• No results found

Orde van dienst, Hervormde Gemeente Herwijnen Zondag 24 januari 2021, 10:00 uur. Orgelspel. Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Orde van dienst, Hervormde Gemeente Herwijnen Zondag 24 januari 2021, 10:00 uur. Orgelspel. Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Orde van dienst, Hervormde Gemeente Herwijnen Zondag 24 januari 2021, 10:00 uur

Orgelspel

Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst Aanvangslied: Psalm 134a: 2 en 3 (Weerklank)

3 Dat ’s HEREN zegen op u daal’;

zijn gunst uit Sion u bestraal’;

Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer;

loof, loof dan aller heren HEER.

Stil gebed

Votum en groet

Zingen: Psalm 142: 2, 4 en 5 (OB) 2 Als mij geen hulp of uitkomst bleek, Wanneer mijn geest in mij bezweek, En overstelpt was door ellend', Hebt Gij, o HEER', mijn pad gekend.

4 'k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zodat mijn dood voorhanden scheen, En alle hoop mij gans ontviel,

Daar niemand zorgde voor mijn ziel.

5 Ik riep tot U, ik zeid': o HEER',

Gij zijt mijn toevlucht, sterkt' en eer;

Gij zijt, zolang ik leef, mijn deel, Mijn God, Wien ik mij aanbeveel.

(2)

2

Lezing van de wet

Zingen: Psalm 86: 6 (OB)

6 Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len;

Neig mijn hart, en voeg het saâm Tot de vrees van Uwen naam.

HEER, mijn God, ik zal U loven, Heffen 't ganse hart naar boven;

'k Zal Uw naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid.

Gebed om Gods Geest

Bijbellezing: Exodus 16: 1 – 6 en Johannes 6: 1 - 13 Exodus 16: 1 – 6

1 Zij braken op uit Elim en heel de gemeenschap van de Israëlieten kwam in de woestijn Sin, die tussen Elim en de Sinaï ligt. Dat was op de vijftiende dag van de tweede maand nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken. 2. En heel de gemeenschap van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn. 3. De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven. 4. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet. 5. En op de zesde dag moet het zó zijn dat zij bereiden wat zij binnenbrengen, en dat zal het dubbele zijn van wat zij dagelijks verzamelen. 6. Toen zeiden Mozes en Aäron tegen al de Israëlieten: Vanavond nog zult u weten dat de HEERE u uit het land Egypte geleid heeft.

Johannes 6: 1 - 13

1 Hierna vertrok Jezus naar de overkant van de zee van Galilea, ofwel van Tiberias. 2. En een grote menigte volgde Hem, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de zieken. 3. En Jezus ging de berg op en ging daar zitten met Zijn discipelen. 4. En het Pascha, het feest van de Joden, was nabij. 5. Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen eten?

6. Maar dit zei Hij om hem op de proef te stellen, want Hij wist Zelf wat Hij zou gaan doen. 7. Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor hen niet genoeg, zodat ieder van hen een beetje zou kunnen krijgen. 8. Een van Zijn discipelen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei tegen Hem: 9. Hier is een jongetje dat vijf gerstebroden en twee visjes heeft, maar wat betekenen die voor zovelen? 10. En Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. En er was veel gras op die plaats. Dus gingen de mannen zitten, ongeveer vijfduizend in getal.

11. En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had, deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan hen die daar zaten; op dezelfde manier werden

(3)

3

ook de visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden. 12. En toen zij verzadigd waren, zei Hij tegen Zijn discipelen: Verzamel de overgebleven stukken, zodat er niets verloren gaat. 13. Zij verzamelden ze nu en vulden twaalf manden met stukken van de vijf gerstebroden die overgebleven waren bij hen die gegeten hadden.

Orgelspel: Meditatief moment

Voordracht: Psalm 81: 8, 11 en 12 (OB) 8 'k Nam te Meriba

Proef van uw vertrouwen, Of g' op Mijn genâ,

In uw tegenheên, Op Mijn naam alleen

En Mijn woord zoudt bouwen.

11 'k, Ik ben de HEER;

'k Ben uw God, die heilig IJver voor Mijn eer;

Die u door Mijn hand Uit Egypteland

Leidde, vrij en veilig.

12 Opent uwen mond;

Eist van Mij vrijmoedig, Op mijn trouwverbond;

Al wat u ontbreekt,

Schenk Ik, zo gij 't smeekt, Mild en overvloedig.

Verkondiging: Johannes 6: 5

Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen eten?

(4)

4

Zingen: Psalm 67: 2 (Weerklank)

Dankgebed en voorbede

(5)

5

Slotzang: Lied 360: 1, 4 en 5 (Weerklank)

4 Geloofd zij God, die eeuwig leeft, en ons ’t geloof gegeven heeft in Jezus, zijn geliefde Zoon, de ware weg en levensbron.

5 Kom ons geloof te hulp, o Heer bewaar het tot de ommekeer waarin geloof aanschouwen wordt en wij U loven, onverkort.

Zegen

Gelegenheid tot geven van gaven na de dienst bij de uitgang van de kerk Orgelspel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat Gij eenmaal zijt begonnen o voltooi het: maak ons rein, tot de wereld is gewonnen en in U hersteld zal zijn, tot wij eeuwig bij U wonen, schrijdende van licht tot licht,

Fijn goud kan niet in ruil voor haar gegeven worden, en haar prijs kan niet met zilver worden afgewogen.. Zij kan met het fijne goud van Ofir niet betaald worden,

de zoon van Jakob, de zoon van Izak, de zoon van Abraham, de zoon van Tera, de zoon van Nahor, 35?. de zoon van Serug, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de zoon van Heber, de

4) Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. 5)

Antw.: Opdat ik in mijn hoogste aanvechtingen verzekerd zij en mij ganselijk vertrooste, dat mijn Heere Jezus Christus door zijn onuitsprekelijke benauwdheid,

Hij antwoordde en zei tegen hen: Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met hem die er geen heeft, en wie voedsel heeft, moet ook zo doen.. Er kwamen ook

7 Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. 8Ik heb

Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze: ‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’ 7 Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen een voedster