• No results found

In de laatste versie van de MIA-tekst van april 1998 staan deze verschillende voorstellen naast elkaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In de laatste versie van de MIA-tekst van april 1998 staan deze verschillende voorstellen naast elkaar"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 233

van 15 september 1998

van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS

Multilateraal Investeringsakkoord – Sociale en milieubekommernissen

Van de kant van verschillende regeringen, waaron- der de Vlaamse, is erop aangedrongen dat het MIA (Multilateraal Investeringsakkoord) een duidelijk mechanisme moet hebben voor het integreren van sociale en milieubekommernissen in het investe- ringsbeleid. Bij de onderhandelingsteksten van februari en april werden in dat verband verschil- lende voorstellen gedaan, onder meer steunend op de bepalingen van de WHO (Wereldhandelsorga- nisatie) en NAFTA (North American Foreign Trade Agreement). In de laatste versie van de MIA-tekst van april 1998 staan deze verschillende voorstellen naast elkaar.

1. Betekent het opsommen van verschillende voorstellen voor het behandelen van sociale en ecologische materies in de meest recente MIA-tekst van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat de delegaties het helemaal niet eens zijn over de te volgen gezamenlijke strategie ? Welk standpunt heeft de Vlaamse regering in dit ver- band ingenomen ?

2. Is de Vlaamse regering van oordeel dat een regeling over integratie van sociale en milieube- kommernissen moet zijn gebaseerd op het arti- kel XX van de GATT-overeenkomst (General Agreement on Tariffs and Trade), zoals de Europese Commissie heeft voorgesteld ?

3. Hoe staat de Vlaamse regering tegenover de recente uitspraken van de WHO-dispute panels, onder meer de shrimpturtle case, het EU-bana- nenregime en het EU-hormonenbeleid (EU : Europese Unie) ?

4. Kan men na deze geschillenbehandeling nog redelijkerwijs stellen dat artikel XX voldoende beveiliging biedt om effectief sociale en ecologi- sche bekommernissen te integreren in het han- dels- en investeringsbeleid ?

5. Is de Vlaamse regering ermee akkoord gegaan dat een voorstel over niet-bindende bepalingen inzake milieuregelingen, gebaseerd op Nafta-regeling 1114. 1, wordt opgenomen in een tekst die verder vol staat met bindende en afdwingbare rechten voor investeerders ?

Antwoord

1. Een globale oplossing voor de sociale en milieu- vraagstukken werd nog niet vastgesteld tijdens de onderhandelingen over het Multilateraal Investeringsakkoord. Anderzijds is de opsom- ming van diverse voorstellen inzake sociale en milieuaspecten in de MIA-ontwerptekst niet echt een indicatie van het volledig ontbreken van een gezamenlijke strategie terzake. De onderhandelingen en beslissingen over het MIA gebeuren immers door middel van consensus.

De verschillende onderhandelingsdelegaties brengen mogelijkheden naar voren om bepaal- de problemen of bekommernissen in de ver- dragstekst op te nemen.

De onderhandelingen werden een half jaar opgeschort teneinde de verschillende partijen toe te laten om zich te bezinnen over de verdere onderhandelingen, die opnieuw worden opge- start op 20 oktober 1998 in Parijs. Toch kwamen de verschillende ministers op de Ministeriële Conferentie van de OESO van 27-28 april 1998 tot de bevinding dat er een toenadering is in verband met de noodzaak om de vraagstukken betreffende de bescherming van het milieu en de arbeidsnormen binnen het kader van de MIA-onderhandelingen te behandelen. Ook kon naar aanleiding van deze ministeriële ont- moeting worden vastgesteld dat het principe om de arbeids- en milieunormen niet te verlagen, op veel steun kon rekenen. Het gevaar dat som- mige partijen hun arbeids- en milieunormen zouden verlagen om alzo meer investeringen te kunnen aantrekken, heeft aldus op dit ogenblik weinig kans om reëel te worden binnen de con- text van de MIA-onderhandelingen.

De Vlaamse regering verdedigt mee het stand- punt dat een aantal minimale sociale en milieu- normen dienen te worden gerespecteerd als tegenhanger van de liberalisering van de inves- teringen. Ik verwijs hierbij naar mijn uitgebreid antwoord terzake op de interpellatie van mevrouw Verwimp-Sillis in de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden van het Vlaams Parlement (Handelingen C68 van 24 maart 1998, blz. 5).

2. Op de Ministeriële Conferentie van de OESO met betrekking tot het milieu (deze vond plaats op 2 en 3 april 1998) schaarden België en de Europese Commissie zich achter de op artikel XX van de GATT afgestemde aanpak. De invoering van een algemene uitzondering ten gunste van het milieu zou immers tot gevolg

(2)

hebben dat binnen het MIA minder maatrege- len moeten worden genomen die een derogatie zouden inhouden. Ofwel wordt gekozen voor een formulering die in grote lijnen overeenkomt met die van artikel XX, ofwel wordt de reik- wijdte van bedoeld artikel uitgebreid naar de sociale normen.

Op die manier zouden België en ook Vlaande- ren kunnen overwegen om artikel XX van de GATT-overeenkomst als uitgangspunt te nemen voor nationale en regionale maatregelen op het vlak van het sociaal en milieubeleid die niet stroken met het binnen het MIA geldende ver- bod inzake resultaatsverbintenis.

Vlaanderen schaart zich achter deze opstelling van de federale overheid en van de Europese Commissie.

3. De vraagstukken in verband met de handelsge- schillen waarnaar wordt verwezen, zijn ontegen- sprekelijk drie belangrijke gevallen, welbekend bij de specialisten van de Wereldhandelsorgani- satie. Het is echter iets te simpel om deze drie gevallen zomaar met elkaar te vergelijken.

De shrimpturtle case heeft betrekking op de bescherming van het milieu, het EU-hormonen- beleid houdt dan weer verband met de bescher- ming van de consument. Het EU-bananenregi- me heeft op zijn beurt dan weer te maken met de voorschriften inzake de gemeenschappelijke organisatie van de respectieve EU-markten.

De Vlaamse regering neemt geen standpunten in, in verband met internationale arbitrale uit- spraken in geschillen waarin zij niet recht- streeks is betrokken.

4. Artikel XX van de GATT, dat een algemene uitzondering vormt op de GATT-voorschriften met betrekking tot maatregelen voor de bescherming van het milieu en de gezondheid, vormt sedert de oprichting van de WHO een onderwerp van discussie. Dit komt duidelijk tot uiting in de beraadslagingen van de Commissie Handel en Milieu van de WHO.

Sinds de omstreden maatregel werd genomen teneinde tegemoet te komen aan een algemene, alomvattende bepaling op milieugebied, die als dusdanig in een internationale overeenkomst zou worden opgenomen, heeft België tezamen met de andere Europese lidstaten onophoude- lijk aangedrongen op een versoepeling van bedoelde bepaling. De inzet van de federale

vertegenwoordigers bij de WHO ten gunste van de erkenning van een hoge mate van bescher- ming van het milieu, werd tenietgedaan door het feit dat niet alle leden van de WHO even- veel belang hechten aan dit vraagstuk.

Aangezien de WHO functioneert bij middel van consensus en de EU alleen stond met het stand- punt dat op handelsgebied meer rekening dient te worden gehouden met het milieu en de socia- le vraagstukken, is er nauwelijks iets veranderd.

De beslissingen genomen door het orgaan voor geschillenbeslechting binnen de WHO, zijn ove- rigens een weergave van de stand van zaken inzake de onderhandelingen binnen de WHO.

Hierbij kan men opmerken dat de jurispruden- tie ten aanzien van het milieu een gunstige ont- wikkeling heeft doorgemaakt. Het uitblijven van enige noemenswaardige vooruitgang heeft de lidstaten van de EU en de Commissie er evenwel toe aangezet om ten aanzien van de WHO een nieuwe strategie uit te stippelen. Zo stelde onder meer de EU onlangs voor om bin- nen afzienbare termijn een politieke vergade- ring op hoog niveau over handel en milieu te houden. Het voorstel wordt momenteel nog in overweging genomen. Doel van dit initiatief van de EU is om een bewustmakingsproces op gang te brengen en te bereiken dat de aandachtspun- ten op milieugebied in de toekomstige WHO- onderhandelingen van het jaar 2000 een belang- rijke plaats zullen innemen.

5. Vlaanderen is steeds voorstander geweest van dwingende maatregelen met betrekking tot de bepaling inzake het niet verlagen van de nor- men (onder meer op het gebied van arbeid en milieu) om buitenlandse investeringen aan te trekken.

Deze duidelijke optie zal ook worden verdedigd door de federale vertegenwoordigers bij de MIA-onderhandelingen in Parijs die, zoals eer- der gesteld, worden heropgestart eind oktober 1998.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

SttL beschrijft zelfs heel concreet hoe de zangleider voor de samenzang enkel als tijdelijke maatregel een micro kan gebrui- ken, maar wanneer hij of zij voelt dat het volk

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Het reglement met betrekking tot de subsidië- ring van studentenactiviteiten legt de criteria vast waaraan verenigingen moeten voldoen om te worden erkend door een

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Robinson vond bij proeven met Amerikaanse tweehuizige hennep, dat bij een dunne stand van het gewas het optreden van vertakte stengels groter was dan bij een

Naast de nieuwe pachtvormen voor de langere termijn in dit voorstel - een nieuwe vorm van reguliere pacht en loopbaanpacht - is het verstandig dat er ook een vorm is opgenomen

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of