Document Name: projectplan Natuurvriendelijke oevers Natuursloot
voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk
Artikel 5.4 Waterwet Voor het project:
Natuurvriendelijke oevers Natuursloot Zeist
PROJECTPLAN WATERWET Datum: 25 februari 2014
Onderwerp: Natuurvriendelijke oevers Natuursloot Zeist
Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is (gelet op artikel 5.4 van de Waterwet) het voorliggende projectplan voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de Natuursloot Zeist vast te stellen en uit te voeren in overeenstemming met het bepaalde in dit projectplan.
Overeenkomstig artikel 5.4, eerste lid van de Waterwet geschiedt de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door de beheerder overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Overeenkomstig artikel 5.4 lid 2 van de Waterwet bevat het projectplan tenminste:
een beschrijving van het werk een beschrijving van de uitvoering
een beschrijving van voorzieningen gericht op het ongedaan maken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het project.
Daarnaast bevat dit projectplan;
een beschrijving van de toetsing aan de Waterwet;
een beschrijving van de procedure
1. beschrijving van het werk
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wil langs de primaire watergangen Natuursloot Zeist (leggercode BR1860) en de Hakswetering (leggercode BR0179-deels) over een lengte van 1.350 m een natuurvriendelijke oever aanleggen. Het aanleggen van de
natuurvriendelijke oevers draagt bij aan een betere waterkwaliteit en vergroot de leefmogelijkheden voor flora en fauna.
Het perceel van Het Utrechts Landschap (kadastraal bekend gemeente Zeist, sectie G, nummer 1771 en 1797) wordt natuurvriendelijk ingericht. Het is uitdrukkelijk de bedoeling om de openheid van het gebied te behouden.
Het doel van het project is om de ecologische potentie van het gebied beter te benutten door de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Hierdoor wordt:
de nutriëntenbelasting door afspoeling van landbouwgronden gereduceerd;
het waterbergend vermogen vergroot;
de biodiversiteit vergroot;
meer gebiedeigen kwel- en regenwater vastgehouden en gebufferd;
meer ruimte gecreëerd voor natte natuur;
de landschappelijke kwaliteit verbeterd;
met de natuurvriendelijke oever langs de Hakswetering uitvoering gegeven aan KRW doelstellingen;
bijgedragen aan de Ecologische Hoofdstructuur (opgenomen in het Akkoord van Utrecht).
Het ontwerp is tot stand gekomen met de inbreng van Het Utrechts Landschap, de gemeente Zeist, Dienst landelijk Gebied, LTO Noord, Bureau Beheer Landbouwgronden, de Werkgroep Natuurlijk Zeist – West, de Stichting Milieuzorg Zeist e.o. en de eigenaren en gebruikers van de gronden. Deze partijen worden nauw betrokken bij de verdere planuitwerking en de
In het ontwerp-projectplan is als maatregel een wandelpad op de onderhoudsstrook weergegeven. Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden heeft op 15 oktober 2013 besloten om het wandelpad en voorzieningen t.b.v. het wandelpad niet te realiseren.
De werkzaamheden worden uitgevoerd op acht percelen die grenzen aan de zuidzijde van de Natuursloot Zeist. Vijf percelen zijn in eigendom bij Het Utrechts Landschap. Eén perceel is in eigendom bij Bureau beheer Landbouwgronden en twee percelen zijn in particulier bezit.
Het waterschap is in onderhandeling met de eigenaren en de pachters om met inzet van de grond van Bureau Beheer Landbouwgronden te komen tot een herverkaveling.
Deze verkaveling heeft tot doel:
- om de benodigde grond te verwerven, en
- de verkaveling in de directe omgeving te verbeteren, en
- de eigenaren en pachters de mogelijkheid te bieden krijgen om extra grond te verwerven.
Het plangebied is weergegeven op kaart bijgevoegd als bijlage 1.
1.2 Uit te voeren werkzaamheden De uit te voeren werkzaamheden zijn:
het over een lengte van 250 meter aanbrengen van een natuurvriendelijke oever langs de Hakswetering;
het over een lengte van 1.100 meter aanbrengen van een natuurvriendelijke oever langs de Natuursloot Zeist;
het verwijderen van één duiker uit de Natuursloot Zeist, het vergroten van één te krappe duiker in de Natuursloot Zeist en aanbrengen van een nieuwe duiker in het natuurgebied van Het Utrechts landschap;
het herprofileren van enkele sloten in het natuurgebied van Het Utrechts landschap;
en het aanbrengen van een kikkerpoel in het natuurgebied van Het Utrechts landschap;
het aanbrengen van een onderhoudspad langs de Natuursloot Zeist en tussen Couwenhoven en de Waterigeweg / Koelaan
De werkzaamheden zijn weergegeven op de overzichtskaart bijgevoegd als bijlage 2.
1.3 Te treffen voorzieningen om eventuele nadelige effecten tegen te gaan Langs de aan te brengen natuurvriendelijke oever is een bosperceel aanwezig. De
natuurvriendelijke oever is ter plaatse van dit perceel beperkt van omvang. Om de watergang en de oever te kunnen onderhouden is het noodzakelijk dat over het bosperceel een
schouwpad wordt ingericht.
Hiervoor is het noodzakelijk dat over een lengte van ongeveer 140 meter kap- en snoei- werkzaamheden plaatsvinden. De werkzaamheden worden met instemming van de eigenaar van het perceel, Het Utrechts Landschap, uitgevoerd.
De graafwerkzaamheden worden uitgevoerd met hydraulische graafmachines en de vrijkomende grond wordt afgevoerd door middel van vrachtwagens en/of trekkers met dumpers. Dit kan enige (geluids)overlast met zich meebrengen. Hierbij wordt gewerkt volgens de wettelijk geldende bepalingen. Het zaagwerk wordt uitgevoerd met een
kettingzaag. Om de overlast te beperken worden deze werkzaamheden overdag uitgevoerd.
Tijdens de uitvoering wordt rekening gehouden met beschermde planten- en diersoorten, zoals voorgeschreven door de Flora- en faunawet. Indien nodig worden mitigerende maatregelen getroffen,
Alle werkzaamheden worden in goed overleg met en met instemming van de betrokken grondeigenaren uitgevoerd. Voor de werkzaamheden wordt een omgevingsvergunning aangevraagd. In dit projectplan is geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg staat.
Voor eventueel financieel nadeel dat onverhoopt ontstaat als gevolg van de uitvoering van het projectplan kan een benadeelde een beroep doen op artikel 7.14 van de Waterwet. Dit artikel bepaalt dat aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan een vergoeding wordt toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de
vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze is verzekerd. Het verzoek tot vergoeding van de schade bevat een motivering en een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde schadevergoeding. Op de hierboven bedoelde verzoeken om schadevergoeding is naast artikel 7.14 van de Waterwet ook de Nadeelcompensatieregeling van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van toepassing.
1.4 Toetsing Waterwet
De toepassing van de Waterwet is gericht op:
a. het voorkomen en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met
b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en
c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
Conclusie:
a. overstromingen, wateroverlast en waterschaarste
Door het project ontstaat geen wateroverlast, en een goede aan- en afvoer blijft gegarandeerd.
Met de uitvoering van dit project wordt het waterbergend vermogen van de Natuursloot vergroot. Hierdoor wordt gebiedseigen kwel- en regenwater vastgehouden en gebufferd. Om een goede water aan- en afvoer te garanderen wordt de eindstuw van de Natuursloot in 2012 vervangen.
b. chemische en ecologische kwaliteit
Door de aanleg van een brede natuurvriendelijke oever komen aanzienlijk minder
meststoffen vanuit het agrarisch gebied in het oppervlaktewater terecht. Daarnaast heeft een natuurlijke oeverzone met meer water- en oeverplanten ook een positieve invloed op de chemische waterkwaliteit.
De aanleg van natuurvriendelijke oevers langs Natuursloot en Hakswetering biedt meer leefruimte en migratieroutes voor de doelsoorten van de Kaderrichtlijn Water en de Ecologische Hoofdstructuur. Het bieden van ruimte en een meer geleidelijk oplopende, natuurlijke oeverzone stimuleert de ontwikkeling van water- en oeverplanten. Deze bieden op hun beurt leefruimte en schuilgelegenheid voor karakteristieke kleine waterdiertjes, vissen, insecten, vogels, zoogdieren etc.
c. gevolgen maatschappelijke functies watersysteem
Het aanleggen van een natuurvriendelijke oever langs de Natuursloot zorgt ervoor dat de landschappelijke kwaliteit wordt verbeterd en de biodiversiteit wordt verhoogd. Door het aanbrengen van een wandelpad op de onderhoudsstrook krijgt het project een aanzienlijke
Landschap en gebiedsdeskundigen in de planprocessen is een toereikende inrichting ten behoeve van alle bovengenoemde doelen gewaarborgd. Het waterschap is
onderhoudsplichtig voor de watergang, de natuurvriendelijke oever en het schouwpad.
2. Uitvoerbaarheid
2.1 Planologische inpassing
De percelen waar het project wordt uitgevoerd vallen gedeeltelijk binnen het Bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord en gedeeltelijk binnen het Bestemmingsplan buitengebeid zuid-west
Bestemmingsplan Zeist-West en Utrechtseweg-Noord
De aanleg van natuurvriendelijke oevers past binnen het bestemmingsplan De
aanwezige bestemmingen zijn ‘groen’ en ‘water’. Voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers binnen deze bestemmingen is een aanlegvergunning nodig.
• Bestemmingsplan buitengebied zuid-west
De aanleg van natuurvriendelijke oevers past binnen dit bestemmingsplan. De aanwezige bestemming is ‘Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke
waarden met landschappelijke openheid’. Voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers binnen deze bestemming is aanlegvergunning nodig. Ook de realisatie van een
wandelpad past binnen de bestemming.
2.2 Andere noodzakelijke vergunningen en relevante besluiten
De wijzigingen in de vorm en afmetingen van de watergang als gevolg van dit project worden vastgelegd in de legger. De legger bestaat uit kaarten en teksten; in de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van wateren of waterkeringen. Ook worden daarin de zogeheten kunstwerken vermeld zoals bruggen, stuwen en duikers. De legger is bepalend voor de verplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers op het gebied van de instandhouding van de
waterstaatswerken.
Verder zijn de volgende overige vergunningen en besluiten van belang:
Ontheffing Flora- en faunawet
Omgevingvergunning (inclusief archeologisch onderzoek)
Deze vergunningen en besluiten leveren naar verwachting geen problemen op. Zowel de gemeente als de provincie is nauw betrokken bij dit proces.
2.3 Planning
Momenteel vindt overleg plaats tussen alle betrokken partijen over de compensatie voor het grondverlies. De aangepaste Omgevingsvergunning, zonder wandelpad, wordt naar
verwachting op korte termijn verleend. De werkzaamheden worden medio 2014 uitgevoerd waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met alle belangen.
3 Procedure
Zienswijze in de ontwerpfase
Het ontwerp-projectplan heeft gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen (29 mei 2012 tot en met 10 juli 2012). In deze periode zijn drie zienswijzen ingediend tegen het ontwerp-projectplan.
Vaststelling projectplan
De zienswijzen en inspraakreacties zijn in behandeling genomen. De zienswijzen ten aanzien van het wandelpad, de inlaat naar het zuidelijke natuurgebied en de wijze van compensatie zijn gehonoreerd. Het projectplan is hierop aangepast. Alle zienswijzen zijn met beantwoording gebundeld in een inspraakrapport. Het definitieve projectplan wordt samen met het inspraakrapport door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld.
Beroep na goedkeuringsbesluit projectplan
Na vaststelling van het projectplan door het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan een belanghebbende die ook een zienswijze heeft ingediend op het projectplan beroep instellen, conform artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht. Hij dient daartoe binnen zes weken na de bekendmaking beroep in te stellen bij de rechtbank. Een beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van beroep. Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd van € 165,- voor een natuurlijke persoon en € 328,- voor een rechtspersoon.
Een beroepschrift moet in tweevoud worden gericht aan de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht, onder overlegging van een afschrift van dit projectplan. Het beroep kan ook digitaal ingesteld worden bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze
voorwaarden.
Voorlopige voorziening
Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden Nederland, op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld.
Voor het verzoek tot voorlopige voorziening is opnieuw griffierecht verschuldigd van € 165,- voor een natuurlijke persoon en € 328,- voor een rechtspersoon.
4. Contactpersoon uitvoering
De heer A. Koerhuis is intern opdrachtgever en de heer R. Zwolsman treedt op als projectleider uitvoering vanuit het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
5. Ondertekening
Het college van dijkgraaf en heemraden.
Bijlage 1 Overzichtskaart plangebied
Bijlage 2 Overzichtskaart werkzaamheden
INSPRAAKRAPPORT
