op een balkon.
In tijden van hitte heb ik zelfs hoornaars zien drinken. Die hebben ook dorst.
Veel vogels en dieren hebben water nodig om te drinken. Je kunt op beschutte plekken
waterschalen neerzetten. Zet ze niet in de volle zon want dan drogen ze snel weer op. Vogels badderen ook graag en dus is het fijn als er een steen is waar ze veilig op kunnen staan om te badderen. Voor egels en andere zoogdieren is het juist belangrijk dat ze goed bij het water kunnen. Zorg dus voor een lage rand waar ze gemakkelijk overheen klimmen.
14 o:Trix Lindeman
Maak je eigen nestkastje
Vogels gebruiken nestkastjes niet alleen om in te broeden. ‘s Winters hebben vogels beschutting nodig. In een nestkastje kunnen ze slapen en zich verbergen. Wil jij graag vogels in de tuin en hen een handje helpen? Dat kan. Bekijk de bouwtekening
hieronder en maak je eigen vogelhuisje!
Zo maak je het nestkastje Dit heb je nodig:
Zaag de plankjes op maat. Boor een gat boven in het stuk dat de voorkant wordt. Dit is de vliegopening voor de vogel. Hiernaast zie je welke grootte je nodig hebt voor verschillende vogelsoorten. Schroef, spijker of lijm de delen in elkaar. Let op: lijm het dakje niet vast! Sla nu een spijker door de
bevestigingslat om je kastje aan de boom of muur te bevestigen.
• Houten plankjes (zie voor afmetingen de bouwtekening) behandeld met
beschermende beits;
• Spijkers, schroeven of lijm;
• Zaag;
• Boor.
Tips
• Hang de nestkast op een rustige plek.
• Zorg dat er geen takken vlak voor de opening hangen.
• Hang hem met de voorkant naar het oosten.
• Zorg dat de nestkast beschut is tegen de wind en buiten het bereik hangt van katten.
• Hang de nestkast stevig op, zodat hij niet kan gaan slingeren of vallen.
• Pimpelmees 26 mm
• Zwarte mees 26 mm
• Kuifmees 26 mm
• Koolmees 30-32 mm
Afmetingen vliegopening:
15
Foto: Harrie Dirksen
Bouwtekening
16
Regelmatig geeft Mathiska hier tips voor je tuin. Hoe kies je de beste planten voor je tuin? Hoe voorkom je droogte? Mathiska legt het je graag uit!
Ga naar nm.nl/tuin
Meer inspiratie opdoen?
Breng diversiteit aan in je tuin: struiken met
vruchten, bloeiende planten, een grote boom…
Hoe diverser je tuin is, hoe meer verschillende soorten dieren je tuin zal
aantrekken.
Nog een laatste
tip
Onze natuur is niet alleenschitterend, maar ook kwetsbaar. Wij moeten de natuur koesteren. Samen met onze boswachters, leden en vrijwilligers werken wij iedere dag aan een natuurlijker Nederland.
Doe ook mee en ga naar nm.nl/word-lid