• No results found

Onze kandidatenals nieuwe paus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onze kandidatenals nieuwe paus"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

68

ste

jaargang • nummer 8 • woensdag 20 februari 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Onze kandidaten als nieuwe paus

Even Gent bellen

Ooit werd beweerd dat België ’s nachts van op de maan zichtbaar was.

Op de stikdonkere aardkloot tekende zich op de plaats waar dit land ligt een verlicht driehoekje af. Dat broodje aap – want het klopt niet – werd verteld om de overmatige belichting van onze auto- snelwegen aan te klagen. Daaraan is overigens paal en perk gesteld.

Als er nu licht waarneembaar is op onze moederplaneet, van op de maan, dan moet dat Gent zijn. Daar blijft de vlam van de ver- lichting branden, als nooit voorheen. Dat bruisende centrum van cultuur en avant- garde blijft Vlaanderens enige hoop niet nog verder naar de beschavingsloosheid af te glijden. Dat het vuur van de hoop in Gent zo fel opflakkert en dat haar stralen van zo ver zichtbaar zijn, is te danken of te wijten aan Antwerpen. Het is door de duisternis die is ingetreden aan de oevers van de stad aan de brede Scheldebocht dat het Gentse licht zo’n felle gloed verspreidt.

Goed en kwaad

Goed en kwaad, het zijn de polen waar- tussen ons leven laveert. Vele filosofen bra- ken zich het hoofd en de pen over de vraag wat ‘goed’ is en wat ‘slecht’ is. Godsdien- sten splitsten over die vraag. Conflicten tus- sen ouders en kinderen laaien fel op over datzelfde thema. Psychiaters verdienen vil- la’s in de Provence met klanten die in hun zoektocht naar goed en kwaad verloren lopen. We komen er nooit helemaal uit.

Maar wat tot voor kort een even frustre- rend als uitdagend kenmerk was van de condition humaine mogen we in Vlaande- ren als een opgelost probleem beschou- wen. Goed is Gent, slecht is Antwerpen.

Daniël Termont, de burgemeester van Gent, is de norm. Elk nieuws uit Antwerpen wordt aan die maatstaf afgemeten. In hoeverre wijkt Bart de Wever, dictator van ’t stad, af van die norm?

‘Even Apeldoorn bellen’, blijft één van de bekendste reclameleuzen in Nederland.

Het verzekeringsbedrijf Centraal Beheer Achmea houdt hoofdkantoor in Apeldoorn.

Achmea zweert bij de techniek van tele- fonisch zaken doen. Problemen met een verzekeringszaak? Even Apeldoorn bellen en de klus is snel geklaard. We krijgen de indruk dat Vlaamse journalisten vandaag werken in de geest van een licht aange- paste versie: even Gent bellen. Dan weten ze meteen hoe het wél moet.

Vervolg blz 5.

116 dagen,

zolang is het geleden dat Jan Fabre van enkele man- nen slaag heeft gekregen. en wat moes- ten we vorig week vernemen: de politie van antwerpen gaat prioritair aandacht besteden aan de “war on drugs”, inbraken, sacochentrekkers en huiselijk geweld. dat juichen we toe, natuurlijk, maar, heren en dames van de politie, vergeet alstublieft één prioriteit niet: het vinden van de daders van de aanval op de multidisciplinaire katten- gooier Jan Fabre. dat moet in onze ogen de eerste en belangrijkste opdracht blijven.

Beseffen jullie wel wie Jan Fabre is, en wat hij voor ons land betekent?

Waarom in hemelsnaam zouden we in Afrika of in Zuid-Amerika een paus gaan zoeken in opvolging van Benedictus XVI?

Onze redactie keek even rond in Vlaande- ren en kon vaststellen dat het hier stikt van geschikte kandidaten.

Wij selecteerden de grootste kanshebbers (van links naar rechts):

1) Peter Goossens: dé paus van culinair Vlaanderen. Voordelen: de man heeft een eigen televisiezender, wat altijd handig is om de heilige boodschap te verkondigen.

Bovendien kent hij iets van wijn, soms iets te veel zelfs. Daarbij maakt het niet uit of er op het Sint-Pietersplein veel of weinig paal- tjes staan. In de pausmobiel zit hij veilig.

Laatste voordeel: hij is het al min of meer gewoon hele dagen met een mijter of zoiets rond te lopen.

2) Bart de Wever: dé paus van alle slimme en ook iets minder slimme mensen. Voor- delen: de man spreekt een aardig woordje Latijn én hij brengt onmiddellijk zijn eigen misdienaars mee: Liesbeth, Siegfried en Jan.

Nadelen: verwijzingen naar de jaren 30 zijn niet uit te sluiten, maar dat was bij de vorige paus ook het geval, wat niet belette dat die gekozen werd. Voordeel: hij geniet volop de steun van het belgisch koninklijk hof, van de belgische media, van de linkse culturo’s én van het Vlaams Belang, die hem allemaal maar wat graag naar Rome zien vertrekken.

Liefst definitief en voor altijd. BdW ontkent

dat hij kandidaat is. Hij wil de komende zes jaar enkel burgemeester zijn van Antwerpen.

3) Rik Torfs: dé paus der pausen. Moet daar echt nog een woord uitleg bij? Ieder- een ziet Rik graag paus worden, vooral dan zijn vrienden in de CD&V. Voordelen: hij kent iets van kerkrecht en heeft ruime camera- ervaring. Bovendien heeft hij over alles en nog wat een mening, ook als die niet gevraagd wordt. Nadelen: hij heeft al overal verkondigd dat hij de Kerk gaat hervormen, vernieuwen, terug uitvinden, verjongen en herontdekken. Als hij het haalt en paus wordt, dient terdege gevreesd te worden voor een nieuw schisma in de kerkgelede- ren, binnen het jaar.

4) Jan Hoet: dé paus der pausen van de kunstgilde. Voordelen: als hij zegt dat “2 broden en 5 vissen in een mand” kunst is, dan gelooft iedereen dat. De ideale kan- didaat als het er op aankomt de mensen iets wijs te maken. Nadelen: men vreest dat hij vooral in de catacomben van het Vaticaan gaat rondlopen, op zoek naar de aldaar opgeslagen kunstschatten. Geniet slechts steun bij 0,1 procent van de gelo- vigen, de rest van de bevolking beschouwt hem zo kierewiet als een achterdeur. Eén voordeel: als hij verkozen wordt, mag mul- tidisciplinair kunstenaar Jan Fabre mee naar Rome om de koepel van de Sixtijnse Kapel met mestkevers te bekleden. Jan Hoet con- tent, Jan Fabre content en wij ook tevreden.

5) Herman van Rompuy: dé paus van Europa. Die man beweegt zich nu al in de hoogste kringen en is bekend bij God en klein Pierke. Maar, hij kan enkel paus wor- den met de steun van de grootmachten die er de voorkeur aan geven een kandidaat te steunen van een klein landje. Kortom, een grijze muis die slaafs de beslissingen van anderen uitvoert. Het maakt hem een uiterst geschikte kandidaat. Voordeel: de man heeft een pak ervaring in het “statig voortschrij- den”, zeker bij het afhalen van prijzen. En, als hij echt niet weet wat antwoorden, houdt hij een haiku achter de hand. Goedkoop suc- ces verzekerd. Hij behaalde bovendien met grootste onderscheiding het diploma “doc- torandus in de tsjeverij”, wat zoveel betekent dat alle andere kandidaten totaal kansloos zijn. Grootste nadeel van deze kandidaat:

hij heeft het charisma van een natte dweil.

Beste lezer, het zal niet gemakkelijk wor- den uit deze kandidaten de meest geschikte te kiezen. Alle vijf hebben ze zo hun voorde- len en nadelen.

Ze delen echter allemaal twee eigen- schappen. Ze weten nu al wat het is om een aureool te dragen én ze hebben zichzelf al heilig verklaard, nog voor het onderzoek naar de zaligverklaring gestart is. Daarom, moge de beste winnen! En neen, we hebben geen voorkeur. Zolang de winnaar maar een goed hart heeft en een slecht karakter.

(2)

Actueel

20 februari 2013

2

Uit de smalle beursstraat

125 jaar Financial Times

Al sinds 1888 ligt de Britse zakenkrant Financial Times bij iedereen die in economie en financiën geïnteresseerd is op de ontbijttafel. Het zalmkleurige dagblad vertoont nog altijd geen ouderdomsverschijnselen

“We lezen de Financial Times altijd omdat we weten dat kapitalis- ten nooit liegen.” Dat zijn woorden van een Chinese ambassadeur in Afrika; een compliment waar ze bij de zakenkrant in Londen blij mee zijn. Ze beschouwen het als een soort van kwaliteitslabel. “Het is het bewijs dat een financiële krant of tijdschrift enkel kan overle- ven als ze betrouwbare informatie verschaft”, zegt hoofdredacteur Lionel Barber. En gelijk heeft hij. Al sinds de oprichting voert de krant dat principe hoog in het vaandel.

Op het eerste zicht lijkt het evident dat een economische krant als de Financial Times (FT) het 125 jaar kan uitzingen. Het belang van de economie is in die periode gestaag toegenomen. De FT pleit onom- wonden voor een vrijemarkteconomie en onderschrijft de noodzaak aan maximale vrijhandel. Maar de wereldeconomie ziet er ondertus- sen wel anders uit dan een goede eeuw geleden. West-Europa - in het bijzonder Londen - is niet langer het enige kloppende hart van de financiële wereld. Er is concurrentie van New York, Tokio, Peking, Dubai, Moskou… Toch slaagt de FT erin wereldwijd een zeer respec- tabel imago mee te dragen. Dat heeft te maken met het feit dat de krant in de loop der jaren in die opkomende economieën, waar de economische ‘lingua franca’ meestal het Engels is, vaste voet aan de grond heeft gekregen. En de FT blijft zich aanpassen. De krant zal de komende jaren meer en meer verschuiven van de print naar het digitale medium.

De Financial Times is altijd dé spreekbuis geweest van de City of London. Ook toen de eurozone zich ging ontwikkelen tot een gezonde muntunie (vandaag is dat even anders) bleef Londen één van de financiële zwaargewichten. Dat was al zo aan het eind van de 19de eeuw. Londen was de grootste winkel, de grootste markt, de grootste bank, de grootste handelsplaats voor geld en edel-metaal (goud) ter wereld. Het was logisch dat de FT in de Britse hoofdstad boven de doopvont werd gehouden. De zalmkleurige bladzijden kwamen er pas in 1893.

De krant was decennialang uitgesproken Brits, maar in 1979 werd voor het eerst een exemplaar in Frankfurt gedrukt. Nu rolt ze in twee- entwintig landen van de persen, met regionale edities in Europa, de VS, Azië en het Midden-Oosten. Ook dat verklaart het internationale

succes. De dagelijkse oplage van de FT ligt rond 300.000 exempla- ren, met in totaal 2,2 miljoen lezers.

Dat de FT wereldwijd succes heeft, is een natuurlijk gevolg van de economische globalisering sinds de jaren negentig van vorige eeuw: het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, de verdwijnen van het IJzeren Gordijn, de Europese eenheidsmunt, China, India en Latijns- Amerika die in de wereldeconomie op het voorplan treden… De FT werd wereldwijd dé concurrent van de Wall Street Journal. Samen vochten ze voor de primeurs. Zo was de Britse krant de eerste om in 1998 de fusie van de oliereuzen Exxon en Mobil bekend te maken.

De krant deinst er niet voor terug haar eigen lezers op hun plaats te zetten. In 2002, na het barsten van de internetbubbel, publiceerde het onder de titel ‘The Barons of Bankrupcy’ een lijst van 25 topma- nagers die schatrijk geworden zijn door aandelen van hun eigen inter- netbedrijf te verkopen vóór die markt ineenstortte.

Opvallend: de FT heeft lange tijd een zeer pro-Europese houding aangenomen. De oer-Britse krant was voorstander van de toetreding van Groot-Brittannië tot het ERM, het Europese wissel- koerssysteem, de voorbode van de euro. De FT wou zelfs dat de Britten tot de muntunie zouden toetreden. Financiële speculatie duwde de Britten in 1992 uit het ERM en de euro wordt door John Bull nog altijd gehaat. De top van de Financial Times geeft vandaag ootmoedig toe dat ze zich vergist heeft. Toch blijft de krant in Europese kringen geliefkoosde lectuur. De spanningen binnen de eurozone komen in de bladzijden van die krant vaak naar boven. Bin- nen de Europese Centrale Bank zijn er zoals bekend twee kampen: één rond voorzitter Mario Draghi, dat alles wil doen om de Zuid-Europese probleemlanden uit de nood te helpen, en de vertegenwoordigers van de Bundesbank, die de nadruk leggen op besparingen en dis- cipline. Vertegenwoordigers van de harde Duitse lijn (de haviken) lekken regelmatig informatie naar de FT om de ‘duiven’ binnen de ECB in diskrediet te brengen.

De Financial Times wordt door velen gezien als een krant die pal achter de conservatieven, de Tories, staat. Maar in 1992 sprak de krant openlijk haar steun uit voor Labour, van Neil Kinnock, tot verontwaardiging van de bankiers in de City. De Tories wonnen de verkiezingen, maar het standpunt van de krant was voor iedereen duidelijk: de Financial Times is politiek onafhankelijk. Daarop steunt dan ook de geloofwaardigheid van dat medium, al 125 jaar.

Angélique VAnderstrAeten

Delta - EM

bvba

Ingenieursbureau

Detailstudies voor de omzetting van industrieel

afval in energie

info:

nvandendriessche@delta-em.eu tel 0477 723 085

Achterliggende gedachten

Kan hypocrisie hilarisch worden? Ja, dat kan. Wie twijfelt, moet niet zozeer naar de volgende beleidsdaad van het Antwerpse stadsbestuur uitkijken, wel naar de politieke reacties daarop. Om risico op een overdosis hilariteit te vermijden, is het aan te raden dat niet de zes jaar van de lopende legislatuur te willen volhouden. Ook die vorm van gratis volksvermaak heeft grenzen, die men met het oog op de geestelijke gezondheid beter niet overschrijdt.

De linkse politiek correcte heisa rond de regenboogtruitjes van Bart de Wever kreeg niet eens de kans uit te sterven. Al een nieuwe erg discriminerende maatregel stond dat in de weg. Voortaan moeten nieuwkomers uit niet-EU-landen die zich in de Scheldestad wil- len vestigen een inschrijvingsgeld van 250 euro betalen. Het aan te leggen dossier vergt immers kosten die een pak hoger liggen dan het schamele tarief van 17 euro dat tot dusver gold. Wie vermoedde of, erger, opperde dat die habbekrats te maken had met het diepe roodgroene geloof in de multiculturele illusie en het daaraan verbonden electoraal stem-

mengewin, werd zonder pardon naar het hok van onverdraagzame en egoïstische doemden- kers verwezen.

De gevolgen van die “overdaad schaadt”, lieten zich in een almaar groeiende “pluralis- tische” samenleving voelen. Daar een boom over opzetten, is niet langer nodig. Geen zin- nig mens wil noch kan daar vandaag naast kij- ken. Het is slechts één bewijs, maar wel een veelzeggend, dat ruim 90 procent “ja”-ant- woorden kwamen op de lezersvraag in Gazet van Antwerpen of het inschrijvingsgeld voor nieuwkomers drastisch verhogen “ja” of “neen”

gerechtvaardigd is? Toen uitlekte dat een initia-

tief daartoe al twee jaar geleden door niemand minder dan ex-burgemeester Patrick Janssens genomen werd, was het in de linkse politiek correcte gelederen allicht “frustratie zonder grenzen” geblazen, na een stukje opgevoerde oppositiehypocrisie van de bovenste plank.

Gezond verstand

Yasmine Kherbache, naast rechterhand van Elio di Rupo ook fractieleidster van sp.a in de Antwerpse gemeenteraad, verwart het door haar aangekondigde “structureel oppositie voeren” blijkbaar met richtlijnen die ze van- uit het kabinet van de premier krijgt, bovenop het advies dat Patrick Janssens haar, naar eigen zeggen, “achter de schermen” aanreikt. Dat daarin weinig “constructiefs” verpakt zit, blijkt duidelijk uit de manier waarop Kherbache tekeergaat tegen de N-VA, door collectief links te behandelen als volksvijand nummer één.

Dat is de eerste achterliggende gedachte die een wild om zich heen schoppen verklaart na het geringste beleidssignaal van op het Schoon Verdiep. Komt er even geen beleidsinitiatief of houdt De Wever even zijn mond, dan wordt prompt naar besluiteloosheid verwezen.

Al even hilarisch hypocriet als het Antwerpse roodgroene oppositiegedoe zijn de reacties in andere steden op al wat in de Scheldestad op bestuursniveau beweegt. Dat hoeft niet eens op “kracht van verandering” te wijzen. Doen denken aan gezond verstand volstaat al. Om het bij het inschrijvingsgeldprobleem te hou- den: in Frankrijk betalen nieuwkomers 240 euro om zich te laten registreren, en in Neder- land 900 euro! Wat is dan slecht bestuur? Zich (eindelijk) naar een algemeen geldende en gerechtvaardigde regel richten, of zich als stad blijven manifesteren als een magneet die van- uit de vier windstreken “multiculturele ver- rijking” aantrekt op kosten van de belasting- betaler?

“Boosheid”

Dat de rode burgemeester Daniël Termont van Gent, de onvermijdelijke Lowie Tobback in Leuven en blauwe Bart Somers in Mechelen hun verontwaardiging over zoveel financieel onrecht voor aspirant-medebur- gers de vrije loop laten, is de achterliggende gedachte tegenover een veranderde situatie, duidelijk als zuiver pompwater. Zolang men in de grootste stad van Vlaanderen gek genoeg was om supermagneet voor vreemdelingen te spelen, kwam hen dat goed uit. Wat daar neer- strijkt, komt niet naar hen toe. Uiteraard is het voor traditionele en progressieve partijen “not done” dat in pompwaterklare taal te zeggen.

Dat denken, maar vooral niet luidop, bracht, de tijd dat Antwerpen zich als stofzuiger voor de pluralistische samenleving manifesteerde en prat ging op een reputatie van vergaarbak voor zoveel mogelijk nationaliteiten, het imago van de “voor alle culturen” openstaande Gentse burgemeester niet in het gedrang, noch die van Leuven en Mechelen.

Nu het Antwerpse stadsbestuur het over een andere boeg gooit, zijn genoemde en tal van andere burgervaders “boos”. Ze zijn dat voor de galerij, omdat Antwerpen “eenzijdig, zonder collectief stedelijk overleg” besliste wat twee jaar geleden al op het collectieve overlegbord had gelegen maar een stille dood was gestorven. Hun “boosheid” is te verklaren door de vrees voor een vreemdelingenstroom naar hun stad, na het verminderen van de Ant- werpse aanzuigkracht. Veel burgervaders “aar- zelen” op hun beurt de registratietarieven te verhogen. Wetend dat geen enkele overheid het aanboren van een nieuwe geldbron wei- gert, is dat een historische primeur. Ik voeg er voor de duidelijkheid aan toe dat dat geen gevolg is van niet willen, maar van (nog) niet durven. Ook bij dat aarzelen voor de galerij, is een achterliggende gedachte niet ver weg. En

ze eist een tol. d.Mol

TOTAAl OnverdAcHTe BrOn

Er zijn onverdachte bronnen en er zijn totaal onverdachte bronnen. Voor de gelegenheid heeft het beruchte Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding van Jozef de Witte recht op een nominatie voor de tweede soort. Jozef verkondigde in zijn rode lijfkrant De Morgen dat het “immigratiebeleid” – de aan- halingstekens plaatsen we zelf omdat er nooit een beleid was – dient gecatalogeerd onder de noemer “schuldig verzuim”.

“Bang als de traditionele partijen waren voor Vlaams Belang hebben ze de effectieve problemen veel te lang onder de mat gescho- ven”, aldus Youssef. We staan op de eerste rij om hem toe te juichen.

We voegen eraan toe dat de CGKR en Youssef de multiculturele illusie veel te lang een “verrijking” hebben genoemd, en daar- door in één moeite bleven ontkennen dat immigratie problemen met zich brengt, waar- van de grootsteden elke dag nog wat meer dan de vorige de “effectieve problemen” ervaren.

cOrrumperende FAcTOr

Europese landbouwsubsidies komen dik- wijls niet bij de “Belgische” boeren terecht. Ze worden afgeleid of ingepikt door organisa- ties als het ACW, Unizo en Voka, door abdijen, kloosters, kerkfabrieken, OCMW’s, banken en bedrijven als Ikea. Ook een theaterfestival in de Westhoek, het gevangenismuseum van Merksplas en de compagnie ‘Het Zoute” van de schatrijke familie Lippens pikte een graan- tje mee.

Zelfs de Koninklijke Schenking werd uit het EU-landbouwfonds gesubsidieerd. Intussen gaat het ene landbouwbedrijf na het andere overkop…

De manier waarop de EU andermans geld rondstrooit, is al heel lang een belangrijke factor in het corrumperen van ons politieke en maatschappelijke bestel.

Het schandaal rond de landbouwsubsidies is slechts één symptoom van een veel dieper- liggende kwaal: de EU heeft de Europeanen nooit overtuigd of begeesterd, ze heeft hen omgekocht.

(3)

Actueel 20 februari 2013 3

Opgeblazen kikker

Mijnheer de windmaker,

Uit de heisa die vorige week ontstond over de staatsveiligheid, waarvan gij tot nader order de baas zijt, is eigenlijk maar één ding gebleken en dat is dat heel die dienst alle “performantie” mist en onvol- doende gecontroleerd wordt, zoals dat in een democratie - die naam waardig - zou moeten. Uit al uw armengezwaai en ver- baal geweld bleek ten voeten uit dat gij nog altijd niet door lijkt te hebben dat de goegemeente die dienst nog altijd ziet als een soort Gestapo, KGB of Stasi, die in de donkerste duisternis opereert. Men denkt nog altijd aan lange jassen, deukhoeden, berookte en verduisterde kamers, stoffige dossiers en spionagepraktijken uit de films.

Gij kwaamt in de media nadat er een rapport aangaande Scientology gelekt was en nadat een zelfverklaard molletje uit de biecht kwam klappen dat hij in uw opdracht een politieke partij van binnen- uit in de gaten heeft gehouden. Toen gij rood aangelopen stondt te debiteren – in navolging van justitieminister Turtelboom vorige week in de Kamer - dat er door uw diensten geen dossiers van politici en poli- tieke partijen werden aangelegd, filmde een Franstalige cameraploeg op uw bureau fijntjes een dossier met het opschrift ‘Filip Dewinter’. Het gevolg was dat gij u voor de derde keer in enkele dagen mocht komen verantwoorden. Het land lag in een deuk van het lachen. Dat kan alleen in Het Edel Land der Belgen.

Heel die kolderieke vaudeville heeft zowel uw persoonlijke geloofwaardigheid als die van uw dienst ten zeerste aange- tast, en wel in die mate dat uw grote bazin Turtelboom zich in haar zetel danig onge- makkelijk begint te voelen. Rap, rap kwam zij op de proppen met de mededeling dat zij het bevoegde Comité I – dat de inlich- tingendiensten moet controleren - heeft gevraagd te onderzoeken of de staatsvei- ligheid z’n job wel goed heeft gedaan. Dat Comité I bestaat overigens uit een aan- tal parlementsleden uit de traditionele partijen. Ook daar kan men zich flink wat vragen bij stellen.

Ondertussen bleven politieke reacties

niet uit. Van het Vlaams Belang, dat zich al jaren geviseerd weet door uw dienst, is geweten dat die wenst dat de staatsveilig- heid wordt afgeschaft en dat opsporingsta- ken best door parketdiensten worden over- genomen. Die partij kreeg echter plots steun uit onverwachte hoek. Niemand minder dan sp.a’er Renaat Landuyt, justitiespecialist in de Kamer, en oud-minister van Justitie Philippe Moureaux van de PS kwamen openlijk pleiten om dat verouderde boel- tje op te doeken. Gij werdt woedend en gij kwaamt tempeestend uitroepen dat hun uit- latingen onbeschoft en ongehoord waren.

Daarmee drong het tot in de hoogste krin- gen door dat er met de staatsveiligheid iets moet gebeuren. Zo kan het niet verder. Om uw gezicht wat te reden, sloot gij u zonder het expliciet te zeggen aan bij de idee van oud-justitieminister Stefaan de Clerck, om de controlebevoegdheden van het Comité I uit te breiden. Het Vlaams Belang eist een onderzoekscommissie, de N-VA eist een hoorzitting en de PvdA+ eist een doorlich- ting. Niet voor niets zijn dat precies de par- tijen die zich om diverse redenen ‘bedreigd’

voelen door de staatsveiligheid. Voor de Vlaams-nationale partijen is het altijd dui- delijk geweest: wie het voortbestaan van België in vraag stelt, wordt gevolgd. Het is niet abnormaal dat zij meer transparantie en democratische controle wensen.

Heel de affaire heeft tot gevolg dat de verlenging van uw mandaat als big boss wellicht in het gedrang komt. Ook hier loert een politieke benoeming om de hoek. Gij zijt van liberale signatuur en uw rechterhand is dat eveneens. Hij is zelfs gemeenteraads- lid en gewezen schepen. Als uw opvolger wordt nu een Franstalige liberaal getipt.

Men schaamt er zich zelfs niet meer voor om te zeggen dat de benoeming van de nummer één van de staatsveiligheid deel zal uitmaken van een grote benoemings- ronde, binnenkort.

Dat wordt best geobjectiveerd. Want als dat niet gebeurt, blijft heel uw dienst onge- loofwaardig. Misschien kunt gij eens het voortouw nemen door voor objectiviteit te pleiten, in plaats van de opgeblazen kik- ker te komen uit-

hangen.

Brief aan Alain Winants

De job van je leven

Het Kerkelijk Wetboek schrijft elke bisschop voor na afronding van zijn 75ste levens- jaar zijn ontslag aan te bieden, aan de paus. Een bisschop die ziek is, of om andere rede- nen zijn taken niet meer kan waarnemen, wordt uitdrukkelijk “gevraagd” zijn ontslag aan te bieden. Er is maar één bisschop van wie zoiets niet verwacht wordt. De bisschop van Rome treedt niet af. Hij blijft op post tot de laatste snik. Dat is traditie en het gevolg van het feit dat de eerste paus, Petrus, tijdens zijn ambt is gestorven, horen we onze grappende godsdienstleraar nog zeggen. De laatste levensjaren van Johannes Paulus II boden voldoende mogelijkheid tot reflectie over de zin of onzin van die traditie. Een regel is het niet. Iedereen weet uit de herhaaldelijk herkauwde krantenberichten van afgelopen week, dat er ooit al een paus aan zijn ambt verzaakt heeft.

Celestinus V: tussen hemel en hel

Lang was Celestinus V (1215-1296) de enige. Als 80-jarige was hij tot paus gekozen.

Hij aanvaardde omdat hij geloofde de te zeer op wereldse macht en intriges gerichte Kerk dichter bij de evangelische waarden te kun- nen brengen.

Men beweert dat de hervormingsgezinde Celestinus V niet opgewassen was tegen de financiële en politieke complexiteiten van zijn ambt. Al na zes maanden trad hij af, om zich als kluizenaar terug te trekken, in gebed en versterving. Zijn opvolger, Bonifatius VII, liet hem opsporen en opsluiten in de Vaticaanse kerkers, waar de ex-paus stierf. Benedictus XVI hoeft voor zo’n einde geen schrik te hebben.

Toch vindt niet iedereen zijn keuze de juiste.

Dat gold destijds ook al voor Celestinus V.

Dante Alighieri plaatste hem in zijn Godde- lijke Komedie als laffe dienstweigeraar in de eerste cirkel van de hel. Petrarca was positie- ver. Hij zag het terugtreden van Celestinus V als een bewijs van deemoed en ootmoed. Verou- derde woorden, verouderde deugden. Tijden veranderen. Clemens V verklaarde zijn voor- ganger in 1313 heilig.

Voor en tegen

Als paus kan men dus beslissen dat het genoeg is geweest. Daarvoor schrijft het kerke- lijk recht zelfs een verbluffend eenvoudige pro- cedure voor. Benedictus XVI heeft die gebruikt.

Hij gaf aan dat hij lichamelijk en geestelijk niet meer in staat is de zware taak, de Kerk leiden, uit te voeren.

Lichamelijk te zwak geworden – wie zal het bestrijden? Maar is het geloof niet sterker dan het lichaam? Kijk naar Johannes Paulus II. Past het niet bij de grondwaarden van het evange- lie dat de Kerk bestuurd wordt door een zorg- behoevende, oude, zwakke man in wie enkel nog de kracht van het geloof straalt? Onze op efficiëntie en prestaties gerichte tijd heeft nood aan zulke voorbeelden. De tegenstelling hoeft echter niet op de spits gedreven te worden.

Men mag zijn God immers niet nodeloos op de proef stellen. Indien men vreest dat men gaat verdrinken, doet men er beter aan naar de kant te zwemmen, in plaats van te wachten op de goddelijke kustwacht.

Wat men er ook van denkt, het verzaken aan zijn ambt is een consequente keuze van Benedictus XVI. Als paus is zijn naam verbon- den met vele voortijdige “pensioneringen”

van bisschoppen. Het goed uitvoeren van het ambt en het tonen van leiding en rechtlijnig- heid was voor Benedictus XVI zeker zo belang- rijk als argument als het geloof. Het lijkt dat hij de voorwaarde tot “deugdelijk bestuur”

tot in de uiterste consequentie heeft door- gedreven. Daarmee is de toon voor de toe- komst gezet. Misschien is dat wel de belang- rijkste verwezenlijking van de “conservatief”

Benedictus XVI.

Veel vragen, weinig antwoorden

We lazen vele bedenkingen bij de breuk in de traditie. De meest overtuigende ligt in het feit dat de volgende pausen voortaan impliciet onder druk gezet kunnen worden om op een bepaald moment terug te treden, om welke

reden ook. Kan een zieke paus, zoals Johannes Paulus II, zo’n druk nog weerstaan? Men kon tot heden bakken kritiek over de paus storten, maar niemand opperde ooit serieus de sugges- tie af te treden. Het verzaken aan het pause- lijke ambt was nu eenmaal geen optie. Zal dit tweede precedent in de kerkgeschiedenis tot een herziening van onze verwachtingen bij het pauselijke ambt leiden? Het werpt alvast heel wat vragen op. Wat te doen met al die gepen- sioneerde pausen? Dit is slechts één van de vele praktische problemen die Benedictus XVI ongewild veroorzaakt.

Vooral de Italiaanse en de Duitse media staan bol van speculaties over allerhande prak- tische gevolgen. Mag hij zijn pauselijke naam verder gebruiken? Mag hij zijn auto houden?

Wat gebeurt er met de vissersring? Wie krijgt de rode schoentjes? Hoe moet men hem in de toekomst aanspreken?

Mag hij zijn nog onafgewerkte encycliek uit- geven? Zo ja, welke status heeft dat geschrift dan? Mag hij als theoloog nog commentaar geven? Veel van die banale en minder banale vragen komen voort uit de vrees dat de nieuwe paus met een soort schoonmoeder opscheept zal zitten. Benedictus XVI heeft echter aange- kondigd zich volledig uit het openbare leven terug te trekken.

De beste stuurlui

De meeste hedendaagse opiniemakers heb- ben geen recht van spreken. Personen die met een duivels genoegen elke pauselijke uitspraak aan een bewust foutieve exegese onderwer- pen en met afschuw kijken naar de bakens van normativiteit die in Rome uitgezet worden, ver- liezen het recht serieus genomen te worden.

Meer nog, als zij over elkaar heen vallen in een sfeertje van “goede beslissing van een oude wereldvreemde man”, of “plaats voor ver- nieuwing”, et cetera, is het duidelijk dat ze het nooit zullen begrijpen. Hoed u wanneer uw vijanden lovend worden… We gaan niet in op de zielige pogingen om een nuancerend theo- loog (enerzijds dit, anderzijds dat) als Rik Torfs voor te dragen, of de eis nu eindelijk eens een zwarte of een Zuid-Amerikaan te kiezen omdat de “tijd rijp is”. Alsof de derdewereldkerk liberaler is dan de Europese… De kardi- nalen zullen de beste wel kiezen. Paus Benedictus XVI gold als een conservatief. Hij was de

“Panzerkardinal”, de rechtlijnige theoloog. Vele critici vergeten dat hij heeft meegewerkt aan de radicale kerkvernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie, en dat hij heeft geprobeerd de verkeerde omzetting ervan bij te sturen.

Hij was een man van hervormingen, maar ook van trouw aan het verleden, in het besef dat de waarheid misschien vanuit meerdere invalshoeken aanschouwd kan worden, maar in wezen dezelfde blijft. Benedictus XVI verlaat de Bühne op een hoogst opmerkelijke wijze.

Zijn redenen zijn duidelijk en nobel.

Wat de gevolgen voor de Kerk zullen zijn, weet niemand. Benedictus XVI was in de ware betekenis van het woord een overgangspaus.

Wat de toekomst brengen zal, is onduidelijk.

Maar, vrees niet! Voor hen die het horen willen, heeft Rome geruststellende woorden.

PAN

Leugens over werk (1)

Nogal wat journalisten menen ons dage- lijks bij de neus te kunnen nemen. Met een quasi exclusieve focus op het sluiten van grote bedrijven (Ford Genk, ArcelorMittal, ING) doen ze graag aan stemmingmakerij. Dat de crisis (nu toch) nog altijd relatief is, verliezen ze uit het oog.

Relativiteit verkoopt niet. Volgens het Insti- tuut voor de Nationale Rekeningen (INR) zijn er tussen 2003 en 2011 liefst 383.730 jobs bij- gekomen. Blind zijn voor dat macrogegeven belemmert het zoeken naar maatregelen om Vlaanderen een veel grotere crisis te besparen.

Het INR leert ons dat in die genoemde peri- ode het aantal inwoners in België met bijna 600.000 is toegenomen. Dat vooral is de reden dat de werkloosheid – een beetje – is geste- gen. In België ligt ze op dit moment nog steeds lager dan in 2005, al is de perceptie anders.

Leugens over werk (2)

De INR-cijfers leren ons nog meer. Er zijn meer loontrekkenden en zelfstandigen (4,54 miljoen) dan negen jaar geleden (4,16 mil- joen). Maar het gros van de nieuwe jobs situ- eert zich in de overheidstewerkstelling (zorg- sector, maatschappelijke dienstverlening,

onderwijs). Jobverlies was er vooral in sec- toren als textiel, autoassemblage, transport, landbouw en financiële dienstverlening. Noch- tans, daar brandt de economische lamp. En die flikkert, zegt Unizo. In 2012 verdwenen bij de Vlaamse kmo’s naar schatting 16.208 arbeids- plaatsen.

De grootste daling was er in de horeca (-8,2 procent), gevolgd door de transportsec- tor (-4,9 procent), bouwsector (-4,3 procent) en de distributiesector (-3,7). Slechts twee tot drie op tien kmo’s snoeit vandaag al in de per- soneelskosten. Nog niet genoeg, wellicht. Mis- schien moeten we de deuren van Vlaanderen nog wat meer openzetten?

Leugens over werk (3)

Dat de Waalse economische groei van 2008 tot 2011 groter was dan de Vlaamse, heeft een portie journalistieke euforie opgeleverd, al was dat leuke nieuws in 2012 alweer voorbij. Het e-zine Anders Gelezen pikt in op een opmer- king van een lezer: “Als Vlaanderen groeit met 1 procent per jaar, en Wallonië met 2 procent per jaar, dan groeit de Waalse achterstand nog 23 jaar en duurt het nog 93 jaar vooraleer Wallonië Vlaanderen bijbeent.

En zonder transfers vanuit Vlaanderen zag dit plaatje er voor Wallonië allicht nog veel dra- matischer uit.”

(4)

Grensverleggend nieuws

U zit toch stevig op uw stoel geriemd?

Zo niet is de kans groot dat u eraf valt bij lectuur van het grensverleggende nieuws dat het de koning behaagt dit jaar, net als vorig jaar, zijn energiefactuur uit eigen zak te betalen. De serieuze gazetten besteedden gemiddeld een halve bladzijde aan die blijde boodschap. “Normaal” - vergeef ons de aan- halingstekens - valt die royale energiereke- ning ten laste van de Regie der Gebouwen.

Dat is vrij vertaald “voor rekening van de belas- tingbetalers”. Wie nog iemand kent die mag kiezen tussen zijn energierekening zelf beta- len of dat door de medemens te laten doen, mag het ons altijd laten weten. Een dergelijk uniek persoon mag in dit krantje op een volle bladzijde rekenen.

Absurditeit

Gewone politiemensen mogen niet politiek actief zijn en zij moeten zich “in alle omstan- digheden onthouden in het openbaar uiting te geven aan hun politieke overtuiging”, zoals dat zo mooi in de wet staat. Maar Robin Libert, de nummer twee van de staatsveiligheid, kan wel fractieleider zijn van Open Vld in Mortsel.

Overigens is het best mogelijk dat Libert in praktijk nummer één is van staatsveiligheid.

De echte baas, die nog meer feitelijke macht heeft dan het officiële opperhoofd, Alain Winants. Winants heeft zijn topbenoeming gekregen als dank voor zijn rol als advocaat- generaal in het proces tegen het Vlaams Blok.

Vreemd genoeg werd daar alleen in de Frans- talige pers nog even op gewezen.

Het gulle Vlaanderen

In De Tijd vraagt John Dejaeger (gasthoog- leraar KU Leuven) dat het politieke debat zou gaan over welvaart, economie en de door de overheid beheerde geldstromen. Veel onbe-

Vlaanderen draait door

Dossier

20 februari 2013

4

hagen is volgens hem van financieel-econo- mische aard en ligt in het besef dat de over- heid almaar meer belastingen oplegt, zelf een weinig efficiënt uitgavenpatroon hanteert, weinig doorzichtig herverdeelt en zo onze con- currentiekracht en onze welvaart beschadigt.

Wallonië werd door de teloorgang van de mijnen en de staalindustrie zwaar getrof- fen. “Maar in tegenstelling tot vele andere gebieden in West-Europa slaagde deze regio er niet in het tij te keren, ondanks massale overheidsinterventies, subsidies en transfers.

De economische achterstand blijft. De gulle solidariteit vanuit Vlaanderen zorgde niet voor een echte heropleving.”

En nu graag even duidelijk de conclusie, alstublieft.

Opnieuw Rademakers

De spanningen tussen Panorama-journalist Wim van den Eynde en VRT-hoofdredacteur Luc Rademakers lopen opnieuw hoog op. De onderzoeksjournalist heeft laten vallen dat hij een boek zou willen schrijven over de Fortis- affaire. En dit na zijn ophefmakend schrijfsel over “De Keizer van Oostende”. Ex-hoofdredac- teur Rademakers lijkt met dat opzet niet geluk- kig te zijn. Hij stuurde een e-postbericht naar Van den Eynde, waarin die ‘een waarschuwing voor ontslag’ ziet. Na “De Keizer van Oostende”

werden Van den Eynde en Luc Pauwels tijde- lijk op non-actief gezet. Rooie Rademakers staat voor niets, om zijn rode broodheren uit de wind te zetten.

Werkloze te duur

Werklozen zijn in België veel duurder dan in andere EU-staten. Een Belgische werkloze kost 33.433 euro per jaar. Frankrijk spendeert 28.737 euro per jaar, Duitsland 25.550, het Verenigd Koninkrijk 18.008 (totale kosten). Een gevolg van de hoge loonkosten, de werkne- merslasten en de belastingdruk, zo meldt het adviesbureau Idea Consult, dat zich baseert op onderzoek van de Europese federatie van dienstenchequebedrijven. Daardoor loopt de overheid veel inkomsten mis voor elke werk- loze. Hoe meer werklozen, hoe duurder het systeem, natuurlijk. In een land met twee snel- heden is het niet zonder belang dat in de gaten te houden.

Bastaard van Helena Fourment

De familie Van Brouchoven stamt uit het noorden van Brabant en levert eeuwen- lang hoge ambtenaren en schepenen van ’s Hertogenbosch. De familie, katholiek en koningsgezind, migreert tijdens de Opstand naar Lier. Jan Baptist van Brouchoven, eer- ste graaf van Bergeyck, wordt schepen van Antwerpen. Hij begint een stomende verhou- ding met de vijf jaar oudere Helena Fourment, de weduwe van Rubens en moeder van vijf kinderen. We weten niet waarom het koppel aanvankelijk niet trouwt. Uit hun verhouding wordt Jan geboren, die heel zijn leven lang zijn onwettige geboorte verzwijgt.

Na hem trouwen Jan Baptist en Helena wel en er komen nog vijf kinderen bij. Van het per- soonlijke leven van Jan van Brouchoven weten we haast niets. Hij is vermoedelijk opgevoed in Antwerpen en in het Rubenskasteel in Elewijt.

Zijn ouders zijn Nederlandstalig en hij waar- schijnlijk ook, maar in zijn duizenden ambts- brieven is geen woord Nederlands te vinden.

Zijn persoonlijk leven is één raadsel, buiten wat data en namen. Hij trouwt een eerste keer met de dochter van een oud-schepen van Antwer- pen die hem drie kinderen baart en overlijdt.

Zijn tweede vrouw heeft al zeven kinderen uit haar eerste huwelijk en schenkt hem nog eens zes spruiten.

De echte eerste minister

Van Brouchoven wordt op zijn 24ste de plaatsvervanger van zijn vader als hoge ambte- naar bij de Raad van Financiën - half ministerie van Financiën, half ministerie van Buitenlandse Handel en Defensie van de Zuidelijke Neder- landen. De Raad moet er onder meer voor zor- gen dat de Nederlandse Staten de bedes beta- len; dat zijn de zware belastingen die de vorst nodig heeft voor de landsverdediging.

Klein detail: die belastingen mogen alleen uitgegeven worden in de betalende staat, voor bijvoorbeeld logies en verzorging van de troe- pen; geen sprake van transfers van de ene staat

Jan van Brouchoven van Bergeyck

In het historisch geheugen van zelfs de geïnteresseerde Vlamingen zit tussen pakweg 1650 en 1720 één groot gat. Weinigen kennen de naam van de enige Zuid-Nederlander die zowel nationaal als internationaal één van de hoofdacteurs van zijn tijd is.

naar de andere. Van Brouchoven is een harde en ambitieuze werker. Hij kent de hele centrale administratie op zijn duimpje. Nooit te beroerd om er nog een taak bij te nemen, wordt hij ook intendant (regeringscommissaris) van Gelder- Limburg en later van de belangrijkste Neder- landse staat: het graafschap Vlaanderen. In een tijd dat er nauwelijks wegen zijn, duikt hij overal op om zelf te onderhandelen of te con- troleren.

Onvoorstelbaar voor ons, maar op zijn zeventigste heeft mij maar twintig jaar vrede gekend, want de Nederlanden zijn vijftig jaar het slagveld van Europa. Soms herstelt het land zich een beetje na een paar jaar vrede, maar dan is de Franse agressor weer daar om de Nederlanden beetje bij beetje af te takelen.

Artesië, Waals-Vlaanderen met Rijsel, het zui- den van Nederlandstalig Vlaanderen en half Henegouwen gaan verloren. En de blik van Lodewijk XIV blijft gericht op de Rijngrens.

Feitelijk blijft het zuiden maar bestaan omdat de Republiek absoluut een barrièrestaat tussen Frankrijk en de Noordelijke Nederlanden wil en alle mogelijke coalities sluit om de verovering van het zuiden te verhinderen.

De officiële hertog van Brabant, graaf van Vlaanderen enzovoort, zetelt in Madrid. Hij heeft noch het geld, noch de energie, noch de kunde om zijn vorstendommen in West-Europa te verdedigen. Van Brouchoven wordt op zijn 43ste de hoogste ambtenaar in het land en hij is er permanent mee bezig zoveel mogelijk geld uit de mensen te persen om de oorlogs- financiën in orde te krijgen. In 1691 wordt de keurvorst van Beieren (familie van de koning) landvoogd van de Nederlanden, die hij ooit hoopt te erven. Max Emanuel houdt van vrou- wen, jacht en kaarten en hij is diep onder de indruk van de - sinds 1681 - tweede graaf van Bergeyck. Die wordt nu de echte heerser van de Nederlanden en volgens de zeden van die tijd omringt hij zich met de eigen en met aan- getrouwde familie. Overal zit een mannetje van Van Brouchoven. Hij regeert als een despoot.

Hij is lichtgeraakt en hij treedt hardhandig op

wanneer gemeenten niet willen of niet kun- nen betalen, maar hij kan het gat in de dijk niet stelpen. Op zeker ogenblik zijn de ontvangsten maar de helft van de uitgaven.

Hij verkoopt dus ambten om de kas te spij- zen. In Madrid regent het klachten tegen hem, want hij schiet zeer goed op met de Hollandse stadhouder (en Engelse koning) Willem III die in hem zijn enige Zuid-Nederlandse gespreks- partner ziet. Tot verontwaardiging van het Castilliaanse hof duikt Van Brouchoven onver- wacht en ongevraagd op in Madrid, om vrede en hervormingen te eisen, want het Spaans- Nederlandse leger telt nauwelijks 7.000 onge- disciplineerde soldaten (van wie bijna de helft officieren). De hovelingen die het geld door deuren en vensters gooien, volslagen onbe- kwaam en alleen in intriges geïnteresseerd, eisen dat Van Brouchoven gearresteerd wordt, maar de koning weet dat de Brabander de monarchie trouw is, en dat hij de belangrijk- ste stut onder de Nederlanden is. De graaf keert terug naar huis. Hij onderhandelt met de Hollanders over troepen die het zuiden moe- ten beschermen. In Madrid wordt dat verdrag tussen noord en zuid voorgelegd aan… theo- logen, want die Hollandse soldaten zijn pro- testant. Van Brouchoven krijgt zijn zin. Tijdens een korte vrede probeert hij, zonder toe- stemming van de koning, een Oostindische Compagnie voor koloniale handel op te richten (het zuiden heeft ocharmen twaalf handels- schepen) en hij organiseert economische con- ferenties om de textielindustrie uit het moeras te halen. Hij botst geregeld op de grenzen van zijn macht omdat de gewesten, de steden en de ambachten niet willen weten van moderne productiemethodes.

Geen Nederlandse nationalist

Van Brouchoven doet aan “Realpolitik”, zon- der veel fantasie. Hij is geen Nederlandse nati- onalist. Hij kan zich de Nederlandse staten niet indenken als een onafhankelijke entiteit.

In 1700 sterft de laatste Spaanse Habsburger en die laat bij testament zijn land, de Neder- landen, half Italië en heel Amerika na aan de tweede kleinzoon van Lodewijk XIV en diens eerste vrouw (een Spaanse prinses). Het testa- ment verstoort het machtsevenwicht in Europa, wat leidt tot een langdurige oorlog. Voor Van Brouchoven is de keus helder. De nieuwe koning is zijn wettige vorst en dat alleen telt.

Die zeventienjarige koning legt het beleid in de Nederlanden in handen van zijn Franse grootvader en dus wordt de Zuid-Nederlan- der de perfecte eerste minister van de Franse koning (die heimelijk het land wil inlijven). Van Brouchoven ziet niets in een plan van de vij- anden van Lodewijk om van de Zuidelijke Nederlanden een Republiek naar het model van Zwitserland te maken - één van de groot- ste gemiste kansen uit onze geschiedenis.

Met dezelfde loyaliteit waarmee hij de vorige koning tegen Lodewijk diende, is hij nu de vertrouweling van de Fransman. Hij profi- teert ervan om de Nederlanden een moder- ner bestuur te geven. En hij gaat met Lodewijk ten onder. In Ramillies (15 kilometer van Tie- nen) worden de Fransen vernietigend versla- gen. De Britten en de Hollanders nemen het bestuur in de Nederlandssprekende gewes- ten over, gedurende bijna tien jaar, waarbij alle oude slonzigheden weer in ere worden hersteld. Van Brouchoven blijft aan als rege- ringsleider in Henegouwen, Namen en Luxem- burg en combineert dat met allerlei diploma- tieke missies. De jonge koning heeft een enorm vertrouwen in de Brabander en vraagt hem minister van Financiën en Oorlog in Madrid te worden, maar de 64-jarige weigert, omdat hij beseft dat hij aan het hof in een krabben- mand zal terechtkomen. Met de vrede van Nijmegen (die het Franse Kortrijk, Ieper, Poperin- gen en Menen aan de Nederlanden teruggeeft) keert hij weer naar huis, naar zijn woningen in Brussel en Mechelen, naar zijn kasteel in Leefdaal. Hij trekt zich volledig terug, maar we weten dat de vertegenwoordiger van de nieuwe heerser, de Weense Habsburger, hem geregeld raadpleegt. Hij sterft, 81 jaar oud, in Mechelen. Zijn zoon heet Nicolas-Joseph, maar behoudt de “van” in de familienaam. Met de Franse bezetting, tussen 1794 en 1814, wordt dat definitief “de Brouchoven de Bergeyck”.

De grote familie is nog altijd een invloed- rijke adellijke sibbe, met overal vertakkingen.

Je vindt artsen in Gent en gemeenteraadsle- den voor het racistische Union des Francop- hones in Wezenbeek-Oppem met die familie- naam. Er is zelfs een Stéphane de Brouchoven de Bergeyck, een Henegouwse arbeider, die twee jaar geleden zijn baas vermoordde, om een vriend een plezier te doen die een verhou- ding met diens vrouw had. De goden moeten hun getal hebben. JAN NECKERS

(5)

Actueel 20 februari 2013 5

Dik veertigduizend nieuwkomers vestigden zich in 2010 in Vlaanderen. Over immi- gratie praat je misschien beter niet in slogantaal, maar we zijn ook geen onnoze- laars. Met enige vertraging publiceert de Studiedienst van de Vlaamse regering regelmatig interessante dossiers. “Recente migranten in Vlaanderen. Wie zijn ze?

(4 februari)”, is er zo eentje.

Op 1 januari 2011 (dat zal op 1 januari 2013 nauwelijks anders zijn geweest) wer- den via de poorten van België bijna 42.000 personen ingeschreven die zich in het Vlaamse Gewest hebben gevestigd.

Dat kon in het kader van gezinsvorming en gezinshereniging of via arbeidsimmigra- tie, asielimmigratie, studentenimmigratie en immigratie om medische redenen. Bijna een derde is Oost-Europeaan, 26 procent komt uit een West-Europees land, 12 procent komt uit Azië (Turken niet inbegrepen).

De rest zijn Afrikanen (8 procent), Marokkanen 7,5 procent, Zuid-Europeanen (6,8 procent) en Turken 4,6 procent.

Is dat veel? Achtduizend personen per provincie. Twee dorpen per jaar en per pro- vincie. Begin er maar aan: onderwijs, huis- vesting, medische zorg, werkloosheidsver- goeding of leefloon, jobs vinden, andere sociale uitgaven.

Dat is bovendien de helft meer (41.663) dan in 2003 (26.924). Het gaat vooruit… Het aantal Oost-Europeanen steeg met 485 pro- cent (sic). Alleen vanuit West-Europese lan- den en vanuit Turkije is de immigratie licht- jes afgenomen.

Ruim de helft vestigt zich in de centrum- steden. 15 procent komt in het kader van een huwelijk naar België. Bij Marokkanen en Turken ligt dat percentage nog hoger.

Vooral Marokkaanse en Turkse eerstegene- ratie-immigranten laten hun (hoog)bejaarde ouders - vooral hun moeder - naar België overkomen nadat ze verweduwd zijn en niet meer zelfstandig kunnen wonen.

“Veel recente immigranten zullen dan ook te kampen krijgen met taalproble- men, onbekendheid met de Belgische en Vlaamse gewoonten en instellingen, huis- vestingsmoeilijkheden, enzovoort. Eén op

de vijf recente immigranten is een kind en zal in Vlaanderen school lopen. De overgrote meerderheid van de immigranten komt op beroepsactieve leeftijd en sommige groepen immigranten kunnen het moeilijk hebben om een goede positie op de arbeidsmarkt te verwerven”, staat in het rapport.

Zeer goed dat het Vlaamse inburgerings- beleid via vormingsprogramma’s (maat- schappelijke oriëntatie, lessen Nederlands en loopbaanoriëntatie) en individuele bege- leiding nieuwkomers bij het inschuiven in de Vlaamse samenleving (onderwijs, werk, huisvesting) wil helpen.

Maar als je sommige linkse opendeurfa- naten hoort, discrimineren we die pakken nieuwkomers op de arbeidsmarkt, is hun taalachterstand onze schuld en zijn we ego- isten als we bij de omvang van die immigra- tie vragen stellen. Gekker kan het niet.

Veel huwelijksimmigratie eindigt in een echtscheiding, waardoor het integratiever- haal nog complexer en duurder wordt.

“Het is vooral in de steden dat naar een oplossing voor de migratieproblema- tiek gezocht moet worden”, besluit Edith Lodewijckx haar rapport. Jammer, maar daarin vergist ze zich. De steden zijn in deze quasi machteloos.

Ze druppelen kleine maatregelen op een hete plaat. Het probleem stelt zich op Belgisch (en Europees) niveau. Tot nader order twee tangen op meer Vlaamse auto- nomie ter zake.

Het zijn de Vlaamse politici – een meer- derheid in dit land, al lijken ze dat zelf niet altijd te beseffen – die op federaal en op Europees niveau hun verantwoordelijk moe- ten nemen.

Niet met geroep en gedaas, maar met de harde cijfers in de hand. AnjA Pieters

Wie zijn die immigranten?

Het immigratietaboe

Door over de term ‘allochtoon’ veel misbaar te maken, leidt men de aandacht af van de die- perliggende problemen en weigert men een brede en diepgravende analyse van de pro- blemen. Uiteraard is dat kortzichtig en dom.

In Nederland staat men op dat vlak heel wat verder. Tien wetenschappers bundelden hun krachten, competenties en schokkende conclu- sies in een baanbrekend werk, “Het immigra- tietaboe”, onder redactie van de ervaren jour- nalist Joost Niemöller.

Moslims mengen minder

Janmaat, Bolkestein, Marijnissen, Fortuyn, Hirshi Ali, Verdonk en Wilders hebben al baan- brekend werk geleverd, maar er ligt nog heel wat werk op de plank. Wetenschappers getui- gen hoe ze tijdens hun onderzoek werden gedwarsboomd en gemanipuleerd. Enkele voorbeelden: de manier waarop onderzoek naar die feiten wordt tegengewerkt of verdon- keremaand, door de feiten zelf te verbergen, door het niet laten onderzoeken, door onder- zoek aan te passen of door aan onderzoek geen aandacht te besteden. Dit soort manipulaties vindt al heel lang in plaats in allerlei “beleids- ondersteunend” onderzoek. De parallel met de situatie in Vlaanderen is treffend.

In het boek wordt duidelijk onderstreept dat de immigratiedruk spectaculair zal toe- nemen. De Afrikaanse bevolking zal de komende decennia in omvang verdubbelen en de armoede in Oost-Europa zal honderd- duizenden mensen in beweging zetten rich- ting landen met een goede sociale zekerheid.

Enkele droge cijfers: in Nederland bedraagt het minimumloon 1.435 euro, in Polen 347 euro en in Bulgarije 122 euro. “In Amsterdam en Rotterdam is meer dan de helft van de men- sen onder de vijftien jaar van niet-westerse afkomst.” Toch mogen we alle inwijkelingen niet over één kam scheren. Sommige groepen integreren makkelijk, anderen dan weer niet.

Volgens wetenschappers is het duidelijk: “Wie uit een onderontwikkeld land komt, presteert over gans de lijn slechter.”

Het is overduidelijk dat het vertrouwen in een leefomgeving afneemt als deze omgeving meer etnisch divers is - zowel het vertrouwen in elkaar als in de overheid verzwakt. Daardoor raakt de bevolking in een sociaal isolement.

Er is minder vertrouwen in media en poli- tiek. Ook gaan de prestaties van leerlingen in etnisch diverse scholen fel achteruit, vooral bij allochtonen wiens ouders een laag opleidings- niveau hebben. Van belang is zeker het land van herkomst. Chinese scholieren presteren merkelijk beter dan Marokkaanse of Turkse.

Een ander belangrijk taboe dat in het boek wordt doorbroken, is het feit dat er merke- lijke IQ-verschillen bestaan tussen etnische groepen. Uiteraard wordt dat niet biologisch bepaald. Het IQ wordt vooral beïnvloed door

het milieu waarin men is opgevoed. Inter- nationaal is er al heel wat onderzoek naar gevoerd. Allochtonen zijn sterk in het nadeel, omdat hun thuissituatie weinig spoort met de gangbare waarden en normen van onze maat- schappij. Concreet: “Allochtonen scoorden hoger op neuroticisme (emotionele instabi- liteit), neurosomatisme, sociale onaangepast- heid, en lager op extraversie, en dat is een profiel dat niet goed past bij de veel voorko- mende vereisten voor banen, zoals emotionele stabiliteit, sociale gerichtheid en flexibiliteit…

discipline, motivatie en doorzettingsvermo- gen.” Dat profiel verklaart de sterke crimina- liteit onder de allochtonen. “Van de 24-jarige Marokkanen is meer dan de helft ooit met de politie in aanraking geweest… Bij minstens 53 procent van de overvallen is de verdachte een niet-westerse allochtoon.” Voor geweldsdelic- ten is dat maar liefst 61 procent. Bij Marokka- nen is er meer sprake van een machocultuur, waarin groepsdruk en eer belangrijke elemen- ten vormen. Uitgesproken agressie, intolerantie en provocerend gedrag worden met de moe- dermelk meegegeven. Dat botst uiteraard met de meer ‘feminiene’ cultuur van het Westen.

Gevolg is dat armoede, uitsluiting, detentie en werkloosheid onder bepaalde etnische groe- pen enorm is, waardoor de sociale zekerheid fel onder druk komt te staan.

Vlaams immigratiebeleid?

Ziet de toekomst er beter uit? Uit onderzoek blijkt dat allochtone 14-jarigen veel negatiever denken over het Westen dan autochtone leef- tijdsgenoten. Ze hebben weinig vertrouwen in onze overheid en staan veel negatiever tegen- over onder meer vrouwenrechten. De invloed van de herkomstlanden blijkt nauwelijks afge- nomen te zijn.

Immigratie hoeft uiteraard niet negatief te zijn. Het Westen heeft nood aan kennis- en arbeidsimmigratie. Mensen met uitgesproken competenties en opleidingen moeten de weg naar het Westen vinden. Dat vraagt natuur- lijk een juist immigratiebeleid, maar ook een goede samenwerking tussen bedrijven, over- heid, opleidingscentra, et cetera. Daar schort het op vele vlakken.

Immigratie vormt één van de hoofdbrekers van de komende jaren. De Brusselse puinhoop spreekt boekdelen, en steeds meer Vlaamse steden bereiken de grenzen van hun draag- kracht. Als we binnen een redelijke termijn over een Vlaamse nationaliteit kunnen spreken, dan kan Vlaanderen eindelijk zijn eigen problemen aanpakken. Binnen de Belgische context blijft het pappen en nathouden, of eerder aanmod- deren. JB Het Gentse stadsbestuur wil voortaan het woord allochtoon uit alle officiële documen- ten schrappen: “Het woord werkt stigmatiserend.” Dit doet ons denken aan de Newspeak van George Orwell. In zijn magistrale roman “1984” ontwerpt de dictatoriale overheid een nieuwe taal op maat van het politiek correcte denken. Daarmee wordt het denken gemanipuleerd, want als er geen woorden meer zijn om bepaalde zaken te benoemen, kunnen we er ook niet meer over spreken.

Vervol van blz 1

Antwerpen vraagt van vreemdelingen die zich als nieuwe inwoner laten inschrijven 250 euro inschrijvingsgeld. Gent schrapt het woord ‘allochtoon’ uit de stadscommunica- tie. U voelt meteen het verschil.

Als er in Vlaanderen niet zo’n verkrampte debatsfeer zou heersen, zou die confron- tatie tussen Antwerpen en Gent overigens best nuttig zijn, om de mensen wat inzicht te geven in het verschil tussen politieke ideolo- gieën. Antwerpen vraagt voor de inschrijving van vreemdelingen, die aan de stadskas nog nooit een bijdrage hebben geleverd, slechts een deel van de kostprijs. Inschrijven in Antwerpen? Geen probleem, als dat volgens de regels verloopt. Wie de kost veroorzaakt, mag die ook (gedeeltelijk) vergoeden. Men- sen draaien op voor wat ze doen en laten.

Stad weet het best

Gent wil niet meer horen van het woord

‘allochtoon’ omdat het mensen verdeelt en kwetst. Alsof de naam ‘Gentse Turk’ de men- sen niet verdeelt. Wij op de redactie hebben er ons hoofd al serieus over gebroken.

Als het woord ’allochtoon’ kwetsend is, dan is dat zeker zo voor het woord ‘Turk’. ‘Gentse Turk’ is dan plots een koosnaampje? In elk geval, het geeft mooi het verschil aan. Het Gentse stadsbestuur gaat bepalen wat de mensen mogen zeggen, maar dat stadsbe- stuur weet niet wat kwetsend is en wat niet.

In de veelbekeken uitzending van “Reyers laat” waar De Wever in gesprek ging met Vermeersch, liet de N-VA-voorzitter verstaan geen begrip te hebben voor mensen die in alle omstandigheden en zo nodig met veel gedruis de vrijheid opeisen om te doen wat ze willen, maar wel de samenleving ter hulp

Even Gent bellen

roepen zodra het misloopt. Dat is het conser- vatieve verhaal dat de progressieve bood- schap graag in verband brengt met pam- pers. Progressieven willen mensen gelukkig maken. Conservatieven willen dat mensen gelukkig kunnen worden.

Het gaat over twee visies op mens en samenleving; dus ook twee visies op opdracht en inhoud van de politiek.

Laat over Bart de Wever gezegd worden wat gezegd moet worden, maar hij heeft die essentiële scheidingslijn in de politieke keuze toch weer prominent in het midden van het debat gelegd. Wie houdt van een ordente- lijke politieke gedachtewisseling zou daar blij om moeten zijn.

Schrik niet te zeer dat u zoiets in

’t Pallieterke leest, maar eigenlijk is het goed dat Gent dat bestuur heeft. Als u het ons vraagt, is dat niet zo goed voor de Gente- naars, maar kom, zij hebben zelf beslist.

Het is wel goed als tegenvoorbeeld van Antwerpen, net zoals Antwerpen mooi in concurrentie komt met Gent. Dankzij die spanning zullen de mensen tenminste daad- werkelijk kunnen zien waarover de politieke keuze gaat.

Als afsluiter: in Nederland bestaat een soortgelijke tegenstelling. Pim Fortuyn was de man van Rotterdam. Amsterdam staat voor de progressieve culturo’s.

Vreemd toch dat het zogenaamde bekrom- pen conservatisme vooral in havensteden succesrijk is.

Zou het kunnen dat men daar minder moet hebben van bevlogen wereldverbeteraars en dat men daar meer in de pragmatische aan- pak van problemen gelooft? Want geen han- delsschip wordt met

praatjes gevuld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In zijn homilie zegde paus Franciscus over deze pausen dat ze „samenwerkten met de Heilige Geest in het vernieuwen en bij de tijd brengen van de Kerk overeenkomstig

Juist in deze omstandigheden wil de Katholieke Kerk − nu zij door dit Oecumenisch Concilie de toorts van de religieuze waarheid in de hoogte steekt − zich de

Eens wij de kracht van Gods liefde hebben ervaren en zijn vaderlijke aanwezigheid in ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven herkennen, kunnen we niet anders dan delen

In de inleiding schrijQ paus Franciscus dat niet alle discussies over doctrinele, morele of pastorale zaken beslecht moeten worden door het centrale leer- gezag: “Eenheid

Vandaag groeien de meeste van onze jongeren niet meer op in de uit- zichtloze armoede die zo tekenend was voor het negentiende-eeuwse Turijn van Don Bosco.. Veel jongeren wonen in

Zes jaar lang leefde en werkte moraalfilosoof en gewezen leer- kracht zedenleer Walter Lotens in Suriname, waar hij geboeid raakte door wat er zich afspeelt in

En als in een wet 'een vermeend recht op euthanasie' wordt geregeld, wordt daarmee het 'basisrecht op leven bedreigd', stelt de paus volgens de krant la Repubblica

Wat wij vragen is dat u in enkele zinnen uw persoonlijk geloof uitdrukt in de ene Heer Jezus Christus en Zijn ene Plaatsvervanger de goddelijke Heilige Geest, samen met een