• No results found

Inspectierapport Kinderopvang ZoWieZo Berkhouterweg NS HOORN NH Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kinderopvang ZoWieZo Berkhouterweg NS HOORN NH Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kinderopvang ZoWieZo Berkhouterweg 23 1624 NS HOORN NH

Registratienummer 692599010

Toezichthouder: GGD Hollands Noorden

In opdracht van gemeente: Hoorn

Datum inspectie: 21 december 2015

Type onderzoek : Nader onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 23 december 2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 8

Inspectie-items ... 10

Gegevens voorziening ... 12

Gegevens toezicht ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek.

Beschouwing Algemeen:

Kinderdagverblijf (KDV) ZoWieZo Hoorn is een onderdeel van ZoWieZo Kinderopvang. ZoWieZo vangt kinderen op van maandag tot en met vrijdag van 7.00-18.00 uur. Het KDV is gevestigd in een ruimte van voetbalvereniging Zwaluwen. De ruimte is continu beschikbaar voor de dagopvang.

De groepsruimte heeft veel natuurlijk daglichtinval en in de ruimte hangen diverse foto's van de kinderen.

Het KDV bestaat uit één groep met maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.

Inspectiegeschiedenis:

Op 23 mei 2013 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden. Er was een tekortkoming op een voorwaarde uit het item

 Verklaring omtrent het gedrag. Deze overtreding is in een later stadium opgeheven.

Op 1 juli 2014 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden. Er werden overtredingen geconstateerd op het gebied van:

 Veiligheid en gezondheid

 de Meldcode kindermishandeling.

Op 2 december 2014 heeft een nader onderzoek plaatsgevonden op deze overtredingen. Er werd aan de getoetste voorwaarden voldaan.

Tijdens het inspectiebezoek op 14 juli 2015 zijn overtredingen geconstateerd op voorwaarden binnen de items:

Inspectie:

Gemeente Hoorn heeft op 13-10-2015 een handhavingsbrief gestuurd, waarin zij de houder een hersteltermijn van 4 weken geeft om de overtredingen op te lossen. Op verzoek van gemeente Hoorn heeft de toezichthouder op 21 december 2015 een onaangekondigd nader onderzoek uitgevoerd.

Het onderzoek heeft bestaan uit een gesprek met de beroepskrachten en de locatiemanager, inzage van de presentielijsten, het pedagogisch beleid en toestemmingsformulieren voor de opvang van drie-jarigen op een andere groep.

Conclusie:

Op het moment en in de periode van het nader onderzoek werden kinderen van 3 jaar altijd op hun eigen groep ingedeeld en opgevangen. Er is momenteel geen sprake van opvang van kinderen van 3 jaar op de BSO om de groepsindeling of de beroepskracht-kind-ratio passend te maken. De beschrijving over indeling in groepen komt momenteel niet overeen met de praktijk.

De locatiemanager geeft aan dat wellicht in de toekomst de opvang van 3-jarigen op de BSO wel weer zal gebeuren. De werkwijze in de praktijk zal dan in het pedagogisch beleid beschreven moeten worden. Ook de andere voorwaarden die betrekking hebben op deze vorm van opvang, zullen tijdens een volgende inspectie opnieuw meegenomen worden.

Er zijn twee overtredingen geconstateerd binnen het item Pedagogisch beleid, zie de toelichting in het rapport.

Aan de overige getoetste voorwaarden werd op het moment van inspectie voldaan.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Bevindingen inspectie 14 juli 2015:

De houder beschikt over een beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende pedagogische visie staat beschreven.

In het beleid staat beschreven hoe de vier competenties worden gewaarborgd.

Citaat pedagogisch beleid KDV Zowiezo:

Kinderopvang; 1 verticale groep voor maximaal 14 kinderen

Er wordt gewerkt met een verticale groep met een maximale opvang van 14 kinderen per groep, waarbij er 2 plekken gereserveerd zijn voor de zogenaamde flexibele opvang.

De verticale groep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 10 weken tot 4 jaar, waarbij zij afhankelijk van de groepsgrootte door twee of drie gediplomeerde pedagogisch medewerkers opgevangen worden. Onder gediplomeerde pedagogisch medewerkers wordt in dit beleidsplan altijd bedoeld een medewerker met minimaal een afgeronde opleiding SPW3.

In het beleid staat niet beschreven dat kinderen van 3 jaar bij de BSO opgevangen kunnen worden, terwijl tijdens de inspectie is geconcludeerd dit in de praktijk wel gebeurt. In de praktijk gebeurt dit zowel voor peuterplus activiteiten als voor overplaatsing van kinderen van het kdv naar de

basisgroep van de BSO.

De maximale omvang van de groep, de leeftijden van de kinderen in de groep en de inzet van de beroepskracht-kind-ratio wordt in de praktijk niet conform het pedagogisch beleid van ZoWieZo ingezet, zie de toelichtingen verder in het rapport bij het domein Personeel en Groepen.

In het pedagogisch beleid is geen naar leeftijd gedifferentieerde beschrijving van activiteiten beschreven indien kinderen van het kinderdagverblijf op de BSO worden opgevangen. De beschrijving van de werkwijze ontbreekt.

Sinds 1 juli 2015 zijn binnen de Wet kinderopvang twee voorwaarden toegevoegd aan het item Pedagogisch beleid. De voorwaarden stellen dat het pedagogisch beleid de wijze beschrijft waarop:

- beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

- beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

Deze twee voorwaarden komen niet terug in het pedagogisch beleid van deze locatie.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de

werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen

(5)

en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogisch beleid

In het pedagogisch beleid staat de groepsindeling als volgt beschreven:

Verticale groep (0-4 jaar)

Op de stamgroep worden baby’s vanaf 10 weken tot 4 jaar opgevangen. Wij vangen op deze groep maximaal 12 kinderen op, waardoor er niet meer dan twee pedagogisch medewerkers op een dag werken. De pedagogisch medewerkers van deze groep zijn verantwoordelijk voor de kinderen en inrichting van de groep.

Gecombineerde groep (0-13 jaar)

In de schoolvakanties of met eventuele studiedagen kan het voorkomen dat er kinderen van de buitenschoolse opvang (BSO) worden opgevangen op het kinderdagverblijf. Maar mochten er weinig kinderen zijn, zullen zij in een gecombineerde groep worden opgevangen.

Daarnaast kan het zijn dat kinderen van de voorschoolse opvang worden opgevangen in deze ruimte, doordat er maar 1 à 2 kinderen voor schooltijd bij ons zijn. Het beleid voor de voorschoolse opvang staat beschreven in het beleidsplan van de BSO.

Het maximale aantal kinderen op deze groep kan verschillen door de gevarieerde leeftijden, daarom raadplegen wij voor deze groep te allen tijde de beroepskracht- kindratio.

Ook hier zullen we uiteraard kijken naar de behoefte van de verschillende leeftijden en zullen het speelgoed en de activiteiten hierop aanpassen en zonnodig meenemen uit andere ruimten.

Gecombineerde groep (3-13 jaar)

In de schoolvakanties of met eventuele studiedagen kan het voorkomen dat er kinderen van de buitenschoolse opvang (BSO) worden opgevangen op het kinderdagverblijf. Maar mochten er weinig kinderen zijn, zullen zij in een gecombineerde groep worden opgevangen. Hierdoor kan het ook voorkomen dat kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar op de buitenschoolse opvang gaan spelen. Dit om deze kinderen al voor te bereiden op de schooltijd die eraan zit te komen. Dit zal altijd in overleg met de ouder(s) zijn.

Na de vorige inspectie heeft de locatiemanager aangegeven:

De BSO-groep zal in twee basisgroepen worden verdeeld indien er meer dan 10 kinderen op de BSO komen;

- een groep voor kinderen van 3-12 jaar die worden opgevangen door een beroepskracht met passende beroepskwalificatie voor dagopvang en BSO

- een basisgroep voor kinderen van 4-12 jaar die worden opgevangen door de beroepskracht met een passende beroepskwalificatie alleen voor de BSO. De houder geeft aan deze wijziging in indeling in groepen ook in het pedagogisch beleid te zullen aanpassen.

Deze aanpassing is nog niet doorgevoerd in het pedagogisch beleid.

In het pedagogisch beleid is nog geen naar leeftijd gedifferentieerde beschrijving van activiteiten beschreven indien kinderen van het kinderdagverblijf op de BSO worden opgevangen. De

beschrijving van de werkwijze over het opvangen van 3-jarigen op een andere groep ontbreekt, maar op het moment van inspectie en in de periode rondom de inspectie kwam het niet voor dat kinderen van 3 jaar op de BSO werden opgevangen.

De beschrijving van de in groepen komt niet overeen met de praktijk.

De locatiemanager geeft aan:

Momenteel zijn er geen 3- jarigen op de BSO omdat de groepen van het KDV niet groter dan 12 zijn. Als blijkt in de toekomst dat de groepen groter worden dan zullen we bekijken of dit in de praktijk haalbaar is vanwege de beroepskwalificatie van de medewerker op de BSO en ook zullen we dan het pedagogisch beleidsplan aanpassen aan de hand van onze werkwijze.

(6)

Sinds 1 juli 2015 zijn binnen de Wet kinderopvang twee voorwaarden toegevoegd aan het item Pedagogisch beleid. De voorwaarden stellen dat het pedagogisch beleid de wijze beschrijft waarop:

- beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

- beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

In het pedagogisch beleid staat beschreven:

In overleg met de ouders, wordt 2 keer per jaar geobserveerd aan de hand van de ZIKO observatielijst voor 0-4 jarigen. Indien nodig of wenselijk komt er een extra observatie.

Het uitgangspunt van deze observatie is niet het opsporen van problemen, maar het krijgen van een algeheel beeld van het welbevinden van het kind. Mocht uit de observatie blijken dat het kind zorg nodig heeft van een andere instantie, dan zullen we dit aan de ouders adviseren. Omdat wij in groepsverband werken met de kinderen kan een observatie van het individuele kind nieuwe

inzichten opleveren.

Het doel van de observaties is het meten en signaleren van het welbevinden van het individuele kind binnen de groep. Indien nodig biedt de leidinggevende ondersteuning aan de pedagogisch medewerker voor het signaleren en observeren. In geval van zorgen om een kind kan hetzelfde instrument gehanteerd worden om een objectief beeld te krijgen van de (mogelijke) problematiek.

Voor een extra observatie buiten de gebruikelijke observatie wordt toestemming gevraagd aan de ouders

Er staat beschreven hoe en dat de beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties.

De wijze waarop pedagogisch medewerkers worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen ontbreekt nog.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld:

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk

Bevindingen inspectie 14 juli 2015:

De vier competenties worden voldoende gewaarborgd in de pedagogische praktijk.

Het pedagogisch beleid is door alle beroepskrachten gelezen en het is besproken in het teamoverleg.

De praktijk kwam niet geheel overeen met hetgeen beschreven staat in het beleid. Zie ook item pedagogisch beleid.

De groep bestond aan het begin van de dag uit 13 kinderen van 0-4 jaar, maar vanaf 10.00 uur werden 3 kinderen van 3 jaar door een beroepskracht naar de BSO meegenomen. Twee andere kinderen van 3 jaar bleven wel op de dagopvang achter. Het ging hier niet om een opendeuren beleid waarbij alleen een activiteit buiten de eigen stamgroep plaatsvond en ook niet om een 3+

groep, omdat er 2 kinderen van 3 jaar op de eigen stamgroep achter bleven.

(7)

In de praktijk werd er niet themagericht gewerkt. Op het moment van inspectie was er geen thema. Navraag bij de beroepskrachten leerde dat er al langere tijd niet met thema's gewerkt werd.

Citaat pedagogisch beleid: op de groepen wordt themagericht gewerkt: de thema’s worden in onderling overleg gekozen en regelmatig afgewisseld. Thema’s sluiten aan bij de seizoenen, maar ook bij de diverse feesten en onderwerpen als circus, dieren, etc. door het jaar heen. De

spelmaterialen en het speelgoed passen we aan bij het gekozen thema.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bevindingen inspectie december 2015:

Op het moment van inspectie werden de kinderen alleen op hun eigen stamgroep opgevangen, zie ook de toelichting bij pedagogisch beleid.

De inspectie vond plaats in de periode vlak voor kerst. De inrichting van de groepsruimte stond in het teken van kerst.

Het themagericht werken en het werken conform het pedagogisch beleid zal tijdens een volgende inspectie opnieuw specifiek worden meegenomen.

Op dit moment wordt aan de getoetste voorwaarde voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager mevrouw M. Schouten)

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties (21 december 2015)

 Pedagogisch beleidsplan (versie 16-9-2015)

(8)

Personeel en groepen

Bevinding reguliere inspectie 14 juli 2015:

De toezichthouder heeft de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld.

Niet iedereen beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen.

Op het moment van inspectie werden ook kinderen van 3 jaar op de BSO opgevangen. De groep bestond uit meer dan 10 kinderen, waardoor er 2 beroepskrachten nodig waren; een beroepskracht ging met de kinderen mee van de dagopvang naar de BSO, de andere beroepskracht kwam van de BSO. De beroepskracht die op de BSO wordt ingezet heeft een passende beroepskwalificatie voor de BSO, maar deze beroepskwalificatie is niet passend bij de opvang van kinderen van 0-4 jaar.

Na de inspectie heeft de houder aangegeven dat er direct actie is ondernomen op de overtreding.

De BSO-groep zal in twee basisgroepen worden verdeeld indien er meer dan 10 kinderen op de BSO komen;

- een groep voor kinderen van 3-12 jaar die worden opgevangen door een beroepskracht met passende beroepskwalificatie voor dagopvang en BSO

- een basisgroep voor kinderen van 4-12 jaar die worden opgevangen door de beroepskracht met een passende beroepskwalificatie alleen voor de BSO. De houder geeft aan deze wijziging in indeling in groepen ook in het pedagogisch beleid te zullen aanpassen.

Omdat deze actie na het inspectiebezoek is ingezet, blijft de geconstateerde overtreding van kracht.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende

beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Bevinding inspectie december 2015:

Op het moment en in de periode van het nader onderzoek werden kinderen van 0-4 jaar op hun eigen groep opgevangen. Het samenvoegen van kinderen van 3-4 jaar op de BSO is volgens de beroepskrachten en de locatiemanager al lange tijd niet meer voorgekomen. Men sluit niet uit dat het in de toekomst nog wel zal gebeuren.

Op dit moment worden kinderen opgevangen door een beroepskracht met een passende beroepskwalificatie en wordt aan de getoetste voorwaarde voldaan.

Opvang in groepen

Bevindingen inspectie 14 juli 2015:

Het kindercentrum bestaat uit één stamgroep voor kinderen van 0-4 jaar. In deze groep worden maximaal 14 kinderen opvangen.

In het pand wordt tevens één basisgroep voor maximaal 20 kinderen van 4-12 jaar opgevangen.

De kinderen van het kinderdagverblijf die 3 jaar zijn, kunnen ook als 3+ groep in de groepsruimte van de BSO worden opgevangen, hierdoor maken zij van een tweede stamgroepruimte gebruik.

Indien de kinderen van de BSO aanwezig zijn, zoals tijdens vakanties, kunnen de kinderen van 3 jaar ook met de kinderen van de BSO worden opgevangen. Op dat moment ontstaat er een groep voor kinderen van 3-12 jaar.

(9)

Tijdens de inspectie bleek er geen schriftelijke toestemming van ouders aanwezig te zijn om kinderen van 3 jaar op de groep van de BSO op te vangen.

Op het kdv werden de 14 kinderen op 14 juli 2015 een het begin van de dag op hun eigen stamgroep opgevangen.

Op BSO locatie Hoorn werden op 14 juli 2015 aan het begin van de ochtend 9 kinderen van 4-12 jaar opgevangen door 1 beroepskracht en 1 stagiaire.

Om 10.00 uur kwamen nog 2 kinderen, waarbij het kindaantal op de BSO op 11 kwam en een extra beroepskracht ingezet moest worden om te voldoen aan de beroepskracht-kindratio.

Op dat moment kwam de invalkracht die op het KDV was ingezet met 3 kinderen van 3 jaar op de BSO waardoor op de BSO 14 kinderen van 3-12 jaar werden opgevangen door 2 beroepskrachten.

Door het schuiven van kinderen en beroepskrachten werd de indeling in groepen gedurende de dag gewijzigd ten opzichte van de indeling in stamgroepen op papier om hiermee de beroepskracht- kindratio passend te maken. De kinderen en ouders wisten bij aanvang van de opvangdag niet in welke groep zij zouden verblijven en met welke beroepskracht.

De locatiemanager gaf na de inspectie per email aan:

Tijdens de oudergesprekken in maart hebben we met de ouders van de 3- jarigen afspraken gemaakt over het wennen en spelen op de BSO. Alle ouders zijn hiermee mondeling akkoord gegaan. Er staan bij sommige kinderen hierover aantekening op het observatieformulier. We hebben de afgelopen week gelijk de ouders de formulieren laten ondertekenen waardoor zij toestemming geven om hun 3- jarigen op de BSO te laten spelen.

Deze formulieren zijn nog niet ingezien door de toezichthouder.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bevinding 21 december 2015:

Op het moment en in de periode van het nader onderzoek werden kinderen van 0-4 jaar op hun eigen stamgroep opgevangen. Het is volgens de beroepskrachten en de locatiemanager al langere tijd niet meer voorgekomen dat kinderen van 3-4 jaar op de BSO worden opgevangen. Het is echter niet uitgesloten dat dit in de toekomst wel weer zal gebeuren.

Ouders hebben een toestemmingsformulier getekend dat hun kind van 3 jaar op de BSO opgevangen mag worden. Dit formulier is ingezien door de toezichthouder.

Aan de getoetste voorwaarden wordt op het moment van het nader onderzoek voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager mevrouw M. Schouten)

 Interview anderen (beroepskrachten)

 Observaties (21 december 2015)

 Presentielijsten (week 52 en week 53)

 Personeelsrooster (week 52 en week 53)

 Pedagogisch beleidsplan (versie 16-9-2015)

 Pedagogisch werkplan

 Inzage toestemmingsformulier

(10)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(12)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kinderopvang ZoWieZo

Website : http://www.zowiezo.nu

Aantal kindplaatsen : 14

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : BSO ZoWieZO B.V.

Adres houder : Kerkstraat 35

Postcode en plaats : 1687 AL WOGNUM

Website : www.zowiezo.nu

KvK nummer : 37152327

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hollands Noorden

Adres : Postbus 9276

Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar

Telefoonnummer : 088-0100549

Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw P. Rustenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Hoorn

Adres : Postbus 603

Postcode en plaats : 1620 AR HOORN NH

Planning

Datum inspectie : 21-12-2015

Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 23-12-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 23-12-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 23-12-2015 Openbaar maken inspectierapport : 24-12-2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling