• No results found

1 Maas. Concept samenvatting Beeld op de Rivieren IRM november Hoofdbeschrijving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 Maas. Concept samenvatting Beeld op de Rivieren IRM november Hoofdbeschrijving"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Concept samenvatting

Beeld op de Rivieren IRM

november 2020

1 Maas

1.1 Hoofdbeschrijving

Hoofdopgave voor het Maassysteem met betrekking tot de gebruiksfuncties is de waterbeschikbaarheid. Droge perioden komen vaker en langer voor, waardoor de waterverdeling urgenter wordt. Waterschaarste leidt tot knelpunten voor

landbouwproductie en specifiek voor landbouw in het winterbed van de Maas.

Daarnaast heeft waterschaarste negatieve gevolgen voor de toelevering van water naar het regionale watersysteem en de diepgang voor de scheepvaart. Tot slot bedreigt de waterschaarste waterinnamepunten langs de rivier, door achteruitgang van de waterkwaliteit en zoutindringing in het benedenstroomse deel van de Maas.

Nu ligt de aandacht met name op het zomerbed en ruimte voor de rivier tijdens hoogwater. Dit zal zich in toenemende mate richten op het vasthouden van water in de zijbeken en de uiterwaarden zelf. Hetgeen ook kansen biedt voor

natuurontwikkeling en ecologische verbindingszones. Een herziening van de verdringingsreeks voor zoetwater op de Maas is noodzakelijk.

Voor de landbouw geldt dat ze uit grote delen van het winterbed van de Maas zal verdwijnen of dat extensivering zal plaatsvinden. Dit geldt niet voor de regio Venlo en langs de Bergsche Maas, waar de agrarische sector sterk gepositioneerd is. De extensivering is mede ingegeven vanwege de urgentie om natuur te ontwikkelen. Het doel is om robuuste eenheden voor natuur te creëren, wat betekent dat het oppervlak fors moet worden uitgebreid. Langs de Grensmaas is het doel van de PAGW om 2400 hectare nieuwe natuur te realiseren. Daarnaast zullen verbindingen tussen natuurgebieden onderling versterkt worden om uitwisseling van soorten te

bewerkstelligen. De natuurlijke inrichting van het winterbed maakt een verbinding tussen de natuur hotspots Grensmaas, Biesbos en de Gelderse Poort mogelijk. Een verbinding tussen Maas en Waal is ecologisch kansrijk, maar vraagt goede inpassing qua waterveiligheid en waterkwaliteit, vanwege grote verschillen tussen beide

rivieren.

Rivierverruimingen en hoge dijken zijn in de Maasvallei niet gewenst omdat ze het karakteristieke landschap sterk aantasten. Langs de Bedijkte Maas is dit veel genuanceerder en zijn dijkterugleggingen denkbaar. Cultuurhistorisch rijke plekken langs de Maas verdienen juist terughoudend ingrijpen. Voor delfstoffenwinning geldt dat er kleinschalige mogelijkheden zijn langs de Maas, gekoppeld aan natuur en waterveiligheid. Grootschalige weerdvergravingen zijn niet gewenst vanwege bestaande landschappelijke kwaliteiten.

Na de realisatie van de Maasroute is er een robuust scheepvaartnetwerk

beschikbaar dat de groei in volume voorlopig aan kan. Aandachtpunt daarbij is de

(2)

toename van de containervaart waarvoor sommige bruggen een beperking vormen.

Afstemming tussen havens is erg belangrijk, zodat ze elkaar niet kapot concurreren, maar juist extra waarde bieden door complementair te zijn aan elkaar. Recreatievaart en beroepsvaart gaan door de rivier begeleidende kanalen over het algemeen goed samen.

In de nabijheid van steden vindt in de toekomst verdere verstedelijking plaats, in Noord-Brabant geldt dit meer dan voor Limburg. Dit betekent extra behoefte aan recreatieve mogelijkheden, hetgeen goed kan worden gecombineerd met een

natuurlijke inrichting van de Maasvallei en de uiterwaarden van de Bedijkte Maas. Dit betekent dat vitale functies en uitbreiding van het stedelijk gebied een plek moet vinden op de hoge gronden en in de binnendijkse gebieden. Verdere ontwikkeling van recreatieve routes is goed voor de vrijetijd economie, welke een belangrijke pijler vormt langs grote delen van het traject.

1.2 Belangrijkste dilemma’s en strategische keuzen

• Natuurontwikkeling versus bestaande landbouwgebieden.

• Natuurinclusieve landbouw of landbouwinclusieve natuur?

• Afstemming Gemeenschappelijke Maas met België.

• Verhogen van de waterveiligheid heeft grote prioriteit, maar hogere dijken en vergravingen kunnen landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten aantasten.

• Genoeg water voor Grensmaas voor natuur, ten opzichte van scheepvaart voor Julianakanaal.

• Bij natuurvriendelijke oevers veroorzaakt scheepvaart voor erosie, wat weer zorgt voor aanzanding en nadelig is voor de scheepvaart.

• Stoppen van bruinkoolwinning in Duitsland leidt potentieel tot minder

wegpompen van water, waardoor aanvoer vanuit zijbeken afneemt en droogte perioden erger worden.

• Bakenbomen: behoud cultuurhistorie of uitsterfbeleid?

• Niet adresseren van laagwater op de Waal leidt tot periodiek hoge scheepvaart intensiteit op de Maas, die daar niet op berekend is.

• Recreatie vindt plaats in natuurgebieden, wat soms nadelig is voor de natuur.

Dit vraagt om een goede balans en zonering.

(3)

2 Rijn

2.1 Hoofdbeschrijving

De vertakte Rijndelta heeft per riviertak duidelijk verschillende opgaven en

ontwikkelrichtingen. Er zijn echter ook duidelijke overeenkomsten. De belangrijkste strategische keuzes voor de Rijntakken gaan over waterbeschikbaarheid in

samenhang met de afvoerverdeling in het splitsingspuntengebied. Deze verdeling van het beschikbare water in zowel hoog- als laagwatersituaties heeft groot effect op de verschillende gebruiksfuncties als landbouw, natuur, drinkwatervoorziening en scheepvaart. In droge tijden is er meer water nodig in Lek en IJssel voor natuur, landbouw en de drinkwaterwinning. Dit botst met het scheepvaartbelang op de Waal waarvoor genoeg waterdiepte nodig is. Als niet wordt ingegrepen in het Rijnsysteem in laagwatersituaties is de bevaarbaarheid voor grote schepen niet langer overal te garanderen. Dit vraagt om een keuze op welke Rijntakken de scheepvaart nog wordt gegarandeerd in droge tijden. Naar verwachting zet de trend die we nu al zien in perioden van laagwater van meer scheepvaartbewegingen met kleinere schepen of een lagere beladingsgraad zich de komende decennia versterkt door. Hiervoor zijn meer overnachtingsplaatsen nodig, waaraan ook nu al een tekort is.

Het vraagstuk van de waterverdeling vraagt om een onderscheid in situaties van laagwater, hoogwater en extreem hoogwater. In extreme hoogwatersituaties lijkt de huidige afvoerverdeling voorlopig passend. In de wat minder extreme situaties zijn er kansen om water anders te verdelen en bijvoorbeeld meer water over de IJssel naar de zoetwaterbuffer van het IJsselmeer te leiden. Een andere aanvoerroute kan het Amsterdam-Rijnkanaal zijn. Deze afwegingen vergen een goede afstemming met het Deltaprogramma Zoetwater en de klimaatbestendige zoetwatervoorziening van het hoofdwatersysteem. Ook de internationale afstemming met bovenstroomse landen is voor het waterbeschikbaarheidsvraagstuk van belang. Daarnaast kunnen

waterbuffers in het bovenstroomse deel van het Nederlandse Rijnsysteem helpen in droge perioden. Deze buffers kunnen tijdens hoogwater worden gevuld en in

laagwatersituaties van het water worden benut. Hiervoor biedt het Rijnstrangen gebied goede mogelijkheden, indien aanvullende maatregelen getroffen worden.

De omvangrijke natuuropgave in het rivierengebied vraagt om een verdere afbouw van de landbouw in uiterwaarden en de omvorming naar meer natuurinclusieve landbouwvormen. De versterking van hotspots als Biesbosch, IJssel-Vechtdelta en Gelderse Poort is van belang, samen met het creëren van robuuste verbindingen tussen deze hotspots. Hier liggen grote kansen voor een combinatie van natte natuur en uitloopgebieden voor recreatie. Door de ontwatering van uiterwaardpercelen af te bouwen en meer water vast te houden, zowel buitendijks in zomerpolders als

binnendijks in het regionale watersysteem ontstaat een robuustere basis voor de beoogde natuurdoelen.

Het splitsingspuntengebied vormt hierbij een belangrijk ecologisch knooppunt, in zowel het riviersysteem als voor de verbinding met de stuwwallen. De uiterwaarden van de Waal zijn zeer geschikt voor dynamische grootschalige natuur waarbij tevens kansen zijn voor delfstoffenwinning. Op de Nederrijn is een mengvorm van

(4)

extensieve landbouw en natuur mogelijk, net zoals langs de IJssel. Dit past bij het kleinschaligere landschap dat hier aanwezig is.

Voor de extreme hoogwatersituaties geldt dat de Waal ook in de toekomst het meest ruimte biedt. Een combinatie van dijkversterking op de kortere termijn met

rivierverruimingen op de langere termijn beschermd de binnendijkse gebieden.

Hierbij is het van belang rekening te houden met alle andere functies en in het bijzonder de landschappelijke kenmerken en cultuurhistorische waarden. Langs de IJssel lijken gezien de cultuurhistorische waarden dijkverleggingen eerder aan de orde dan grootschalige vergravingen van de uiterwaarden. Voor de Lek zijn er zeer beperkte mogelijkheden om maatregelen buitendijks te treffen. Terwijl langs de Nederrijn zowel rivierverruiming als dijkversterkingen en -terugleggingen mogelijk zijn.

De innamepunten voor drinkwater en het regionale watersysteem van het Groene Hart worden in de toekomst bedreigd door lage afvoeren en stijgende zeespiegel. De achteruitgang in waterkwaliteit als gevolg van lage afvoeren en toenemende

verzilting als gevolg van de stijgende zeespiegel vragen om een heroverweging van inname punten. Mogelijk dat deze verder stroomopwaarts worden geplaatst.

De toenemende verstedelijking zal klimaat robuust buiten het winterbed van de rivier op de hoge gronden zijn plaats vinden. Bouwen in laag gelegen gebieden wordt zoveel mogelijk voorkomen. Tegelijkertijd bieden natte natuurlijk ingerichte uiterwaarden kansen voor verkoeling en als uitloopgebied voor de verstedelijkte zones. Verder weg van de stad zijn nieuwe recreatieve routes nodig, wat vraagt om duidelijke zonering. Het ontvlechten van langzaam verkeer met gemotoriseerd verkeer is nodig voor veiligheid en beleving. Langs grote delen van de rivieren zien we dat de bereikbaarheid van de oevers onder druk staat, met name door

natuurontwikkeling. Het vroegtijdig betrekken van belangenverenigingen van sportvissers, recreatie en ondernemers in integrale gebiedsinrichting is van groot belang voor draagvlak en een goede afstemming van gebruiksfuncties in het rivierengebied.

2.2 Belangrijkste dilemma’s en strategische keuzen

• Waal als natuurlijke vrij afstromende rivier met kansen voor natuur met als gevolg dat er kleinere, minder diep beladen schepen kunnen varen óf omvaren via de gestuwde rivieren als de Maas en Nederijn-Lek.

• De verschillende Barro reserveringen opnieuw afwegen en bepalen of ze op de lange termijn nodig blijven. Dit geeft duidelijkheid, voor waterveiligheid en lokale ontwikkelingen.

• Vasthouden van water in het regionale systeem lijkt op veel plaatsen op de lange termijn een klimaat robuustere oplossing dan het aanvoeren van water in droge perioden. Deze nattere situatie in het regionale systeem heeft consequentie voor de huidige landbouw.

• Heroverweging van innamepunten voor drinkwater en het regionale watersysteem.

(5)

• Aanleggen van nevengeulen ten behoeve van de afvoercapaciteit en natuur versterkt verdroging uiterwaarden.

• Nieuw bedijkte landschappen of nieuwe hoogwatergeulen?

• Voor zowel hoge als lage afvoeren geldt de vraag: Afvoer (en daarmee waterverdeling) volgt gebruiksfunctie of gebruiksfunctie volgt afvoer (en daarmee waterverdeling)?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontbrak de zorgverzekeraars niet alleen aan kennis om selectief zorg in te kunnen kopen, maar bovendien waren zij beducht voor het verlies van marktaandeel wanneer zij

Commercialisation of intellectual property, also known as technology transfer, is the process of transferring scientific research findings from university to market for the

De indicatoren voor deze parameter zijn overwegend soorten van de lage grindbank die tevens een uitge- sproken biotoopvoorkeur laten zien en zeer hoge INDVAL-waarden

8 Doordat het water laag staat, mogen alleen kleinere schepen bij Nijmegen over de Waal varen.. Gebruik Google Earth of Google Maps en zoek de Waal bij

Hoge natuurwaarden, zowel op het vlak van flora, fauna als fungi, zijn gebonden aan een soortenrijke vegetatie en die kan zich in graslanden enkel ontwikkelen onder

3 Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt. 4 Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat

Loopkevers zijn erg kieskeurig wat hun leefgebied betreft en ze reageren zeer snel op veranderingen in hun omgeving, zodat we mogen verwachten dat ze goede indicatoren

Emile Seipgens, Langs Maas en Geul.. varen: als er een schipper geweest was, moest hij met het spoor zijn gekomen. Haastig liep Peer naar huis en verzocht een buurvrouw voor zijn