Jaaropdrachten portfolio
Sportvakken Theorievakken Overkoepelende opdrachten
Derde jaar Dans Basis LO
Engels : extreme kicks Godsdienst : me – wannabee
Nederlands : extreme sporten (november)
PO : pimp up my eastpak bag
Theorie LO :
opdracht: plezier in sport, sportieve levenswijze opdracht zelfkennis, jezelf in trefwoorden creatief afgebeeld opdracht natuurbeleving
Creastage : 3 opdrachten (april)
Vierde jaar Dans Basis LO
Godsdienst : jaarthema mijn utopie PO : stopMOTION ICT
Overstap 3de naar 4de jaar
Instroomleerlingen : persoonlijke voorstelling (september) Watersportstage
Vijfde jaar Dans : overzicht dans (juni)
Omnisport B : opdracht Kerst verwerking OBS
Bewegingsagogiek : veldloop (november)
Overstap 4de naar 5de jaar
Instroomleerlingen : persoonlijke voorstelling (september)
Zesde jaar Dans : carrièreoverzicht (juni)
Body & Spirit : Kerst: yoga Juni: keuze (shiatsu, massage,blote voeten...)
Bewegingsagogiek : gip (november) Engels (GIP) : (januari)
Overstap 5de naar 6de jaar
Instroomleerlingen : persoonlijke voorstelling (september)
Skistage
Coaching 2de graad : Mevr. K. Geys Coaching 3de graad : Mevr. L. Van Lint Nieuwe portfolio : M. J. Van Dooren
Evaluatie: per vak / per opdracht
in zijn totaliteit : einde zesde jaar tijdens de gippresentatie
Evaluatiewijzer portfolio:
Evaluatiecriteria Zwak Voldoende Goed Uitstekend
UITWERKING VAN OPDRACHT: INHOUDELIJKE UITWERKING
Houdt zich niet aan de afspraken van de opdracht.
Maakt er zich te snel van af, geen of weinig inhoudelijke uitwerking,
…
Voert de taak niet volledig volgens de afspraken uit.
Ook de inhoudelijke uitwerking kan beter. De opdracht is nog te oppervlakkig uitgevoerd.
Voert de taak volgens de afspraken uit.
De inhoudelijke uitwerking is goed. Er is over nagedacht, maar er is nog vooruitgang mogelijk.
Voert de taak volgens afspraken en voorschriften uit.
Werkt de opdracht inhoudelijk zeer sterk uit.
UITWERKING VAN OPDRACHT: ORIGINALITEIT - CREATIVITEIT – DIEPGANG
Zeer oppervlakkige, snel gemaakte opdracht. Er werd niet nagedacht over de mogelijke creatieve uitwerkingen en technieken.
Niet origineel of persoonlijk. Zonder diepgang.
Er is een goedbedoelde poging ondernomen om de opdracht creatief en origineel/persoonlijk uit te werken.
De leerling heeft echter te snel willen werken of is te oppervlakkig gebleven.
De opdracht is creatief of origineel met de nodige diepgang uitgewerkt.
Er is aandacht gegeven aan verschillende technieken die de opdracht persoonlijk en/of sterker maakt.
De opdracht is zeer creatief en origineel uitgewerkt. De leerling heeft de taak voorzien van een persoonlijk
‘touch’ (de leerling heeft zijn ‘ziel’ erin gelegd).
Het idee en de persoonlijkheid van de leerling wordt mooi in beeld vertaald.
UITWERKING VAN OPDRACHT: ORDE/NETHEID
Er is weinig tot geen aandacht gespendeerd aan orde en netheid. De opdracht is snel en slordig uitgevoerd.
De taak is niet volledig volgens de afspraken uitgevoerd (niet netjes of niet volgens de opgegeven afspraken of…).
Voert de taak volgens de afspraken uit. De taak is ordelijk en verzorgd uitgevoerd.
Voert de taak volgens afspraken en voorschriften uit. Heeft oog voor details, orde en netheid.
UITWERKING VAN OPDRACHT: TIMING
De opdracht is niet tijdig ingediend.
De opdracht is tijdig ingediend.
Enkele portfoliofoto’s…
voorbeeld van een evaluatiewijzer : creastage
Attitudebeoordeling : Creastage 2015 Mariagaarde Westmalle
Naam : Klas :
Score : INZET EN DOORZETTINGSVERMOGEN
Taakopvatting is nihil: weigert werk op te nemen.
Taakopvatting is slecht: Doet zelf zo weinig mogelijk.
Taakopvatting is eerder
minimaal.
Neemt weinig werk op en doet zelden extra werk.
Doet wat nodig is. Doet extra werk als dat gevraagd wordt.
Stelt zich ver- antwoordelijk op. Doet spontaan meer dan gevraagd.
Is zeer snel afgeleid. Geeft direct op.
Is snel
afgeleid, is niet alert, zelfs niet bij korte opdrachten.
Geeft snel op.
Laat zich nog afleiden, is weinig alert bij opdrachten, zeker als het een relatief langdurige taak is. Geeft vrij snel op.
Blijft meestal alert, ook bij relatief langdurige opdrachten.
Geeft niet op voor er een bevredigend resultaat is.
Heeft een uitstekende inzet ook bij langdurige opdrachten.
Geeft nooit op.
Commentaar:...
...
...
DISCIPLINE (REGELS, STIPTHEID) Aanvaardt
regels niet.
Werkt ze tegen of doet ze gewoon niet.
Doet zijn/haar zin.
Aanvaardt moeilijk regels.
Werkt niet mee of voert ze vaak niet uit.
Doet nogal eens waar hij/zij zin in heeft.
Past regels enkel op aanwijzing toe.
Heeft oor voor regels en past deze toe.
Kan regels correct en spontaan interpreteren.
Heeft de regels niet nodig.
Commentaar:...
...
...
ZORG VOOR MENS, MATERIAAL, MILIEU Draagt geen
zorg voor gebruikte materialen, de kamer, afval...
Gaat nonchalant om met
materialen, de kamer, afval, …
Draagt enkel zorg voor materialen, de kamer, afval…
als de leerkracht het vraagt of toekijkt.
Gaat
zorgzaam om met gebruikte materialen, de kamer, afval…
Draagt altijd en spontaan zorg voor materialen, kamer, afval…
Wijst anderen op fout gedrag.
Heeft geen aandacht voor een gezonde levenswijze.
(Nachtrust/
roken/voeding en drank/…)
Heeft weinig aandacht voor een gezonde levenswijze.
Moet er meer- maals op ge- wezen worden.
Heeft meestal aandacht voor een gezonde levenswijze, op vraag en zolang dit niet veel moeite kost.
Heeft voldoende aandacht voor een gezonde levenswijze.
Heeft altijd en spontaan aandacht voor een gezonde levenswijze. Is er actief op gericht.
Commentaar:...
...
SOCIALE HOUDING / SAMENWERKING / OPEN & POSITIEVE INGESTELDHEID Ligt dwars,
werkt niet samen. Is humeurig, soms agressief.
Trekt zich weinig aan van anderen. Doet zijn ding alleen.
Weinig sociaal.
Geremd.
Onzeker.
Werkt vooral met eigen vrienden. Houdt rekening met anderen, omdat het moet, omdat de lkr dit waar- deert, omdat …
Werkt goed samen. Sluit zich
constructief aan bij meerderheid.
Zorgt actief voor groeps- opname, springt in voor de groep.
Negatieve houding. Sluit zich af van de workshops.
Weinig open ingesteldheid.
Meestal met tegenzin…
Is enkel open en positief als de opdracht leuk is.
Gesloten…
Meestal een open en positieve ingesteldheid.
Altijd
enthousiast, met zin, positief.
Commentaar:...
...
ZELFREFLECTIE
Ontbreekt. Eerder weinig of vaak onjuist.
Enkel omdat het moet.
Goede kijk op zichzelf.
Prima en spon- tane reflecties.
Commentaar:...
...
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) 2012-2013 Semester 2
Mariagaarde Instituut Westmalle
Naam : Klas : 5 LOSB
Vak : Balsporten Leerkracht : Jan Van Dooren
1. Algemene afspraken: kledij, blessures/vervangtaken/blessureschrift, remediëring, tijdig in de volgende les, materiaal, veiligheid…
(hulpmiddel : LVS-afsprakenblad)Aanvaardt afspraken niet. Werkt ze tegen, doet zijn/haar zin.
Voert afspraken vaak niet uit. Doet nogal eens waar hij/zij zin in heeft.
Past regels enkel op aanwijzing toe.
Vergeet de afspraken soms.
Heeft oor voor regels en afspraken.
Past ze bijna altijd toe.
Kan regels correct interpreteren en past ze spontaan toe.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2. Vakspecifieke AV :
individuele vaardigheden (zelfconcept) of sociale functioneren2.1. Inzet en doorzettingsvermogen :
Is zeer snel afgeleid of leidt anderen af.
Is niet alert, zelfs niet bij korte oefeningen.
Laat zich snel afleiden, is niet zo alert, zeker niet als het lange
oefeningen zijn.
Goede inzet maar is soms afgeleid. Oogt af en toe minder enthousiast.
Goede inzet, blijft meestal alert, ook bij lange oefeningen.
Heeft steeds een uitstekende inzet, veel enthousiasme, ook bij lange opdrachten.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.2. Observeren, coachen en begeleiden :
tijdens spelvormen, oefeningen, wedstrijden … Moedigt nauwelijksaan. Is niet
teamgericht. Coacht negatief.
Moedigt af en toe aan. Geeft vaak negatieve aanwijzingen.
Moedigt aan en kan, met hulpmiddelen, af en toe een gerichte tips geven.
Moedigt aan, coacht het team en geeft af en toe gerichte technische tips.
Moedigt steeds aan en geeft gerichte tips, die de prestatie verbeteren.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.3. Zelfstandig werk en groepswerk :
technische oefeningen (individueel of per 2/3), organiseren van wedstrijden (management, arbitrage, veldbezetting, tactiek…) …3. Visiegerichte AV-accenten : gezonde levenswijze :
rust, ontspanning, souplesse, herstel en recuperatie : aandacht voor rustmomenten, stretching, cooling down, leergesprekken…zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1-2 3-4 5-6 7-8 9-10
Kan niet zelfstandig werken. Stoort anderen . Neemt geen initiatief.
Houdt zich afzijdig bij het samenstellen van groepen en bij overleg.
Werkt moeilijk zelfstandig, neemt hierbij geen initiatief. Werkt bij voorkeur alleen of samen met bevriende klasgenoten.
Kan met een taakkaart of door coaching zelfstandig werken. Helpt anderen als zij of de LKR het vragen.
Neemt weinig initiatief.
Werkt goed
zelfstandig, alleen of in groep; helpt spontaan en heeft vertrouwen in de hulp van anderen.
Start vlot en snel.
Neemt initiatief.
Werkt uitstekend zelfstandig. Neemt spontaan leiding of initiatief. Maakt anderen beter door een goede coaching, taakverdeling, opstelling…
proces product Proces product proces product proces product proces product
Heeft geen aandacht voor rustmomenten (stretching, cooling down, leergesprek…) Komt zelden tot rust en stoort anderen.
Heeft weinig tot geen aandacht voor rustmomenten, cooling down, stretching… Praat veel, kan moeilijk
‘stil worden’ …
Kan op vraag van de LKR of ploegkapitein rustig worden, stretchen, luisteren en participeren aan een leergesprek.
Stoort anderen niet.
Heeft aandacht voor rustmomenten en werkt dan steeds goed mee. Geniet ervan, neemt soms spontaan initiatief.
Heeft steeds spontaan aandacht voor rustmomenten.
Neemt daarbij zelf initiatief, zonder dat de LKR het vraagt.
proces product Proces product proces product proces product proces product
Opmerkingen : ………..….
………
………..
SCORE:
PROCES : PRODUCT :
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) 2012-2013 Semester 2
Zelfevaluatiefiche balsporten : handbal en basketbal
Naam : Klas : Datum :
Duid aan welke uitspraken best bij je passen :
1. Algemene afspraken: kledij, blessures/vervangtaken/blessureschrift, remediëring, tijdig in de volgende les, materiaal…
Ik aanvaard afspraken niet. Ik werk ze tegen, doe meestal mijn zin.
Ik voer afspraken vaak niet uit. Ik doe nogal eens waar ik zin in heb.
Ik pas regels enkel op aanwijzing toe.
Ik vergeet de afspraken soms.
Ik heb oor voor regels en afspraken.
Ik pas ze bijna altijd toe.
Ik kan regels correct interpreteren en pas ze spontaan toe.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2. Vakspecifieke AV :
individuele vaardigheden (zelfconcept) of sociale functioneren2.1. Inzet en doorzettingsvermogen :
Ik ben zeer snel afgeleid of leid anderen af. Ik ben niet alert, zelfs niet bij korte oefeningen.
Ik laat me snel afleiden, ben niet zo alert, zeker niet als het lange
oefeningen zijn.
Ik heb een goede inzet maar ben soms afgeleid. Ik ben af en toe minder enthousiast.
Ik heb een goede inzet, ik blijf meestal alert, ook bij lange oefeningen.
Ik heb steeds een uitstekende inzet en veel enthousiasme, ook bij lange opdrachten.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.2. Observeren, coachen en begeleiden :
tijdens spelvormen, oefeningen, wedstrijden … Ik moedignauwelijks aan. Ik ben niet teamgericht en coach negatief.
Ik moedig af en toe aan, maar geef ook vaak negatieve commentaar.
Ik moedig aan en kan, met hulpmid- delen, af en toe een gerichte tip geven.
Ik moedig aan, coach het team en geef af en toe technische tips.
Ik moedig steeds aan en geef gerichte tips, die de prestatie verbeteren.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.3. Zelfstandig werk en groepswerk :
technische oefeningen (individueel of per 2/3), organiseren van wedstrijden (management, arbitrage, veldbezetting, tactiek…) …3. Visiegerichte AV-accenten : gezonde levenswijze :
rust, ontspanning, souplesse, herstel en recuperatie : aandacht voor rustmomenten, stretching, cooling down, leergesprekken…Kruis aan : niet akkoord – gedeeltelijk akkoord - akkoord
Nietakkoord Gedeeltelijk
akkoord Akkoord
Ik ga anders om met leiding/arbitrage/beslissingen Ik heb anders leren coachen/aanmoedigen/tips geven Ik vond basketbal leuk
Ik vond handbal leuk
Wat zou de lessen beter kunnen maken? ………
Ik kan niet
zelfstandig werken.
Ik stoor anderen . Ik neem geen initiatief en hou me afzijdig bij het samenstellen van groepen en bij overleg.
Ik werk moeilijk zelfstandig en neem hierbij geen
initiatief. Ik werk bij voorkeur alleen of samen met bevriende klasgenoten.
Ik kan met een taakkaart of door coaching zelfstandig werken. Ik help anderen, als zij of de LKR het vragen.
Ik neem weinig initiatief.
Ik werk goed
zelfstandig, alleen of in groep; ik help spontaan en heb ook vertrouwen in de hulp van anderen. Ik start vlot en snel en neem initiatief.
Ik werk uitstekend zelfstandig. Ik neem spontaan leiding of initiatief. Ik maak anderen beter door een goede coaching, taakverdeling, opstelling…
proces product Proces product proces product proces product proces product
Ik heb geen aandacht voor rustmomenten (stretching, cooling down, leergesprek…) Ik kom zelden tot rust en stoor anderen.
Ik heb weinig tot geen aandacht voor rustmomenten, cooling down, stretching… Ik praat veel, kan moeilijk
‘stil worden’ …
Ik kan op vraag van de LKR of ploeg- kapitein rustig worden/stretchen/
luisteren/een
leergesprek voeren.
Ik stoor anderen niet.
Ik heb aandacht voor rustmomenten en werk dan steeds goed mee. Ik geniet ervan en neem soms spontaan initiatief.
Ik heb steeds spontaan aandacht voor rustmomenten.
Ik neem daarbij zelf initiatief, zonder dat de LKR het vraagt.
proces product Proces product proces product proces product proces product
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) 2012-2013 Semester 2
Mariagaarde Instituut Westmalle Evaluatiefiche (observator/helper/partner) balsporten : handbal en basketbal
Naam : Klas : Datum :
Naam observator 1 : Naam observator 2 :
1. Vakspecifieke AV :
individuele vaardigheden (zelfconcept) of sociale functioneren1.1. Inzet en doorzettingsvermogen :
Is zeer snel afgeleidof leidt anderen af.
Is niet alert, zelfs niet bij korte oefeningen.
Laat zich snel afleiden, is niet zo alert, zeker niet als het lange
oefeningen zijn.
Goede inzet maar is soms afgeleid. Oogt af en toe minder enthousiast.
Goede inzet, blijft meestal alert, ook bij lange oefeningen.
Heeft steeds een uitstekende inzet, veel enthousiasme, ook bij lange opdrachten.
proces product Proces product proces product proces product proces product
1.2. Observeren, coachen en begeleiden :
tijdens spelvormen, oefeningen, wedstrijden … Moedigt nauwelijksaan. Is niet
teamgericht. Coacht negatief.
Moedigt af en toe aan. Geeft vaak negatieve aanwijzingen.
Moedigt aan en kan, met hulpmiddelen, af en toe een gerichte tips geven.
Moedigt aan, coacht het team en geeft af en toe gerichte technische tips.
Moedigt steeds aan en geeft gerichte tips, die de prestatie verbeteren.
proces product Proces product proces product proces product proces product
1.3. Zelfstandig werk en groepswerk :
technische oefeningen (individueel of per 2/3), organiseren van wedstrijden (management, arbitrage, veldbezetting, tactiek…) …2. Visiegerichte AV-accenten : gezonde levenswijze :
rust, ontspanning, souplesse, herstel en recuperatie : aandacht voor rustmomenten, stretching, cooling down, leergesprekken…Feedback van de observator/helper/partner : .………..………...
.………..
………...………..
………...………..
Kan niet zelfstandig werken. Stoort anderen . Neemt geen initiatief.
Houdt zich afzijdig bij het samenstellen van groepen en bij overleg.
Werkt moeilijk zelfstandig, neemt hierbij geen initiatief. Werkt bij voorkeur alleen of samen met bevriende klasgenoten.
Kan met een taakkaart of door coaching zelfstandig werken. Helpt anderen als zij of de LKR het vragen.
Neemt weinig initiatief.
Werkt goed
zelfstandig, alleen of in groep; helpt spontaan en heeft vertrouwen in de hulp van anderen.
Start vlot en snel.
Neemt initiatief.
Werkt uitstekend zelfstandig. Neemt spontaan leiding of initiatief. Maakt anderen beter door een goede coaching, taakverdeling, opstelling…
proces product Proces product proces product proces product proces product
Heeft geen aandacht voor rustmomenten (stretching, cooling down, leergesprek…) Komt zelden tot rust en stoort anderen.
Heeft weinig tot geen aandacht voor rustmomenten, cooling down, stretching… Praat veel, kan moeilijk
‘stil worden’ …
Kan op vraag van de LKR of ploegkapitein rustig worden, stretchen, luisteren en participeren aan een leergesprek.
Stoort anderen niet.
Heeft aandacht voor rustmomenten en werkt dan steeds goed mee. Geniet ervan, neemt soms spontaan initiatief.
Heeft steeds spontaan aandacht voor rustmomenten.
Neemt daarbij zelf initiatief, zonder dat de LKR het vraagt.
proces product Proces product proces product proces product proces product
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) 2012-2013 Semester 2
Klas : 5 LOSB Vak : Balsporten Leerkracht : Jan Van Dooren
Naam: Alg. afspraken : Vakspec. AV 1: inzet Vakspec. AV 2: Coaching Vakspec. AV 3: Zelfst. werk / Visie AV-accet : rustmomenten Score op 10
1 Bogaerts Stef 2 Caslo Jolien 3 Dahlgren Nils 4 Driesen Ninke 5 Embrechts Jasper 6 Martens Jana 7 Scheynen Larissa 8 Segers Paulien 9 Smet Niels 10 Smits Kobe 11 Van Ammelen Elien 12 Vandeputte Antonin 13 Van Der Heyden Jasper 14 Van der Linden Hannes 15 Van Dijck Hanne 16 Van Looy Jana 17 Van Uytsel Roy 18 Van Zundert Hendrik 19 Vukas Matej
20 Zonderman Lynn 21
22
Bijkomende commentaar :
.………..………...
.………..
………...………..
ZZ Z V G U
zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1-2 3-4 5-6 7-8 9-10
Mar iag aarde In sti tu u t W estm al le Be w egin gs ago gie k B e o o rd e lin gs cr ite ria L er e n L e sg ev e n
Onvoldoende (tot 5,5) Voldoende (5,5 – 7,0) Goed (7,0 – 8,5)Uitstekend (8,5 – 10) 1. Voorbereiden(overleg vooraf, lesvoorbereiding +organisatietekening) Lesvoorbereiding is onvolledigen slordig. Benoemt activiteiten die aan bodkomen in een logische volgordeen vermeldt enkele aandachts-punten en heeft overleg met dedocent. Beschrijft in logische volgordewat hij gaat doen en noemt de tijd en de belangrijke aandachts-punten. Beschrijft in logische volgordewat hij gaat doen (inclusief tijd), hoe hij dat gaat doen en wat hij daarbij als lesgever doet enzegt.. 2. Organiseren(incl. opstelling) Weet welk materiaal hij nodigheeft. Weet welk materiaal hij nodigheeft, hoe het bevestigd wordt en waar het staat en creëert daarbij een veilige situatie. Regelt zonder oponthoud het klaarzetten van het materiaal. Regelt zonder oponthoud dat materialen op tijd zijn, controleert duidelijk het klaarzetten en heeft kleinmateriaal direct voorhanden. 3. Opstarten van de activiteit/ les(uitleg – demonstratie – opstart) Zoekt naar juiste woorden omleerlingen aan het werk tekrijgen. Geeft geen voorbeeld. Zet de leerlingen aan het werkmet een uitleg en/of voorbeelden behoudt daarbij het overzicht. Gebruikt duidelijke volgorde ininstructie om leerlingen vlot aan het werk te zetten, heeftoverzicht en grijpt in waar nodig. Geeft duidelijke instructie omactiviteit vlot op te starten, controleert daarbij de uitkomst en corrigeert waar nodig. 4. Op gang houden van deactiviteit/les Bevindt zich teveel tussen deleerlingen, geeft weinigaanwijzingen en/of zorgt voor weinig vaart in de les. Stimuleert leerlingen, geefteenvoudige aanwijzigen en houdt de vaart in de les. Stimuleert leerlingen, geeftrelevante aanwijzigen, controleert de uitkomst in eenvlot tempo; bewaakt deintensiteit. Stimuleert leerlingen, geeftrelevante aanwijzigen gericht op het leerdoel en controleert deuitkomst; bewaakt intensiteit.
5. Presenteren(non-verbale communicatie enstemgebruik) Staat ongemakkelijk voor degroep; kijkt de groep nauwelijks aan; spreekt te zacht en destem blijft monotoon Maakt contact met de groep ofindividuele leerlingen; staat nogwat ongemakkelijk voor degroep; spreekt niet altijd evenluid genoeg, articuleert goed, maar nog te monotoon. Maakt contact met de groep enindividuele leerlingen, staat redelijk ontspannen voor de groep; spreekt luid genoeg, articuleert goed. Maakt makkelijk contact met degroep en individuele leerlingen, staat ontspannen voor de groep; spreekt luid genoeg, brengt variatie in toonhoogte aan enarticuleert goed. 6. Veiligheid en gedragscorrecties Signaleert onveilige situaties enspreekt leerlingen niet aan oponveilig gedrag. Signaleert en grijpt in bij (fysiek)onveilige situaties. Bijv. ooksieraden af, kauwgom uit. Signaleert fysieke en sociaal-emotionele onveilige situaties encorrigeert direct bij fysiek onveilige situaties. Signaleert en grijpt direct in bij fysiek en sociaal-emotioneel onveilige situaties.
7. Aansluiten bij de doelgroep(begeleiden in de les) Kiest oefeningen die (veel) temoeilijk of te makkelijk zijn voorde doelgroep. Kiest oefeningen en organisatie-vormen die passend zijn bij de doelgroep. Kiest oefeningen en organisatie-vormen die passend zijn bij de doelgroep en stuurt daarop. Kiest oefeningen en organisatie-vormen die goed aansluiten bij de doelgroep en kan zeaanpassen als het nodig is. 8. Evalueren(reflectie op rol van lesgever) Herkent met hulpverbeterpunten. Benoemt enkele (voornamelijkpraktische) verbeterpunten. Beschrijft duidelijkeverbeterpunten en benoemt daarbij ook gedragsverandering. Beschrijft duidelijke verbeter-punten; geeft daarbij samen-hang tussen oorzaak en gevolgvan zijn (lesgeef) gedrag.
Bron : Swinkels, E. (2009) SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Reader bewegen, sport en maatschappij. Axis Media-ontwerpers, Enschede
Bewegingsagogiek Beoordelingscriteria Leren Lesgeven
Naam lesgever: Klas : Datum : Naam medelesgever:
Ruimte/veld : Aantal : Lesuur : Lesgroep :
Lesopdracht :
Criteria
Beoordeling Opmerking
O V G U
1. Lesvoorbereiding
2. Organiseren
3. Op gang brengen
4. Op gang houden
5. Presenteren
6. Veiligheid
7. Aansluiten doelgroep 8. Evalueren
Onvoldoende (tot 5,5); voldoende (tot 7,0); goed (tot 8,5); uitstekend (t/m 10) Beoordeeld door: Datum: Paraaf docent Cijfer:
Opmerkingen:
Bron : Swinkels, E. (2009) SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Reader bewegen, sport en maatschappij. Axis Media- ontwerpers, Enschede
Mariagaarde Instituut Westmalle
Bewegingsagogiek Zelfevaluatie ‘leren lesgeven’
Alle antwoorden moeten worden uitgelegd (ja en nee antwoorden tellen niet).
Naam : ... Lesgegeven met ...
Lesgegeven aan klas: ... Aantal leerlingen: ... Datum ...
Lesopdracht:
...
Voorbereiding
1 Waarom heb je voor deze activiteit gekozen?
2 Hoe heb jij je voorbereid op jouw rol van instructeur/ lesgever?
3 Welke informatiebronnen heb je gebruikt?
Uitvoering
4 Hoe verliep de instructie? (materiaal, organisatie, uitleg, variatie)
5 Hoe vond je het om voor een groep te staan?
6 Wat vond je van de deelnemers?
7 Met wie heb je samengewerkt en hoe is dat verlopen?
Reflectie
8 Wat zou je volgende keer anders doen?
9 Wat heb je ervan geleerd?
10 Zou je het leuk vinden om een instructietaak uit te voeren bij een sportvereniging of – instelling (denk aan vrijwilligerswerk)? Wat zou je willen doen?
11 Geef jezelf een beoordeling:
cijfer : ….. /10
Leg uit waarom je dat vindt :
Toelichting beoordeling door leerkracht: (cijfer) zie formulier
Datum: Paraaf leerkracht:
Bron : Swinkels, E. (2009) SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Reader bewegen, sport en maatschappij. Axis Media- ontwerpers, Enschede
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) Semester 1
Mariagaarde Instituut Westmalle
Naam : Klas : 4 LOS
Vak : Basis LO Leerkracht : Jan Van Dooren
1. Algemene afspraken: kledij, blessures/vervangtaken/blessureschrift, remediëring, tijdig in de volgende les, materiaal…
(hulpmiddel : LVS-afsprakenblad) Aanvaardt afspraken niet.
Werkt ze tegen, doet vaak zijn/haar zin.
Voert afspraken soms niet uit. Doet nogal eens waar hij/zij zin in heeft.
Vergeet de afspraken soms.
Past regels meestal toe, al dan niet spontaan.
Heeft oor voor regels en afspraken. Past ze bijna altijd spontaan toe.
Kan regels correct interpreteren en past ze spontaan toe. Wijst anderen op de afspraken…
proces product Proces product proces product proces product proces product
2. Vakspecifieke AV :
2.1. Snelheid/kracht: gezonde levenswijze : aandacht voor goede opwarming/cooling down/blessurepreventief werken/
correcte houding en uitvoering…
Heeft geen aandacht voor blessurepreventie of een correcte houding/
uitvoering… Geen aandacht voor een gezonde levenswijze.
Heeft weinig aandacht voor blessures of
blessurepreventie, opwarming of cooling down, noch voor een
correcte/goede uitvoering.
Heeft, op vraag, aandacht voor een goede
opwarming/cooling down.
Ook de uitvoering gebeurd meestal correct. Heeft hierbij wel ondersteuning nodig.
Heeft meestal aandacht voor een goede
opwarming/cooling down.
Werkt blessurepreventief.
Doet de oefeningen correct en veilig.
Heeft spontaan aandacht voor veiligheid,
blessurepreventief werk … Heeft een zeer gezonde levenswijze. Werkt graag correct en spoort hierbij anderen aan.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.2. Snelheid/kracht : op eigen niveau, per 2 zelfstandig kunnen werken, neemt initiatief.
Moet regelmatig aangespoord worden. Valt snel stil, neemt geen initiatief.
Weinig initiatief, moet soms tot actie aangespoord worden. Heeft een partner nodig …
Neemt soms initiatief, maar heeft sturing van de leraar of partner nodig.
Is zelf actief bezig en vraagt waar nodig hulp. Neemt vaak initiatief.
+
Neemt steeds spontaan initiatief en helpt anderen.
Kan niet zelfstandig of per 2 werken. Stoort anderen.
Kan zelfstandig of per 2 werken maar start pas na extra uitleg of aandacht.
Heeft ook tijdens de activiteit vaak extra aandacht of uitleg nodig.
Doet zelfstandig mee, vooral bij activiteiten die hij leuk vindt. Bij complexere of saaie oefeningen, heeft hij begeleiding van leraar of partner nodig.
Hij werkt steeds zelfstandig en op niveau aan de activiteiten.
+
past zelf de situatie aan voor zichzelf en de anderen om steeds op niveau te kunnen werken. Spoort anderen aan.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.3. Kracht : actieve deelname (wil om te werken/bij te werken, inzet en motivatie tot inzet, gerichtheid op leren)
Is niet bereid zich teverbeteren, interesseert zich weinig of niet voor zijn/haar start- en deelnameniveau.
Is te snel tevreden met wat hij/zij doet, is dan ook nauwelijks bereid om zich te verbeteren. Vraagt zelden om advies.
Doet actief mee en kan zich daardoor verbeteren, vraagt soms naar advies. Is zich meestal bewust van zijn/haar niveau.
Doet steeds actief en gemotiveerd mee. Kent zijn/haar niveau en is bereid om te verbeteren. Vraagt advies indien nodig.
+
richt de aandacht bewust op bepaalde werkpunten en probeert die te verbeteren.
Ontloopt inspannende activiteiten. Klaagt over de zwaarte van
bewegingsactiviteiten.
Heeft aansporing nodig om deel te nemen aan meer inspannende activiteiten.
Beleeft plezier als het niet te inspannend is.
Doet meestal aan alle activiteiten mee zonder extra aansporing.
Doet met plezier mee, ook bij inspanningen.
Doet actief en met plezier mee aan alle
bewegingsactiviteiten, ook als ze zware inspanning vragen.
+
Geniet van alle activiteiten en werkt steeds enthousiast en spontaan met volle inzet mee.
proces product Proces product proces product proces product proces product
3. Visiegerichte AV-accenten : zelfdiscipline : omgangsvormen (gepast reageren, omgaan met elkaar, taalgebruik/feedback geven aan elkaar, niet uitlachen…) + respect voor materiaal, omgeving (en natuur)…
Zeer zwakke
omgangsvormen: zonder respect, vaak ongepast, kan niet luisteren naar anderen…
De omgangsvormen laten soms te wensen over : ongepast of respectloos.
Meestal correcte
omgangsvormen. Af en toe is een aanwijzing van de LKR nog nodig.
Goede omgangsvormen:
beleefd, met respect voor lln en LKR.
Zeer goede omgangsvormen : spontaan, beleefd, met respect. Een voorbeeld!
Maakt verkeerd gebruik van materialen. Roekeloos. Geen aandacht vr milieu en natuur.
Zondigt af en toe tegen de regels rond materiaal, omgeving, natuur.
Meestal in orde : laat geen materiaal rondslingeren, gebruikt materiaal correct, respecteert de omgeving...
Steeds in orde. Goed gebruik van materialen, helpt bij
opstellen/afbreken, respect voor omgeving…
+ spontane hulp, wijst anderen op verkeerd gebruik, oog voor natuur en omgeving…
proces product Proces product proces product proces product proces product
4. Documentatiemap : zie evaluatiewijzer in de mappen:
Opmerkingen : ………..….
SCORE:
PROCES/PRODUCT
zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1 2 3 4 5
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) Semester 1
Klas : 4 LOS Vak : Leerkracht :
Naam: Alg. afspraken : Vakspec. AV :snelhei/kracht: Vakspec. AV : snelheidkracht : Vakspec. AV : kracht: Visie AV-accent : zelfdiscipline : Documentatie Map : Score op 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Bijkomende commentaar :
.………..………...
.………..
………...………..
ZZ Z V G U
zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1 2 3 4 5
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) Semester 2
Mariagaarde Instituut Westmalle
Naam : Klas : 3 LOS
Vak : Basis LO Leerkracht : Jan Van Dooren
4. Algemene afspraken: kledij, blessures/vervangtaken/blessureschrift, remediëring, tijdig in de volgende les, materiaal…
(hulpmiddel : LVS-afsprakenblad) Aanvaardt afspraken niet.
Werkt ze tegen, doet vaak zijn/haar zin.
Voert afspraken soms niet uit. Doet nogal eens waar hij/zij zin in heeft.
Vergeet de afspraken soms.
Past regels meestal toe, al dan niet spontaan.
Heeft oor voor regels en afspraken. Past ze bijna altijd spontaan toe.
Kan regels correct interpreteren en past ze spontaan toe. Wijst anderen op de afspraken…
proces product Proces product proces product proces product proces product
5. Vakspecifieke AV :
2.4. Lenigheid : sociaal-relationeel/zelfdiscipline/concentratie:
Stoort anderen. Kan geen lesuur lang op zichzelf en geconcentreerde werken.
Is soms minder geconcentreerd. Is soms afgeleid of laat zich afleiden.
Kan moeilijk een volledig lesuur op zichzelf en met concentratie werken.
Werkt meestal geconcentreerd en met aandacht. Wordt af en toe afgeleid.
Werkt geconcentreerd, op zichzelf. Stoort niemand.
Werkt steeds zeer geconcentreerd, zonder iemand te storen. Spoort anderen aan om zelfstandig te werken. Kiest bewust om goed te kunnen werken.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.5. Kracht : op eigen niveau, per 2 zelfstandig kunnen werken, neemt initiatief.
Moet regelmatig aangespoord worden. Valt snel stil, neemt geen initiatief.
Weinig initiatief, moet soms tot actie aangespoord worden. Heeft een partner nodig …
Neemt soms initiatief, maar heeft sturing van de leraar of partner nodig.
Is zelf actief bezig en vraagt waar nodig hulp. Neemt vaak initiatief.
+
Neemt steeds spontaan initiatief en helpt anderen.
Kan niet zelfstandig of per 2 werken. Stoort anderen.
Kan zelfstandig of per 2 werken maar start pas na extra uitleg of aandacht.
Heeft ook tijdens de activiteit vaak extra aandacht of uitleg nodig.
Doet zelfstandig mee, vooral bij activiteiten die hij leuk vindt. Bij complexere of saaie oefeningen, heeft hij begeleiding van leraar of partner nodig.
Hij werkt steeds zelfstandig en op niveau aan de activiteiten.
+
past zelf de situatie aan voor zichzelf en de anderen om steeds op niveau te kunnen werken. Spoort anderen aan.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.6. Kracht/eurofit : actieve deelname (wil om te werken/bij te werken, inzet en motivatie tot inzet, gerichtheid op leren)
Is niet bereid zich teverbeteren, interesseert zich weinig of niet voor zijn/haar start- en deelnameniveau.
Is te snel tevreden met wat hij/zij doet, is dan ook nauwelijks bereid om zich te verbeteren. Vraagt zelden om advies.
Doet actief mee en kan zich daardoor verbeteren, vraagt soms naar advies. Is zich meestal bewust van zijn/haar niveau.
Doet steeds actief en gemotiveerd mee. Kent zijn/haar niveau en is bereid om te verbeteren. Vraagt advies indien nodig.
+
richt de aandacht bewust op bepaalde werkpunten en probeert die te verbeteren.
Ontloopt inspannende activiteiten. Klaagt over de zwaarte van
bewegingsactiviteiten.
Heeft aansporing nodig om deel te nemen aan meer inspannende activiteiten.
Beleeft plezier als het niet te inspannend is.
Doet meestal aan alle activiteiten mee zonder extra aansporing.
Doet met plezier mee, ook bij inspanningen.
Doet actief en met plezier mee aan alle
bewegingsactiviteiten, ook als ze zware inspanning vragen.
+
Geniet van alle activiteiten en werkt steeds enthousiast en spontaan met volle inzet mee.
proces product Proces product proces product proces product proces product
2.7. Visiegerichte AV-accenten : gezonde levenswijze : aandacht voor veiligheid / eigen grenzen en niveau / blessures
Respecteert eigen grenzenniet of zelden. Heeft geen aandacht voor
blessurepreventie of onveilige situaties… Geen aandacht voor een gezonde levenswijze.
Respecteert af en toe de eigen grenzen niet of creëert onveilige situaties… Heeft weinig aandacht voor blessures of blessurepreventie.
Respecteert de eigen grenzen indien dit gevraagd wordt. Zou spontaan echter de grenzen uit het oog kunnen verliezen. Heeft af en toe aandacht voor
veiligheid…
Lijkt steeds de eigen grenzen te respecteren.
Heeft op vraag aandacht voor veiligheid,
blessurepreventief werk…
Respecteert steeds de eigen grenzen. Heeft spontaan aandacht voor veiligheid,
blessurepreventief werk
… Heeft een zeer gezonde levenswijze.
proces product Proces product proces product proces product proces product
3. Documentatiemap : zie evaluatiewijzer in de mappen:
Opmerkingen : ………..….
SCORE:
PROCES/PRODUCT
zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1 2 3 4 5
Evaluatiewijzer attitudevaardigheden (AV) Semester 2
Klas : 3 LOS Vak : Leerkracht :
Naam: Alg. afspraken : Vakspec. AV : Lenigheid: Vakspec. AV : kracht : Vakspec. AV : kracht/eurofit : Visie AV-accent : gezonde levenswijze Documentatie Map : Score op 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Bijkomende commentaar :
.………..………...
.………..
………...………..
ZZ Z V G U
zeer zwak zwak voldoende goed uitstekend
0-1 2 3 4 5
TAAKWIJZER Basketbal
DOEL : Verbeteren van de basisvaardigheden
Leren zelfstandig werken en zelfstandig leren Leren samenwerken, leiding nemen en aanvaarden
LESWIJZER LES 1
Opdracht 1 Groepjes maken
Maak per veld 2 of 3 teams die ongeveer even sterk zijn van 4 of 5 personen. Elk team wijst 1 aanvoerder aan
Schrijf hieronder jouw team op:
Naam spelers 1 Aanvoerder:
2 3 4 5
Opdracht 2 Warming-up
Voordat je met de warming-up begint, zorgt de aanvoerder ervoor dat alle ballen in het rek liggen
Elke speler bedenkt 2 oefeningen om warm te lopen en voert die met het team uit Elke speler bedenkt 2 stretchoefeningen en voert die met het team uit
Opdracht 3 Inspelen
Elk team oefent op een eigen basket verschillende vormen van doelen, laat aan elkaar zien en geef elkaar aanwijzingen. Gebruik niet meer ballen dan er spelers zijn
Doelen onder druk:
Speler onder de basket past de bal naar een speler op de rand van de bucket,..
Die probeert te doelen, terwijl…
De speler die de pass gaf onmiddellijk naar voren sprint en het doelen probeert te hinderen
Spel met 2 aanvallers en 1 verdediger op 1 basket Spreek zelf af hoe er wordt gewisseld of:
3 aanvallers en 2 verdedigers (overtalsituatie)
Opdracht 4 Competitie
Speel een competitie met 2 of 3 partijen op 1 veld. Verdeel de resterende tijd.
De partij die aan de kant zit levert:
(indien 2 ploegen : de reservespelers nemen volgende rollen op: ) een scheidsrechter
een teller 2 coaches
1 Elke coach mag 1 keer per wedstrijd een time-out aanvragen. In de time- out geeft de coach het team aanwijzingen om beter te spelen. Verder geeft de coach aanwijzingen vanaf de zijlijn.
Voordat je gaat spelen zorgt de aanvoerder dat alle ballen opgeruimd zijn.
Pas als de teams klaar staan deelt de scheidsrechter de partijvestjes uit en gooit de bal op.
Opdracht 5 Huiswerk
De volgende les wordt per team de warming-up verzorgd door twee teamleden. Je maakt hierover een afspraak voor het eind van de les. De warming-up moet op papier worden voorbereid.
Naam 1 = ……… Naam 2 =………
LESWIJZER LES 2
Opdracht 1 Inspelen
Elk team begint na het klaarzetten van het materiaal met de voorbereide warming- up.
Daarna ga je inspelen (bijvoorbeeld lay-ups draaien).
Opdracht 2 Lesvoorbereiding
Elk team voert de voorbereide teamtraining uit.
Opdracht 3 Techniek carrousel
Werk de oefeningen in volgorde af en noteer de scores:
Oefening 1
10 x lay-up. Noteer het aantal gescoorde lay-ups.
Materiaal: 1 basket, 2 ballen Oefening 2
10 x jumpshot. Noteer het aantal keren raak geschoten.
Materiaal: 1 basket, 2 ballen Oefening 3
10 x set-shot. Noteer het aantal keren raak geschoten.
Materiaal: 1 basket, 2 ballen Oefening 4
10 x doelen onder druk..
Speler onder de basket past de bal naar een speler op de rand van de bucket…die probeert te doelen, terwijl de speler die de pas gaf
onmiddellijk naar voren sprint en het doelen probeert te hinderen…
Noteer het aantal treffers.
Materiaal: 1 basket, 1 bal Oefening 5
10 x rebound.
1 speler probeert vanaf de vrije-worpplek te doelen. 2 spelers staan in de buurt van de basket. Wie pakt de rebound? Doorgaan tot elke speler 5 keer op de vrije-worpplek heeft gestaan.
Noteer het aantal keren dat je de rebound pakte.
Materiaal: 1 basket, 1 bal
Scoreformulier techniekcarrousel (aantal scores op 10 pogingen)
Naam :
La y -up J ump Se t-s hot Druk Rebound
1.
2.
3.
4.
5.
Opdracht 4 Competitie
Speel een competitie met 2 of 3 partijen op 1 veld. Verdeel de resterende tijd.
De partij die aan de kant zit levert:
(indien 2 ploegen : de reservespelers nemen volgende rollen op: ) een scheidsrechter
een teller 2 coaches
2 Elke coach mag 1 keer per wedstrijd een time-out aanvragen. In de time- out geeft de coach het team aanwijzingen om beter te spelen. Verder geeft de coach aanwijzingen vanaf de zijlijn.
Voordat je gaat spelen zorgt de aanvoerder dat alle ballen opgeruimd zijn.
Pas als de teams klaar staan deelt de scheidsrechter de partijvestjes uit en gooit de bal op.
3 Aan het eind het eind van de les helpt elk team mee met opruimen. De aanvoerder verdeelt binnen zijn team de taken bij het opruimen. Pas als alles is opgeruimd ga je op de tribune zitten. De leraar geeft aan wanneer je je mag gaan omkleden.
Opdracht 5 Tactiek – ploegopstelling
Teken de ploegopstelling op volgend veld :
Geef elke speler een taak :
Guard =
Forward =
Center =
Verzin 1 spelpatroon dat je oefent en in de wedstrijd kan toepassen :
Naam van je spelpatroon :
Looplijnen :
Wie neemt het shot ? ……….
Evaluatie zelfstandig werk basketbal
Naam : Klas :
Observatiekaarten attitudevaardigheden basketbal :
Kruis de verschillende rollen aan die je tijdens de lessen basketbal hebt uitgevoerd:
Kruis aan waar jij jezelf zou plaatsen (meer links of meer rechts?):
inzet
1 Je komt op tijd Je komt niet op tijd
2 Je treuzelt niet in de les Je treuzelt in de les 3 Je hebt de les voorbereid Je hebt de les niet voorbereid
samenwerken
4 Je luistert naar anderen Je luistert niet naar anderen 5 Je kunt een spel op gang brengen Je kunt een spel niet op gang brengen 6 Je kunt een spel op gang houden Je kunt een spel niet op gang houden
omgang met medeleerling
7 Je brengt elkaar niet in gevaar Je brengt elkaar in gevaar 8 Je toont respect voor elkaar Je toont geen respect voor elkaar
omgang met materiaal
9 Je gebruikt materiaal juist Je gebruikt materiaal onjuist
10 Je ruimt netjes op Je ruimt niet goed op
Visiegerichte AV-accenten : zelfkennis : lesbegin & zelfstandig opwarmen: duid aan in welke kolom jij jezelf zou plaatsen :
Ik kan niet zelfstandig
opwarmen. Ik stoor anderen tijdens hun opwarming.
Ik warm verkeerd op, met foute oefeningen. Ik ben sloom, neem geen initiatief…
Ik warm minimaal op. Duurt even voor ik start. Ik neem weinig initiatief.
Ik start vlot en snel met een goede
opwarming. Ik neem initiatief op vraag van…
Ik start vlot en snel met een goede
opwarming. Ik neem spontaan leiding of initiatief.
proces product proces product proces product proces product proces product
Mijn kleur is : GOUD GROEN ROOD GRIJS
(omcirkel de juiste kleur, na uitleg door je ploegkapitein) Scheidsrechter
Observator Coach Trainer
…
Observatiekaart motorische competentie basketbal
Sem1/Sem2 samenspelen
1 Je speelt de bal ongericht weg. Je blijft staan.
2 Je speelt de bal gericht over. Je verplaatst je.
3 Je passt de bal strak gericht . Je loopt vrij.
4 Je passt strak en snel. Je loopt vrij op snelheid.
dribbelen
1 Je speelt de bal af, je gaat niet dribbelen 2 Je dribbelt alleen als er ruimte is
3 Je dribbelt en beschermt de bal met je lichaam. Je zoekt de vrije ruimte.
4 Je kunt dribbelend een tegenstander passeren.
doelen
0 Je probeert (bijna) nooit te doelen.
1 Je doelt als je veel ruimte hebt en niet verdedigd wordt.
2 Je doelt over een verdediger. Je schiet van boven je hoofd.
3 Je doelt na een dribbel of na een pass van een medespeler.
4 Je doelt in beweging na het passeren van een tegenstander
verdedigen
1 Je let op de bal, maar blijft op bijna op dezelfde plek staan.
2 Je gaat op de balbezitter af.
3 Je stelt je op tussen de eigen basket en de tegenstander, je probeert de bal actief te onderscheppen.
4 Je kunt op het juiste moment van man-to-man naar zonedekking omschakelen.
Sem1/Sem2
Hoeveel lessen ben je afwezig of geblesseerd geweest?
Vul hier de techniek in die je hebt geoefend
gedaan geoefend beheerst