Vraag nr. 25
van 10 november 2004
van mevrouw VERA VAN DER BORGHT Vlaams Fonds – Diagnostiek
De zorgregisseur heeft in opdracht van de vorige minister een Eindrapport Zorgregie Vlaams Fonds geschreven. Daarin doet hij een aantal opmerkelij-ke vaststellingen.
Zo stelt hij in zijn rapport : "De huidige onsamen-hangende diagnose- en indicatiestellingen in de Vlaamse zorg, het beperkte diagnostisch potenti-eel, en de ongelijke kwaliteit ervan, maken dat de-ze sleutelfuncties meteen de achillespees vormen van het complexe zorgvernieuwingsproces. Een ferme investering in een performante kwaliteitsdi-agnostiek, ruim gespreid en met voldoende capaci-teit, neutraal van het aanbod, en klantgericht, is meer dan nodig, en zal op termijn zeker renderen (betere diagnostiek leidt tot het meer doelmatig in-zetten van middelen)".
Deze vaststelling raakt uiteraard de fundamenten van de activiteiten van het Vlaams Fonds.
1. Werd er in het verleden al een onderzoek inge-steld naar de kwaliteit van de diagnostiek en in-dicatiestelling ?
Zo ja, wanneer en wat waren de bevindingen en aanbevelingen ?
Zo neen, is een dergelijk onderzoek niet onont-beerlijk om te komen tot een goed gehandicap-tenbeleid voor de toekomst ?
2. De bedoeling is dat het Vlaams Fonds voor de -18-jarigen deel zal uitmaken van de integrale jeugdhulp. Daar is de problematiek van de dia-gnostiek en indicatiestelling zo mogelijk nog groter.
Hoe wordt die problematiek opgelost ?
3. Onderneemt de minister na deze belangrijke vaststelling van de zorgregisseur terzake actie ?
Antwoord
1. Met betrekking tot de vraag of er in het verle-den reeds onderzoek werd ingesteld naar de
kwaliteit van de diagnostiek en de indicatiestel-ling.
In februari 2004 voltooide het Centrum voor Orthopedagogiek van de KU Leuven (Katho-lieke Universiteit Leuven – red.), onder leiding van dr. Hans Grietens, het eindrapport "Inven-taris en analyse van het diagnostisch aanbod van de multidisciplinaire teams: een bijdrage aan de uniformisering en protocollering van de diagnostische praktijk".
Na oplevering van het onderzoek werden vol-gende vaststellingen, knelpunten en aanbeve-lingen aangereikt aan het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handi-cap.
Vaststellingen
– Het diagnostisch aanbod kon met het on-derzoek slechts partieel in kaart worden ge-bracht wegens het feit dat er een onvolledige respons was op de bevraging.
– De kwaliteitsanalyse van het aanbod dat wel in kaart kon worden gebracht, leverde een aantal knelpunten op.
Knelpunten
– Het diagnostisch aanbod is ruim doch erg versnipperd.
– De multidisciplinaire teams (MDT's) ver-schillen sterk in de specifieke wijze waarop zij het diagnostisch proces invullen (bv. meer of minder systematisch, al dan niet toepas-sen van de principes van de behandelingsge-richte diagnostiek).
– De MDT's ervaren een tekort aan tijd, mid-delen en personeel.
Beleidsaanbevelingen
– Er moet verder onderzoek gebeuren met be-trekking tot de diagnostiek in Vlaanderen; ook de rest van het niet onderzochte aanbod moet in kaart worden gebracht.
– Multidisciplinaire teams (MDT's) worden best samengebracht in netwerken. MDT's zouden enkel erkend moeten worden voor die dienstverlening waarvoor ze de nodige expertise kunnen voorleggen. Bij het toe-kennen van erkenningen zou gedifferentie-erd kunnen worden tussen "generalistische teams" en "specialistische teams". Het al dan niet beschikken over bepaalde expertise zou transparant gemaakt kunnen worden aan de hand van protocollering.
– Er moeten diagnostische protocollen uitge-werkt worden die de teams duidelijk maken welke diagnostische vragen zij kunnen be-antwoorden en welke niet, welke methoden en instrumenten zij dienen te gebruiken, hoe eventuele doorverwijzingen naar andere teams moeten gebeuren, ... Het Vlaams Fonds moet hierin een actieve rol opnemen. – Er is extra specialisering nodig voor specifie-ke doelgroepen, waaronder autisme en psy-chiatrische problematieken.
– Er moet geïnvesteerd worden in het norme-ren van nieuwe instrumenten voor de Vlaamse populatie en in het ontwikkelen van een volwaardig Vlaams evaluatie-instru-ment waarmee de kwaliteit en de toepas-baarheid van instrumenten beoordeeld kun-nen worden (cfr. COTAN in Nederland). – De wachtlijsten bij de MDT's (en in het
bij-zonder bij de centra voor ontwikkelings-stoornissen) moeten weggewerkt worden. – De vergoeding die MDT's van het Vlaams
Fonds krijgen voor het opstellen van een multidisciplinair verslag moet in verhouding staan tot het (extra) werk dat hiervoor gele-verd moet worden. Concreet stellen de
on-derzoekers voor enkel die centra die echt ex-tra werk leveren, te vergoeden.
2. Met betrekking tot de diagnostiek en indicatie-stelling bij -18-jarigen binnen de integrale jeugdhulp.
Het Vlaams Fonds zal verder via de geëigende overlegstructuren waarin is voorzien in het ka-der van de implementatie van het decreet inte-grale jeugdhulp, de nodige afspraken maken met betrekking tot de diagnostiek en de indica-tiestelling. Een eerste overleg terzake tussen enerzijds de koepels van voorzieningen en an-derzijds het Vlaams Fonds is gepland voor in de loop van januari 2005.
3 Met betrekking tot de vraag naar de te onder-nemen acties.