• No results found

De wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UITTREKSEL uit de notulen van de gemeenteraad

Vergadering van 7 september 2021

Aanwezig: Wim Lammens, voorzitter Hugo De Waele, burgemeester

Reinold De Vuyst, Marleen Lambrecht, Tom Van Keymolen, Gerda Van Steenberge, Johan Van Vaerenbergh, schepenen

Gaston Van De Keer, Dries Hostens, Hedwig Redant, Dirk De Rouck, Tom Van Impe, Marc Bosman, Ive Callaert, Guy Van Londersele, Eline De Winter, Kristel De Grave, Reinout Janssens, Patrick De Swaef, Alain Franck, Christel Tritsmans, Emmy Janssens, Kevin Knockaert, raadsleden

Bruno Van Maldegem, algemeen directeur Afwezig:

Verontschuldigd: William De Windt, Greet Du Bois, raadsleden 20. Vaststellen van het reglement op het verenigingswerk.

De gemeenteraad, in openbare vergadering, Inleiding

Schepen Gerda Van Steenberge.

Regelgeving

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

De wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk.

De gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2019 houdende reglement inzake verenigingswerk.

De beslissing van het college van 12 januari 2021 houdende kennisgeving nieuwe wetgeving verenigingswerk/bijklussen.

Motivering en inhoud

Het Grondwettelijk Hof heeft in 2020 de regels op het bijklussen vernietigd. Hierdoor is het vanaf 1 januari 2021 niet meer mogelijk om volgens die voorafgaande regels activiteiten te verrichten voor verenigingen of diensten van burger aan burger. Er werd in dit kader een nieuwe wet goedgekeurd, met een aangepaste regeling voor het verenigingswerk in 2021. Het gaat om een tijdelijke oplossing tot 31 december 2021 en is enkel van toepassing op de sportsector.

Dit zijn de voornaamste wijzigingen en nieuwe voorwaarden om nog als verenigingswerker of bijklusser te kunnen optreden:

 De volgende activiteiten worden als verenigingswerk beschouwd:

1. animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt;

2. sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;

3. conciërge van sportinfrastructuur;

4. hulp en ondersteuning bieden op occasionele of kleinschalige basis op het vlak van het administratief beheer, het bestuur, het ordenen van archieven of het opnemen van een logistieke verantwoordelijkheid bij activiteiten in de sportsector;

5. hulp bieden op occasionele of kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties (zoals websites) in de sportsector;

(2)

6. verstrekker van opleidingen, lezingen, en presentaties in de sportsector.

 Ons bestuur is een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding verschuldigd aan de RSZ.

 Voor de verenigingswerker is er nu een fiscaal luik, namelijk een belastingheffing van 10%.

 De overeenkomst heeft een maximumduur van één jaar. Per kalenderjaar kunnen maximum drie verenigingswerkovereenkomsten afgesloten worden met dezelfde verenigingswerker.

 De nieuwe wet is geldig tot en met 31 december 2021.

 De verenigingswerker moet minimum 18 jaar zijn en mag maximaal op kwartaalbasis gemiddeld 50 uren per maand prestaties verrichten die als verenigingswerk beschouwd worden.

 In de 12 tot 9 maanden (= T-3) voorafgaand aan de start van het verenigingswerk moet de verenigingswerker minstens één dag als werknemer of ambtenaar gewerkt hebben. Studentenarbeid, flexi job, erkende leerlingen en gelegenheidsarbeid komen niet in aanmerking,

 of in T-3 zelfstandige in hoofdberoep zijn en sociale bijdragen betalen;

 of in T-2 gepensioneerd zijn.

 De inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer bedragen dan 1.065 euro per maand en 6.390,00 euro per jaar (inclusief verplaatsingskosten en onkosten).

Besluit 18 Ja - stemmen (Wim Lammens, Hugo De Waele, Reinold De Vuyst, Marleen Lambrecht, Tom Van Keymolen, Gerda Van Steenberge, Johan Van Vaerenbergh, Gaston Van De Keer, Dries Hostens, Hedwig Redant, Dirk De Rouck, Tom Van Impe, Marc Bosman, Ive Callaert, Eline De Winter, Kristel De Grave, Reinout Janssens, Emmy Janssens)

5 Onthoudingen (Guy Van Londersele, Patrick De Swaef, Alain Franck, Christel Tritsmans, Kevin Knockaert)

Enig artikel: Het reglement inzake verenigingswerk zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni 2019 wordt vanaf heden opgeheven en vervangen door het volgende reglement:

1. Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle verenigingswerkers die worden ingezet door het gemeentebestuur van Erpe-Mere. Onder het gemeentebestuur vallen alle vestigingseenheden van het gemeentebestuur. Het gaat om een tijdelijke oplossing tot 31 december 2021 en is enkel van toepassing op de sportsector.

2. Toegelaten verenigingswerk en voorwaarden

De volgende activiteiten worden als verenigingswerk beschouwd:

 animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt;

 sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;

 conciërge van sportinfrastructuur;

 hulp en ondersteuning bieden op occasionele of kleinschalige basis op het vlak van het administratief beheer, het bestuur, het ordenen van archieven of het opnemen van een logistieke verantwoordelijkheid bij activiteiten in de sportsector;

 hulp bieden op occasionele of kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties (zoals websites) in de sportsector;

 verstrekker van opleidingen, lezingen, en presentaties in de sportsector.

De overeenkomst heeft een maximumduur van 1 jaar. Per kalenderjaar kunnen maximum drie verenigingsovereenkomsten afgesloten worden met dezelfde verenigingswerker.

De verenigingswerker moet minimum 18 jaar zijn en mag maximaal op kwartaalbasis 50 uren per maand prestaties verrichten die als verenigingswerk beschouwd worden en:

 In de 12 tot 9 maanden (=T-3) voorafgaand aan de start van het verenigingswerk moet de verenigingswerker minstens één dag als werknemer of ambtenaar gewerkt hebben. Studentenarbeid, flexijob, erkende

leerlingen en gelegenheidsarbeid komen niet in aanmerking,

 of in T-3 (= het derde kwartaal dat het lopende kwartaal voorafgaat) zelfstandige in hoofdberoep zijn en sociale bijdragen betalen;

 of in T-2 ( = het tweede kwartaal dat het lopende kwartaal voorafgaat) gepensioneerd zijn.

Het leveren van prestaties inzake verenigingswerk is niet toegestaan voor wie tijdens een periode van één jaar, voorafgaand aan het begin van de prestaties inzake verenigingswerk door een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingsovereenkomst was verbonden bij het gemeentebestuur of het OCMW van Erpe-Mere. Het is evenmin toegestaan indien de verenigingswerker werd tewerkgesteld door de organisatie in het kader van een overeenkomst gesloten in toepassing van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Dit verbod is evenwel niet van toepassing indien tijdens dezelfde periode tussen de organisatie en de betrokken

(3)

verenigingswerker een arbeidsovereenkomst in de zin van titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (student) of de 25-dagen regel volgens artikel 17(monitor) gold of wanneer de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen ingevolge pensionering.

Het leveren van prestaties inzake verenigingswerk is tevens niet toegestaan, indien de verenigingswerker een werknemer vervangt die in de loop van de vier kwartalen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst inzake verenigingswerk in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam is geweest.

Daarnaast is verenigingswerk niet mogelijk voor wie in dezelfde periode vrijwilligerswerk met een onkostenvergoeding doet bij het gemeentebestuur of het OCMW van Erpe-Mere.

Wie via het Vlaams zorgkrediet of een thematisch verlof zijn loopbaan onderbreekt, kan alleen in het systeem van verenigingswerk stappen als hij in het 3de kwartaal vóór de periode waarin hij bijklust, een gemiddelde tewerkstelling van minstens 80% had. Voor wie 1/5 Vlaams zorgkrediet neemt, gelden bepaalde voorwaarden om een nevenactiviteit te mogen uitoefenen.

Zodra de verenigingswerker niet meer beantwoordt aan de voorwaarden van de bijklusregeling dan deelt hij dit onmiddellijk mee aan de dienst Personeel van de gemeente Erpe-Mere.

De diverse mogelijke activiteiten van verenigingswerk zijn opgenomen in een inventaris. De opsomming in de inventaris is niet limitatief en kan ten allen tijde aangepast worden aan nieuwe evoluties of organisatorische noden binnen het bestuur.

3. Rechten en plichten

3.1 Zowel de gemeente Erpe-Mere als de verenigingswerker verbinden er zich toe om te voldoen aan de bepalingen zoals omschreven in de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

3.2 Alvorens de verenigingswerker aan de slag gaat, moet er vooraf een kennismakingsgesprek plaatsvinden. In dit kennismakingsgesprek wordt er informatie gegeven over de mogelijke activiteit(en) van verenigingswerk binnen de sportsector van de gemeente Erpe-Mere en de algemene regeling van verenigingswerk. Er wordt in onderling overleg bepaald aan welke activiteiten de verenigingswerker kan meewerken.

3.3 Voor de opstart van de verenigingswerker wordt een overeenkomst inzake verenigingswerk, een verklaring op eer aangaande de maximale vergoeding en de nodige schuldvorderingen overhandigd. De overeenkomst inzake verenigingswerk omvat de wederzijdse verwachtingen en de specifieke organisatie gebonden afspraken tussen de verenigingswerker en de gemeente. In deze overeenkomst worden o.a. de taken en de tijdsbesteding verder gespecificeerd. De overeenkomst inzake verenigingswerk wordt voorafgaandelijk aan de tewerkstelling door beide partijen ondertekend. De verenigingswerker kan enkel taken op zich nemen die zijn afgesproken in de overeenkomst en waarvoor hij/zij is aangesteld geweest door het college van burgemeester en schepenen voor wat de activiteiten van het gemeentebestuur betreft.

In de verklaring op eer wordt aangegeven welke vergoeding er van toepassing is. De verenigingswerker verklaart in dit document op eer dat hij er zal op toezien dat de wettelijk bepaalde maxima bedragen niet overschreden worden.

3.4 Tot slot wordt minstens voor aanvang van het verenigingswerk een elektronische aangifte gedaan van het verenigingswerk door de dienst Personeel via de elektronische applicatie bijklussen.be van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).

3.5 De verenigingswerker kan dus pas effectief aan de slag nadat:

• hij officieel aangesteld is door het bestuur als verenigingswerker

• er een overeenkomst inzake verenigingswerk werd afgesloten en de bijhorende verklaringen werden ondertekend

• de elektronische aangifte van het verenigingswerk werd gedaan.

4. Verzekering

4.1 De gemeente Erpe-Mere voorziet voor alle verenigingswerkers een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen.

De verzekering burgerrechtelijk aansprakelijkheid vergoedt de schade die men als verenigingswerker kan toebrengen aan de organisatie, andere verenigingswerkers of aan derden, dit tijdens de uitvoering van de activiteit(en) van verenigingswerk of op weg van en naar de activiteit(en).

(4)

De verzekering lichamelijke ongevallen dekt de schade die men als verenigingswerker zelf bij ongevallen tijdens de uitvoering van de activiteit(en) van verenigingswerk of op weg van en naar de activiteiten zou kunnen lijden.

4.2 Voormelde dekking geldt niet in geval van lichte herhaaldelijke fout, grove fout of bij bedrog of opzet door de verenigingswerker.

5. Vergoeding

5.1 Het gemeentebestuur van Erpe-Mere is een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding verschuldigd aan de RSZ.

5.2 Voor de verenigingswerker is er een fiscaal luik, namelijk een belastingheffing van 10%.

5.3 De inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer dan 532,50 euro per maand bedragen. In het derde kwartaal mogen de inkomsten uit de eerste twee activiteiten van de lijst niet meer dan 1.065 euro per maand bedragen en 6.390 per jaar.

Dit omvat tevens alle vergoedingen die de terugbetaling van kosten of verplaatsingen betreffen. De maximale bedragen worden niet geïndexeerd.

Het maximumbedrag per jaar geldt voor de drie soorten bijklussen samen (verenigingswerk, diensten van burger aan burger en activiteiten in de deeleconomie). De verenigingswerker zelf moet erover waken dat hij voormelde maximale bedragen niet overschrijdt.

5.4 Over het bedrag van de vergoeding kan er niet onderhandeld worden. Per activiteit van verenigingswerk wordt de vergoeding éénzijdig door de gemeente bepaald en vastgelegd. De toepasselijke vergoeding wordt vooraf aan de verenigingswerker duidelijk meegedeeld en wordt vermeld op de bijhorende functieomschrijving van de desbetreffende activiteit van verenigingswerk, alsook op de overeenkomst inzake verenigingswerk.

5.5 De verschuldigde vergoeding wordt steeds na afloop van de prestaties uitbetaald en dit op basis van een ingediende schuldvordering door de verenigingswerker. De te gebruiken schuldvorderingen worden samen met de andere documenten voor verenigingswerk bezorgd aan de verenigingswerker vooraleer hij zijn activiteiten aanvat of zijn verkrijgbaar bij de dienst Personeel. Er kan uitsluitend aan de hand van de schuldvorderingen een vergoeding toegekend worden en dit enkel nadat de noodzakelijke administratieve verplichtingen voor het verenigingswerk in orde zijn

5.6 De ingevulde schuldvorderingen moeten ingeleverd worden bij de dienst Personeel van de gemeente Erpe- Mere.

5.7 De uitbetaling van de onkostenvergoeding vindt maandelijks of jaarlijks plaats, naargelang de datum van indiening van de schuldvordering(en) en na kennisname door het college van burgemeester en schepenen 5.8 Bij misbruik of oneigenlijk gebruik van de loonregeling door de verenigingswerker, is de gemeente niet

aansprakelijk voor eventuele fiscale consequenties.

De lesgevers voor sportactiviteiten die volgens de regeling inzake verenigingswerk ingezet worden, worden vergoed volgens de onderstaande tabel:

GEDIPLOMEERDEN

1ste uur (**) 2de en volg. uren Master L.O.

Bachelor L.O.

VTS trainer A sportspecifiek (*) € 18 € 16

VTS trainer / Instructeur B sportspecifiek (*)

VTS initiator sportspecifiek (*) € 14

€ 13 € 12

€ 11

Pedagogisch diploma € 17 € 15

NIET GEDIPLOMEERDEN

1ste uur (**) 2de en volg. uren Student Master L.O.

Student Bachelor L.O.

Student kleuterleider/ster

€ 12 € 10

Begeleider (***) € 11 € 9

DANCE-MIX - BBB - Aerobic

(5)

Lesgever € 30/uur (*) of geassimileerd volgens de geactualiseerde assimilatietabel van de VTS.

(**) het eerste uur wordt er meer betaald omdat er kilometervergoeding bij voorzien is.

(***) zonder VTS-getuigschrift maar met sporttechnische of didactische bekwaamheid.

Namens de raad:

De algemeen directeur, De voorzitter

(get.) Bruno Van Maldegem (get.) Wim Lammens

Voor eensluidend afschrift

De algemeen directeur De voorzitter

Bruno Van Maldegem Wim Lammens

Digitally signed by Bruno Van Maldegem (Signature) Date: 2021.09.09 19:09:49 +02:00

Digitally signed by Wim Lammens (Signature) Date: 2021.09.09 23:03:08 +02:00

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Ook diegenen die deze analyse niet (volledig) delen, zullen toegeven dat de verbetering van de prestaties van de publieke sector een belangrijke voorwaarde vormt om de doelen

Zwakke prestaties kunnen veroorzaakt worden door een kwalitatief laagwaardige ambtelijke organisatie, door een slecht functionerende politiek-bestuurlijke omgeving of door een

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,