• No results found

Proteinuria and function loss in native and transplanted kidneys Koop, K.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Proteinuria and function loss in native and transplanted kidneys Koop, K."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proteinuria and function loss in native and transplanted kidneys

Koop, K.

Citation

Koop, K. (2009, September 2). Proteinuria and function loss in native and transplanted kidneys. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13951

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13951

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Stellingen

behorende bij het proefschrift ‘Proteinuria and renal function loss in native and transplanted kidneys’

1. In verworven nierziekten zijn veranderingen in expressie van podocyt eiwitten het gevolg, niet de oorzaak, van proteïnurie. (dit proefschrift)

2. Obliteratie van glomerulaire epitheelcel-pedikels vindt plaats nadat proteïnurie is ingetreden. (dit proefschrift)

3. Proteïnurie leidt tot een glomerulair genexpressie-profiel dat overeenkomsten vertoont met dat van tubulaire epitheelcellen die worden blootgesteld aan hoge concentraties eiwit. (dit proefschrift)

4. Analyse van moleculaire markers in chronisch slecht functionerende niertransplantaten kan helpen onderscheid te maken tussen ziektebeelden die een overigens gelijksoortige presentatie hebben. (dit proefschrift)

5. De endotheelcel speelt de meest cruciale rol in het proces van glomerulaire filtratie.

6. Een beschrijving van ziektes met een multifactoriele ontstaanswijze zoals chronische transplantaat dysfunctie wordt moeilijker naarmate er meer over die ziektes bekend is:

een samenvatting brengt complexe processen terug tot iets dat intuïtief juist maar in feite nietszeggend is, terwijl een diepgaande beschrijving onoverzichtelijk is. Iets daar tussenin is meestal onevenwichtig.

7. Het voordeel van microarray is dat er altijd iets uit komt. (Michael Eikmans)

8. Voor een goed functionerende nier zou glomerulaire filtratie overbodig kunnen zijn; bij het ontwerpen van een kunstnier moet dan ook niet gepoogd worden de nier zo zorgvuldig mogelijk na te bootsen.

9. Vaak worden biologische processen alleen kwalitatief omschreven (A leidt tot B), terwijl de kwantitatieve aspecten van even groot belang zijn (zoveel A leidt na enige tijd tot een hoeveelheid B).

10. Bij gebrek aan bewijs van causaliteit is plausibiliteit een goede stand-in.

11. Bewijzen dat een bepaalde medische handeling zinloos is is even zinvol als het tegenovergestelde.

12. Het vertrouwen in de heilzame werking van al wat ‘natuurlijk’ is getuigt van een eenzijdig beeld van de natuur, die “baart, gedijt en bloeit, en tegelijkertijd ziek is, vervalt, vergaat, verrot” (Ryszard Kapuscinski).

Klaas Koop Leiden, 2 september 2009

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

There are several non-mutually exclusive pathophysiologic processes that damage the kidney and lead to development of chronic allograft dysfunction and CAN, often in a way that

In most ac- quired renal diseases, except in IgA nephropathy, a marked reduction was observed at the protein levels of nephrin, podocin, and podocalyxin, whereas an increase of

At later time points (from 8 weeks onwards), when proteinuria had already progressed appreciably, immunoelectron micros- copy showed that foot process effacement coincided with

i) we found and validated several genes that are differentially expressed and located within ge- nomic regions previously identified to be associated with proteinuria; ii)

In both patient groups, the mean collagen IV _3 and fibronectin mRNA levels were significantly elevated compared to those in controls, whereas only in CsA toxicity were the laminin

Collagen I, III, and IV, the collagen IV _3 chain, and the laminin `2 chain were investigated in biopsies of allografted kidneys with chronic cyclosporine A nephrotoxicity (CsAT)

However, the studies in this thesis suggest a secondary role for podocytes in acquired proteinuric diseases: Foot pro- cess effacement only developed after the occurrence

Uit pathway analyses kwam naar voren dat al vroeg in de ontwikkeling van proteïnurie genen betrokken bij het cytoskelet verschillend tot expressie komen tussen beide stammen..