• No results found

Vraag nr. 127 van 23 maart 1998 van de heer JOS STASSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 127 van 23 maart 1998 van de heer JOS STASSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 127 van 23 maart 1998

van de heer JOS STASSEN

Woningfondsleningen – Gescheiden ouders

De Vlaamse regering poogt via allerlei beleidsda-den de stadsvlucht tegen te gaan. Een van de maat-regelen is gezinnen met minder dan drie kinderen de kans te geven om een lening bij het Wo n i n g-fonds van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen (BGJG) af te sluiten.

Toch rijzen nog een aantal problemen bij de gescheiden ouders, namelijk bij de ouder zonder hoederecht met bezoekrecht (in concreto meestal de vader). Binnen de huidige regeling van het Woningfonds van de BGJG heeft een gescheiden ouder met bezoekrecht van drie (wettige) kinderen geen mogelijkheid om goedkoper leningen af te sluiten bij het Wo n i n g f o n d s. Toch voldoet deze ouder aan de "inkomensvoorwaarden" van het Wo n i n g f o n d s. Bovendien heeft deze ouder een bezoekregeling waarbij zijn/haar kinderen een weekend om de veertien dagen en de helft van de schoolvakanties bij deze ouder wonen. Dit komt neer op ongeveer 90 dagen (anderzijds drie maan-den) per jaar.

Aangezien enerzijds het aantal scheidingen (met kinderen) zeker niet afneemt, en het aantal schei-dingen "in onderling akkoord" toeneemt, is het nodig dat ook de woonomstandigheden van de "bezoekouder" beantwoorden aan de omstandig-h e d e n . Ook de Vlaamse overomstandig-heid omstandig-heeft omstandig-hier omstandig-haar verantwoordelijkheid.

1. Wat is de huidige "gewone" regeling (minimaal drie kinderen ten laste) voor toegang tot het Woningfonds van de BGJG ?

2. Op welke manier hebben gescheiden ouders (met minimaal drie kinderen) met bezoekrecht toegang tot het Woningfonds van de BGJG ? 3. Waarom wordt er geen regeling uitgewerkt

waarbij een gescheiden ouder met minimaal drie kinderen, met het gepaste inkomen en met bezoekrecht, eventueel naar rato van het aantal bezoekdagen toegang heeft tot het Wo n i n g-fonds van de BGJG ?

4. Staan wettelijke obstakels – wetten, decreten, koninklijke of ministeriële besluiten – boven-staande regeling (cf. vraag 3) in de weg ? Zo ja, welke ?

Antwoord

1. De huidige "gewone" en tevens wettelijke rege-ling voor het verkrijgen van een Woningfondsle-ning is dat de aanvrager, naargelang de gemeen-te waar de woning gelegen is, minsgemeen-tens twee of drie kinderen ten laste dient te hebben.

Het begrip "kind ten laste" wordt gedefinieerd in artikel 1,7° van het besluit van de V l a a m s e regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voort-komen van het Fonds B2 en luidt als volgt : "kind ten laste :

– het inwonend kind waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald aan de aan-vrager of dat door de Vlaamse minister, n a overlegging van bewijzen, beschouwd wordt als te zijnen laste ;

– de aanvrager en elk familielid dat deel uit-maakt van zijn gezin en met hem de woning zal betrekken die erkend zijn, onder de door de Vlaamse minister gestelde voorwaarden, als ernstig gehandicapt."

De dubbele voorwaarde, namelijk inwonend kind en kinderbijslag ontvangen, werd tot op heden steeds geëist ongeacht de aanvrager gescheiden is of niet.

Concreet betekent dit dat het kind ten laste effectief dient te wonen bij de gescheiden ouder en dat deze laatste hiervoor de kinderbijslag dient te ontvangen.

Deze dubbele voorwaarde wordt gecontroleerd op basis van een uittreksel uit het bevolkingsre-gister en een attest van de kinderbijslagkas. 2. De gescheiden ouder met minstens twee of drie

kinderen die aan bovenvermelde voorwaarden v o l d o e t , kan steeds een beroep doen op het Vlaams Woningfonds voor het verkrijgen van een lening tegen verminderde rente.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Heeft de Vlaamse Landmaatschappij een inrich- tingsproject klaar voor (eventueel) onteigende landbouwers, zodanig dat ze begeleid worden in het verwerven van nieuwe

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw

Het project "Uitbouw van een natuureducatief en toeristisch onthaalcentrum aan het Schulens- meer" werd inhoudelijk positief beoordeeld en goedgekeurd in

Op 15 augustus 1997 had in Zele op terreinen langs de Gentsesteenweg een wedstrijd voor motorvoer- tuigen plaats. Deze wedstrijd vond plaats in een beschermingszone

Op dat moment werden geen overtredingen geverbaliseerd omdat het bedrijf krachtens de bijzondere voor- waarden van de bovenvermelde vergunning uit- stel kreeg voor de

– exploitatie van een opslagplaats voor petro- leumproducten bestaande uit vijf boven- grondse reservoirs van elk 785.000 l voor de opslag van stookolie, dieselolie en gasolie,

Op 3 november 1993 werd het beheersplan voor een duur van twintig jaar goedgekeurd door de woudmeester van de provincie Oost-Vlaande- ren (registratienummer 93/21 512-5/01)2.

Werd de minister geraadpleegd door de minister- president, voordat deze laatste het gemeentebe- stuur toezegde alternatieven voor de potpolder te onderzoeken1. Zo ja,