Grondwaterpeilingen in Vlaamse natuurgebieden: een overzicht tot en met 2001

(1)

Grondwaterpeilmetingen in

Vlaamse Natuurgebieden

Een overzicht tot en met 2001

(2)

I

N H O U D

Dankwoord

Inleiding

Het belang van lange tijdsreeksen van grondwatermetingen

Gebiedsfiches

Leeswijzer bij de gebiedsfiches

Gebiedsfiches Antwerpen

Gebiedsfiches Limburg

Gebiedsfiches Oost-Vlaanderen

Gebiedsfiches Vlaams-Brabant

Gebiedsfiches West Vlaanderen

(3)

3

D

A N K W O O R D

Werkten mee aan het tot stand komen van dit overzicht: Alex Ballet Alfredo Guillaume An De Rycke Anny Laczewny Bar t Aubroeck Bar t De Muynck Bar t Vandevoorde Bar t Vercoutere Benny Van Dijck Ber t Delanoye C. Nuyens Carlos d'Haeseleer Chris Janssens Chris Van De Velde Chris Verheyen Christine Verscheure Eckhar t Kuijken Daniel Josten David Beyen David Beyens Desiré Paelickx dhr. Jacobs Dirk Boeye Dirk Van den Berghe Dominique De Heyn Dominique Verbeelen Eddy Poelman Eddy Sterkendries Eddy Vercammen Edmon Sneyers Els Defillet Els Vandurme Eric De Tré Erik Creten Esther Buysmans Filip Meyermans Fleur Verfaille Frans Verstraeten Freddy Janssens Freddy Vleugels Frederic Pieeschaer t Frederik Hendrickx Geer t Cromphout Geer t De Blust Geer t De Knijf Geer t Heyneman Geer t Rossaer t Georges Buelens Georges Habeks Greet Cleppe Guido Tack Guido Vandenbroucke Gust Feyen Guy Heutz Hendrik Vermeulen Herwig Mees Huber t Lehaen Hugo Sente Hugo Van Der Vorst Ingrid Baten Jan De Schutter Jan Dierkx Jan Van Uytvanck Jan Wellekens Jan Wouters Jan Wuytack Jan Wyckmans Jean Van Winkel Jef leestmans Jokke Smets Jolijn Loeckx Jorg Lambrechts Jos Gorssen Jos Keyers Jos Vanden Eede Joy Laquière Katia Claus Koen Steenhoudt Kris Decleer Kris Rombouts Kris Vandekerkhove Kris Verheyen Kristof Hur tekant Lieven Kindts Luc Briesen Luc Paque Luk Briesen Luk Ver voor t Manu Vlayens Marc Smets

Marileen Vanden Berghe Mark Leten

(4)

4 0 5 1 0 1 5 20 25 3 0 3 5 40 45 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 -20 >20

Lengte van de tijdsreeks (in jaren)

aantal tijdsreeksen

(5)

5 IN L E I D I N G

Sinds 1989 worden op het Instituut voor Natuurbehoud inspanning geleverd om het meten van grondwaterpeilen in de Vlaamse natuurgebieden te bevorderen. Daar toe werden diverse studiedagen georganiseerd, gericht op terreinbeheerders van zowel de natuur verenigingen als voor de verschillende overheidsdiensten van de Vlaamse gemeenschap, de provincies en gemeentebesturen. Voorheen werd er slechts een zeldzame keer gemeten, in 8 natuurgebieden om precies te zijn.

De peilbuizennetwerken werden sindsdien stelselmatig verder uitgebouwd, en eind 2001 gebeurden er grondwaterpeilmetin-gen in maar liefst 137 gebieden. De spreiding van de gebieden is duidelijk niet homogeen. Oost-Vlaanderen, Vlaams Brabant en Antwerpen zijn duidelijk de koplopers, gevolgd door Limburg en ten slotte het erg mager bemeten West Vlaanderen.

Overzicht van de natuurgebieden in Vlaanderen waar grondwaterpeilmetingen gebeuren (toestand einde 2001)

Verdeling van het aantal bemeten natuurgebieden per provincie (toestand einde 2001)

Het leeuwendeel van de metingen (56%) gebeur t op vrijwillige basis, voornamelijk door mensen van private natuur verenigin-gen. Een tweede belangrijk deel van de metingen gebeur t door studiebureau’s (27%) in opdracht van de Vlaamse administra-tie. Er bestaat met andere woorden nauwelijks structurele ondersteuning voor deze nochtans cruciale gegevens voor het Vlaamse natuurbehoud. Dit heeft tot gevolg dat de meeste tijdsreeksen zeer kor t zijn.

(6)

6

H

E T B E L A N G V A N L A N G E T I J D S R E E K S E N V A N G R O N D W A T E R M E T I N G E N

Waarom waterpeilen meten

Ruim meer dan de helft van alle natuur typen die in Vlaanderen (kunnen) voorkomen zijn in min of meerdere mate van grond-water afhankelijk. Voor de optimale ontwikkeling van het ene natuur type kan het gemiddelde grondgrond-waterpeil van doorslagge-vend belang zijn, terwijl voor een ander type de maximale diepte van de grondwater tafel in de zomer bepalend is. Soms blijkt een bepaald natuur type gevoelig te zijn voor overstromingen, dan weer geeft de gemiddelde stand van het grondwater in het voorjaar de doorslag. Dit zijn allemaal zogenaamde grondwaterdynamische factoren.

Uiteraard kunnen er nog een reeks andere factoren in het spel zijn, zoals chemische samenstelling van het grondwater, het gevoerde beheer en de bodemtextuur. Zij bepalen mee of een natuur type zich al dan niet zal ontwikkelen op een bepaalde locatie. Grondwaterpeilen blijken echter dikwijls een cruciale rol te spelen. Bovendien zijn ze relatief eenvoudige én op een-duidige manier te meten door gebruik te maken van peilbuizen of piëzometers.

Bij het beheer van de Vlaamse natuurgebieden, speelt grondwater dus vaak een centrale rol. Het probleem van verdroging is in beheersdiscussies nooit ver weg, hoewel ook (lokale) vernatting een veel voorkomend, maar te weinig onderkent feno-meen is. Niet zelden wordt er overwogen om in te grijpen in de waterhuishouding. Om dit op oordeelkundige wijze te doen is het meten van grondwaterstanden erg belangrijk

Waarom langdurig waterpeilen meten!

Grondwater tafels zijn in regel beweeglijk. Het peil schommelt voor tdurend op en af omdat het beïnvloed wordt door tal van factoren, waaronder neerslag, verdamping, evaporatie (=verdamping door planten), drainage, opstuwing, overstroming, …. De meeste grondwaterafhankelijke natuur typen reageren op gemiddelde grondwaterkenmerken: het gemiddelde jaarpeil, het gemiddelde voorjaarspeil, het gemiddelde hoogste peil, het laagste diepste peil, enz…

Gezien de natuurlijk optredende variatie in de weersomstandigheden hier in de gematigde klimaatsgordel, wordt algauw een lengte van obser vaties van ca. 10 jaar vereist om statistisch verantwoorde uitspraken te kunnen doen in verband met grond-waterpeilen. Lange tijdsreeksen zijn bijzonder nuttig in het beoordelen van beheersvraagstukken voor het individuele gebied maar zijn bovendien erg belangrijk om verschuivingen in vegetatiesamenstelling of evoluties van de aantallen van grondwater-afhankelijke soor ten te begrijpen.

Afhankelijk van de gekozen beheersopties kan er op basis van dergelijke kwalitatief hoogstaande meetreeksen gericht bijge-stuurd worden. Laten we ter verduidelijking eens kijken naar een paar voorbeelden van lange tijdsreeksen van grondwater-peilen en nagaan wat die kunnen bijbrengen aan beheerrelevante informatie.

De Leiemeersen te Oostkamp

(7)

vegetatiesei-7 zoen gestaag natter. De ideale omstandigheden voor Dottergrasland ver vagen op die manier. Er is een geleidelijke

verschui-ving in de richting van Grote Zeggenvegetaties opgetreden. Indien deze evolutie aanhoudt, of anders gezegd, indien de beheerder niet ingrijpt, zullen een aantal karakteristieke soor ten van Dottergrasland het moeilijk krijgen (Waterkruiskruid, Echte Koekoeksbloem en uiteindelijk ook Dotterbloem). Typische soor ten van Grote Zeggenvegetaties daarentegen, worden geleidelijk dominanter ; Scherpe zegge bijvoorbeeld, of Blauw glidkruid en Moeraswalstro. Dottergraslanden zijn erg bloemrijk, en herbergen naast de plantensoor ten ook vele bloembezoekende insecten. Het zijn echter arbeidsintensieve terreinen. Grote Zeggenvegetaties zijn duidelijk minder arbeidsintensief (er dient slechts cyclisch te worden gemaaid). Het zijn minder bloemrijke vegetaties, maar zijn bijvoorbeeld wel erg in trek bij vogelsoor ten als Porseleinhoen.

Het is een kwestie van keuzen. De beheerder bepaalt.

Tijdsreeks van grondwaterpeilmetingen in het natuurreser vaat de Leiemeersen te Oostkamp (West-Vlaanderen)

De Gulke Putten te Wingene

In dit natuurreser vaat wordt sinds 1972 quasi onafgebroken het grondwaterpeil opgevolgd. In 1984 is er een onderbreking van één jaar. Het heeft de langste en meest consequent opgemeten tijdsreeks van alle Vlaamse natuurgebieden. Het perceel waar de peilmetingen op slaan was tot voor kor t geïsoleerd van de rest van het reser vaat. Het gaat hier echter om een bij-zonder goed bewaard gebleven relict van Atlantische heide. Het is ronduit verbazingwekkend dat in het Mekka van de Vlaamse varkensindustrie nog een dergelijke oligotrofe parel bewaard is gebleven.

Het maai- en plagbeheer wordt er sinds jaar en dag verzekerd en ondanks het tot voor kor t erg belastende, intensieve land-bouwgebruik op alle belendende percelen lijkt de negatieve invloed daar van op de chemische samenstelling van het toestro-mende grondwater nog wel mee te vallen. Het overleven van Melkviooltje, Heidekar telblad, Beenbreek, Tweener vige zegge en tal van andere soor ten van natte heiden leek dus verzekerd.

Uit de vergelijking van vegetatiekaar ten die bij de star t van het reser vaatbeheer in 1972 maar ook op latere data werden gemaakt, bleek dat de ontwikkeling van diverse veenmossoor ten enorm sterk verliep. Meer zelfs; het aaneensluitende tapijt van veemossen begint stilaan een aantal frêle soor ten van de Atlantische heide te verdringen.

(8)

8

Tijdsreeks van grondwaterpeilmetingen in het natuurreser vaat de Gulke Putten te Wingene (West-Vlaanderen)

Dank zij de wel erg lange tijdsreeks kon de oorzaak daar van achterhaald worden. Uit navraag bij de terreinbeheerder bleek dat er niet of nauwelijks onderhoud is geweest van de eer tijds aangelegde drainagegreppels op het perceel. Deze zijn lang-zaam dichtgegroeid en dat is te merken in de peilmetingen. Sinds halverwege de jaren tachtig is het terrein aanzienlijk natter geworden, zeker tijdens het winterhalfjaar. Regenwater wordt steeds slechter geëvacueerd uit het terrein en dat ver taald zich in de aanwezigheid van plassen op het terrein gedurende de winter. Daar bovenop is, na de droge zomer van 1990, het diep-ste peil van het grondwater in de zomer diep-steeds hoger komen te liggen. De milieuomstandigheden op het terrein werden steeds idealer voor veenmossen. In 1990 werd er voor het eerst over het probleem gediscussieerd, de beheerder haalde enkele grachtjes terug open en het peil daalde wat. Sindsdien is de vernatting opnieuw gestar t. Het veenmostapijt vaar t er wel bij evenals de fraaie verschijning van honderden bloeiende planten Veenpluis. Moet er ingegrepen worden of niet? Het is een kwestie van keuzen. De beheerder bepaalt.

De Kalmthoutse Heide

Onnodig om breedvoerig uit te leggen hoe de Kalmthoutse heide eruit ziet. Vochtige en natte heiden, vennen en stuifduinen maar ook bossen wisselen elkaar af. De soor tenrijkste delen van het reser vaat zijn zonder twijfel ook de natste, grondwater-afhankelijke delen van het gebied.

Het is bekend dat er sinds lang een vrij drastische verdroging heeft plaatsgevonden, verdroging die wordt veroorzaakt door tal van menselijke invloeden: aanleg van drainagesystemen en verdieping van waterlopen (o.a. tijdens de ruilverkavelingen in het gebied) , waterwinningen in Vlaanderen en in Nederland, illegale winningen voor beregening van gewassen, … Alle heb-ben ze bijgedragen tot de stelselmatige verdroging en ecologische achteruitgang van het gebied. Recent zijn er nogal wat hydrologische herstelstudies uitgevoerd. Willen die studies een solide basis hebben dan zijn goede historische peilmetingen absoluut noodzakelijk. In het gebied zijn een reeks peilputten aanwezig. Aan Vlaamse kant zijn er dat een vijftigtal en aan Nederlandse kant zijn er dat ook nog een paar tientallen. De peilmetingen op Vlaanderen zijn weliswaar reeds lange tijd aan de gang (sinds ca. 1979) maar ze zijn niet consequent verder gezet. Zoals te zien is in de figuur hiernaast bevat de tijdreeks enkele belangrijke hiaten.

(9)

9 Bovendien dateren de eerste klachten van ecologische achteruitgang omwille van verdroging van voor 1979. Een belangrijke

negatieve impact is ongetwijfeld uitgegaan van het opstar ten van de grondwaterwinning door Delta Nutsbedrijven te Huijbergen in Nederland. Die winning is echter opgestar t in de tweede helft van de jaren zestig. In Vlaanderen werd wel de negatieve invloed gevoeld, zonder dat men toen wist waar het exact door veroorzaakt werd. Gelukkig werd er destijds in Nederland wel al een grondwatermeetnet aangelegd en is de peildaling goed gedocumenteerd, zoals duidelijk blijkt uit onder-staande figuur. De bovenste tijdsreeks is er één van een punt gelegen in Vlaanderen, waar er gestar t werd in 1979, en de onderste tijdsreeks is er één van uit de omgeving van de Groote Meer in Nederland waaruit de peildaling ten gevolge van het opstar ten van de nog meer westelijk gelegen grondwaterwinning van Huijbergen onbetwistbaar blijkt.

Tijdsreeksen van grondwaterpeilmetingen in het natuurreser vaat de Kalmthoutse Heide (Antwerpen). De bovenste, “kor te” reeks wordt gemeten in de freatische grondwater tafel in Vlaanderen. De onderste, langere reeks wordt gemeten in een die-per gelegen water voerende laag in Nederland.

Dergelijke lange én nauwkeurige tijdsreeksen zijn van cruciaal belang voor gedegen studies waarin gebruik gemaakt wordt van (regionale) numerieke grondwaterstromingsmodellen. De kwaliteit van het modelresultaat is rechtstreeks afhankelijk van goede historische tijdsreeksen, naast uiteraard een goede kennis van de plaatselijke geologie en topografie. Het hoeft geen betoog dat er met nauwkeurige en betrouwbare modelresultaten de discussies rond ecologisch herstel van een gebied aan-zienlijk vereenvoudigd worden.

(10)

10

G

E B I E D S F I C H E S

Leeswijzer bij de gebiedsfiches

De hierna volgende gebiedsfiches trachten per natuurgebied een kor t overzicht te geven van de informatie die er beschik-baar is. De fiches zijn gesor teerd per provincie en ver volgens per gebiedscode. Dat is een drielettercode zoals die gebruikt wordt in de hydrologische databank op het Instituut voor Natuurbehoud. De code wordt gevolgd door de volledige gangba-re naam van het natuurgebied

• Kaar tblad NGI: refereer t naar de nummering gebruikt voor de kaar ten van het Nationaal Geografisch Instituut waarop het gebied in kwestie te vinden is.

• Beheerder : geeft de naam van de vereniging of instantie die het beheer op het terrein uitvoeren. Dit kan uiteraard ver-schillend zijn van de eigenaar van het terrein. Indien het niet om een administratie of één of andere natuur vereniging gaat, wordt hier “privaat” weergegeven.

• Contactpersoon: hier wordt de naam gegeven van de meest recente persoon die verantwoordelijk is (was) voor het meten en/of verzamelen van de grondwaterpeilgegevens

• Aantal piëzometer : het aantal bekende locaties waar grondwaterpeilen gemeten worden in het betreffende gebied

• Lamber tscoördinaten: de locaties van alle meetpunten worden op het Instituut voor Natuurbehoud opgeslagen onder vorm van Lamber tscoördinaten. De manier waarop die coördinaten bepaald werden, verschillen per gebied. Die coördinaten kunnen op de volgende manieren (in volgorde van dalende nauwkeurigheid) bepaald zijn:

- Ingemeten met een theodoliet of automatisch totaalstation - Ingemeten met een Global Positioning System

- Schatting op kaar t

• Hoogtemetingen (in m TAW): de meeste meetpunten werden niet genivelleerd ten opzichte van het referentieniveau (zee-spiegel). In die gevallen staat hier de vermelding “Nee”. Indien de nivellering wel gebeurd is staat hier “Ja”

(11)

11 • Relevante (eco-) hydrologische literatuur of studies: eventuele publicaties die relevante eco-hydrologische informatie

bevat-ten voor het gebied in kwestie. Deze lijst is bijgewerkt tot juni 2003.

• Detailkaar t met indicatieve locatie van de piëzometers: als achtergrond voor de detailkaar t werd gebruik gemaakt van een topografische kaar t van 1/100.000. de locatie van de piëzometers wordt indicatief aangeduid. De schaal van de figuren is ver-schillend per natuurgebied. Er is gepoogd om ze zodanig aan te passen dat het met een minimum aan inspanning (en in com-binatie met het overzichtsfiguur tje van Vlaanderen in de rechterbovenhoek van de fiche), mogelijk moet zijn het gebied en de piëzometers te kunnen situeren.

• Tijdsreeksen: per gebied werden ten minste één en maximaal 3 tijdsreeksen geselecteerd en weergegeven. De selectie is zodanig gebeurd dat de lezer een indruk krijgt van de variatie aan grondwaterdynamiek die in het gebied gemeten wordt. De cijfergegevens van deze tijdsreeksen zijn te vinden op de website van de Databank Ondergrond Vlaanderen (dov.vlaanderen.be)

Type Lengte meetfrequentie onderbrekingen

5 +2 jaar 14 dagen

-4 +2 jaar 14 dagen < 3 maanden

3 +2 jaar 1 maand - tot < 3 maanden

2 1/2 tot 2 jaar 14 dagen -

1 1/2 tot 2 jaar 1 maand -

(12)

-12

Gebiedsfiches Antwerpen

AAB : De Aabeek te Poederlee 13

BPE: Bospolder-Ekers Moeras te Ekeren 14

BRA: Het Bos van Ranst te Ranst 15

BUI: Het Buitengoor te Mol 16

DEM: De Bossen van de Merode te Westerlo 17

DOM: De Dombergheide te Oud-Turnhout 18

GOK: Het Goorken inclusief Lokkerse Dammen te Arendonk 19

GOR: De Goren te Hulshout & Heist o/d Berg 20

GRA: ’s Gravendel te Retie 21

GSC: Het Groot Schietveld te Brecht & Wuustwezel 22

HOB: De Vallei van de Grote Nete te Heist o/d Berg 23

KAL: De Kalmthoutse Heide te Kalmthout 24

KIJ: Het Kijkverdriet te Ravels 25

LDO: De Langdonken te Herselt 26

LIE: De Liereman te Oud-Turnhout 27

MAG: Magershoek te Antwerpen 28

MEB: Het Mechels Broek te Mechelen 29

MOS: De Most te Balen 30

OLE: Het Olens Broek te Olen 31

ORC: De Orchis te Bornem 32

SCW: Het Schaapswees te Westerlo 33

SEG: Het Frans Segersreser vaat te Turnhout 34

SNE: Snepkensvijver te Kasterlee 35

STE: De Steenbeemden te Nijlen 36

TVG: Het Turnhouts Vennengebied te Turnhout & Merksplas 37

VIS: De Visbeekvallei te Lille 38

VRI: Het Vrieselhof te Ranst & Schilde 39

VRL: De Netevallei te Viersel-Zandhoven 40

ZAB: Het Zammelsbroek te Geel 41

(13)

13

KAARTBLAD NGI: 16/3

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: JAN DESCHUTTER

AANTAL PIËZOMETERS: 10

LAMBERTSCOÖRDINATEN: INGEMETEN METGPS

HOOGTEMETINGEN (IN M. TAW): JA

TYPE VAN DE PEILMETINGEN: 3

BEGIN- EN EINDDATUM METINGEN: 14/5/1999 - …

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES:

(14)

14

KAARTBLADNGI: 7/7

BEHEERDER: NATUURPUNT VZW.

CONTACTPERSOON: DANIÊLSANDERS

HOOGTEMETINGEN(IN M. TAW): A

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 20/4/00 – …

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES:

(15)

15

KAARTBLAD NGI: 16/1

BEHEERDER: AMINAL NATUUR

CONTACTPERSOON: GERTVAN HOYDONCK

LAMBERTSCOÖRDINATEN: INGEMETEN MET THEODOLIET

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 27/4/2001 - …

(16)

16

KAARTBLADNGI: 17/2

CONTACTPERSOON: JAN DIERCKX

HOOGTEMETINGEN(IN M. TAW): NEE

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: DELBAERE1990, BOEYE 1992, BOEYE ET AL. 1994, BOEYE ET AL.

(17)

17

KAARTBLADNGI: 24/4

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: INGRIDBAETEN

HOOGTEMETINGEN (IN M. TAW): NEE

(18)

18

KAARTBLADNGI: 8/4

CONTACTPERSOON: KRISVERHEYEN

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BOEYE ET AL. 2000,DE LOUW ET AL. 2001, ENVICO 2001

(19)

19

KAARTBLAD NGI: 9/5

LAMBERTSCOÖRDINATEN: SCHATTING OP KAART

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 25/10/1981 – 20/7/1982

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: MAHIEU& DE BAERE 1982

(20)

20

KAARTBLAD NGI: 24/3

CONTACTPERSOON: OLLIVIERHEYLEN

(21)

21

KAARTBLADNGI: 17/1

BEHEERDER: PRIVAAT

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: PAELINCKX & SOETENS 1981, PAELINCKX& SOETENS 1983

(22)

22

KAARTBLADNGI: 8/5

BEHEERDER: BELGISCH LEGER

CONTACTPERSOON: GUYHEUTZ

HOOGTEMETINGEN(IN M. TAW): JA

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ENVICO 2001

(23)

23

KAARTBLAD NGI: 24/2

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: INGRID BAETEN

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 19/4/2001 - 24/12/2001

(24)

24

KAARTBLADNGI: 7/6-7

CONTACTPERSOON: LUKVAN CRAEN

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: MARTENS& VAN CAMP 1998, ENVICO2000 A&B, HASKONING

2002, STUURMAN & DELOUW 2002, HASKONING2003, SORESMA 2003

(25)

25

KAARTBLADNGI: 9/1-5

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TORFS1989

(26)

26

KAARTBLADNGI: 24/3

CONTACTPERSOON: BENNYVANDIJCK

(27)

27

KAARTBLADNGI: 8/8 & 9/5

CONTACTPERSOON: JOKKESMETS

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BATELAAN ET AL. 1994, BERVOETS ET AL. 1994

(28)

28

KAARTBLADNGI: 7/6

BEHEERDER: GEMEENTELIJK HAVENBEDRIJFANTWERPEN

CONTACTPERSOON: FREDERIKPIESSCHAERT

(29)

29

KAARTBLAD NGI: 23/4

CONTACTPERSOON: JOOST DEWYSPELAERE

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: AWW 1982A& B

(30)

30

KAARTBLADNGI: 17/7

BEHEERDER: AMINAL BOS& GROEN

CONTACTPERSOON: CHRIS ROMBOUTS

(31)

31

KAARTBLAD NGI: 16/3

CONTACTPERSOON: EDDYVERC AMMEN

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 9/12/1996 -

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: SWINGS & BOEYE1997

(32)

32

KAARTBLAD NGI: 23/2

CONTACTPERSOON: HERWIG MEES

(33)

33

KAARTBLAD NGI: 24/3

(34)

34

KAARTBLADNGI: 8/8

CONTACTPERSOON: JAN DE SCHUTTER

(35)

35

KAARTBLAD NGI: 16/3-4

CONTACTPERSOON: CHRISJANSSENS

(36)

36

KAARTBLADNGI: 16/5

(37)

37

BEHEERDER: AMINAL NATUUR& NATUURPUNT VZW.

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BOEYE ET AL. 2000,DE LOUW ET AL. 2001, ENVICO 2001

(38)

38

KAARTBLADNGI: 16/3

CONTACTPERSOON: CHRIS ROMBOUTS

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ROMBOUTS1993, BELCONSULTING ET AL. 2000

(39)

39

KAARTBLAD NGI: 16/1

BEHEERDER: PROVINCIEANTWERPEN

CONTACTPERSOON: C . NUYENS

(40)

40

KAARTBLADNGI: 16/1-2-5-6

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: KOEN MARTENS

(41)

41

KAARTBLAD NGI: 16/8

(42)

42

KAARTBLADNGI: 16/2

CONTACTPERSOON: VAN HOYDONCKGERT

(43)

43 Gebiedsfiches Limburg

ABE: De Abeek te Meeuwen, Gruitrode, Peer en Bocholt 44

HAG: Het Hageven te Neerpelt 45

HER: Herkenrode te Hasselt 46

HOU: De Houterenberg inclusief Pinnekenswijer te Tessenderlo 47

KEV: De Kevie te Tongeren 48

KOL: Kolveren te Zonhoven 49

LAA: De Laambroeken te Heusen-Zolder 50

MAN: De Mangelbeekvallei te Houthalen-Helchteren 51

MEC: De Mechelse Heide te Maasmechelen 52

MLV: Het Midden Limburgs Vijvergebied te Zonhoven & Hasselt 53

MOM: De Mombeekvallei te Alken 54

NAT: De Natuur tuin van de gezinsboerderij te Kiewit-Hasselt 55

POM: De Pomperik te Diepenbeek 56

SBR: Het Schulensbroek te Herk-De-Stad 57

SMA: Sint Mar tensheide te Bree 58

SME: Het Smeetshof te Bocholt 59

SOT: Schotsheide inclusief Den Tösch te Maaseik 60

STA: Het Stamprooierbroek inclusief De Zig en Hasselterbroek te Konrooi 61

TEU: Den Teut en Ten Haagdoornheide te Houthalen-Helchteren & Zonhoven 62

TLA: Ter Laemen en De Weijerman te Heusden-Zolder 63

TOM: De Tommelen te Hasselt 64

VIJ: Het Vijverbroek te Kinrooi 65

WAR: De Warmbeekvallei te Neerpelt 66

ZAM: Zammelen te Borgloon-Kor tessem 67

ZIE: De Ziepbeekvallei inclusief Neerharenheide te Lanaken 68

(44)

44

KAARTBLADNGI: 18/5 & 26/1

CONTACTPERSOON: FREDDY JANSSEN

(45)

45

KAARTBLAD NGI: 9/8 & 17/4

CONTACTPERSOON: HUBERT LEHAEN

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES:VAN LEEUWEN& DIK 1994, BELLHULLENAAR 2000

(46)

46

KAARTBLADNGI: 25/7

CONTACTPERSOON: JANWELLEKENS

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: HASKONING

(47)

47

KAARTBLAD NGI: 25/1

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ENVICO

(48)

48

KAARTBLADNGI: 34/5

CONTACTPERSOON: ROGERNIJSEN

(49)

49

BEHEERDER: STICHTINGLIMBURGS LANDSCHAP VZW.

CONTACTPERSOON: DAVIDBEYENS

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TECHNUM 1997

(50)

50

KAARTBLADNGI: 24/3-4

BEHEERDER: STICHTING LIMBURGS LANDSCHAP VZW.

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TECHNUM1997

(51)

51

CONTACTPERSOON: ANNY LACZEWNY

(52)

52

CONTACTPERSOON: JOSGORISSEN

(53)

53

KAARTBLAD NGI:

BEHEERDER: AMINAL NATUUR& NATUURPUNT VZW.

CONTACTPERSOON: LILYGORA

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TECHNUM 1997, ENVICO 2002

(54)

54

CONTACTPERSOON: LUK PAQUE

(55)

55

KAARTBLAD NGI: 25/8

BEHEERDER: STAD HASSELT

CONTACTPERSOON: MARTINHERMY

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: PANIS 1999

(56)

56

KAARTBLADNGI: 25/8

CONTACTPERSOON: GEORGES HABEKS

(57)

57

KAARTBLAD NGI: 25/6

CONTACTPERSOON: GUST FEYEN

(58)

58

KAARTBLAD NGI: 18/6

CONTACTPERSOON: ALEX BALLET

(59)

59

KAARTBLAD NGI: 18/2

CONTACTPERSOON: JOSGORSSEN

(60)

60

KAARTBLADNGI: 18/7

BEHEERDER: STICHTING LIMBURGS LANDSCHAP VZW.

(61)

61

KAARTBLAD NGI: 18/2

(62)

62

KAARTBLADNGI: 25/4

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TECHNUM1997, TECHNUM 2002

T E U

TEUT

&

TEN HAAGDOORNHEIDE

-

HOUTHALEN

-

HELCHTEREN

-

ZONOVEN

(63)

63

KAARTBLAD NGI: 25/3 & 7

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: TECHNUM 1997

(64)

64

BEHEERDER: STAD HASSELT

CONTACTPERSOON: JACOBS

(65)

65

KAARTBLAD NGI: 18/8

CONTACTPERSOON: RAFBAYENS

(66)

66

(67)

67

KAARTBLAD NGI: 33/8

CONTACTPERSOON: CRETENE.

(68)

68

KAARTBLADNGI: 26/6

CONTACTPERSOON: JOSGORISSEN

(69)

69

KAARTBLAD NGI: 25/3

CONTACTPERSOON: PAULA ULENAERS

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: AGGENBACH, 1991, BATELAAN ET AL. 1994, BERTEN ET AL. 1996;

DEWILDE 1997, TECHNUM 1997, DEBECKER& HUYBRECHTS2000, ENVICO2001

(70)

70

Gebiedsfiches Oost-Vlaanderen

BAS: Bastenakker te Melle 71

BER: De Bergenmeersen te Wichelen 72

BRG: De Bourgoyen-Ossemeersen te Gent 73

BTE: Het Bos ’t Ename te Oudenaarde 74

BUY: De Buylaers te Lokeren 75

DAM: De Damvallei te Destelbergen 76

DON: Het Donkmeer te Berlare 77

DUR: De Durmemeersen te Zele 78

EEN: De Eénbes te Lokeren 79

FBO: De Fondatie van Boudelo te Sint Niklaas 80

GEB: De Gentbrugse Meersen te Gent 81

HEU: Heusden Linker Scheldeoever te Destelbergen 82

KAM: De Kalkense Meersen te Laarne, Wichelen & Berlare 83

KBR: Potpolder van Kruibeke 84

KOR: Het Kordaalbos te Kruishoutem 85

KRG: Het Krekengebied te Sint Laureins 86

LAT: De Latems Meersen te Deinze, Sint Mar tens Latem & Gent 87

LIN: De Linie te Lokeren 88

LMM: De Lokerse Moer vaar tmeersen te Lokeren 89

MOB: Het Molsbroek inclusief Molsbergen te Lokeren 90

MOE: De Moenebroeken te Geraardsbergen 91

MOR: De Moeren te Hamme 92

MSM: De Merelbeekse Scheldemeersen te Merelbeke 93

OSG: Osbroek-Gerstjens te Erembodegem 94

OUS: De Oude Schelde te Bornem 95

PAR: Het Parikebos te Brakel 96

PVP: Het Park van Poeke te Aalter 97

SAU: Het Schauselbroek te Temse 98

SCB: De Scheldebroeken te Berlare & Zele 99

SOM: De Sombeekse Meersen te Waasmunster 100

STB: Het Steenbergbos te Brakel 101

STO: Sint Onulfspolder te Dendermonde 102

STR: De Stropers te Sint Niklaas 103

SWP: De Scheldemeersen te Wor tegem-Petegem 104

(71)

71

KAARTBLAD NGI: 22/6

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: ELSVANDENBALCK

(72)

72

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: ELSVANDENBALCK

(73)

73

KAARTBLAD NGI: 22/1

BEHEERDER: STAD GENT

CONTACTPERSOON: KOEN MARTENS

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BUTAYE ET AL. 1995

(74)

74

KAARTBLAD NGI: 30/1

CONTACTPERSOON: GUIDOTACK

(75)

75

KAARTBLAD NGI: 14/8

BEHEERDER: DURME VZW.

CONTACTPERSOON: MARCELVERSTRAETEN

(76)

76

KAARTBLADNGI: 22/2

CONTACTPERSOON: FREDERIKHENDRICKX

(77)

77

KAARTBLAD NGI: 22/4

CONTACTPERSOON: ANDRÉVERSTRAETEN

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 16/8/1996 -…

(78)

78

KAARTBLADNGI: 14/8

(79)

79

KAARTBLAD NGI: 14/7

(80)

80

KAARTBLAD NGI: 14/8

(81)

81

KAARTBLAD NGI: 22/2

BEHEERDER: STAD GENT

CONTACTPERSOON: TINE KONGS

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: KONGS ET AL. 1999

(82)

82

KAARTBLAD NGI: 22/2

BEHEERDER: PRIVAAT

CONTACTPERSOON: BARTVANDEVOORDE

(83)

83

KAARTBLAD NGI: 22/8

CONTACTPERSOON: CHRISVANDEVELDE

(84)

84

(85)

85

KAARTBLAD NGI: 29/3

CONTACTPERSOON: LIEVENKINDTS

(86)

86

KAARTBLADNGI: 5/8, 6/5, 13/4 & 14/1-2

(87)

87

KAARTBLAD NGI:

CONTACTPERSOON: VLM OOST-VLAANDEREN

(88)

88

KAARTBLADNGI: 14/8

(89)

89

KAARTBLAD NGI: 14/8

(90)

90

KAARTBLADNGI: 14/8

BEHEERDER: AMINAL NATUUR & DURME VZW.

(91)

91

KAARTBLAD NGI: 30/7

CONTACTPERSOON: CARLOS D’HAESELEER

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: DELOOSE 1993

(92)

92

KAARTBLADNGI: 23/1

(93)

93

KAARTBLAD NGI: 22/5

—-RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES:

(94)

94

KAARTBLADNGI: 22/8

(95)

95

KAARTBLAD NGI: 15/6

BEHEERDER: PRIVAAT

(96)

96

KAARTBLADNGI: 30/6

BEHEERDER: AMINAL BOS& GROEN

CONTACTPERSOON: HANSJOCHEMS

(97)

97

BEHEERDER: STADAALTER

CONTACTPERSOON: GREETCLEPPE

(98)

98

KAARTBLAD NGI: 15/6

BEHEERDER: PRIVAAT

(99)

99

KAARTBLAD NGI: 22/4

(100)

100

KAARTBLADNGI: 15/5

(101)

101

KAARTBLAD NGI: 30/6

CONTACTPERSOON: HANSJOCHEMS

(102)

102

KAARTBLAD NGI: 22/4

BEHEERDER: PRIVAAT

(103)

103

BEHEERDER: AMINAL NATUUR, AMINAL BOS&GROEN

EN NATUURPUNT VZW.

CONTACTPERSOON: GUYHEUTZ

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ENVICO2001

(104)

104

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BEYEN& MEIRE 2000

(105)

105

KAARTBLAD NGI: 30/4

CONTACTPERSOON: ERIC DETRÉ

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: DEPOORTER & POELMAN2000

(106)

106

Gebiedsfiches Vlaams-Brabant

BLA: Blaasbroek in de Demer vallei te Rotselaar 107

DEL: Delfkensdonk in de Demer vallei te Aarschot 108

DOO: Het Doodbroek te Scherpenheuvel-Zichem 109

DUN: het Dunbergbroek te Holsbeek 110

DYL: De Dijlevallei incl. De Doode Bemde te Oud-Heverlee, Ber tem en Huldenberg 111

FLO: De Vijvers van Florival te Huldenberg 112

GRY: Het Grijpenveld te Tienen 113

HAL: het Hallerbos te Halle 114

HAR: De Harlekijnweide in de Demer vallei te Rillaar 115

HOE: Het Wachtbekken op de Velpe te Hoeleden 116

HOR: Het Kasteel van Horst te Holsbeek 117

IJS: De IJsevallei te Hoeilaar t, Overijse & Huldenberg 118

KAS: Het Kastanjebos te Herent 119

KRE: Het Krekelbroek in de Demer vallei te Scherpenheuvel-Zichem 120

MES: Messelbroek te Scherpenheuvel-Zichem 121

MOL: De Molenbeekvallei te Herent 122

MOT: Tussen Twee Motten te Tielt-Winge 123

PAB: Het Papenbroek te Bekkevoor t & Diest 124

PAP: Papenhel te Begijnendijk 125

ROD: Het Rodebos en Laanvallei te Huldenberg 126

SIL: Het Silsombos te Nederokkerzeel 127

SNO: De Snoekengracht te Boutersem 128

TWA: Het Twaalf Apostelenbos te Ter vuren 129

VIE: Het Vierkensbroek te Scherpenheuvel-Zichem 130

VIN: Het Vinne te Zoutleeuw 131

VOT: Vorsdonkbroek-Turfputten te Aarschot 132

WAL: het Walenbos te Tielt-Winge 133

WEB: Het Webbekomsbroek te Diest & Halen 134

WET: De Weterbeek te Bierbeek 135

WIN: De Winterbeek te Diest & Tessenderlo 136

ZAV: De Zavelbeemden in de Demer vallei te Scherpenheuvel-Zichem 137

(107)

107

CONTACTPERSOON: BARTAUBROEK

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: AUBROECK ET AL. 1998

(108)

108

CONTACTPERSOON: BART AUBROECK

(109)

109

BEHEERDER: NATUURPUNT

CONTACTPERSOON: BENNYALLAERTS

(110)

110

CONTACTPERSOON: JANWYCKMANS

BEGIN EN EINDDATUM METINGEN: 30/6/1992 -…

(111)

111

KAARTBLAD NGI: 32/1-2-5

BEHEERDER: AMINAL NATUUR- NATUURPUNT VZW. -

VRIENDEN VAN HEVERLEEBOS&

MEERDAALWOUD VZW.

CONTACTPERSOON: PIET DEBECKER

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: GULINCK & LOY 1971, BATELAAN ET AL. 1994, BUTAYE1994,

LEJEUNE ET AL. 1995, DE BECKER& HUYBRECHTS 2000, DESMEDT ET AL. 2001, DEWILDE ET AL. 2001,

(112)

112

KAARTBLADNGI: 32/6

CONTACTPERSOON: GEERTROSSAERT

LAMBERTSCOÖRDINATEN: INGEMETEN MET GPS

(113)

113

KAARTBLAD NGI: 32/8

CONTACTPERSOON: EDDY STERKENDRIES

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: DESMET 1996

(114)

114

KAARTBLADNGI: 39/2

BEHEERDER: AMINAL – BOS & GROEN

CONTACTPERSOON: HUGOVAN DERVORST

(115)

115

CONTACTPERSOON: RENÉVAN HELLEMONT

(116)

116

KAARTBLADNGI: 32/4

CONTACTPERSOON: LUCBRIESEN

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: BUTAYE& HERMY1997

(117)

117

CONTACTPERSOON: JANWIJCKMANS

(118)

118

BEHEERDER: PRIVAAT ENAMINAL BOS&GROEN EN

NATUUR

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ENVICO2002

(119)

119

CONTACTPERSOON: JOSVANDENEEDE

(120)

120

KAARTBLADNGI: 24/8

CONTACTPERSOON: BART AUBROECK

RELEVANTE(ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: AUBROECK ET AL. 1998, AUBROECK ET AL. 1999

(121)

121

KAARTBLAD NGI: 12/4

BEHEERDER: PRIVAAT & NATUURPUNT VZW.

CONTACTPERSOON: BARTAUBROECK

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: AUBROECK ET AL. 1998, AUBROECK ET AL. 1999

(122)

122

KAARTBLAD NGI: 32/1

(123)

123

KAARTBLAD NGI: 24/8

CONTACTPERSOON: MARILEENVAN DEN BERGHE

(124)

124

CONTACTPERSOON: ROELBAETS

(125)

125

KAARTBLAD NGI: 24/3

CONTACTPERSOON: A. GUILLAUME

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: ECONNECTION2000

(126)

126

KAARTBLAD NGI: 32/5

CONTACTPERSOON: BARTVERCOUTERE

RELEVANTE (ECO-)HYDROLOGISCHE LITERATUUR OF STUDIES: VERCOUTERE 1995