• No results found

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

Inhoud

1. Inleiding ... 2

2. Beschrijving van het bedrijf... 2

2.1 Beleidsverklaring ... 2

3 Verantwoordelijke ... 3

3.1 Definitie bedrijf volgens prestatieladder... 3

4 Basisjaar en rapportage ... 4

5 Afbakening ... 4

6 Directe en indirecte GHG emissies referentiejaar 2015 ... 5

6.1 Berekende GHG emissies ... 5

6.2 Berekening van emissies ... 5

6.3 Directe GHG emissies referentiejaar 2015 (Scope 1) ... 6

6.4 Indirecte GHG emissies referentiejaar 2015 (Scope 2) ... 7

6.5 Verbranding biomassa ... 7

6.6 GHG verwijderingen ... 7

6.7 Uitzonderingen ... 8

6.8 Belangrijke beïnvloeders ... 8

6.9 Toekomst ... 8

6.10 Significante veranderingen ... 8

7 Kwantificeringsmethoden ... 8

8 Emissiefactoren ... 8

9 Onzekerheden ... 9

10 Rapportage volgens ISO 14064 ... 9

(2)

2

1. Inleiding

Met de CO2 prestatieladder worden leveranciers uitgedaagd en gestimuleerd om de eigen CO2 uitstoot te kennen en te verminderen. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO2 te reduceren, hoe meer kans op gunning van een opdracht.

De CO2 prestatieladder kent 4 invalshoeken:

A. Inzicht B. Reductie C. Transparantie D. Participatie

Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren en uiteindelijk des te meer gunningvoordeel het bedrijf ontvangt. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen en het niveau van het CO2 bewust certificaat bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder.

In dit rapport wordt de emissie inventaris van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. over 2016 besproken en richt zich op invalshoek A (inzicht) van de CO2 prestatieladder. De CO2 voetafdruk geeft een

inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen: de GHG emissies. Daarnaast geeft het inzicht in de herkomst van deze emissies met een verdeling naar directe en indirecte GHG emissies (respectievelijk scope 1 en scope 2).

De inventaris in een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de prestatieladder en is uitgevoerd conform ISO 14064-1. In dit rapport wordt de footprint gerapporteerd volgens § 7.3.1 van deze norm, in het laatste hoofdstuk is hiertoe een cross reference table opgenomen.

2. Beschrijving van het bedrijf

Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V., gevestigd te Ter Aar (gemeente Nieuwkoop), is een gespecialiseerde dienstverlener op het gebied van grondverzet & cultuurtechniek, agrarische dienstverlening en mestdistributie.

Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. is een duurzaam en betrouwbaar familiebedrijf wat middels slimme, flexibele oplossingen en hard werken streeft naar een tevreden opdrachtgever. Met een uitgebreid modern machinepark en 60 ervaren medewerkers staan we dag en nacht voor onze klanten klaar.

Onze opdrachtgevers zijn verschillende niveaus van overheden, agrariërs, aannemers (weg &

waterbouw). Het werkgebied bestaat grofweg uit ‘Het Groene Hart’, echter komt het ook voor dat wij hierbuiten werkzaam zijn. De mestdistributie vindt hoofdzakelijk in West Nederland plaats.

R.J. van Vliet B.V. is eigenaar van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. Echter kan R.J. van Vliet B.V. buiten beschouwing gelaten aangezien Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. de werkmaatschappij betreft.

2.1 Beleidsverklaring

Omdat duurzaamheid hoog in het vaandel staat bij Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. zullen voorstellen worden geïmplementeerd die het bedrijf faciliteren in een continue verbetering op het gebied van energiemanagement. De directie verklaart daarom onderstaande punten actief uit te voeren:

(3)

3

 Opstellen van doelstellingen die jaarlijks worden beoordeeld en indien mogelijk herzien

 Ingrijpen daar waar veel energie verbruikt wordt door:

o Energieverbruik te meten, registreren, monitoren en periodiek te rapporteren o Selecteren van significantie energiestromen voor een evaluatie

o Deze energiestroom indien mogelijk te reduceren

 Het communiceren van energieverbruik naar werknemers om zo hen bewust te maken van

 hun invloed op het milieu en hoe zij hier zelf invloed op kunnen uitoefenen

 Werknemers motiveren in het zelf aandragen van voorstellen die energiereductie faciliteren

 Andere organisaties en stakeholders enthousiasmeren in het reduceren van CO2 en om

 actief deel te nemen aan CO2 reducerende programma’s binnen het loonbedrijf.

Al deze acties zullen worden ondernomen conform de relevante wetgeving en eisen van

autoriteiten op het gebied van energie. Daarnaast zal deze beleidsverklaring zowel intern en extern ter beschikking worden gesteld en zal deze jaarlijks worden beoordeeld en indien nodig aangepast.

Directie Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

3 Verantwoordelijke

Zie onderstaand de structuur en het organogram van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

Figuur 2.1: Structuur Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

De verantwoordelijkheid voor de stuurcyclus CO2 reductie evenals alle activiteiten die hieraan gekoppeld zijn, zoals het behalen van de doelstellingen, is mevrouw Mandy van der Hoort. Zij rapporteert direct aan de directie.

3.1 Definitie bedrijf volgens prestatieladder

Om de categorie te bepalen waarin loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. als organisatie valt, wordt gekeken naar de definitie volgens CO2-Prestatieladder Handboek 3.0, hoofdstuk 4.2 ‘Vaststellen omvang van het bedrijf’. Hieruit blijkt dat het bedrijf in een bepaalde categorie valt op basis van de CO2 emissies van “kantoren en bedrijfsruimten” en “alle bouwplaatsen en productielocaties”. De totale CO2 uitstoot van referentiejaar 2015 zijn boven de grens van 2000 ton, namelijk 2926 ton. Dit betekent dus dat Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. volgens de categorisering van SKAO een “Groot bedrijf” (G) is.

Van Vliet Holding B.V.

Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

R.J. van Vliet B.V.

Management

Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

R.J. van Vliet

Kantoor

Interim Carolien van Vliet

Werkplaats

zelfsturend

Uitvoerder

M. Overes / R.J. van Vliet

(4)

4

4 Basisjaar en rapportage

Voor Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. is dit de eerste maal dat een emissie-inventaris volgens het GHG protocol wordt opgesteld. Dit rapport betreft het referentiejaar 2015. Tijdens het schrijven van dit rapport zijn de cijfers van het eerste half jaar van 2016 bekend. Een vergelijking kan worden gemaakt.

5 Afbakening

Onderstaand wordt de juridische entiteit genoemd die als boundary geldt voor het berekenen van de CO2 footprint van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V., de bijbehorende CO2 reductiedoelstellingen en ook als naam zal worden gebruikt op het CO2 bewust certificaat.

Dat wil zeggen alle werkzaamheden die Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. verricht, zoals ook ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V., en de daarbij behorende CO2 uitstoot zal als input worden gebruikt voor het berekenen van de CO2 footprint. Onderstaand volgt verdere toelichting op deze boundary volgens de control approach.

 R.J. van Vliet B.V. is 100% eigenaar van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

 Binnen R.J. van Vliet B.V. vinden er geen werkzaamheden plaats of activiteiten welke effect hebben op de CO2 uitstoot.

 Van Vliet Holding B.V. is eigenaar van de gebouwen. Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. huurt deze gebouwen. De energie en gasrekening wordt direct gefactureerd aan Loonbedrijf J.M.

van Vliet B.V.

Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V.

(5)

5

6 Directe en indirecte GHG emissies 2016

In dit hoofdstuk worden de berekende GHG emissies toegelicht.

6.1 Berekende GHG emissies

Om de totale uitstoot van emissies te kunnen bepalen moeten eerst de bronnen in kaart worden gebracht.

Bronnen totale C02 uitstoot

Categorie Toelichting

Scope 1

Vervoer en transport (diesel) Vrachtwagens, kranen, auto’s, shovels, tractoren, zelfrijdende machines, maai/baggerschuifboten Bedrijfsauto’s (benzine) en

handmachines

Enkele bedrijfsauto’s en handgereedschap welke op benzine draait

Verwarming (gasverbruik) Kantoren/ werkplaats

Scope 2

Elektriciteit Kantoren/ werkplaats

Privé auto’s werk-werk km. Auto van Jan van Vliet en Robbert Jan van Vliet

Onder Vervoer en transport valt alle materieel dat bij Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. in gebruik is.

Hierbij moet gedacht worden aan de tractoren, vrachtwagens, graafmachines, shovels,

transportwagens, zelfrijdende machines etc. Tot slot de categorie gas verbruik. Hier moet gedacht worden aan gas gebruikt voor verwarming van de kantoren. Bij scope 2 draait het ten eerste om het elektra verbruik van het kantoor en de werkplaats.

6.2 Berekening van emissies

De berekeningen van de verschillende emissies zijn gedaan in een Excel werkblad, genaamd: “CO2 footprint berekening”. Het SKAO adviseert om de omrekenfactoren te gebruiken zoals deze op site www. co2emissiefactoren.nl. zijn weergeven.

(6)

6 Zie hieronder de omrekenfactoren voor 2016:

Energie stroom Kg C02/ eenheid (Wtw)

Diesel (ltr) 3.230

Benzine (ltr) 2.740

Gasverbruik (verwarming, nm3) 1.887

Stroom (energie, kwh) 0.526

6.3 Directe GHG emissies 2016 (Scope 1)

De directe GHG emissies bestaan uit drie hoofdcategorieën. Hieronder staat een tabel met de CO2 per categorie. Om de opbouwen van deze waarden te verklaren zullen daarna deze categorieën apart worden toegelicht.

Directe GHG emissie (scope 1)

Categorie Hoeveelheid CO2 factor Ton CO2

scope 1

Gas 12928 1,887 24

Diesel 869845 3,23 2810

Benzine 2730 2,74 7

TOTAAL 2.841

Vervoer en transport

Onder vervoer en transport wordt het materieel van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. verstaan. Het gaat hier om vrachtwagens, bedrijfswagens, tractoren, maar ook de machines zoals shovels, graafmachines, hakselaars, boten en zelfrijders als een combine of een hakselaar.

Een probleem dat hier om de hoek komt kijken is het feit dat het verbruik van vooral de tractoren en machines moeilijk te bepalen is. Geregistreerd van deze machines is namelijk het aantal draaiuren.

Ten eerst is het lastig om te bepalen hoeveel de machines verbruiken per uur, daarnaast zijn draaiuren soms onder volle belasting, terwijl deze soms ook minder hard belast worden en dus minder brandstof verbruiken.

Om deze reden is gekozen om het aantal verstookte liters brandstof in kaart te brengen. Sinds 2012 wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen materieel dat rijdt op blanke diesel en materieel dat draait op rode diesel.

Momenteel rijden dus alle machines op ‘blanke’ diesel, uitsluitend de boten varen nog op rode diesel. Echter heeft rode diesel geen eigen omrekenfactor, dus wordt deze opgeteld bij de ‘blanke’

diesel.

(7)

7 Bij onze administratie zijn de gegevens opgevraagd over het aantal ingekochte liters diesel in 2016 . Deze gegevens kunnen vervolgens makkelijk met behulp van de conversiefactoren worden

omgerekend naar CO2 emissies.

Gasverbruik

In september 2016 hebben wij de eindafrekening van gas en elektra ontvangen. Dit wordt gezien als het gebruik voor 2016. De opvolgende jaren wordt het verbruik op dezelfde wijze bepaald. Hierdoor is de onzekerheidsmarge zeer gering en leidt niet tot andere inzichten en/of reductiekansen.

6.4 Indirecte GHG emissies 2016 (Scope 2)

De indirecte GHG emissies bestaan bij ons uit 2 hoofdcategorieën. Hieronder staat een tabel met de uitgestoten CO2 per categorie. Om de opbouwen van deze waarden te verklaren zullen daarna deze categorieën apart worden toegelicht.

Indirecte GHG emissie (scope 2)

Categorie Hoeveelheid CO2 factor Ton CO2

scope 2 Electriciteit 36913 0,526 19

Werk-Werk km 60555 0,21 12

TOTAAL 32

Elektra verbruik

In september 2016 hebben wij de eindafrekening van gas en elektra ontvangen. Dit wordt gezien als het gebruik voor 2016. De opvolgende jaren wordt het verbruik op dezelfde wijze bepaald. Hierdoor is de onzekerheidsmarge zeer gering en leidt niet tot andere inzichten en/of reductiekansen.

Persoonlijke auto’s werk – werk kilometers

De Prestatieladder van SKAO schrijft voor dat werk-werk km’s gemaakt worden met privé auto’s ook worden opgenomen in scope 2. In ons bedrijf worden maar 2 prive auto’s gebruikt voor werk – werk.

Verificatie

Eis 3.A.2, verificatie emissie inventaris. Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. heeft ervoor gekozen haar emissie-inventaris 2016 niet door een CI/NEA-erkend bureau te laten verifiëren.

6.5 Verbranding biomassa

Verbranding van biomassa vindt niet plaats bij Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. Dit gaat in de toekomst ook niet gebeuren.

6.6 GHG verwijderingen

Er heeft geen broeikasgasverwijdering of compensatie plaats gevonden bij Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. in 2016. Dit gaat in de toekomst ook niet gebeuren.

(8)

8

6.7 Uitzonderingen

Er zijn geen uitzonderingen op het GHG protocol.

6.8 Belangrijke beïnvloeders

Binnen Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. zijn geen individuele personen te benoemen die een dermate invloed op de CO2 footprint hebben dat gedragsverandering van deze individuele persoon alleen al zou zorgen voor een significante verandering in de CO2 footprint.

6.9 Toekomst

De emissie in de paragrafen hierboven zijn vastgesteld over 2016. De verwachting is dat deze emissie in het komende jaar niet aan grote verandering onderhevig zal zijn. Wel zal, gezien de doelstellingen van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V., de CO2 uitstoot met minimaal 1% per jaar dalen.

6.10 Significante veranderingen

Zoals beschreven geldt 2015 als basisjaar. In deze paragraaf worden de veranderingen gepresenteerd van het jaar in 2015 t.o.v. 2016.

Categorie 2015 2016

scope 1

Gas 28 24

Diesel 2818 2810

Benzine 22 7

Rode Diesel 26

scope 2 Electriciteit 21 19

Werk-Werk km

12 13

TOTAAL 2926 2874

7 Kwantificeringsmethoden

Voor het kwantificeren van de CO2 uitstoot is gebruik van een op maat gemaakt model. In het model kunnen alle verbruiken worden ingevuld. Vervolgens wordt de daarbij behorende CO2 uitstoot automatisch berekend en vergeleken met het basisjaar. Hierbij zijn de emissiefactoren uit de CO2 prestatieladder gehanteerd. Naam van dit document is CO2 footprint berekeningen en vergelijking referentiejaar’. In het Energie Managementplan van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. wordt beschreven waar de brongegevens per energiestroom vandaan komen.

8 Emissiefactoren

Voor de inventarisatie van de CO2 uitstoot van Loonbedrijf J.M. van Vliet B.V. over het jaar 2016 zijn de emissiefactoren uit de CO2 prestatieladder 3.0 gehanteerd. De emissiefactoren zullen te allen tijde mee gaan met wijzigingen in de emissiefactoren van de CO2 prestatieladder 3.0.

(9)

9

9 Onzekerheden

De gepresenteerde resultaten moeten worden gezien als de beste inschatting van de werkelijke waardes. Bijna alle gebruikte gegevens voor de berekening van de CO2 footprint zijn gebaseerd op facturen en/of werkelijk gemeten aantallen. Het jaarafrekening van september 2015 – september 2016 wordt gezien als het gebruik van 2016. De factuur diesel is het totaal van vervoer en transport.

Privé auto’s zakelijk gebruik is berekend op km-declaraties. De invloed van de onzekerheden zijn zeer gering en leidt niet tot andere inzichten en/of reductiekansen.

10 Rapportage volgens ISO 14064

Dit rapport is opgesteld volgens de eisen uit ISO 14064-1 § 7.3.1. in de onderstaande tabel is een cross reference gemaakt van de onderdelen uit ISO 14064 en de hoofdstukken in het rapport.

ISO 14064 § 7.3 HG report content Beschrijving Hoofdstuk rapport

A Reporting organizatio 2

B Person responsible 3

C Reporting period 4

4.1 D Organizational boundaries 5

4.2.2 E Direct GHG emissions 6.1

4.2.2 F Combusiton of biomass 6.2

4.2.2 G GHG removals 6.3

4.3.1 H Exclusion of sources or sinks 6.4

4.2.3 I Indirect GHG emissions 6.1

5.3.1 J Base year 3

5.3.2 K Changes or recalculatons 7

4.3.3 L Methodolgies 7

4.3.3 M Changes to methodologies 7

4.3.5 N Emission or removal factors

used 8

5.4 O Uncertainties 9

P Statement in accordance wit

ISO 14064 10

Q External verification 6.1

Tabel 1 Cross reference ISO 14064-1 Colofon

Auteur Mandy van der Hoort

Kenmerk 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016 Datum 27-2-2017

Versie 1.0 Status Definitief

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 2018 zijn er wederom geen projecten die gegund zijn aan Sysmex, ontstaan zijn door middel van de CO2-gerelateerd gunningsvoordeel. Verificatie emissie-inventaris door

Aangegeven wordt de hoeveelheid CO2 veroorzaakt door directe GHG emissies (scope 1) en door indirecte GHG emissies (scope 2).. Tevens wordt de hoeveelheid CO2 van Praeceptum

Er zijn een aantal emissies welke JB Bartels Beheer BV uitsluit omdat deze zelden tot nooit voorkomen en dus nooit van grote invloed zullen zijn op de CO2 Footprint:.. -

Binnen Kloosterman BV zijn geen individuele personen te benoemen die een dermate invloed op de CO 2 footprint hebben dat gedragsverandering van deze individuele persoon alleen al

Deze bepaling wordt voor Molendijk gedaan aan de hand van de totale uitstoot van GHG emissies uit scope 1 en 2.. In het handboek CO₂ prestatieladder 3.0 onder de

Voor zowel Boxtel als IJsselstein wordt door de verhuurder groene stroom uit Europa afgenomen, echter telt dit niet als groene stroom voor de CO2 prestatieladder.. Hierdoor

In de onderstaande tabel is de CO 2 -emissie van Inventarisatiejaar 2020 weergegeven ten opzichte van het voorgaand inventarisatiejaar 2019. Overzicht CO 2 -emissie

Zakelijk (trein)verkeer → Hoewel ‘business travel’ conform het GHG protocol een scope 3 emissie categorie is moeten deze emissies voor de CO 2 -Prestatieladder worden