• No results found

Klimaatscenario’s Bart van den Hurk (KNMI/IMAU)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Klimaatscenario’s Bart van den Hurk (KNMI/IMAU)"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Klimaatscenario’s

Bart van den Hurk (KNMI/IMAU)

(2)

Kijken in de toekomst?

Een greep uit de onzekerheden

•  Het klimaatsysteem is te complex om te bevatten –  waarnemingen van alle relevante processen en

feedbacks beperkt

–  modellen (als “integrator van onze kennis”) zijn dus ook beperkt realistisch

–  er zijn grenzen aan voorspelbaarheid van complex systeem

•  Toekomstige ontwikkelingen zijn onvoorspelbaar –  nog niet eerder opgetreden feedbacks in het

systeem

–  ontwikkeling van de sociale en economische mensheid

(3)

Wat zijn de opties?

•  Niks doen

–  “Leef in het hier en nu!”

–  “We hebben ons altijd aangepast”

•  Niet voorspellen, maar rekening houden met een set consistente, relevante en plausibele scenario’s

–  “Met kleine meerkosten kunnen lange-termijn investeringen leiden tot betere

klimaatbestendigheid”

•  Doorwerken en studeren totdat we nauwkeurige voorspellingen kunnen maken

–  “Weersvoorspellingen worden ook steeds beter”

–  “Mens is van nature nieuwsgierig”

(4)

Scenario’s en voorspellingen

•  Scenario:

–  Verkenning van de consequenties van bepaalde aangenomen ontwikkelingen (“what-if”)

•  Projectie

–  Modelrun die door een scenario wordt geforceerd

•  Voorspelling/verwachting

–  Beste schatting van de toekomstige ontwikkelingen

•  Probabilistische of kans-verwachting

–  Beste schatting van de kansverdeling van alle mogelijke toekomstige ontwikkelingen

waarde (bv Tglob)

kans

(5)

Hoe worden de modelprojecties gemaakt?

•  Uitgangspunten:

–  meerdere scenario’s voor menselijk handelen –  meerdere modellen gebruiken set scenario’s

•  Emissie-scenario’s

•  Concentratie-scenario’s

–  chemie-transportmodellen

•  Klimaatprojecties

–  AR4: Groot aantal (~25) GCMs beschikbaar voor 1900 – 2200 (http://www-pcmdi.llnl.gov/)

(6)

CO2

CH4

N2O

SO2

(7)

Model projecties van globaal

gemiddelde temperatuur

(8)

Naar regionale scenario’s (bv ECHAM5 AR4)

Winter

Zomer

A1B A2

+25%

-50%

Slechts één scenario!

Slechts één model!

Veel te grof!

(9)

Klimaatverandering betreft vele processen!

•  Temperatuurverandering niet overal hetzelfde

•  Windpatronen kunnen ook veranderen!

Gemiddelde temperatuurverandering SRES A2 scenario

2025 2100

(10)

Verandering van de atmosferische circulatie: onzeker!

Verandering van de druk op zeeniveau met 2 verschillende GCMs

Van Ulden and Van Oldenborgh, 2006

(11)

Winter temperatuur en windrichting

•  Oostenwinden geven lagere temperaturen

Waargenomen

Controle simulatie A2 scenario

14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10

westenwind oostenwind

(12)

Rationale van de KNMI’06 scenario’s

•  2 stuurvariabelen

–  Mondiale temperatuur

•  +1 en +2°C in 2050 –  Verandering van de

westcirculatie

•  weinig verandering

•  meer west in winter, meer oost in zomer

•  4 scenario’s

(13)

Lokale vertaling

•  Voorbeelden van lokale variabelen

–  seizoensgemiddelde temperatuur/neerslag –  gemiddeld warmste/koudste/natste dag –  10-daagse neerslag die 1/10jr wordt

overschreden

•  Van stuurvariabelen naar lokale variabelen:

Δvar = xT ΔTglob + xcirc Δcirc

ctl

A2

Δcirc

verandering tgv Δcirc verandering tgv ΔTglob

(14)

Downscaling met regionale klimaatmodellen (RCMs)

•  GCM-grid box te grof

Regional model

Global model

(15)

Kenmerken van een RCM

•  Hoge resolutie GCM (50 – 20 km)

•  Randvoorwaarden aan zijkanten komen van GCM scenario runs

•  Binnendomein is vrij

•  Toegevoegde informatie:

–  detail (bv land-zee, topografie) –  scherpere gradienten

–  meer ruimtelijke & temporele variatie –  beter opgeloste processen (bv neerslag)

(16)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

meer

minder

(17)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

Danish Met. Institute

meer

minder

(18)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

meer

minder

(19)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

Danish Met. Institute

meer

minder

(20)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

meer

minder

(21)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

Danish Met. Institute

meer

minder

(22)

Neerslag extremen in de zomer (verschil 21

e

– 20

e

)

meer

minder

(23)

De KNMI’06 klimaat scenario’s:

verandering in 2050 tov 1990

(24)

Enkele voorbeelden

Met circulatie verandering verandert

de koudste dag meer dan het gemiddelde

gemiddelde temperatuur koudste winterdag

winter

(25)

Enkele voorbeelden

Aantal natte dagen sterk afhankelijk van circulatieverandering

aantal natte dagen zomer

(26)

Enkele voorbeelden

gemiddelde neerslag op natte dagen schaalt met de temperatuur

gemiddelde neerslag zomer

(27)

Enkele voorbeelden

Extreme neerslag is waarschijnlijker in een natter klimaat

dagsom neerslag die 1/10jr wordt overschreden

zomer

(28)

Enkele voorbeelden

Windscenario’s zijn nauwelijks significant

hoogste daggemiddelde windsnelheid per jaar winter

(29)

Algemeen beeld

•  Extreme temperatuur verandering is groter dan het gemiddelde, vooral met circulatie-

verandering

•  Met circulatie-verandering neemt aantal

neerslagdagen sterk af in zomer, met een reductie van gemiddelde neerslag tot gevolg

•  In winter neemt gemiddelde neerslag toe (afhankelijk van circulatie)

•  Extreme neerslag neemt toe zowel in zomer als winter

•  1/jr Wind neemt iets toe (maar niet significant)

(30)

Toepassing in de praktijk

•  KNMI’06 tabel vaak te algemeen:

–  “Hoe verandert een typische neerslag-tijdserie in mijn gemeente?”

–  “Rekening houdend met veranderingen zowel rivierafvoer als neerslag, wat is de kans op extreme droogte in mijn waterschap?”

–  “Welk scenario is het meest relevant voor mijn

landbouwkundige/ecologische/verkeerstechnische/

gezondheids-toepassing?”

•  Aantal “maatwerk” applicaties –  Tijdserie-transformatie tool –  GIS-kaarten

–  Selectie van een representatieve episode

(31)

Tijdserie-transformatie

•  Klimaatscenario’s geven algemene kentallen (gmiddelde, 1/10jr extreem)

•  Neem een bestaande tijdserie, en verander deze consistent met deze kentallen:

–  niet-lineair (ook de vorm van de verdeling en aantal natte dagen verandert)

(32)

Voorbeeld: aantal zomerse dagen

(T

max

> 25°C)

(33)

Return time of 2003 drought

1906-

2000 G G+ W W+

Precipitation deficit

(mm) 144 151 179 158 220

Return time of 2003-drought

(yrs)

9,7 7,9 4,1 6,5 2,0

(34)

Grondwaterstanden in Nederland

•  Huidige praktijk: gedetailleerd hydrologisch model voor

grondwaterbalans

•  Bestuderen van klimaatverandering en adaptatie vergt lange tijdseries: (te) duur!

•  Een enkel referentiejaar wordt gebruikt

•  Hoe ziet dat referentiejaar er in 2050 uit?

(35)

Grondwaterstanden in Nederland

•  Tailoring proces:

–  vergelijk methoden om een referentiejaar te maken

•  mediaan van regionale/nationale klimatologie van p,T

•  kies “typisch jaar” regionaal/nationaal

–  maak W+ 2050 met de tijdserie-transformatie

courtesy Timo Kroon, Franziska Keller ea

Start van groeiseizoen:

iha natter

Laagste waterstand:

iha droger

“beste methode” verschilt voor verschillende hydrologische variabelen!

(36)

De klimaat effect atlas

•  Doel

–  Communicatie-middel op provinciaal niveau –  Toont gebieden met mogelijke ruimtelijke

conflicten

•  GIS kaarten met meta-informatie

•  Structuur van de kaarten:

–  Laag 0: huidig klimaat

–  Laag 1: primaire klimaat effecten (2050) voor verschillende KNMI’06 scenario’s

–  Laag 2: secondaire klimaat effecten

(consequenties voor water sector, landbouw…) –  Laag 3: ruimtelijke ontwikkelingsplannen

(37)

Voorbeeld: zomerneerslag in Brabant

Laag 0

Laag 1a (W) Laag 1b (W+)

Climate Effect Atlas Brabant

(38)

Consequenties voor waterbeheer

Climate Effect Atlas Brabant

(39)

Consequenties voor landbouw

Climate Effect Atlas Brabant

(40)

Slotopmerkingen

Scenario’s zijn geen verwachtingen!

Scenario’s worden ontworpen om een breed scala aan

klimaateffecten te bestuderen voor een breed aantal

toepassingen Regionale effecten

verschillen van het mondiale beeld

Bv droogteproblematiek is een regionaal effect (samenhangend met circulatie), en heeft na

KNMI’06 veel extra aandacht gekregen

Maatwerk

Tailoring (maatwerk) is

belangrijk voor de toepassing in de praktijk. Dit is een sterk

multi-disciplinair vakgebied

(41)

Klimaat in de praktijk:

De zomer van 2006

•  Juli was abnormaal warm en droog (W+?)

•  Augustus was erg nat (W?)

courtesy Geert Lenderink

Sea surface temperature

normal Aug 2006

(42)

Neerslag gradient

•  Zware neerslag vooral in de kuststreek

run with normal SST run with true Aug’06 SST

KNMI’06 scenario’s zullen zich nog wel even blijven

ontwikkelen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien men meent dat het gebied rechts van de getekende kromme ligt

beeld van de wateroverlast. Naast de maaiveldanalyse zijn ook resultaten van een rioolmodel nodig. Opmerkelijk is dat de gemeente bij het aanpakken van wateroverlast voor

Geef, indien mogelijk, de vergelijking(en) van de reactie(s) die ontstaan als Frits de volgende handelingen uitvoert.. Het samenvoegen van een ammoniumchloride oplossing met een

Bereken hoeveel gram van het zout Frits op zal moeten lossen in water om de oplossing te maken waarmee hij de carbonaationen kan verwijderen....

De wijze, waarop dit gebeurt, bepaalt in sterke mate of regionale verschillen in het voorkomen van neerslaghoeveelheden ≥ 15 mm (of ≥ 25 mm) statistisch significant zijn of niet.

Vijf maatregelen zijn gedefinieerd die het risico van overstromingen en wateroverlast van respectievelijk de regionale waterkeringen en het regionale watersysteem reduceren door de

De maatregelen die worden beschouwd zijn toegesneden op de specifieke situatie in het proef- gebied, maar hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze betrekking op zowel de primaire

x De in dit onderzoek afgeleide frequentietabellen wordt aanbevolen om als standaard te hanteren in het waterbeheer. x De in deze studie afgeleide statistiek is tot stand